Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Lansingerland houdende regels omtrent markten Marktverordening Lansingerland 2018

Geldend van 17-07-2018 t/m heden

Intitulé

Marktverordening Lansingerland 2018

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de door burgemeester en wethouders ingestelde weekmarkt in Berkel en Rodenrijs die op gezette tijden wordt gehouden.

Artikel 2 Inrichtingsplan

  • 1. Voor de markt stellen burgemeester en wethouders een inrichtingsplan vast, dat in elk geval bevat:

    • a.

      Een aanduiding van de dagen en de uren waarop en eventueel de periode waarin de markt wordt gehouden (markttijd);

    • b.

      Een kaart van de markt.

  • 2. Op de kaart zijn aangegeven:

    • a.

      De grenzen van de markt;

    • b.

      De plaatsen of gebieden die bestemd zijn voor houders van vaste marktstandplaatsvergunningen;

    • c.

      De plaatsen of gebieden die bij voorrang zijn bestemd voor een of meer vaste branches of artikelgroepen.

  • 3. Als een marktstandplaats, bestemd voor de houder van een vaste markstandplaatsvergunning, bij aanvang van de markt nog niet door de vergunninghouder of diens plaatsvervanger is ingenomen, kunnen burgemeester en wethouders daarvoor een dagplaatsvergunning afgeven.

  • 4. Het inrichtingsplan is te allen tijde bij de marktmeester in te zien.

Artikel 3 Vergunningen en verbod standwerkers

  • 1. Het is verboden op de markt zonder vaste marktstandplaatsvergunning of dagplaatsvergunning van burgemeester en wethouders een standplaats voor het uitoefenen van markthandel in te nemen.

  • 2. Een vaste marktstandplaatsvergunning geldt voor onbepaalde tijd en voor de op de vergunning vermelde marktstandplaats, tenzij de vergunning anders bepaalt. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen een andere marktstandplaats aanwijzen.

  • 3. Een dagplaatsvergunning geldt voor één dag en voor de op de vergunning vermelde marktstandplaats.

  • 4. Het is verboden zonder bedienvergunning van burgemeester en wethouders vergunninghouders en degenen die hen vervangen of bijstaan tegen betaling te voorzien van voedsel en/of dranken bestemd voor consumptie ter plaatse. Een bedienvergunning geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de vergunning anders bepaalt.

  • 5. Aan een vergunning kunnen burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden.

  • 6. Burgemeester en wethouders verlenen een vergunning enkel aan een handelingsbekwame natuurlijke persoon die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten.

  • 7. Het is verboden als standwerker op te treden op de markt. Onder standwerker wordt verstaan: iemand die publiek om zich heen verzamelt en dat door een aansprekende uiteenzetting probeert over de halen artikelen te kopen.

Artikel 4 Mandaatverboden

  • 1. De bevoegdheid tot het vaststellen en wijzigen van het inrichtingsplan kan niet worden gemandateerd.

  • 2. De bevoegdheid tot het verlenen of het intrekken van een vaste marktstandplaatsvergunning of een bedienvergunning kan niet aan de marktmeester of een andere toezichthouder worden gemandateerd.

Hoofdstuk 2 Vaste marktstandplaatsen

Artikel 5 Vrijgekomen marktstandplaats; plaatsverbetering volgens anciënniteitslijst

  • 1. Voor het toekennen van een vrijgekomen vaste marktstandplaats voor de markt wordt het anciënniteitsstelsel gehanteerd.

  • 2. Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de houders van een vaste marktstandplaatsvergunning met vermelding van de datum waarop de betrokkenen voor het eerst een vaste marktstandplaatsvergunning werd verleend en met vermelding van de branche waartoe zij behoren en/of de artikelen die zij verhandelen (anciënniteitslijst).

  • 3. Als een standplaats vrijkomt die werd ingenomen door de houder van een vaste marktstandplaatsvergunning, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hoogstgeplaatste aanvrager op de anciënniteitslijst in volgorde van de datum waarop hem voor het eerst een vaste marktstandplaatsvergunning werd verleend.

    Als de plaats bestemd is voor een specifieke branche of artikelgroep, komt alleen degene die aan dat vereiste voldoet, in aanmerking.

Artikel 6 Nieuwe marktstandplaats; selectiestelsel

  • 1. Voor het toekennen van nieuwe vaste marktstandplaatsvergunningen voor de markt wordt het selectiestelsel gehanteerd.

  • 2. Burgemeester en wethouders maken bekend dat voor de markt een of meer vaste marktstandplaatsvergunningen kunnen worden verleend, voor welke branche of artikelgroep dit geldt en dat gegadigden voor een vergunning vóór de daarbij genoemde datum daarvoor een aanvraag kunnen indienen.

  • 3. De bekendmaking geschiedt door een openbare kennisgeving op de gemeentelijke website.

  • 4. Bij de beoordeling van aanvragen om nieuwe vaste marktstandplaatsvergunningen kennen burgemeester en wethouders, na daartoe advies te hebben ingewonnen bij de selectiecommissie zoals bedoeld in lid 6, punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximum aantal:

    • a.

      Of het assortiment van de gegadigde een gewenste toevoeging aan het marktassortiment vormt (40);

    • b.

      De uitstraling van de verkoopwagen of de uitstalling van de kraam (20);

    • c.

      Het marktverleden van de gegadigde en de indruk die hij maakt (20);

    • d.

      Of bij de gegadigde sprake is van maatschappelijk verantwoord ondernemen (20).

  • 5. Voor een vaste marktstandplaatsvergunning kom(t)en slechts die gegadigde(n) in aanmerking als deze een beoordeling krijg(t)en van tenminste 60 punten.

  • 6. Burgemeester en wethouders leggen de aanvragen om advies voor aan een door hen te benoemen vaste selectiecommissie.

Artikel 7 Overschrijving vaste marktstandplaatsvergunning

  • 1. Wenst de houder van een vaste marktstandplaatsvergunning niet langer zelf gebruik te maken van de vergunning of is hij overleden, onder curatele gesteld of blijvend arbeidsongeschikt, dan kunnen burgemeester en wethouders op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder, zijn erven of zijn curator de vergunning en de reeds toegekende vaste marktstandplaats overschrijven op naam van:

    • a.

      zijn echtgenoot of geregistreerde partner;

    • b.

      een andere persoon met wie hij duurzaam samenwoont dan wel samenwoonde;

    • c.

      zijn kind;

    • d.

      een medewerker van de vergunninghouder of mede-eigenaar van diens bedrijf als deze ten minste 5 jaren in loondienst heeft gewerkt bij de vergunninghouder of heeft gefunctioneerd als mede-eigenaar.

  • 2. In geval van overlijden of ondercuratelestelling van de vergunninghouder wordt de aanvraag tot overschrijving binnen acht weken nadien ingediend.

  • 3. Burgemeester en wethouders beoordelen de overschrijving van een vaste marktstandplaatsvergunning op dezelfde wijze als bepaald in artikel 6, lid 4 en 5.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen van het vorenstaande afwijken voor zover de toepassing daarvan voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepalingen te dienen doelen.

  • 5. Burgemeester en wethouders weigeren de aanvraag tot overschrijving alleen als niet wordt voldaan aan de uit artikel 3, lid 7 of dit artikel voortvloeiende eisen.

  • 6. Als de nieuwe vergunninghouder reeds over een vaste marktstandplaatsvergunning voor de markt beschikt, trekken burgemeester en wethouders deze in.

Artikel 8 Intrekking en vervallen vaste marktstandplaatsvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders trekken een vaste marktstandplaatsvergunning in:

    • a.

      Op schriftelijke aanvraag van de vergunninghouder; of

    • b.

      Acht weken na diens overlijden of ondercuratelestelling, tenzij een aanvraag tot overschrijving is ingediend overeenkomstig artikel 7.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen een vaste marktstandplaatsvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken:

    • a.

      Als de vergunninghouder ter verkrijging van de vergunning onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • b.

      Als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of bedrog;

    • c.

      Als de vergunninghouder, degene die hem vervangt of een persoon die hem bijstaat een bij of krachtens deze verordening of het inrichtingsplan gestelde bepaling heeft overtreden;

    • d.

      Als van de vergunning gedurende ten minste 4 aaneengesloten weken of 10 weken in een kalenderjaar geen gebruik is gemaakt behoudens bijzondere omstandigheden; of

    • e.

      Als de vergunninghouder niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. In geval van intrekking voor bepaalde tijd kan tevens worden bepaald dat de toegewezen standplaats vervalt.

  • 4. Als de vergunninghouder of zijn overeenkomstig artikel 11 aangewezen vervanger zijn standplaats niet uiterlijk op de in de vergunning genoemde aanvangstijd heeft ingenomen, vervalt de vergunning voor de rest van de dag.

Artikel 9 Persoonlijk innemen marktstandplaats; vervanging

  • 1. De houder van een vaste marktstandplaatsvergunning neemt de hem toegewezen marktstandplaats persoonlijk in.

  • 2. In geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden kunnen burgemeester en wethouders toestaan dat de marktstandplaats wordt ingenomen door een vervanger. Een aanvraag daartoe vermeldt de reden en de verwachte duur van de afwezigheid van de vergunninghouder en de naam van de beoogde vervanger.

  • 3. Incidentele vervanging dient mondeling en met opgaaf van redenen vooraf bij het begin van de markt bij de marktmeester te worden gemeld.

  • 4. De vervanger treedt op namens de vergunninghouder. De rechten – behalve die tot vervanging ingevolge lid 2 en 3 van dit artikel – en verplichtingen die bij of krachtens deze verordening gelden voor de vergunninghouder, zijn van overeenkomstige toepassing op de vervanger.

Hoofdstuk 3 Dagplaatsen en bediening

Artikel 10 Dagplaatsvergunning

  • 1. Een dagplaatsvergunning kan worden verleend voor het innemen van een marktstandplaats voor het uitoefenen van markthandel op de markt op plaatsen die niet zullen worden ingenomen door de houder van een vaste marktstandplaatsvergunning omdat voor de plaats geen vergunning geldt, de vergunning is vervallen of omdat de vergunninghouder niet in staat is de plaats in te nemen en niet is voorzien in vervanging overeenkomstig artikel 9.

  • 2. Voor een dagplaatsvergunning komen in aanmerking degenen die daarvoor die dag vóór de aanvang van de markttijd bij de marktmeester een aanvraag hebben ingediend, voldoen aan de van toepassing zijnde branche- of artikelgroep vereiste en die niet zijn uitgesloten omdat zij gedurende een of meer van de voorafgaande vier marktdagen:

    • a.

      zich op de markt schuldig hebben gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling hebben overtreden, of

    • b.

      niet tijdig het verschuldigde marktgeld hebben voldaan dat wordt geheven op de grondslag van artikel 229 van de Gemeentewet.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van een gegadigde bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt of dat voor de toepassing van het vorige lid een langere termijn in aanmerking wordt genomen.

  • 4. De dagplaatsvergunningen worden verstrekt aan de in aanmerking komende gegadigden op volgorde van ontvangst van de aanvragen. Gegadigden die een artikel of artikelsoort wensen te verkopen dat nog niet op de markt verkrijgbaar is, hebben daarbij voorrang.

  • 5. Een dagplaatsvergunning kan niet worden overgedragen. De vergunninghouder kan zich niet laten vervangen.

Artikel 11 Bedienvergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag een bedienvergunning verlenen. De vergunning vermeldt voor welke artikelen deze geldt.

  • 2. Artikel 8, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Algemene bepalingen voor vergunninghouders

Artikel 12 Bijstand

De houder van een vaste marktstandplaatsvergunning of van een dagplaatsvergunning kan zich doen bijstaan door een of meer andere personen.

Artikel 13 Legitimatieplicht

Degene die een marktstandplaats wenst in te nemen of inneemt op de markt of die handelt met een bedienvergunning, is op eerste verzoek van een toezichthouder verplicht aan te tonen dat hij daartoe gerechtigd is.

Artikel 14 Markttijden in acht nemen

  • 1. Het is een vergunninghouder verboden meer dan 2 uur voor de aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt ruimte in te nemen of te doen innemen op het marktterrein met een voertuig, met goederen of anderszins, of goederen aan- of af te voeren of te laten aan- of afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder neemt zijn marktstandplaats in tot de sluitingstijd van de markt, behoudens een op aanvraag door burgemeester en wethouders verleende ontheffing. Aan een ontheffing kunnen burgemeester en wethouders voorschriften en beperkingen verbinden.

Artikel 15 Markt schoonhouden

  • 1. Een vergunninghouder is verplicht afval, waaronder verpakkingsmateriaal, dat tijdens de door hem uitgeoefende verkoop op zijn marktstandplaats vrij komt zodanig te bewaren dat het marktterrein daardoor niet wordt verontreinigd en het afval niet door onbevoegden kan worden verwijderd. Hij voert het afval onmiddellijk na afloop van de markt af of laat het afvoeren.

  • 2. Een vergunninghouder is verplicht de door hem ingenomen standplaats en de naaste omgeving daarvan na afloop van de markt veegschoon achter te laten.

Hoofdstuk 5 Handhaving

Artikel 16 Toezichthouders

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen marktmeester en de overige door hen aangewezen toezichthouders.

  • 2. De marktmeester of diens plaatsvervanger is bevoegd namens burgemeester en wethouders die aanwijzingen te geven die noodzakelijk zijn voor het goed kunnen functioneren van de markt.

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

Burgemeester en wethouders kunnen een vergunninghouder of iemand die hem bijstaat of vervangt gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen als deze zich op de markt schuldig heeft gemaakt aan wangedrag of aan bedrog of een bij of krachtens deze verordening gestelde bepaling heeft overtreden.

Artikel 18 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden.

Hoofdstuk 6 Slotbepalingen

Artikel 19 Nadere regels

  • 1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2. Burgemeester en wethouders beslissen in die gevallen waarin deze verordening dan wel andere wetgeving niet voorziet.

Artikel 20 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

  • 1. De Marktverordening gemeente Lansingerland 2013 wordt ingetrokken.

  • 2. De krachtens de Marktverordening gemeente Lansingerland 2013 vastgestelde anciënniteitslijst geldt als lijst krachtens deze verordening.

  • 3. Een krachtens de Marktverordening gemeente Lansingerland 2013 verleende vergunning of ontheffing geldt als vergunning of ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een vergunning of ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.

  • 4. Aanvragen om vergunning of ontheffing die zijn ingediend onder de Marktverordening gemeente Lansingerland 2013 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening Lansingerland 2018.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikelsgewijze Toelichting Marktverordening Lansingerland 2018

Algemeen

Het doel van deze verordening is in principe tweeledig. Ten eerste worden hiermee de kaders gecreëerd om markten zodanig te (her)organiseren dat de gemeentelijke belangen beschermd worden en dat de markten tegelijkertijd aantrekkelijk blijven voor zowel consumenten als marktkooplieden en – voor zover gemeenten daar invloed op uit kunnen oefenen – dat er een divers aanbod is dat van goede kwaliteit is. Ten tweede heeft deze verordening tot doel dit alles op een overzichtelijke, duidelijke manier te regelen, ontdaan van overbodige regels en administratieve lasten.

Artikel 1 Toepassingsgebied

Op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef en onderdeel h van de Gemeentewet (Gemw) kunnen burgemeester en wethouders jaarmarkten of gewone marktdagen instellen (en afschaffen of veranderen). Deze marktverordening is van toepassing op dergelijke van gemeentewege ingestelde markten, voor zover het warenmarkten zijn en deze met enige regelmaat plaatsvinden.

Het gaat hierbij om de weekmarkt die wekelijks op woensdag plaatsvindt in het centrum van Berkel en Rodenrijs.

Samenloop met APV

De regulering van andere ambulante handel dan waarop deze verordening van toepassing is, is te vinden in de Algemene Plaatselijke Verordening Lansingerland 2017 (APV). Artikel 2:25 van de APV bevat bijvoorbeeld het vergunningsstelsel voor evenementen, zoals braderieën. Verder bevat hoofdstuk 5 van de APV bepalingen over collecteren (afdeling 2), venten (afdeling 3), standplaatsen niet zijnde standplaatsen op markten (afdeling 4) en snuffelmarkten (afdeling 5). Uit de in de APV opgenomen bepalingen blijkt steeds dat deze niet van toepassing zijn op door burgemeester en wethouders op grond van artikel 160, eerste lid, aanhef, onder h van de Gemw ingestelde markten.

Artikel 2 Inrichtingsplan

Dit artikel schrijft voor dat burgemeester en wethouders per markt een inrichtingsplan vast dienen te stellen en regelt wat daarin geregeld moet en kan worden. Zo kan per markt onder andere bepaald worden wat de markttijd is, welke delen van de markt bestemd zijn voor welke marktactiviteiten en op welke wijze nieuwe vergunningen worden verleend. Ieder inrichtingsplan dient voorzien te zijn van een kaart waarop het hierboven genoemde is aangegeven.

Als een gemeente slechts één markt kent waarop de Marktverordening van toepassing is, of als voor alle markten dezelfde keuzen worden gemaakt met betrekking tot de verlening van vaste marktstandplaatsvergunningen (en eventueel bedienvergunningen), worden die keuzen gemaakt in de verordening zelf. Het inrichtingsplan hoeft er dan niets meer over te bevatten.

In het derde lid is geregeld dat voor standplaatsen die bestemd zijn voor vaste marktstandplaatsvergunninghouders, een dagplaatsvergunning afgegeven kan worden als deze plekken niet tijdig ingenomen zijn.

Het vierde lid bepaalt dat het inrichtingsplan te allen tijde bij de marktmeester in te zien is. De verordening is op die wijze digitaal in te zien. Uiteraard krijgen alle marktkooplieden na vaststelling door de gemeenteraad een (digitaal) exemplaar van de Marktverordening.

Artikel 3 Vergunningen

Uit de vergunning moet in ieder geval blijken voor welke specifieke standplaats deze geldt.

Vaste marktstandplaatsvergunningen gelden in beginsel voor onbepaalde tijd, maar hier kan in individuele gevallen van worden afgeweken (tweede lid). Bijvoorbeeld als gewerkt wordt met een ‘proefperiode’.

Bij bijzondere gevallen (eveneens tweede lid) kan een andere standplaats worden aangewezen. Daarbij kan gedacht worden aan zaken als extreme weersomstandigheden, noodzakelijke reconstructiewerkzaamheden, bepaalde evenementen (bijvoorbeeld op Koningsdag). De bevoegdheid om in bijzondere gevallen een andere standplaats aan te wijzen, wordt gemandateerd aan de marktmeester.

Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijke persoon en eventueel de beperking tot één vergunning per persoon per markt of voor de gemeente (lid 6) wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van vergunningen bewerkstelligd. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt een natuurlijke persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is dus niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Doordat de eis van handelingsbekwaamheid niet gekoppeld is aan een minimumleeftijd (eveneens lid 6) komen ook zestien- en zeventienjarigen aan wie door de kantonrechter handlichting is verleend in aanmerking voor een vergunning. Er is geen reden om minderjarigen die in het rechtsverkeer als handelingsbekwaam beschouwd worden, van de vergunning uit te sluiten.

Het vereiste ‘gerechtigd in Nederland in arbeid te verrichten’ (eveneens lid 6) ziet met name op vreemdelingen die een vergunning ingevolge de Wet arbeid vreemdelingen nodig hebben.

In lid 7 is sinds 2013 een verbod opgenomen voor standwerkers op de markt. Reden hiervoor was dat er nauwelijks kwalitatief goede en ‘echte’ standwerkers in Berkel en Rodenrijs aanwezig waren. Het bleek efficiënter en aantrekkelijker om de standwerkersplaatsen te laten vervallen en deze plekken als vaste marktstandplaatsen aan te wijzen.

Artikel 4 Mandaatverboden

Inrichtingsplannen zijn van een zo centraal belang voor het ordenen van de markten dat ze door burgemeester en wethouders zelf behoren te worden vastgesteld. Voor vaste marktsstandplaatsvergunningen en de bedienvergunningen geldt dat het beslissen daarover – zeker als geen wachtlijststelsel wordt toegepast – nogal fraudegevoelig is; daarom is het verstandig - om elke schijn van vooringenomenheid, willekeur of anderszins te voorkomen - daarover niet te laten beslissen door een ambtenaar die geregeld met de betrokkenen in aanraking komt.

Omdat het bijhouden van de anciënniteitslijst een puur administratieve handeling is (na vergunningverlening door burgemeester en wethouders worden de vergunninghouders op een lijst geplaatst) en daarmee niet fraudegevoelig, mandateren we deze specifieke taak aan de marktmeester.

Artikel 5 Vrijgekomen standplaats; plaatsverbetering

Als bij een markt waarvoor een anciënniteitsstelsel wordt gehanteerd, een vaste marktstandplaats vrijkomt, kan deze op aanvraag worden toegewezen aan de hooggeplaatste op de door burgemeester en wethouders bijgehouden anciënniteitslijst. Artikel 5 ziet dus niet op de verlening van nieuwe vergunningen, maar alleen op een wijziging van een reeds verleende vergunning vanwege de toewijzing van een andere, (veelal) betere vaste marktstandplaats.

Artikel 6 Selectiestelsel

In dit artikel is een selectiestelsel uitgewerkt waarmee aanvragen voor de te verlenen nieuwe vaste marktstandplaatsvergunningen op bepaalde aspecten kunnen worden beoordeeld.

In lid 3 wordt de gebruikelijke wijze van bekendmaking onder woorden gebracht. Voor Lansingerland geldt dat de bekendmaking dat er een of meer vaste marktstandplaatsvergunningen verleend kunnen worden, op de gemeentelijke website gebeurd.

Lid 4 geeft de aspecten weer waarop burgemeester en wethouders aanvragen voor een vaste marktstandplaatsvergunning beoordelen. Alle aanvragers worden op alle aspecten beoordeeld; de gegadigde met het hoogste aantal punten komt als eerste in aanmerking voor de vaste marktstandplaats. Wanneer twee marktstandplaatsen beschikbaar zijn, komt de gegadigde met het een na hoogste puntenaantal in aanmerking voor de tweede standplaats. Gegadigden komen alleen in aanmerking voor een vaste marktstandplaats als zij een beoordeling van minimaal 60 punten krijgen (lid 5).

In lid 6 wordt gesproken over de selectiecommissie. De samenstelling en werkwijze van de commissie wordt verder uitgewerkt in het inrichtingsplan.

Artikel 7 Overschrijving vaste marktstandplaatsvergunning

Dit artikel regelt de gevallen en voorwaarden waaronder het mogelijk is om vaste marktstandplaatsvergunning over te schrijven. Het gaat om overschrijving van een vaste marktstandplaatsvergunning met alle daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, waaronder dus de nader bepaalde individuele marktstandplaats. Bij een overschrijving van een vaste marktstandplaatsvergunning vervalt de anciënniteit; de nieuwe vergunninghouder komt onderaan de anciënniteitslijst te staan (de datum van overschrijving is hierbij leidend).

Onder lid 1, sub d kiezen we ervoor om een overschrijving op een medewerker van de vergunninghouder of een mede-eigenaar van zijn bedrijf mogelijk te maken en niet aan ‘een voorgedragen gegadigde’. Zo voorkomen we dat de overdraagbaarheid van een vaste marktstandplaatsvergunning een ‘economische waarde’ krijgt (geld waard wordt).

Lid 3 geeft weer dat we ook een overschrijving van een vaste marktstandplaatsvergunning beoordelen aan de hand van de criteria zoals genoemd in artikel 6, lid 4, sub a tot en met d en lid 5. Dit om te voorkomen dat we door een overschrijving verkoopwagens of marktkooplieden krijgen die niet aan de door de gemeente gestelde eisen voldoen.

Artikel 8 Intrekken en vervallen vaste marktstandplaatsvergunning

In dit artikel staan de gevallen waarin burgemeester en wethouders een vaste marktstandplaatsvergunning kunnen intrekken of laten vervallen. In het inrichtingsplan zetten we uiteen wanneer we een waarschuwing versturen, een betalingsregeling treffen, een vergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd intrekken en voor hoe lang (sanctiebeleid).

In lid 2, onder d staat de term ‘bijzondere omstandigheden’. Hieronder verstaan we bijvoorbeeld afwezigheid door ernstige ziekte of zwangerschaps- en bevallingsverlof. In dergelijke gevallen dient de afwezigheid wel verantwoord te worden door middel van een doktersverklaring o.i.d. In lid 2, onder e staat de term ‘niet tijdig’. Hiermee bedoelen we niet binnen de betalingstermijn.

Ingeval van tijdelijke intrekking kan burgemeester en wethouders ervoor kiezen de standplaats te laten vervallen (lid 3). Dan zal de vergunninghouder na het verstrijken van de intrekkingstermijn waarschijnlijk genoegen moeten nemen met een minder aantrekkelijke standplaats. Het doen vervallen van de oude standplaats betekent dus een verzwaring van de maatregel.

Artikel 9 Persoonlijk innemen standplaats; vervanging

Dit artikel regelt dat de vergunninghouder zelf zijn vaste marktstandplaats in moet nemen. Uiteraard kan hij zich in geval van vakantie of van bijzondere omstandigheden – te denken valt aan zwangerschapsverlof of langdurige ziekte - voor bepaalde tijd laten vervangen. De vergunninghouder moet burgemeester en wethouders in dat geval (schriftelijk) laten weten wie hem voor welke periode vervangt en om welke reden. Incidentele vervanging is ook mogelijk; de vergunninghouder of zijn vervanger meldt dit voor aanvang van de markt bij de marktmeester.

Artikel 10 Dagplaatsvergunning

Het bepaalde in lid 1 kan zich bijvoorbeeld voordoen als de vergunning voor de betrokken plaats is vervallen voor die marktdag, doordat de vergunninghouder niet tijdig is komen opdagen.

Er is gekozen voor het laten indienen van aanvragen bij de marktmeester op de marktdag zelf, namelijk vóór aanvang van de markt (lid 2).

Het in aanmerking nemen van een langere termijn ex artikel 10, derde lid, betekent dat langer dan vier marktdagen wordt ‘teruggekeken’ om te zien of de betrokkene zich heeft misdragen of in gebreke is gebleven met de betaling van zijn marktgeld. Ook kunnen burgemeester en wethouders bepalen dat een uitsluitingsgrond niet geldt; burgemeester en wethouders dienen hier echter terughoudend mee om te gaan om willekeur te voorkomen. Een dergelijke bepaling dient dan ook goed onderbouwd te zijn.

Op grond van lid 4 geldt voor het stelsel van dagplaatsvergunningen het principe van ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’. Ter bevordering van een divers aanbod geven burgemeester en wethouders bij het verstrekken van dagplaatsvergunningen voorrang aan gegadigden die een product verkopen dat niet al op de markt te krijgen is.

Artikel 11 Bedienvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen een bedienvergunning verlenen. Op deze wijze worden marktkooplieden op ‘gereguleerde’ wijze van drank en voedsel voorzien en wordt ongewenste verkoop ‘uit de rugzak’ voorkomen.

Lid 2 regelt dat burgemeester en wethouders ook de bedienvergunning voor bepaalde of onbepaalde tijd in kunnen trekken.

Artikel 12 Bijstand

In principe is de vergunninghouder verplicht zelf op zijn standplaats aanwezig te zijn. Als de hoeveelheid werk dusdanig is dat de houder van een vaste marktstandplaatsvergunning het niet alleen kan, dan kan hij de hulp inroepen van één of meerdere personen. Wanneer een vergunninghouder zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf bij de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan.

Artikel 13 Legitimatieplicht

In de oude marktverordening was het verplicht om bij de standplaats duidelijk zichtbaar naam en eventuele bedrijfsnaam aan te geven. Deze verplichting is geschrapt. De houder van een vaste marktstandplaats- of bedienvergunning dient echter wel op verzoek van de marktmeester of zijn vervanger zijn vergunning te kunnen laten zien.

Artikel 14 Markttijden in acht nemen

Het verbod in het eerste lid is opgenomen om te voorkomen dat er voor de winkeliers en de omwonenden veel overlast ontstaat, als de kramen eerder dan 06.00 uur worden opgezet of later dan 19.00 uur worden opgeruimd.

Lid 2 regelt dat de marktkooplieden gedurende de gehele markttijd aanwezig zijn. Dit is in het belang van de aantrekkelijkheid en de diversiteit van de markt. In bepaalde gevallen kan hiervan (incidenteel) afgeweken worden. De vergunninghouder dient in deze gevallen wel een ontheffing van burgemeester en wethouders te hebben.

Artikel 15 Markt schoonhouden

Omdat we willen voorkomen dat afval afkomstig van de markt op straat wordt gegooid, stellen we de vergunninghouders hiervoor verantwoordelijk. Zie dienen het marktafval te verzamelen en na afloop van de markt af te voeren. Van belang is dat het door de vergunninghouder verzamelde afval ook daadwerkelijk legaal wordt afgevoerd en bijvoorbeeld niet in de gemeentelijke containers verdwijnt, waarvoor de inwoners van de stad afvalstoffenheffing betalen.

Artikel 16 Toezichthouders

In artikel 5:11 van de Awb wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van burgemeester en wethouders worden beperkt.

Het ligt voor de hand de marktmeester als toezichthouder aan te wijzen. Ook is het aan te bevelen dat de marktmeester als opsporingsambtenaar kan fungeren, zodat hij de uitvoering van de marktverordening en een ordelijk verloop van de markten optimaal kan waarborgen.

Artikel 17 Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemw is bepaald dat het gemeentebestuur onder andere ter uitvoering van gemeentelijke verordeningen de bevoegdheid heeft een last onder bestuursdwang op te leggen. Artikel 20 van de Marktverordening geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheidsgrondslag om een specifieke vorm van bestuursdwang (verwijdering) toe te passen als een vergunninghouder zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog op de markt of bij andere overtredingen van de Marktverordening.

Bij deze vorm van bestuursdwang wordt spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:31, eerste lid, van de Awb, verondersteld. Dan kan de bestuursdwang worden toegepast zonder voorafgaande last. Bij zéér spoedeisende gevallen, waarbij een besluit niet kan worden afgewacht, kan bestuursdwang onmiddellijk worden toegepast (artikel 5:31, lid 2 van de Awb).

Wel dient het besluit in dat geval achteraf alsnog bekendgemaakt te worden overeenkomstig artikel 5:31, lid 2 van de Awb jo. Artikel 5:24, lid 3 van de Awb. Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een spoedeisend geval, of misschien zelfs van een zeer spoedeisend geval.

Artikel 18 Strafbepaling

Dit artikel bepaalt welke strafrechtelijke sancties opgelegd kunnen worden wanneer het bepaalde bij of krachtens de Marktverordening wordt overtreden.

Artikel 19 Nadere regels

De Marktverordening schetst de kaders voor de weekmarkt in het centrum van Berkel en Rodenrijs. Burgemeesters en wethouders hebben de mogelijkheid om deze kaders verder uit te werken in nadere regels. Deze nadere regels zijn opgenomen in het Inrichtingsplan Weekmarkt Lansingerland 2018.

Lid 2 geeft burgemeester en wethouders de bevoegdheid om te beslissen in gevallen waarin de Marktverordening of andere wetgeving niet voorziet.

Artikel 20 Intrekking oude verordening en overgangsrecht

Deze Marktverordening vervangt de oude Marktverordening. Het op de oude marktverordening gebaseerde marktreglement vervalt daarmee automatisch ook. Deze hoeft dus niet formeel ingetrokken te worden.

Het vervangen van een oude vergunning of ontheffing door een nieuwe vergunning of ontheffing (lid 3) kan van belang zijn als het wenselijk is om wijzigingen te brengen in de voorschriften of beperkingen of nieuwe op te nemen. Bij de ambtshalve vervanging (d.w.z. zonder dat erom verzocht is) van een vergunning of ontheffing gaat het voornamelijk om gevallen waarin de oude vergunning of ontheffing in grote lijnen dezelfde rechten gaf als de nieuwe doet. Overeenkomstig artikel 4:8 van de Awb dient de houder van de ontheffing wel eerst gehoord te worden.

Artikel 21 Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel regelt de naam van de verordening en de datum waarop de verordening in werking treedt.