Regeling vervallen per 01-07-2015

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Geldend van 18-04-2013 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Toeslagenverordening Wet werk en bijstan d 2012

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 maart 2013, registratienummer 2013000513;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van de uitkeringen van de bijstandsgerechtigden jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd bij verordening te regelen;

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30 van de Wet werk en bijstand;

B E S L U I T :

vast te stellen de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Wet werk en bijstand (WWB);

    • b.

      de gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21 van de wet;

    • c.

      verzorgingsbehoevende: degene die vanwege ziekte blijvend niet in staat is zijn eigen huishouding te voeren omdat hij dagelijks is aangewezen op intensieve zorg van anderen dan wel aanspraak kan maken op een plaats in een AWBZ-instelling, maar daarvan heeft afgezien of daarvoor nog op een wachtlijst staat.

Artikel 2 Belanghebbenden

  • 1. De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen indien beide echtgenoten 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd zijn.

  • 2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid van de wet onverlet.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm

Artikel 3 Toeslagen

  • 1. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 20 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft.

  • 2. De toeslag als bedoeld in artikel 25, eerste lid van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm voor de alleenstaande en alleenstaande ouder in wiens woning een of meer anderen hun hoofdverblijf hebben.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt een persoon niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft:

    • a.

      kinderen van 18 jaar of ouder doch jonger dan 21 jaar met een inkomen voor zover dit per maand lager is dan 50 procent van het nettominimumloon als bedoeld in artikel 37 van de wet en met inkomsten van kinderen tot 21 jaar uitsluitend uit vakantiewerk voor zover de periode van vakantiewerk een maximum van acht weken niet overschrijdt; of:

    • b.

      meerderjarige kinderen met studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000;

    • c.

      meerderjarige kinderen met een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

    • d.

      een verzorgingsbehoevende die door belanghebbende wordt verzorgd;

    • e.

      een verzorgende die de zorgbehoevende belanghebbende verzorgt;

    • f.

      medebewoners die op het adres van belanghebbende zelfstandige woonruimte huren op basis van een commerciële huurovereenkomst.

Artikel 4 Afwijkende toeslag voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 29 van de wet bedraagt:

    • a.

      0 procent van de gehuwdennorm indien het een alleenstaande jongere van 21 jaar betreft;

    • b.

      5 procent van de gehuwdennorm indien het een alleenstaande jongere van 22 jaar betreft in wiens woning geen medebewoner aanwezig is;

    • c.

      0 procent van de gehuwdennorm indien het een alleenstaande jongere van 22 jaar betreft in wiens woning een medebewoner aanwezig is.

  • 2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op een jongere van 21 en 22 jaar op wie artikel 7 van toepassing is.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag

Artikel 5 Verlaging gehuwden

  • 1. De verlaging als bedoeld in artikel 26 van de wet bedraagt 10 procent van de gehuwdennorm in die situatie dat een woning wordt gedeeld met een of meer anderen.

  • 2. Het derde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6 Verlaging woonsituatie

De verlaging als bedoeld in artikel 27 van de wet bedraagt 15 procent van de gehuwdennorm indien een woning wordt bewoond waaraan voor belanghebbende geen kosten van huur of hypotheeklasten verbonden zijn.

Artikel 7 Verlaging schoolverlaters

De verlaging als bedoeld in artikel 28 van de wet bedraagt 25 procent van de gehuwdennorm gedurende de eerste zes maanden na beëindiging van deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding.

Artikel 8 Verlaging co-ouderschap

  • 1. In geval van co-ouderschap wordt de uitkering voor de ouder vastgesteld op de norm voor een alleenstaande ouder, waarbij een verlaging plaatsvindt op de dagen waarop de kinderen bij de andere ouder verblijven.

  • 2. De verlaging bedraagt het verschil tussen de norm voor een alleenstaande ouder en een alleenstaande.

Artikel 9 Anticumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 8 geschiedt zodanig dat de toepasselijke bijstandsnorm voor belanghebbende ten minste bedraagt:

  • a.

    35 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande schoolverlater;

  • b.

    45 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande;

  • c.

    65 procent van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder;

  • d.

    75 procent van de gehuwdennorm voor gehuwden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 10 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen kan ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 11 Inwerkingtreding en toepassingsbereik

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Deze verordening werkt terug tot en met 1 januari 2012.

  • 3. Tot uiterlijk 1 januari 2013 is deze verordening niet van toepassing op personen bedoeld in artikel 78w, lid 1 WWB.

  • 4. Met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2012 wordt ingetrokken de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand en de Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren.

Artikel 12 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 3 april 2013.
B.C. Hoekstra, voorzitter mevrouw A. Damen-Wildeboer, griffier