Regeling vervallen per 19-12-2012

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand/Wet investeren in jongeren Landsmeer 2009

Geldend van 19-12-2012 t/m 18-12-2012

Intitulé

Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand/Wet investeren in jongeren Landsmeer 2009

De Raad van de gemeente Landsmeer:

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2009;

gezien het advies van de Commissie Samenleving van 9 december 2009;

gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand (WWB) en op artikel 12 Wet investeren in jongeren (WIJ;

overwegende dat bij verordening regels worden gesteld over de wijze waarop de cliënten of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

VERORDENING CLIËNTENPARTICIPATIE WET WERK EN BIJSTAND / WET INVESTEREN IN JONGEREN LANDSMEER 2009

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijving

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      uitkeringsgerechtigde: degene, die algemene bijstand ontvangt op grond van de wet;

    • c.

      niet-uitkeringsgerechtigde: de persoon, jonger dan 65 jaar, die als werkloze werkzoekende staat geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen en die geen recht heeft op een uitkering op grond van de wet, de Werkloosheidswet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Toeslagenwet, de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria, de Algemene nabestaandenwet dan wel op grond van een regeling, die met deze wetten naar aard en strekking overeenstemt (artikel 6, sub a van de wet);

    • d.

      cliënt: de in sub b en c van dit artikel bedoelde persoon;

    • e.

      college: burgemeester en wethouders.

  • 2. In deze verordening wordt onder de wet mede verstaan de Wet investeren in jongeren (WIJ)

  • 3. In deze verordening wordt onder cliënt/uitkeringsgerechtigde mede verstaan de jongere als bedoeld in artikel 2 van de WIJ.

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van cliëntenparticipatie is dat cliënten invloed kunnen uitoefenen op het beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening van de gemeente op het gebied van Sociale Zaken door gevraagd en ongevraagd te adviseren. Ten behoeve van dit doel wordt een organisatie in het leven geroepen die zal opereren onder de naam cliëntenraad Wet Werk en Bijstand / Wet Investeren in Jongeren.

HOOFDSTUK 2. Samenstelling en taken

Artikel 3. Beleidsterreinen

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie adviseert de cliëntenraad over beleid in het kader van de wet, alsmede over aangelegenheden die de uitvoering en de kwaliteit van de dienstverlening betreffen.

  • 2. De cliëntenraad houdt zich niet bezig met:

    • -

      individuele klachten, bezwaarschriften, en andere zaken die een individueel karakter dragen, dan wel betrekking hebben op individuele cliënten;

    • -

      de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • -

      verplichte uitvoering door de gemeentelijke organen van wettelijke voorschriften voor zover bij de uitvoering geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid aanwezig is.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De cliëntenraad bestaat uit minimaal 2 en maximaal 3 cliënten of vertegenwoordigers.

  • 2. De cliëntenraad wordt geacht ook te kunnen adviseren over de WIJ.

  • 3. De leden worden door het college bij besluit benoemd voor een periode van 1 jaar en zijn hernoembaar.

  • 4. De leden kiezen uit hun midden een voorzitter.

  • 5. Het lidmaatschap van de cliëntenraad is onverenigbaar met het lidmaatschap van de gemeenteraad of het college.

Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

  • 1. Het lidmaatschap eindigt indien het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is.

  • 2. Het lidmaatschap eindigt indien het lid aftreedt.

  • 3. Het lidmaatschap eindigt indien de zittingsduur als bedoeld in artikel 4, derde lid van de verordening is verlopen;

  • 4. In de gevallen, bedoeld in het eerste en derde lid, blijft het lid de functie vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden.

Artikel 6. Werkwijze

  • 1. In het kader van de cliëntenparticipatie vraagt het college de cliëntenraad om advies inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening.

  • 2. De cliëntenraad is gerechtigd uit eigen beweging advies uit te brengen aan het college inzake het gemeentelijk beleid en de uitvoering en kwaliteit van dienstverlening zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 van de verordening.

  • 3. Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het toegevoegd kan worden aan de voor besluitvorming van college of raad ter beschikking te stellen stukken.

  • 4. Contacten tussen de cliëntenraad en de portefeuillehouder lopen via de voorzitter en de beleidsmedewerker Sociale Zaken.

  • 5. Er is eenmaal per jaar een overleg tussen de betrokken portefeuillehouder en de cliëntenraad.

Artikel 7. Faciliteiten

  • 1. Het college draagt er zorg voor dat aan de cliëntenraad de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

  • 2. De leden van de cliëntenraad ontvangen per bijgewoond overleg een algemene onkostenvergoeding van € 46,00 per persoon met een maximum van 5 overleggen per jaar.

  • 3. De gemeente stelt vergaderruimte en andere faciliteiten beschikbaar ten behoeve van het naar behoren kunnen functioneren van de cliëntenraad.

HOOFDSTUK 3. Slotbepalingen

Artikel 8. Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 9. Harheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 10. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 oktober 2009.

  • 2. De verordening cliëntenparticipatie Wet Werk en Bijstand welke op 29 november 2005 is vastgesteld wordt ingetrokken per 1 oktober 2009.

  • 3. Bekendmaking geschiedt via de gemeentepagina in het plaatselijke weekblad ‘Kompas’.

  • 4. De verordening wordt gepubliceerd via de gemeentelijke website.

Artikel 11. Evaluatiebepaling

Deze verordening wordt in ieder geval drie jaar na het inwerking treden geëvalueerd.

Artikel 12. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand/Wet investeren in jongeren Landsmeer 2009.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2009.

De griffier, De voorzitter,

ALGEMENE TOELICHTING

De Wet werk en bijstand schrijft in artikel 47 voor dat cliëntenparticipatie dient plaats te vinden en dat, in het verlengde van die verplichting, een verordening dient te worden opgesteld en goedgekeurd door de raad. Met ingang van 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren van kracht geworden. Doelstelling van deze wet is de duurzame arbeidsparticipatie in regulier werk van jongeren tot 27 jaar. In artikel 12 van deze wet wordt de opdracht gegeven om regels te stellen met betrekking tot de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ. Van de zijde van de regering is op vragen vanit de Tweede Kamer opgemerkt dat het voor de hand ligt om aansluiting te zoeken bij de bestaande vormen van cliëntenparticipatie in het kader van de WWB. Deze suggestie is overgenomen en wordt geformaliseerd door een wijziging van de verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 2006. Deze krijgt daardoor niet alleen een andere inhoud maar ook een andere naam en zal voortaan als Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren 2009 door het leven gaan.

Minimaal dient te zijn vastgelegd op welke wijze personen met een WWB uitkering, niet-uitkeringsgerechtigden, personen met een ANW uitkering, personen vallend binnen artikel 2 van de WIJ of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van de wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  • a.

    periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers;

  • b.

    deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;

  • c.

    zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1. Begripsomschrijving

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de Wet werk en bijstand, de Wet investeren in jongeren en/of bestaande regelgeving.

Artikel 2. Doelstelling

In dit artikel wordt de doelstelling beschreven. Belangrijk is dat de cliëntenraad ook ongevraagd kan adviseren. Er wordt gesproken over een cliëntenraad omdat met het amendement van de kamerleden Noorman-Den Uijl en Bakker op artikel 47 de cliëntenparticipatie in de Wet werk en bijstand in lijn is gebracht met de Wet Suwi. In deze wet is sprake van cliëntenraden. Met ingang van 1 oktober 2009 heeft de doelstelling ook betrekking op de WIJ.

Artikel 3. Beleidsterreinen

In dit artikel wordt beschreven over welk beleid de cliëntenvertegenwoordiging adviseert. Advies wordt gevraagd bij de vaststelling van beleidskaders, verordeningen en beleidsregels op het terrein van de WWB en WIJ. Bij de uitzonderingen is ook de Wet maatschappelijke ondersteuning genoemd. De wetgever beoogt een organisatie die bestaat uit cliënten zoals bedoeld in artikel 1 van deze verordening. Het is belangrijk dat de samenstelling van de cliëntenraad daadwerkelijk representatief is voor de doelgroep bijstandsgerechtigden. Ten behoeve van de Wet maatschappelijke ondersteuning opereert een afzonderlijke raad die bestaat uit personen die over specifieke kennis beschikken op het gebied van handicaps en beperkingen.

Artikel 4. Samenstelling

Omwille van de werkbaarheid is ervoor gekozen het aantal leden beperkt te houden. Benoeming geschiedt voor een termijn van één jaar, met een mogelijke herbenoeming voor telkens nog één jaar. Voor die termijnen is gekozen teneinde zoveel mogelijk mensen te kunnen laten participeren. In dit artikel wordt voorts de onverenigbaarheid van functies aangeduid.

Artikel 5. Beëindiging van het lidmaatschap

Een belangrijk uitgangspunt van de WWB is arbeidsreïntegratie van uitkeringsgerechtigden. Voor de WIJ is dit arbeidsinschakeling voor alle jongeren, ook bij een grote afstand tot de arbeidsmarkt.

In dit artikel wordt onder meer geregeld dat het lidmaatschap eindigt wanneer het lid geen cliënt of vertegenwoordiger meer is. Hierdoor blijft de binding met de doelgroep optimaal gewaarborgd.

Om te voorkomen dat leden plotseling wegvallen, en het cliëntenplatform zijn taak niet meer naar behoren kan uitoefenen, is geregeld dat het lid de functie blijft vervullen totdat in de vacature is voorzien, met een maximale termijn van zes maanden. Deze bepaling is mede van belang om nieuwe leden te kunnen voorbereiden op hun taak.

Artikel 6. Werkwijze

In dit artikel wordt het initiatief- en adviesrecht nader ingevuld. Essentieel is dat een advies op een zodanig tijdstip wordt gevraagd, dat dit kan worden toegevoegd aan de stukken die voor de besluitvorming beschikbaar worden gesteld. Dit is op deze wijze in ieder geval gewaarborgd.

Er is gekozen voor een vaste overlegstructuur. Cliëntenparticipatie is een proces dat moet groeien.

Artikel 7. Faciliteiten

De cliëntenraad wordt actief voorzien van informatie.

De afdeling informeert, via de voorzitter, over actuele landelijke ontwikkelingen op het terrein van de Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren en stelt desgewenst informatie beschikbaar. De cliëntenraad kan beschikken over ruimte waar de leden elkaar buiten de plenaire vergaderingen kunnen ontmoeten. Het is noodzakelijk dat ook beschikt wordt over andere faciliteiten, behalve vergaderruimte. Te denken valt aan kopieerfaciliteiten, de mogelijkheid om gebruik te maken van een PC met internetverbinding etc. Het beschikbaar stellen van andere faciliteiten gebeurt in overleg. De leden kunnen aanspraak maken op een vaste onkostenvergoeding per bijgewoond overleg. Burgemeester en weth

ouders stellen de onkostenvergoeding jaarlijks vast in het benoemingsbesluit. Dit om te voorkomen dat bij indexering van de bedragen de verordening opnieuw moet worden vastgesteld.

Artikel 8 t/m 12. Slotbepalingen

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.