Verordening op de Monumentencommissie 2005

Geldend van 21-09-2005 t/m heden

Intitulé

Verordening op de Monumentencommissie 2005

De raad van de gemeente Landsmeer;

gezien het voorstel van 14 juni 2005, voorstel nr. 2005-74;

gelet op artikel 84 juncto 149 Gemeentewet;

Besluit:

vast te stellen de Verordening op de Monumentencommissie 2005

Artikel 1

De monumentencommissie heeft tot taak burgemeester en wethouders gevraagd en ongevraagd te adviseren over:

  • a.

    De uitvoering van de gemeentelijke monumentenverordening ;

  • b.

    Het bevorderen van het herstel van verminkte en ontsierde monumenten en stedenbouwkundige structuren;

  • c.

    Het bevorderen van de betrokkenheid van de bevolking in het algemeen en de eigenaren en bewoners in het bijzonder bij de zorg om het historisch erfgoed door middel van voorlichting en educatie;

  • d.

    Het plaatsen en afvoeren van monumenten als bedoeld in de Monumentenwet 1988, de Provinciale Monumentenverordening en de gemeentelijke monumentenverordening op resp. van de Rijks- provinciale of gemeentelijke lijst.

  • e.

    Aanvragen voor vergunningen als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988 dan wel artikel 7 van de Provinciale Monumentenverordening 1996 dan wel een vergunning als bedoeld in artikel 5 van de Monumentenverordening Landsmeer 2003.

  • f.

    De aanwijzing van beschermde stads- en dorpsgezichten als bedoeld in artikel 36 van de Monumentenwet 1988 dan wel de aanwijzing van beschermde structuren als bedoeld in artikel 9 van de Provinciale Monumentenverordening 1996.

  • g.

    Regelingen, waaronder bestemmingsplannen, welke van invloed zijn op de bescherming en instandhouding van het cultuurhistorisch erfgoed (artikel 37, lid 8 Wet RO) .

  • h.

    Vaststelling van de gemeentelijke prioriteitenlijst als bedoeld in artikel 12 lid 2 van het Besluit Rijkssubsidiering Restauratie Monumenten (Brrm) 1997.

Artikel 2

Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van geschiedkundige, architectonische, stedenbouwkundige, cultureel of sociaal-historisch belang . Tevens kan de commissie bij vragenstukken inzake hergebruik en/of herbestemming van monumentale panden overwegingen van financieel-economische aard, alsmede milieukundige aard betrekken in haar advies.

Artikel 3

  • 1. De commissie bestaat uit tenminste 5 leden (en ten hoogste 7 leden), incl. de voorzitter. Binnen de commissie kunnen de volgende expertises vertegenwoordigd zijn: stedenbouwkunde, bouwkunde, architectuur- of kunsthistorie, historie of historische geografie, archeologie, kennis van het archief, restauratiedeskundigheid, bouwkosten- en/of financieringsdeskundigheid . Er zijn nimmer 2 leden met dezelfde deskundigheid vertegenwoordigd, tenzij zwaarwegende redenen zich hiertegen verzetten.

  • 2. De leden worden door het college van burgemeester en wethouders benoemd en ontslagen. Burgemeester en wethouders wijzen, op voordracht van de commissie, een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. Bij de voordracht tot het benoemen van leden van de commissie kunnen B en W eisen stellen aan genoten opleiding, ervaring en bekendheid met Landsmeer.

  • 4. Leden van de commissie mogen:

    • i.

      noch direct, noch indirect medewerking geven aan werkzaamheden waarover de commissie adviseert.

    • ii.

      geen ambtenaar zijn in dienst van de gemeente Landsmeer, behoudens het lid met kennis van het archief als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4

  • 1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. De zittingstermijn kan maximaal met vier jaar worden verlengd.

  • 2. Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen en dienen dit schriftelijk in bij burgemeester en wethouders.

  • 3. De aftredende leden zijn terstond voor nog een zittingsperiode hernoembaar.

  • 4. Degene, die aftreedt of ontslag neemt, blijft zijn/haar werkzaamheden in de commissie verrichten totdat zijn/haar opvolger/-ster de benoeming heeft aanvaard.

Artikel 5

De monumentencommissie wordt bijgestaan door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen secretaris. Dit is doorgaans de beleidsmedewerker monumentenzorg. De secretaris heeft in de commissie een adviserende stem . Aan de secretaris wordt geen vacatievergoeding als bedoeld in artikel 13 verstrekt. Bij ziekte, vakantie of andersoortige afwezigheid is artikel 3 van het Reglement van orde van toepassing.

Artikel 6

  • 1. De commissie komt bijeen:

    • a.

      na schriftelijke oproep van de voorzitter, ten minste viermaal per jaar;

    • b.

      op verzoek van tenminste twee van haar leden;

    • c.

      op verzoek van burgemeester en wethouders;

    In gevallen, bedoeld onder b. en c. belegt de voorzitter de vergadering binnen 14 dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.

  • 2. De commissie mag slechts besluiten nemen indien ten minste 3 leden aanwezig zijn .

  • 3. Indien minder dan 3 leden aanwezig zijn, blijven de punten van de agenda staan voor de eerstvolgende vergadering. In deze vergadering mogen ten aanzien van de agendapunten besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.

  • 4. In spoedeisende gevallen kan van het bepaalde in het derde en vierde lid van dit artikel worden afgeweken, waarvan mededeling moet worden gedaan in het uit te brengen advies.

  • 5. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Op voorstel van één der leden kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

Artikel 7

De monumentencommissie is bevoegd deskundigen te horen met dien verstande, dat de commissie machtiging van burgemeester en wethouders behoeft indien aan het horen van deskundigen kosten voor de gemeente zijn verbonden.

Artikel 8

  • 1. Over zaken wordt mondeling gestemd.

  • 2. Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen vindt herstemming plaats in de eerstvolgende vergadering .

  • 3. De minderheid kan vorderen , dat uit het advies ook van haar afwijkende mening blijkt.

  • 4. Geen lid mag tegenwoordig zijn bij de beraadslaging en bij de vaststelling van een advies over zaken, waarbij hij/ zij als belanghebbende is betrokken.

  • 5. Alle adviezen zijn met redenen omkleed.

  • 6. De adviezen worden door de voorzitter en de secretaris getekend.

  • 7. Op voorstel van de voorzitter kan de besluitvorming over zaken plaatsvinden door toezending van een voorstel aan de leden, die daarover schriftelijk een mening kunnen kenbaar maken.

  • 8. Bij stemming kan als volgt worden gestemd:

    • a.

      voor

    • b.

      tegen

    • c.

      geen mening (telt mee bij de stemming)

    • d.

      onthouding van stemming (telt niet mee bij de stemming).

    Indien de mening van een lid luidt "zowel voor als tegen" wordt dit aangemerkt als "geen mening" als bedoeld onder c.

Artikel 9

Burgemeester en wethouders kunnen omtrent de inhoud van stukken die aan de Monumentencommissie worden overgelegd of ter inzage worden verstrekt, geheimhouding opleggen.

Artikel 10

De commissie kan de secretaris bevoegd verklaren om de advisering omtrent aanvragen om een vergunning als bedoeld in artikel 11 van de Monumentenwet 1988, de Provinciale Monumentenverordening dan wel artikel 5 van de gemeentelijke monumentenverordening af te doen na overleg met de welstandsdeskundige, of na vaststelling van de gemeentelijke Welstandsnota na overleg met de naar de Welstandscommissie Waterland afgevaardigde gemeenteambtenaar, en indien het een monument op de rijksmonumentenlijst betreft, met de vertegenwoordiger van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Van de adviezen als bedoeld in het vorige lid, wordt een afschrift toegezonden aan de commissie.

Artikel 11

De secretaris van de commissie draagt er zorg voor, dat van het verhandelde een kort verslag of een besluitenlijst wordt gemaakt. Dit verslag dient te worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Het verslag van de vergaderingen van de commissie wordt toegezonden aan burgemeester en wethouders. De commissie doet jaarlijks voor 1 april aan burgemeester en wethouders verslag van de gedurende het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.

Artikel 12

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, alsmede gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 13

Aan de leden wordt een vacatievergoeding per bijgewoonde vergadering uitgekeerd. Deze vergoeding wordt door burgemeester en wethouders vastgesteld. Bovendien worden de reis- en verblijfskosten van de leden tot door burgemeester en wethouders te bepalen bedragen vergoed.

Artikel 14

Deze verordening wordt in ieder geval 2 jaar na inwerkingtreden van dit artikel geëvalueerd.

Artikel 15

  • 1. De Verordening op de Monumentencommissie, vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 30 september 2003 en gewijzigd bij raadsbesluit d.d. 25-5-2004 wordt ingetrokken, op het moment dat deze verordening in werking treedt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking 8 dagen na bekendmaking ervan, doch uiterlijk op 1 oktober 2005.

Artikel 16

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de Monumentencommissie 2005".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 6 september 2005.
De voorzitter
De griffier.