Regeling vervallen per 05-10-2022

Verordening naamgeving en adressering Gemeente Langedijk 2007

Geldend van 19-07-2007 t/m 04-10-2022

Intitulé

Verordening naamgeving en adressering Gemeente Langedijk 2007

De raad van de gemeente Langedijk;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juni 2007, nummer 61;

Overwegende:

Dat, gelet op de juridische eisen die worden gesteld aan de basisregistraties adressen en het feit dat er momenteel geen plaatselijke regelgeving op het gebied van naamgeving en adressering is, de Verordening naamgeving en adressering Gemeente Langedijk 2007 dient te worden vastgesteld;

Gelezen:

de nota van toelichting behorende bij dit besluit;

de brief van de minister van VROM m.b.t. de wettelijke invoering van basis-registraties voor adressen en gebouwen;

de verordening inclusief toelichting;

gelet op:

programma: organisatie brede programma’s;

deelprogramma: basisregistraties;

gemeentelijk beleidskader: geen;

wetsartikel: 149 Gemeentewet;

b e s l u i t :

1. De verordening naamgeving en adressering Gemeente Langedijk 2007 vast te stellen;

2. De verordening na vaststelling bekend te maken in het gemeenteblad en te publiceren in Langedijk informeert.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. adres: een benaming, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding, die door het college is toegekend aan een als zodanig aangewezen adresseerbaar object;

b. adresseerbaar object: een verblijfsobject of standplaats, gelegen op het gemeentelijk grondgebied;

c. bouw- en kunstwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

d. college: het college van burgemeester en wethouders;

e. complex: een afgebakend samengesteld geheel van gebouwen en bouwwerken (industriecomplex, ziekenhuis complex, agrarisch complex, etc);

f. gebouw: vrijstaande, overdekte en geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte van enige omvang, die voor mensen toegankelijk is, direct of indirect met de grond is verbonden en bedoeld is om ter plaatse te functioneren;

g. nummeraanduiding: een nummer dat bestaat uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter, of combinatie van letters en Arabische cijfers;

h. openbaar gebied: alle door het college aangewezen en voor openbaar rijverkeer of andere verkeer openstaande wegen of paden, pleinen, plaatsen, plantsoenen, bruggen, viaducten, knooppunten of daarmee vergelijkbare plaatsen of constructies en alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar of anderszins toegankelijk zijn, alsmede daarin begrepen alle bouw – en kunstwerken die daar deel van uitmaken;

i. openbare ruimte: een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het openbaar gebied binnen een woonplaats en waaraan een naam is toegekend;

j. rechthebbende: eenieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht de beschikking heeft over een onroerende zaak, alsmede de beheerder;

k. standplaats: een door het college als zodanig aangewezen terrein of een gedeelte daarvan, dat bestemd is voor het permanent plaatsen van een niet direct en duurzaam met de aarde verbonden en voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve doeleinden geschikte ruimte;

l. uitvoeringsvoorschriften: nadere bepaling van technische en administratieve aard;

m. verblijfsobject: een gebouw of een gedeelte van een gebouw, geschikt voor woon-, bedrijfsmatige- of recreatieve gebruiksdoeleinden, dat ontsloten wordt via een eigen toegang vanaf de openbare ruimte, een erf of een gedeelde verkeersruimte en dat onderwerp kan zijn van rechtshandelingen;

n. woonplaats: een door het college als zodanig aangewezen gedeelte van het gemeentelijk grondgebied dat apart wordt onderscheiden en waaraan een woonplaatsnaam is toegekend.

Artikel 2 Naamgeving van woonplaatsen en openbare ruimten

1. Het college stelt voor het totale grondgebied van de gemeente ten minste één woonplaats vast en kan een woonplaats in wijken en/of buurten verdelen en zonodig daaraan namen, letters of nummers toekennen.

2. Het college kent voor het totale grondgebied van de gemeente namen toe aan te onderscheiden openbare ruimten en zonodig aan bouw- en kunstwerken.

3. Onder vaststellen, verdelen en toekennen, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de vaststelling, verdeling en toekenning.

Artikel 3 Toekennen van adressen aan adresseerbare objecten

1. Het college kent aan elk adresseerbaar object een adres toe, bestaande uit een combinatie van woonplaatsnaam, naam openbare ruimte en nummeraanduiding.

2. Indien aan een adresseerbaar object meer dan één adres wordt toegekend, worden de adressen onderscheiden in hoofdadres en nevenadressen.

3. onder toekennen, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken van de toekenning.

Artikel 4 Namen en nummeraanduidingen aanbrengen

[vervallen]

Artikel 5 Gedoogplicht naamdragers

[vervallen]

Artikel 6 Nummerdragers aanbrengen

[vervallen]

Artikel 7 Uitvoeringsvoorschriften

Het college is bevoegd nadere uitvoeringsvoorschriften te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 8 Strafbepaling

1. Overtreding van artikel 4, derde lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in artikel 5 en 6, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

2. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast de afdeling Beheer Openbare Ruimte.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2007.

Artikel 10 vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze verordening vervalt:

a. het besluit straatnaamgeving van 6 oktober 1992;

b. het Onderdeel Straatnaamgeving uit het Delegatiebesluit van 18 januari 1994;

c. het toekennen van huisnummers uit het mandateringsbesluit afdeling Bouwen en Wonen van burgemeester en wethouders van 8 juni 2004;

d. artikel 5.6.1 en 5.6.2 van de Algemene plaatselijke verordening 1998 (Langedijk) inzake de gedoogplicht en verwijdering van aanduidingen.

Artikel 11 Overgangsbepalingen

1. Namen en adressen die op grond van de artikel 10 genoemde verordening aan openbare ruimten en aan adresseerbare objecten zijn toegekend en op het moment van inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt, blijven na het in werking treden van deze verordening bestaan.

2. Het college kan in afwijking van het eerste lid besluiten dat op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften toegekende namen en adressen en de daarbij aangebrachte nummerdragers binnen een door hem te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen, adressen en nummerdragers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

3. Bij het vervangen van een naam, adres en/of nummerdrager, als bedoeld in het tweede lid, zullen zowel de oude en de nieuwe naam als het oude en het nieuwe adres gedurende een jaar na het besluit op grond van artikel 11 tweede lid mogen worden gebruikt op een nadere, bij dat besluit te bepalen wijze.

4. Het college kan van adressen die op het moment van de inwerkingtreding van deze verordening in ongebruik zijn geraakt de toekenning intrekken.

Artikel 12 Citeertitel

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Langedijk in zijn openbare vergadering van 19 juni 2007.
De voorzitter,
drs. J.F.N. Cornelisse
De griffier,
mr. H.U van der Zee