Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Landsmeer houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Landsmeer 2020)

Geldend van 01-10-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Landsmeer houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie (Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Landsmeer 2020)

De raad van de gemeente Landsmeer,

gelezen het raadsvoorstel vaststellen van de Verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Landsmeer van 22 september 2020;

gelet op de artikelen 61, derde lid, en 84 van de Gemeentewet;

voorts gelet op de geheimhoudingsbepalingen van artikel 61c van de Gemeentewet;

en de artikelen 15 en 31 van de Archiefwet 1995;

en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995;

overwegende dat het wenselijk is een vertrouwenscommissie in te stellen, in verband met de benoeming van een burgemeester in de gemeente Landsmeer,

B E S L U I T:

  • I.

    De verordening op de vertrouwenscommissie benoeming burgemeester Landsmeer vast te stellen.

  • II.

    Te benoemen de volgende raadsleden als lid van de vertrouwenscommissie:

    mevrouw A. (Anneriek) Verhoef

    mevrouw M.J. (Maja) van Campen Richter

    de heer L. (Bert) de Ridder

    mevrouw J.M. (Jacobien) van Boeijen

    mevrouw M.I. (Monique) Hop

  • III

    Te benoemen als adviseur van de vertrouwenscommissie:

    mevrouw M. (Mandy) Elfferich (wethouder)

    mevrouw S.A.D.C. (Sabine) van Geffen (gemeentesecretaris)

  • IV

    Te benoemen als proces-ondersteuner van de vertrouwenscommissie:

    mevrouw S. (Saskia) van Dijk (griffier)

    mevrouw W. (Wanda) den Hollander (griffiemedewerker)

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    De commissie: de vertrouwenscommissie;

  • b.

    De commissaris: de commissaris van de Koning in de provincie Noord-Holland;

  • c.

    De voorzitter: de voorzitter van de vertrouwenscommissie;

  • d.

    De secretaris: de secretaris van de vertrouwenscommissie.

Artikel 2 taak commissie

  • 1. De commissie stelt een profielschets op die met de commissaris wordt besproken en door de raad wordt vastgesteld.

  • 2. De commissie heeft tot taak de geschiktheid van kandidaten voor het ambt van burgemeester van de gemeente Landsmeer te beoordelen en daarover schriftelijk en gemotiveerd verslag uit te brengen aan de raad en aan de commissaris.

  • 3. De commissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten.

Artikel 3 samenstelling

  • 1. De commissie bestaat uit vijf voorzitters van de fracties die deel uitmaken van de gemeenteraad. Een fractie kan bepalen een ander raadslid voor te dragen als lid van de commissie.

  • 2. Er worden geen plaatsvervangende leden benoemd.

  • 3. De raad benoemt de 1e locoburgemeester en de gemeentesecretaris als adviseur van de commissie. Zij zijn geen lid van de commissie en hebben geen stemrecht in de commissie.

  • 4. De commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

  • 5. De commissie kiest uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 6. De griffier – met als vervanger een locogriffier – fungeert als secretaris van de commissie en verleent ambtelijke bijstand. De griffier heeft geen stemrecht.

Hoofdstuk 2 BEPALINGEN INZAKE BENOEMING

Artikel 4 bevoegdheden

  • 1. De commissie bepaalt welke kandidaten voor een gesprek worden uitgenodigd, mede aan de hand van de door de commissaris van de koning geselecteerde kandidaten.

  • 2. Bij de beoordeling van de kandidaten laten de leden van de commissie zich leiden door de profielschets, zoals deze is vastgesteld door de gemeenteraad.

  • 3. De commissie kan, indien gewenst, gebruik maken van externe deskundige ondersteuning in de voorbereiding op de sollicitatieprocedure.

  • 4. De commissie verschaft zich slechts door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie over de kandidaten.

  • 5. De commissie kan besluiten een door de commissaris als geschikt geachte kandidaat niet uit te nodigen; in dat geval stelt de commissie de commissaris van dit besluit op de hoogte.

  • 6. De commissie bepaalt haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten. Zij brengt schriftelijk verslag uit aan de raad en aan de commissaris. Zij doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten, in voorkeursvolgorde die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van de twee kandidaten de motieven die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 5 werkwijze vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste drie leden dit noodzakelijk achten.

  • 2. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 5 dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 24 uur voorafgaand aan de vergadering.

  • 4. De vergaderingen van de commissie zijn besloten.

  • 5. Van het behandelde ter vergadering wordt door de secretaris een verslag gemaakt. Dit verslag wordt door de commissie vastgesteld.

  • 6. De commissie vergadert alleen als tenminste drie van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn.

Artikel 6 verslag

  • 1. De commissie brengt over haar werkzaamheden – ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling – schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de commissaris. Het verslag van bevindingen dat de commissie uitbrengt aan de raad en de commissaris bevat in ieder geval:

    • a.

      een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

    • b.

      een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

Artikel 7 geheimhouding

  • 1. De commissie vergadert in beslotenheid en legt in elke vergadering geheimhouding op (als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet) omtrent de inhoud van de stukken die aan de commissie worden voorgelegd, alsmede ten aanzien van het behandelde tijdens de vergadering.

  • 2. De voorzitter ziet er op toe dat aan het bepaalde in het eerste lid wordt voldaan.

  • 3. De vergaderingen van de commissie zijn ingevolge de wet besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 4. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de secretaris ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de secretaris en door hem bewaard tot het moment van archivering. De secretaris ziet er op toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 5. Aan de raadsleden, die geen zitting hebben in de commissie, en aan anderen wordt geen inzage of informatie verstrekt omtrent de inhoud van aan de commissie overgelegde stukken of het behandelde ter vergadering.

  • 6. Noch de commissie, noch de gemeenteraad zal de geheimhouding – als waarvan sprake is in het eerste lid – opheffen.

  • 7. De geheimhouding blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

Artikel 8 contactpersoon

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt naar buiten op als contactpersoon.

  • 2. Alle stukken bestemd voor de commissie worden aan een door de secretaris te bepalen adres gericht en aldaar bewaard. Uitgaande post wordt vanaf dit adres verzonden.

  • 3. Alle stukken die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 9 informatie over en gesprek met de kandidaat

  • 1. De secretaris nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

  • 2. Plaats, datum en tijdstip van dit gesprek worden zodanig gekozen dat de namen van de kandidaten niet bekend worden bij de kandidaten onderling of bij derden.

  • 3. Ingevolge artikel 61, vierde lid, van de Gemeentewet wordt door tussenkomst van de commissaris de door de commissie nodig geachte informatie verschaft. Gezien de belangen van alle betrokkenen is de procedure om tot een aanbeveling inzake de benoeming te komen, door de wetgever geheim verklaard. Dat betekent ook dat de commissie er voor moet zorgen dat bij de correspondentie en gesprekken die met de sollicitanten worden gevoerd in het kader van de aanbeveling inzake de benoeming, de privacy gewaarborgd is. Hierbij dient onder meer gedacht te worden aan de plaats en het tijdstip van de gesprekken.

Artikel 10 stemmen

  • 1. De commissie streeft naar een unanieme rapportage van haar opvattingen, bedoeld in artikel 4, zesde lid.

  • 2. Als geen unanimiteit wordt bereikt, wordt de bevinding van de minderheid van de commissie desgewenst in de schriftelijke rapportage vermeld.

  • 3. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen opvattingen wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen opvattingen van de commissie maar de verschillende meningen binnen de commissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

Hoofdstuk 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 11 onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire benoeming, klankbordgesprekken en herbenoeming burgemeester niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 12 archivering

  • 1. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming, de herbenoeming en de klankbordgesprekken alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als "geheim", en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De secretaris van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats, als bedoeld in artikel 12 van de Archiefwet 1995, een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a, van de Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid, tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

Artikel 13 Ontbinding

  • 1. De commissie wordt ontbonden op de dag na die waarop aan de gemeenteraad bekend is gemaakt wie als burgemeester van Landsmeer is benoemd.

  • 2. De voorzitter en de secretaris dragen er zorg voor dat, zo spoedig mogelijk na ontbinding van de commissie, alle archiefbescheiden die de commissie zelf heeft opgemaakt, namens burgemeester en wethouders, in verzegelde enveloppen en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de krachtens de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.

  • 3. Van de overbrenging wordt een verklaring van overbrenging volgens artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van met toepassing van artikel 12, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid.

  • 4. De originele bescheiden die de commissie heeft ontvangen van de commissaris of van kandidaten worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip aan betrokkenen teruggezonden.

  • 5. Alle overige aan de commissie verstrekte bescheiden of alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk na het in het eerste lid bedoelde tijdstip door de leden bij de secretaris ter vernietiging ingeleverd.

  • 6. De in het vijfde lid bedoelde bescheiden worden door de secretaris terstond vernietigd.

Artikel 14 citeertitel en inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: verordening vertrouwenscommissie benoeming burgemeester.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar bekendmaking.

  • 3. Deze verordening vervalt op de dag volgend op die waarop bekend is gemaakt wie als burgemeester van Landsmeer is benoemd. Het bepaalde in artikel 7, lid 7, blijft ook na het vervallen van deze verordening van toepassing.

  • 4. Deze verordening wordt ter kennisgeving gebracht aan de commissaris.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Landsmeer, gehouden op 22 september 2020.

D.D. Straat,

Voorzitter

S. van Dijk,

Griffier