Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden 2010

Geldend van 22-12-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden 2010

De raad van de gemeente Landsmeer;

gezien het voorstel van 24 november 2009, inzake de heffing en invordering vanliggeld;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende:

Verordening op de heffing en de invordering van liggelden 2010.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als,of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of inhoofdzaak bestemd is tot, dag- of nachtverblijf van een of meerpersonen;

  • b.

    ligplaats: een gedeelte van het openbaar water, bestemd of geschikt omdoor een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot teworden ingenomen;

  • c.

    dag: een etmaal of gedeelte daarvan;

  • d.

    week: een kalenderweek;

  • e.

    maand: een kalendermaand;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'liggeld woonschepen' wordt een recht geheven voor het hebben vaneen ligplaats voor een woonschip in de woonschepenhaven Gortesloot.

Artikel 3 Ingangstijdstip belastbaar feit

Het liggeld wordt geheven vanaf de dag waarop het verblijf binnen de gemeente meteen woonschip een termijn veertien al dan niet achtereenvolgende dagen binnenhetzelfde kalenderjaar te bovengaat.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de ligplaatsheeft. Als degene die de ligplaats heeft wordt aangemerkt de houder van deligplaatsvergunning, bedoeld in artikel 5 van de WoonschepenverordeningLandsmeer, dan wel de hoofdbewoner van het woonschip. Wie alshoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar omstandigheden beoordeeld.

Artikel 5 Belastingtarieven

Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt per strekkende meter:

  • a.

    per dag: € 0,10

  • b.

    per week: € 0,55

  • c.

    per maand: € 2,30

  • d.

    per jaar: € 27,45

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Het recht als bedoeld in artikel 2 is verschuldigd bij het begin van hetbelastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt,wordende in artikel 4 vermelde tarieven naar evenredigheid van tijdsduur aangepast.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaataanspraak op ontheffing voor de resterende periode van dat tijdvak naarevenredigheid van tijdsduur.

  • 4. Belastingbedragen van minder dan € 4,50 worden niet geheven.

Artikel 7 Wijze van heffing

Het liggeld als bedoeld in artikel 2 wordt geheven:

  • a.

    bij wege van aanslag indien het een liggeld per jaar betreft;

  • b.

    door middel van een gedagtekende, schriftelijke kennisgeving waarop hetgevorderde bedrag is vermeld, indien het een liggeld per dag, week of maandbetreft.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. De rechten als bedoeld in artikel 7, onder a. zijn invorderbaar twee maandenna de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn de rechten waarvan het aanslagbiljet eendagtekening heeft die ligt in het jaar waarover deze is vastgesteldinvorderbaar in zoveel gelijke termijnen als er na de maand die in dedagtekening van het aanslagbiljet is vermeld, nog maanden van het jaaroverblijven van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later. Indien de toepassing van de eerste volzin niet leidt tot meer dan twee maandelijkse termijnen, vindt het tweede lid toepassing.

  • 6. De rechten als bedoeld in artikel 7, onder b zijn invorderbaar 30 dagen na dedagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van het liggeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met

betrekking tot de heffing en invordering van liggeld.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De 'Verordening liggelden 2009' van 15 december 2008, wordt ingetrokkenmet ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van deheffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feitendie zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als: 'Verordening liggelden 2010'.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2009.
De voorzitter,
De griffier,