Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Laren 2013

Geldend van 01-06-2013 t/m heden

Intitulé

Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Laren 2013

De burgemeester van de gemeente Laren,

gelet op artikel 2:77 Algemene plaatselijke verordening en artikel 151c Gemeentewet;

na overleg met politie en het openbaar ministerie

gelezen de Evaluatie Cameratoezicht Laren van april 2013;

overwegende dat:

de burgemeester overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.77 van de Algemene Plaatselijke Verordening Laren 2010 kan besluiten tot plaatsing van camera’s ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats in het kader van de handhaving van de openbare orde;

de criminaliteit in Laren op gebied van woninginbraken onacceptabele aantallen kent, waardoor de handhaving van de openbare orde en veiligheid bedreigd wordt;

het cameratoezicht op de locaties aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart voldoen aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (bijvoorbeeld kenbaarheid, proportionaliteit en subsidiariteit);

uit de Evaluatie cameratoezicht Laren 2013 is gebleken dat de misdrijfcijfers een daling aantonen en de preventieve werking van het systeem doeltreffend is;

de heterdaadkracht te laag is, waardoor het oplossingspercentage woninginbraken niet het gewenste resultaat heeft gesteld in de Veiligheidsstrategie Midden-Nederland 2012-2014 en hierdoor de handhaving van de openbare orde wordt aangetast;

uit onderzoek is gebleken het veiligheidsgevoel positief beïnvloed wordt door de aanwezigheid van camera’s.

het gebied een aanzuigende werking op criminelen uit de regio en het land heeft, omdat de gemeente centraal is gelegen in de nabijheid van diverse grote steden, goed bereikbaar is door de aanwezigheid van Rijkswegen- en uitvalswegen en een welgestelde bevolking heeft, waar bovendien door de media de focus op gelegd wordt;

de belangen van openbare orde en veiligheid en het voorkomen van strafbare feiten die door plaatsing van camera’s gediend worden, zwaarder wegen dan de individuele belangen van burgers voor wie de plaatsing van camera’s kan gelden als een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer;

de beperking van de plaatsing van camera’s tot zes vaste locaties en één flexibel in te zetten camera, voorkomt dat sprake is van een onevenredige aantasting van de privacy van de personen die zich in de openbare ruimte begeven;

de duur van de aanwijzing, het aantal locaties die een openbare plaats zijn als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Wet openbare manifesten, en de omvang van de gebieden proportioneel zijn in relatie tot het beoogde doel;

het cameratoezicht deel uitmaakt van een breder pakket aan maatregelen om inbreuk op de openbare orde te voorkomen, de leefbaarheid en veiligheid te vergroten (onderdeel integrale veiligheidsaanpak, zoals inzet particuliere beveiliging, het politie woninginbrakenteam, DNA markeertkits,);

het thans beschikbare en ingezette instrumentarium ter handhaving van de openbare orde en veiligheid en voorkoming van criminaliteit, onvoldoende functioneert. dit vraagt om een extra maatregel om de criminaliteit terug te dringen;

besluit:

I. de zes vaste camera’s te plaatsen ten behoeve van toezicht op openbare plaatsen op de zes locaties die zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart, gedurende een aaneengesloten periode van 2 jaar;

II. dat gedurende een aaneengesloten periode van 2 jaar één flexibele camera te gebruiken voor het toezicht op openbare plaatsen die gelden als een hotspot (een locatie waar veel criminaliteit voorkomt en waar trendmatig een toename van criminaliteit is te verwachten), door deze op steeds wisselende locaties te plaatsen;

III. de camerabeelden te bewaren voor een periode van maximaal 4 weken;

IV. de camera’s niet periodiek te laten uitlezen, maar afhankelijk van de specifieke situatie de beelden wel live te kunnen laten uitgelezen;

V. de gebieden voor 2 jaar aan te wijzen en aan het eind van deze periode een evaluatie plaats zal vinden aan de hand waarvan bepaald wordt of het cameratoezicht in deze gebieden voortgezet moet worden;

VI. dat op dit cameratoezicht de privacybeschermingsregeling van toepassing is zoals die is neergelegd in de Wet Politiegegevens;

VIII. dat dit besluit op 1 juni 2013 in werking treedt.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 7 mei 2013
De burgemeester van Laren,
Drs. E.J. Roest
Bijlage tekening Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Laren

Bijlage Bijlagen

Tekening aanwijzingsbesluit cameratoezicht Laren 2013