Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

Geldend van 04-05-1995 t/m heden

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaats

De gemeenteraad van Laren,

 

gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders;

 

overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaats(en);

 

gelet op artikel 7, 21, 26-29 en 38 tweede lid, van de Wet op de lijkbezorging en artikel 168 van de gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende

 

VERORDENING OP HET BEHEER EN HET GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

begraafplaats: de gemeentelijke begraafplaats aan de Hilversumseweg;

eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

- het doen begraven en begraven houden van lijken;

- het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder

urnen;

- het doen verstrooien van as;

algemeen graf: een graf, bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

huurgraf: zie de omschrijving van “algemeen graf”, met dien verstande dat dit graf wordt verhuurd voor een periode van 20 jaar. Deze periode kan telkens met 10 jaar worden verlengd;

ruimgraf: een graf, dat is vrijgekomen na ruiming om opnieuw te worden uitgegeven;

urnenmuur: een muur, beheerd door de gemeente, en voorzien van nissen, waar ieder in de gelegenheid wordt gesteld daarin asbussen met of zonder urnen bij te zetten;

verhuurde urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet worden van asbussen met of zonder urnen. De nis wordt verhuurd voor een periode van 20 jaar. Deze periode kan telkens met 10 jaar worden verlengd;

urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

grafbedekking: een gedenkteken, al of niet gecombineerd met beplanting, op een graf;

grafbeplanting: de afdekking van een graf met uitsluitend beplanting;

beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt;

rechthebbende: de rechthebbende op een eigen graf, een huurgraf of huurnis;

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de gemeentelijke begraafplaats

Artikel 2 Openstelling begraafplaats

  • 1 De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2 Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3 Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 3 Ordemaatregelen

  • 1 Het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmee gelijk te stellen personen verboden, anders dan met toestemming van de beheerder, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de begraafplaats te verrichten. Deze toestemming kan mondeling worden gegeven.

  • 2 Het is verboden met motorvoertuigen op de begraafplaats te rijden:

    a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen en anders dan voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    b. sneller dan 10 km per uur.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2.

  • 4 Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 5 Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen.

Artikel 4 Bijzondere herdenkingen

  • 1 Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2 De deelnemers aan de plechtigheid bedoeld in het eerste lid, moeten zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 5 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

Artikel 6 Kennisgeving van begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1 Degene, die wil doen begraven of as wil doen bijzetten geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, kennis aan de beheerder. De zaterdagen geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om een lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven, moet de mededeling aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2 Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitsmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3 Het openen van het graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van het graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wen daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 7 Gebruik gebouwen

  • 1 Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula alsmede van eventuele overige faciliteiten moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2 De ruimten en de eventuele overige faciliteiten staan voor iedere plechtigheid gedurende een per keer vooraf door de beheerder te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager. Deze tijdsduur is afhankelijk van aansluitende plechtigheden, maar loopt tenminste vanaf een uur voor de aanvang tot een uur na afloop van de plechtigheid.

Artikel 8 Over te leggen stukken

  • 1 Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot begraven of de bezorging van as is overgelegd aan de beheerder.

  • 2 Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd, ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3 Begraving of bijzetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. Bij de vaststelling van de vergoeding voor de nieuwe termijn worden de nog niet verlopen jaren van de vorige termijn, waarvoor wel betaald is, verrekend.

  • 4 De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5 De beheerder onderzoekt de genoegzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 9 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1 De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    op werkdagen van 08.30 tot 16.00 uur;

    en zaterdag en zondag van 10.00 tot 15.00 uur.

  • 2 Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

Artikel 10 Indeling graven en asbezorging

  • 1 Op de begraafplaats kunnen worden uitgegeven:

    a. algemene graven;

    b. huurgraven;

    c. huur-urnennissen.

  • 2 De uitgifteduur van de graven mag niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 11 Aantal overledenen in graven

  • 1 In de graven mogen niet meer dan drie lijken worden begraven.

  • 2 in een urnennis mogen niet meer dan twee asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

  • 3 Het is toegestaan in een daartoe aangewezen graf maximaal 2 lijken te begraven en 4 asbussen bij te zetten.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1 De graven en nissen worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

  • 2 Het gestelde in lid 1 geldt niet voor ruimgraven.

  • 3 De beheerder kan een graf of een nis toewijzen anders dan voor directe begraving c.q. bijzetting en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats niet bezwaarlijk is.

Artikel 13 Termijnen eigen graven

  • 1 De reeds aanwezige eigen graven blijven gehandhaafd als de rechthebbenden dat wensen.

  • 2 Het in dit artikel bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

  • 3 Een recht als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend ten behoeve van zichzelf en voor de personen genoemd in artikel 17, eerste lid. Verlening van het recht ten behoeve van een ander is slechts mogelijk indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

Artikel 14 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen afmetingen en voorwaarden. Deze afmetingen en voorwaarden zijn vermeld in de Regeling voor de grafkelders, de grafbedekkingen en de urnenmuur van de gemeente Laren.

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

  • 1 Het recht op een eigen of een huurgraf kan op schriftelijk verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloedverwant of aanverwant tot en met de derde graad. Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 2 Na het overlijden van de rechthebbende kan een graf worden overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor gewichtige redenen bestaan.

  • 3 Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op een graf te doen vervallen.

  • 4 Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een jaar kunnen burgemeester en wethouders het graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 16 Afstand doen van graven of urnennissen

  • 1 Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het eigen of huurgraf of de urnennis. Van de ontvangst van een zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

  • 2 De rechthebbende is gehouden de gemeente te vergoeden de kosten die moeten worden gemaakt voor het verwijderen van de grafbedekking, -beplanting en -kelder of afdekplaat op de urnennis.

Artikel 17 Sluiting van graven

  • 1 Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en mag daarin geen andere begraving plaatshebben, of asbus worden bijgezet, dan die van de stoffelijke overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met name heeft genoemd.

  • 2 Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden. Zij stellen de bijzondere voorwaarden vast, waaraan moet zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

Hoofdstuk 5 Grafbedekkingen en afdekplaten urnenmuur

Artikel 18 Vergunning grafbedekking

  • 1 Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2 De wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen zijn vermeld in de Regeling voor de grafkelders, de grafbedekkingen en de urnenmuur van de gemeente Laren.

  • 3 Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren, indien:

    a. niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nader te stellen regels;

    b. de grafbedekking of afdekplaat afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    d. de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 19 Grafbeplanting

  • 1 Op een graf mag blijvende beplanting worden aangebracht in de vorm van heesters, struiken en vaste planten. Heesters mogen na uitgroei niet hoger worden dan 3 meter.

  • 2 Niet-blijvende beplantingen op een graf, die in een verwaarloosde staat verkeren, kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 3 Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende dertien weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende, indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 20 Afdekplaten urnenmuur

De afdekplaten voor de nissen in de urnenmuur worden door de beheerder ter beschikking gesteld.

Artikel 21 Verwijdering grafbedekking

  • 1 De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2 Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt bekend gemaakt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimen graf te plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend is. In dat geval stellen zij hem uiterlijk een jaar voor het genoemde tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3 Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 20 was verleend. Het schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede lid genoemde termijn.

  • 4 De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    - geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

    - de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 22 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1 De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen.

  • 2 Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijkje te onderhouden of te herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3 De verwijdering vind niet plaats dan nadat de rechthebbende behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 23 Onderhoud door gemeente

Burgemeester en wethouders voorzien - met inachtneming van het gestelde in artikel 21 - in het schoonhouden en het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de winterharde beplantingen.

Hoofdstuk 6 Ruiming van graven, urnengraven en urnennissen

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1 Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden ter kennis van de belanghebbende gebracht.

  • 2 De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden apart begraven, evenals de as.

  • 3 Nabestaanden van een overledene, die begraven is in een algemeen graf, kunnen gedurende de in het eerste lid bedoelde termijn de beheerder schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk, bijeen te doen brengen voor herbegraving elders. Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om deze ter beschikking te houden voor herbegraving elders.

  • 4 De rechthebbende op een eigen graf kan de beheerder schriftelijk verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een urnennis kan de beheerder vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten.

Hoofdstuk 7 Gedeelte voor kerkgenootschap

Artikel 25 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1 Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van een kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachten de artikelen 3 eerste lid, 11 tweede lid, 14 en 20 tweede lid van deze verordening.

  • 2 Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen dat er onderhoud of herstel door of rechthebbende nodig is van de grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3 Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving laat de bevoegdheid van burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden onderhouden of hersteld.

Hoofdstuk 8 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekkingen

Artikel 26 Lijst

  • 1 Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2 Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3 De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 9 Inrichting register

Artikel 27 Voorschriften

  • 1 Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het register van de begraven lijken en de bijgezette as.

  • 2 Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

Hoofdstuk 10 Klachten

Artikel 28 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1 Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2 Burgemeester en wethouders beslissen binnen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen verlengen.

  • 3 Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent de klacht terstond ter kennis van de klager.

Hoofdstuk 11 Slotbepalingen

Artikel 29 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit het verleden worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 30 Strafbepaling

  • 1 Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 lid 3, 4 en 5 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2 Overtreding van artikel 3 lid 3 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 31 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen dag in werking.

Artikel 32 Verkrijgbaarheid

Deze verordening is op verzoek verkrijgbaar bij de beheerder of op het gemeentehuis van Laren.

Artikel 33 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke begraafplaats Laren 1992.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Laren op 26 augustus 1992.
 
De secretaris,                                                                      de voorzitter,
                   plv.
 
mw W.C.M. Lissenberg-van Dam                                    L.H.Th. Hendriks