Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2010

Geldend van 09-06-2010 t/m heden

Intitulé

Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2010

De raad van de gemeente Landsmeer, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 maart 2010;

gezien het advies van de Commissie Samenleving van 12 mei 2010;

gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;

gelet op artikel 9, 11 en 12 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);

gelet op de vigerende inspraakverordening van de gemeente Landsmeer

besluit vast te stellen:

Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2010

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Landsmeer;

  • b.

    burger: inwoner van de gemeente Landsmeer;

  • c.

    Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning;

  • d.

    doelgroep: de personen/groepen die vallen onder de werkingssfeer van de Wmo;

  • e.

    belangenorganisaties: organisaties die de belangen behartigen van de doelgroepen behorende bij de prestatievelden zoals beschreven in artikel 1, lid 1, onder g van de Wmo;

  • f.

    de Wmo-raad: vaste commissie van advies inzake alle beleidsterreinen en aangelegenheden die onder de werking van de Wmo in de gemeente Landsmeer vallen;

  • g.

    lid: lid of plaatsvervangend lid van de Wmo-raad;

  • h.

    voorzitter: voorzitter van de Wmo-raad of diens plaatsvervanger;

  • i.

    secretaris: secretaris van de Wmo-raad of diens plaatsvervanger;

  • j.

    vergadering: overlegvergadering;

  • k.

    overlegvergadering: het overleg van de Wmo-raad, desgewenst op uitnodiging bijgewoond door de desbetreffende beleidsmedewerker(s) en/of de verantwoordelijk wethouder van de gemeente Landsmeer.

Voor zover niet anders is bepaald worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo.

  • l.

    De prestatievelden van de Wmo:

    • I.

      het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten;

    • II.

      op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen bij het opvoeden;

    • III.

      het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;

    • IV.

      het ondersteunen van mantelzorgers daar onder begrepen steun bij het vinden van adequate oplossingen indien zij hun taken tijdelijk niet kunnen waarnemen, alsmede het ondersteunen van vrijwilligers;

    • V.

      het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem;

    • VI.

      het verstrekken van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behouden en bevorderen van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer;

    • VII.

      het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en het voeren van beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd;

    • VIII.

      het bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen;

    • IX.

      het bevorderen van beleid op het gebied van verslaving.

Artikel 2 Doelstelling

  • 1. Het doel van de Wmo-raad is om het college gevraagd en ongevraagd te adviseren in beleidsaangelegenheden die de negen prestatievelden van de Wmo aangaan.

  • 2. De Wmo-raad houdt daarbij de belangen van de doelgroepen die behoren bij de relevante prestatievelden in het oog en behartigt die belangen.

  • 3. Met de instelling van de Wmo-raad beoogt het college meerwaarde te bereiken in de kwaliteit van de dienstverlening bij de uitvoering van de Wmo en wil het college recht doen aan haar streven naar integrale beleidsvorming, waarbij burgers en instellingen actief worden betrokken bij de bepaling, uitvoering en evaluatie van het beleid, zoals verwoord in het visiedocument Wmo 2006 en de perspectiefnota’s 2007 en 2008.

Artikel 3 Taken

  • 1. De Wmo-raad heeft tot taak het geven van gevraagd en ongevraagd advies en het doen van voorstellen aan het college uit eigener beweging of op verzoek van het college over beleidsaangelegenheden die de negen prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aangaan.

  • 2. De Wmo-raad treedt zo veel mogelijk op als een goede vertegenwoordiger en belangenbehartiger van de burger.

  • 3. De Wmo-raad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de voor Landsmeer relevante prestatievelden van de Wmo voor zover deze doelgroepen en/of individuen raken.

  • 4. De Wmo-raad geeft de in het derde lid van dit artikel bedoelde signalen door aan het college.

Artikel 4 Samenstelling Wmo-raad

  • 1. De Wmo-raad bestaat uit vier tot maximaal elf leden.

  • 2. De Wmo-raad bestaat, in haar meest ideale samenstelling uit representanten van de hierna genoemde beleidsterreinen van de Wmo (individuele leden):

    • I.

      mantelzorgers en vrijwilligers

    • II.

      ouderen

    • III.

      jongeren

    • IV.

      mensen met een lichamelijke beperking

    • V.

      mensen met een verstandelijke beperking

    • VI.

      mensen met een psychische beperking

    • VII.

      mensen met een zorgverleden en/of verslavingsverleden

  • 3. In de Wmo-raad hebben in ieder geval zitting:

    • a.

      vertegenwoordigers van in de gemeente Landsmeer zetelende representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijk ondersteuning;

    • b.

      vertegenwoordigers van de niet-georganiseerde doelgroepen in de gemeente Landsmeer;

    • c.

      betrokken burgers van de gemeente Landsmeer met een achterban.

  • 4. Alle leden van de Wmo-raad, zoals bedoeld in het tweede lid van dit artikel, worden benoemd door het college.

  • 5. De Wmo-raad kan plaatsvervangende leden ter benoeming voordragen aan het college.

  • 6. Een plaatsvervangend lid treedt alleen in de plaats op van het lid dat hij of zij vervangt. Een plaatsvervangend lid is geen opvolger.

  • 7. Alle bepalingen in deze verordening die van toepassing zijn op de leden van de Wmo-raad zijn ook van toepassing op de plaatsvervangende leden.

Artikel 5 Aanwijzing en zittingsduur

  • 1. De zittingsduur van een lid van de Wmo-raad en zijn plaatsvervanger is vier jaar.

  • 2. Een lid kan niet meer dan één maal worden herbenoemd.

  • 3. Een lid of plaatsvervangend lid dient zoveel mogelijk te voldoen aan de profielen Wmo-raad Landsmeer zoals in de bijlage bij deze verordening is opgenomen.

  • 4. Indien een vacature ontstaat, beslist de Wmo-raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan met inachtneming van artikel 4 van deze verordening. De Wmo-raad draagt een nieuw lid ter benoeming voor aan het college.

Artikel 6 Voorzitter en secretaris

  • 1. De onafhankelijk voorzitter, de secretaris en hun plaatsvervangers worden door de Wmo-raad uit hun midden voorgedragen. Zij worden door het college benoemd.

  • 2. De secretaris stelt in overleg met de voorzitter de agenda op voor de vergaderingen van de Wmo-raad.

Artikel 7 Dagelijks bestuur

  • 1. Leden van het dagelijks bestuur zijn de voorzitter en de secretaris, dan wel hun plaatsvervangers.

  • 2. Het dagelijks bestuur kan een lid van het college uitnodigen om de overlegvergadering geheel of gedeeltelijk bij te wonen.

  • 3. Het college kan ambtenaren aanwijzen die voor het geven van adviezen de overlegvergaderingen bijwonen, op uitnodiging van het dagelijks bestuur van de Wmo-raad. Een door het college aangewezen ambtenaar treedt dan op namens het college.

  • 4. Het dagelijks bestuur brengt jaarlijks, te weten uiterlijk eind januari van het daaropvolgend jaar, schriftelijk verslag uit van de werkzaamheden van de Wmo-raad in een inhoudelijk en financieel jaarverslag. Daarbij wordt ook de begroting ingediend voor het volgende jaar.

Artikel 8 Openbaarheid en vergaderfrequentie

  • 1. De overlegvergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar tenzij bijzondere agendapunten om beslotenheid vragen.

  • 2. In de regel vinden de openbare overlegvergaderingen van de Wmo-raad minimaal vier maal per jaar plaats.

Artikel 9 Openbare kennisgeving

  • 1. De vergadering wordt –spoedeisende gevallen daargelaten- tenminste één week van tevoren door aankondiging in het Kompas en op de website van de gemeente Landsmeer bekend gemaakt.

  • 2. De openbare kennisgeving vermeldt de agenda, de datum, de aanvangstijd en de plaats van de vergadering.

Artikel 10 Adviesrol en bevoegdheden Wmo-raad

  • 1. Het college betrekt de Wmo-raad bij de totstandkoming van beleid en regelingen betreffende de uitvoering van de Wmo en levert hiervoor de meest actuele informatie.

  • 2. Het college legt onderwerpen waarover ze gevraagd geadviseerd wil worden middels een schriftelijke of mondelinge adviesvraag voor aan de Wmo-raad. In de aanvraag maakt het college expliciet duidelijk over welke punten ze advies vraagt.

  • 3. Wanneer het onderwerpen betreft die direct gerelateerd zijn aan één van de negen prestatievelden van de Wmo, kan de adviesvraag via de ambtelijke weg voorgelegd worden aan de Wmo-raad. Hier hoeft vooraf geen collegebesluit over genomen te worden.

  • 4. De Wmo-raad brengt binnen vier weken na ontvangst van de adviesvraag schriftelijk advies uit aan het college.

  • 5. De mate van invloed die de Wmo-raad heeft is conform de Wmo-beleidsnota Cliënt- en Burgerparticipatie, vastgesteld op 30 november 2007, overeenkomstig het derde niveau op de participatieladder: adviseren.

  • 6. Indien en voor zover het college afwijkt van een advies van de wmo-raad geeft het daarvan met redenen omkleed kennis aan de Wmo-raad. Het college geeft daarbij schriftelijk haar overwegingen weer en geeft tevens aan waarvoor wel gekozen is. Indien schriftelijke formulering niet binnen zes weken na de overlegvergadering kan geschieden, wordt aangegeven binnen welke termijn een schriftelijke motivering zal volgen.

  • 7. Het college zorgt ervoor dat alle relevante informatie die nodig is om een adequaat advies uit te brengen bekend is bij de leden van de Wmo-raad. Het college doet dit door minimaal een week voorafgaand aan de overlegvergadering met de wmo-raad deze informatie te verschaffen.

  • 8. Het college ziet er op toe dat de gemeenteraad geïnformeerd wordt over de inhoud van de door de Wmo-raad uitgebrachte adviezen.

  • 9. In specifieke situaties kan aan de Wmo-raad gevraagd worden binnen een periode van zeven dagen advies uit te brengen, wanneer dat, gelet op de voortgang van het besluitvormingsproces, noodzakelijk is.

  • 10. De leden onthouden zich van de beoordeling van zaken, welke hen, hun echtgenoten of bloedverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaan of waarin zij als gemachtigde zijn betrokken.

  • 11. Om geldige adviezen te formuleren hoeft er geen meerderheid van het aantal leden van de Wmo-raad aanwezig te zijn. Adviezen worden geformuleerd bij gewone meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 11 Budget en faciliteiten

  • 1. Voor het uitvoeren van de taken van de Wmo-raad wordt door het college een budget beschikbaar gesteld voor:

    • a.

      kleine kosten, zoals onder andere voor schrijfmateriaal en computerkosten;

    • b.

      kosten van deskundigheidsbevordering;

    • c.

      kosten voor het houden van bijeenkomsten, anders dan structureel overleg met de gemeente;

    • d.

      kosten voor het raadplegen van derden;

    • e.

      een vergoeding voor de leden van de Wmo-raad.

  • 2. De vergoeding voor de leden van de Wmo-raad, prijspeil 2008, bedraagt per bezochte vergadering € 30,- tot een maximum van € 210,- per jaar. In afwijking daarvan ontvangen de voorzitter en de secretaris € 50,- per bezochte vergadering, tot een maximum van € 350,- per jaar.

  • 3. Deze bedragen worden jaarlijks aangepast met de consumentenprijsindex zoals die in de novembercirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt bekendgemaakt.

  • 4. De vergoeding wordt twee maal per jaar uitbetaald, in juni en in december.

  • 5. Over de besteding van het budget als bedoeld in het eerste lid wordt jaarlijks door de Wmo-raad in de maand januari schriftelijk verantwoording afgelegd.

  • 6. Betaling van kosten anders dan de vergoeding voor leden van de Wmo-raad vindt plaats na het overleggen van facturen.

Artikel 12 Overige bepalingen

  • 1. De leden van de Wmo-raad zullen voordelen noch nadelen ondervinden als gevolg van het lidmaatschap van de Wmo-raad.

  • 2. De Wmo-raad behandelt geen klachten die op individuen betrekking hebben.

  • 3. Klachten over de wijze waarop uitvoering gegeven wordt aan deze verordening, door een persoon die werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college, worden behandeld overeenkomstig hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht en de Klachtenregeling van de gemeente.

Artikel 13 Uitvoering

De uitvoering van deze verordening berust bij het college.

Artikel 14 Beslissing college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen het bepaalde in deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 16 Evaluatiebepaling

Deze verordening wordt in ieder geval vier jaar na het inwerking treden geëvalueerd

Artikel 17 Inwerkingtreding; bekendmaking

  • 1. Deze verordening treedt in werking 8 dagen na publicatie onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2007.

  • 2. Bekendmaking geschiedt via de gemeentepagina in het plaatselijke weekblad ‘Het Kompas’.

  • 3. De verordening wordt gepubliceerd via de gemeentelijke website en ligt gedurende vier weken na inwerkingtreding ter inzage in het gemeentehuis.

Artikel 18 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Landsmeer op 25 mei 2010.
de griffier, de voorzitter,
R.Band B.J. Mewe

Toelichting bij de Verordening Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo gemeente Landsmeer 2010

Algemeen

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) schrijft gemeenten voor dat zij een specifieke verordening met betrekking tot cliënt- en burgerparticipatie binnen de Wmo vast moet stellen. De gemeente Landsmeer heeft ervoor gekozen de participatie plaats te laten vinden door middel van het instellen van een Wmo-raad. De doelstelling, taken, rol, samenstelling, het budget en nog een aantal andere zaken met betrekking tot de werkzaamheden van de Wmo-raad zijn vastgelegd in deze verordening.

Artikel 1 Begrippen

Dit artikel behoeft geen nadere uitleg.

Artikel 2 Doelstelling

In dit artikel worden de doelstellingen van de Wmo-raad beschreven.

Artikel 3 Taken

De taken van de Wmo-raad vloeien voort uit de doelstelling zoals verwoord in artikel 2. In het eerste lid wordt aangegeven dat de Wmo-raad fungeert als adviesorgaan voor het college en niet voor de gemeenteraad. Uiteraard wordt daarmee niet uitgesloten dat leden van de Wmo-raad ook door leden van de gemeenteraad kunnen worden geraadpleegd. Ook kunnen leden van de Wmo-raad zelf contact zoeken met gemeenteraadsleden of inspreken op een raads- of commissievergadering. Dit behoort echter niet tot de volgens deze verordening geformuleerde, structurele taken van de Wmo-raad.

Artikel 4 Samenstelling van de Wmo-raad

In de verordening wordt uitgegaan van minimaal 4 en maximaal 11 leden. De ideale situatie zou zijn dat zoveel mogelijk representanten van in de Wmo genoemde beleidsvelden zijn vertegenwoordigd.

Artikel 5 Aanwijzing en zittingsduur

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 6 Voorzitter en secretaris

De voorzitter en secretaris worden voorgedragen door de leden van de Wmo-raad zelf. De gemeente Landsmeer heeft ervoor gekozen geen ambtelijk secretaris aan te wijzen omdat dit de onafhankelijkheid en objectiviteit niet per definitie ten goede komt.

Artikel 7 Dagelijks bestuur

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8 Openbaarheid en vergaderfrequentie

De Wmo-raad kan zelf besluiten vaker te vergaderen. Ook kan het college de Wmo-raad verzoeken in verband met een adviesvraag tussentijds bij elkaar te komen.

Artikel 9 Openbare kennisgeving

Een openbare overlegvergadering van de Wmo-raad dient tenminste een week van tevoren te worden aangekondigd. De secretaris van de Wmo-raad kan hiertoe afspraken maken met de gemeente en hierbij ambtelijk worden ondersteund.

Artikel 10 Adviesrol en bevoegdheden Wmo-raad

Conform de beleidsnota Cliënt- en Burgerparticipatie Wmo is de mate van invloed die de Wmo-raad kan uitoefenen, overeenkomstig het derde niveau op de participatieladder, adviserend. De integrale afweging van beleid en financiën en de uiteindelijke beslissingsbevoegdheid liggen bij de gemeenteraad. Binnen het duale stelsel is het niet mogelijk dat de Wmo-raad, naast adviseur van het college, ook als adviesraad voor de gemeenteraad fungeert. Een advies van de Wmo-raad is niet bindend; in dit artikel wordt ook omschreven hoe het college dient te handelen wanneer zij een advies niet opvolgt. In deze nieuwe verordening is opgenomen dat, wanneer een advies gevraagd wordt met betrekking tot één van de negen prestatievelden van de Wmo, volstaan kan worden met een ambtelijk verzoek aan de Wmo-raad. Dit voorkomt dat het proces onnodig vertraagd wordt.

Artikel 11 Budget en faciliteiten

Voor de uitvoering van de taken van de Wmo-raad wordt jaarlijks een budget opgenomen in de gemeentelijke begroting. Dit artikel omschrijft de vergoeding aan de leden van de Wmo-raad en geeft een beperkte opsomming van mogelijke andere kosten die uit dit budget gedekt kunnen worden. De gemeente kan verder een aantal faciliteiten beschikbaar stellen die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden van de Wmo-raad, zoals vergaderruimte, een spreekkamer of kopieerfaciliteiten. Nieuw in deze verordening is dat de vergoeding aan de leden van de Wmo-raad jaarlijks worden geïndexeerd zonder dat daar een collegebesluit aan vooraf dient te gaan. Verder is voor het eerst vermeld dat betaling van kosten, anders dan de vergoeding aan de leden van de Wmo-raad, betaald of vergoed worden na indiening van facturen. Deze bepaling is opgenomen in het kader van het beleid op het gebied van misbruik en oneigenlijk gebruik van de gemeente Landsmeer.

Artikel 12 – 18

Deze artikelen spreken voor zich