Regeling vervallen per 31-12-2011

Tweede wijzigingsverordening op de Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2009

Geldend van 13-01-2011 t/m 30-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Tweede wijzigingsverordening op de Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelasting 2009

De raad van de gemeente Lansingerland;gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2010;gelet op artikel 226 van de Gemeentewet;besluit vast te stellen de tweede wijzigingsverordening op de Verordening op de heffing en invordering van de hondenbelas­ting 2009 (Verordening hondenbelasting 2009).

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1 Belastingplichtig is de houder van een hond.

  • 2 Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is.

  • 3 Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteamb­tenaar aan te wijzen lid van dat huishouden.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:a. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij tezamen met de moederhond worden gehouden;b. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden;c. die door de ‘Stichting sociale honden voor gehandicapten Nederland’ als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld;d. die gehouden worden door personen die zijn ingeschreven bij de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging;e. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;f. die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden.

Artikel 5 Belastingtarief

  • 1 De belasting bedraagt per belastingjaar:a. voor de eerste hond € 65,28b. voor een tweede en volgende hond(en) € 91,32

  • 2 In afwijking in zoverre van de voorgaande leden bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, per kennel € 195,84

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, bij de aanvang van de belasting­plicht.

  • 2 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belasting­jaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting terzake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belasting­plicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing over zoveel twaalfde ­gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belasting­plicht respectievelijk de verminde­ring van het aantal hon­den, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt dat, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven en het totaalbedrag van de op een aanslagbiljet verenigde aanslagen of andere heffingen meer is dan € 60,- en minder dan € 5.000,- de aanslagen moeten worden betaald in acht termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de hondenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1 De Verordening hondenbelasting 2009, vastgesteld op 17 december 2009, wordt ingetrok­ken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3 De ingangsdatum van de wijziging is 1 januari 2011.

  • 4 Deze verordening wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening Verorde­ning hondenbe­lasting gemeente Lansingerland 2009 (tweede wijzging).

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Lansingerland in zijn openbare vergadering van 16 december 2010.De griffier, Kees van ’t Hart De voorzitter, Ewald van Vliet