Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordenin g maatschappelijke ondersteuning 2014

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 november 2013 , registratienummer 2013007813;

gelet op artikel 5 van de Wet maatschappelijke ondersteuning;

B E S L U I T :

vast te stellen deVerordening maatschappelijke ondersteuning 2014.

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    aanmelding: de mededeling van een belanghebbende, zijn gemachtigde of vertegenwoordiger aan het college dat hij beperkingen ondervindt op grond waarvan hij verzoekt een afspraak te maken voor een gesprek.

  • b.

    aanvraag: het verzoek van een belanghebbende om in aanmerking te komen voor een of meerdere voorzieningen om een resultaat te bereiken in het kader van deze verordening, dat schriftelijk via een aanvraagformulier is gedaan.

  • c.

    algemeen gebruikelijke voorziening: een voorziening die niet speciaal bedoeld is voor mensen met een beperking, dus ook door anderen gebruikt wordt, algemeen verkrijgbaar is en niet - aanzienlijk - duurder is dan vergelijkbare producten.

  • d.

    algemene voorziening: een voorliggende voorziening die weliswaar niet bestemd is voor, noch te gebruiken is door alle personen als bedoeld in artikel 4, lid 1 van de wet, maar die anderzijds door iedereen waarvoor de voorziening wel bedoeld is op eenvoudige wijze te verkrijgen of te gebruiken is, zonder een ingewikkelde aanvraagprocedure.

  • e.

    belanghebbende: een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren, die voor zichzelf of, met behulp van een machtiging, door een ander een aanmelding of een aanvraag doet of laat doen.

  • f.

    beperkingen: moeilijkheden in het uitvoeren van activiteiten ten gevolge van een aandoening, letsel, aangeboren afwijking, ouderdom of chronische pijn dan wel ten gevolge van een chronische psychisch of psychosociaal probleem.

  • g.

    Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek: het door het college vast te stellen Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek, waarin op grond van deze verordening nadere regels zijn gesteld.

  • h.

    collectieve voorziening: een voorziening die individueel wordt verstrekt maar die door meerdere personen tegelijk wordt gebruikt, bijvoorbeeld het collectief vraagafhankelijk vervoer.

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leek.

  • j.

    compensatieplicht: de plicht van het college aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperking(en) op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het college de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is.

  • k.

    eigen aandeel: een door het college op te leggen en vast te stellen bijdrage die bij de verstrekking van een financiële tegemoetkoming betaald moet worden en waarop de regels van het landelijk Besluit maatschappelijke ondersteuning van toepassing zijn.

  • l.

    eigen bijdrage: een door het college op te leggen en door het CAK vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura of persoongebonden budget betaald moet worden en die op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek wordt bepaald.

  • m.

    eigen regie: de mogelijkheid om zelf te bepalen hoe men zijn leven in wil richten.

  • n.

    financiële tegemoetkoming: een door het college vast te stellen geldbedrag, al dan niet forfaitair of gemaximeerd, bedoeld om een voorziening geheel of gedeeltelijk mee te bekostigen voor het te bereiken resultaat.

  • o.

    gebruikelijke zorg: de zorg die op het gebied van het voeren van het huishouden voor de leden van een leefeenheid als algemeen aanvaardbaar wordt beschouwd.

  • p.

    gesprek: het eerste contact na een aanmelding waarin met degene die maatschappelijke ondersteuning zoekt, eventueel in aanwezigheid van de mantelzorger, gemachtigde, (wettelijk) vertegenwoordiger of andere betrokkene zijn gehele situatie wordt geïnventariseerd ten aanzien van de beperkingen en de gevolgen daarvan, de te bereiken resultaten, de te kiezen oplossingen via eigen mogelijkheden of via mogelijkheden van het sociale netwerk dan wel via algemene, algemeen gebruikelijke collectieve, (wettelijk) voorliggende en individuele voorzieningen.

  • q.

    hoofdverblijf: de woonruimte, bestemd en geschikt voor permanente bewoning, waar belanghebbende zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en in de gemeentelijke basisadministratie staat ingeschreven dan wel zal staan ingeschreven, namelijk de plaats waar een persoon daadwerkelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.

  • r.

    individuele voorziening: een voorziening die door het college ten behoeve van één persoon op basis van artikel 4 van de wet wordt verstrekt.

  • s.

    maatschappelijke participatie: deelname aan het maatschappelijk verkeer, te weten het voeren van een huishouden, het normale gebruik van de woning, het zich in en om de woning verplaatsen, het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel en het ontmoeten van medemensen en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan.

  • t.

    mantelzorger: een persoon die mantelzorg in de zin van artikel 1, lid 1 onder b van de wet biedt.

  • u.

    persoonsgebonden budget: een door het college vast te stellen geldbedrag zoals bedoeld in artikel 6 van de wet om te gebruiken voor het te bereiken resultaat, als alternatief voor een voorziening in natura.

  • v.

    psychosociaal probleem: een situatie van verlies van zelfstandigheid en, met name, een gebrek aan mogelijkheden tot deelname aan het maatschappelijk verkeer, veroorzaakt door belemmeringen die iemand ondervindt in zijn relatie met anderen, met zijn sociale omgeving.

  • w.

    voorliggende voorziening: een voorziening die normaal in de maatschappij aanwezig en beschikbaar is en bedoeld voor iedereen die daar behoefte aan heeft.

  • x.

    voorziening in natura: een voorziening, in te zetten om het resultaat te bereiken, in de vorm van goederen in (bruik)leen of in eigendom, of als persoonlijke dienstverlening.

  • y.

    wet: Wet maatschappelijke ondersteuning

  • z.

    wettelijk voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een wettelijke bepaling anders dan ingevolge de wet, waarmee het resultaat geheel of gedeeltelijk bereikt kan worden, voordat een beroep op de Wmo kan worden gedaan.

  • aa.

    zelfredzaamheid: het lichamelijk, verstandelijk, geestelijk, zintuiglijk en financiële vermogen van belanghebbende om een voorziening te treffen die deelname aan het maatschappelijke verkeer mogelijk maakt.

Hoofdstuk 2. Resultaatgerichte compensatie

Artikel 2. De te bereiken resultaten

De op basis van artikel 4, lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn:

  • a.

    een schoon en leefbaar huis;

  • b.

    wonen in een geschikt huis;

  • c.

    beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

  • d.

    beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

  • e.

    het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

  • f.

    zich verplaatsen in en om de woning;

  • g.

    zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

  • h.

    de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

Hoofdstuk 3. Hoe te komen tot de te bereiken resultaten

Artikel 3. Scheiding aanmelding en aanvraag

Aan een aanvraag voor een individuele voorziening ex artikel 1, lid 1 aanhef en onder g sub 6 van de wet gaat een aanmelding voor een gesprek vooraf indien:

  • a.

    de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die nog niet eerder een aanvraag in het kader van de wet heeft gedaan;

  • b.

    de aanvraag afkomstig is van een belanghebbende die al eerder een gesprek heeft gevoerd maar waarbij sprake is van gewijzigde omstandigheden of gewijzigde te bereiken resultaten;

  • c.

    belanghebbende of het college daarom verzoekt.

Artikel 4. Aanmelding voor een gesprek

  • 1. Een aanmelding voor een gesprek kan schriftelijk door een meldingsformulier, elektronisch, mondeling of telefonisch worden gedaan bij de gemeente door of namens een persoon met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem die behoefte heeft aan compensatie ten behoeve van het bevorderen van zijn deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren.

  • 2. Binnen vijf werkdagen na aanmelding wordt een afspraak voor een gesprek gemaakt of een bericht verzonden waarbij een termijn gesteld wordt. Deze afspraak wordt door of namens het college aan de aanmelder schriftelijk bevestigd.

Artikel 5. Het gesprek

  • 1. Het gesprek wordt gevoerd bij de belanghebbende thuis om zo de gehele situatie van hem in beeld te brengen, tenzij de belanghebbende aangeeft het gesprek elders te willen voeren.

  • 2. Als de belanghebbende een mantelzorger is, wordt met de mantelzorger en zo mogelijk met de verzorgde geïnventariseerd welke belemmeringen de belanghebbende ondervindt bij de uitvoering van de mantelzorg.

Hoofdstuk 4. De aanvraag van een individuele voorziening

Artikel 6. De aanvraag

De aanvraag van een individuele voorziening moet schriftelijk plaatsvinden door middel van een door het college beschikbaar gesteld en door belanghebbende ondertekend aanvraagformulier.

Hoofdstuk 5. Beoordeling van de te bereiken resultaten

Paragraaf 1. Algemene regels

Artikel 7. Het maken van een afweging

  • 1. Bij het beoordelen welke voorzieningen getroffen gaan worden, gaat het college uit van de behoeften en persoonskenmerken van de belanghebbende. Daarbij zal onderzoek gedaan worden naar de noodzaak en mogelijkheid tot leveren van maatwerk ten aanzien van het te bereiken resultaat.

  • 2. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

    • a.

      belanghebbende woonachtig is in de gemeente Leek;

    • b.

      de belanghebbende door aantoonbare beperkingen niet of niet voldoende in staat is om op eigen kracht de resultaten zoals genoemd in artikel 2 te bereiken;

    • c.

      de noodzaak voor het te bereiken resultaat langdurig is, tenzij kortdurende hulp bij het huishouden leidt tot het te bereiken resultaat;

    • d.

      de belanghebbende geen of niet voldoende beroep kan doen op gebruikelijke zorg, mantelzorg, vrijwillige (thuis)hulp of een sociaal netwerk om de resultaten zoals genoemd in artikel 2 te bereiken.

  • 3. Alle voorliggende, algemeen gebruikelijke en collectieve voorzieningen die beschikbaar en bruikbaar zijn, worden, als ze al niet tot een oplossing hebben geleid in het gesprek, of als er geen gesprek heeft plaatsgevonden, eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in lid 2 en lid 3 genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn om het gewenste resultaat te bereiken, worden geen individuele voorzieningen verstrekt.

Paragraaf 2. De te bereiken resultaten

Artikel 8. Resultaat 1: Een schoon en leefbaar huis

  • 1. Het eerste te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het kunnen wonen in een huis dat schoon is. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken die als zodanig gebruikt worden, keuken en sanitaire ruimten.

  • 2. Met het oog op een schoon en leefbaar huis kan een individuele voorziening getroffen worden voor het lichte en/of het zware huishoudelijke werk.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen, wordt dit eerst in het kader van gebruikelijke zorg beoordeeld, waarbij rekening wordt gehouden met de leeftijd van de huisgeno(o)t(en).

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 9. Resultaat 2: Wonen in een geschikt huis

  • 1. Het tweede te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het normaal gebruik kunnen maken van de woning waar men over beschikt. Dit geldt ten aanzien van de woonkamer, slaapvertrekken die als zodanig gebruikt worden, keuken, sanitaire ruimten en berging.

  • 2. Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning.

  • 3. Voor zover de belanghebbende kan verhuizen naar een geschikte woning of goedkoper geschikt te maken woning welke verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat zal deze mogelijkheid eerst beoordeeld worden. Bij de beoordeling wordt door een verhuizing mogelijk veranderende belastbaarheid van de mantelzorg dan wel sociale omstandigheden meegenomen in de afweging.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheid beschikbaar en bruikbaar is, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt. Een verhuiskostenvergoeding kan dan wel verstrekt worden.

  • 5. De bepalingen van artikel 9, lid 1 en 2 zijn niet van toepassing op:

    • a.

      het treffen van voorzieningen aan hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantiewoningen, recreatiewoningen, kamerverhuur;

    • b.

      specifiek op gehandicapten en ouderen gerichte woongebouwen voor wat betreft voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten of voorzieningen die bij nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kunnen worden.

  • 6. Een voorziening wordt slechts verleend indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben in de woonruimte waaraan de voorziening wordt getroffen.

    • a.

      In afwijking hiervan kan een voorziening getroffen worden voor het bezoekbaar maken van één woonruimte indien de belanghebbende zijn hoofdverblijf heeft in een AWBZ-instelling.

    • b.

      De bezoekbaar te maken woning moet in de gemeente Leek staan.

    • c.

      De voorziening betreft slechts het bezoekbaar maken van bedoelde woonruimte met een door het college in het Besluit maatschappelijke ondersteuning vast te leggen maximumbedrag.

    • d.

      Onder bezoekbaar maken wordt uitsluitend verstaan dat de belanghebbende de woonruimte, de woonkamer en een toilet kan bereiken.

  • 7. De aanvraag voor een te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 9, lid 1 en 2 wordt geweigerd indien:

    • a.

      als ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;

    • b.

      de beperking in de bereikbaarheid, toegankelijkheid en/of bruikbaarheid van de woonruimte het gevolg is van een verhuizing uit een woning waar geen beperkingen werden ondervonden en er geen andere belangrijke reden aanwezig was om te verhuizen;

    • c.

      belanghebbende niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het college;

    • d.

      de aanvraag voor een te bereiken resultaat betrekking heeft op beperkingen die worden ondervonden in gemeenschappelijke ruimten, anders te bereiken dan met automatische deuropeners, hellingbanen en extra trapleuningen;

    • e.

      het te bereiken resultaat als bedoeld in artikel 9 lid 1 en 2 aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat er zich beperkingen zouden voordoen in de bereikbaarheid, toegankelijkheid en de bruikbaarheid van de woning en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak;

    • f.

      belanghebbende voor het eerst zelfstandig gaat wonen;

    • g.

      belanghebbende verhuisd is vanuit of naar een woonruimte die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden;

    • h.

      belanghebbende verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, met uitzondering van het genoemde in lid 6 onder 2;

    • i.

      er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden.

  • 8. De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een voorziening heeft ontvangen die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van tien jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden. De meerwaarde van de woning dient volgens het in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek door het college vastgelegde afschrijvingsschema te worden terugbetaald.

Artikel 10. Resultaat 3: Beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften

  • 1. Het derde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het voorzien zijn van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen.

  • 2. Met het oog op het beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen, alsmede het bereiden van maaltijden.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare boodschappenservice of maaltijdvoorziening die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 11. Resultaat 4: Beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding

  • 1. Het vierde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit het aanwezig zijn van kleding in gewassen en zo nodig gestreken, opgevouwen of opgehangen staat.

  • 2. Met het oog op het beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het wassen, drogen en strijken en opruimen van de dagelijkse was.

  • 3. Indien de belanghebbende een of meer huisgenoten of andere sociale contacten heeft die beschikbaar en in staat zijn werkzaamheden over te nemen of voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare was- en strijkservice die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheid eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 12. Resultaat 5: Het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren

  • 1. Het vijfde te bereiken resultaat ten aanzien van het voeren van een huishouden bestaat uit de dagelijkse, gebruikelijke zorg voor in het huishouden aanwezige kinderen.

  • 2. Met het oog op het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren, kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het – zo mogelijk tijdelijk ter overbrugging van een periode noodzakelijk voor het nemen van meer definitieve maatregelen – vervangen van de ouder die in principe voor de kinderen zorgt.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare voor- tussen- en naschoolse opvang, kinderopvang of andere opvangmogelijkheden die in de individuele situatie van de belanghebbende kunnen leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 13. Resultaat 6: Zich verplaatsen in en om de woning

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich verplaatsen in en om de woning bestaat uit het in staat zijn de woonkamer, het slaapvertrek en/of de slaapvertrekken, het toilet en de douche, de berging, de tuin of het balkon te kunnen bereiken en er zich zodanig te kunnen redden dat normaal functioneren mogelijk is.

  • 2. Met het oog op het verplaatsen in en om de woning kan een individuele voorziening worden getroffen bestaande uit een rolstoel voor dagelijks zittend gebruik.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare rolstoelpool die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat wordt deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 14. Resultaat 7: Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel bestaat uit het kunnen doen van dagelijkse boodschappen, het kunnen bezoeken van familie, kennissen en het doen van activiteiten, alles binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 2. Met het oog op het zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het verplaatsen over de korte afstand rond de woning en het verplaatsen over de langere afstand binnen de directe woon- en leefomgeving.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool en/of rolstoelpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Artikel 15. Resultaat 8: De mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten

  • 1. Het te bereiken resultaat ten aanzien van de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan regionale recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten bestaat uit het zo mogelijk kunnen afleggen van gewenste bezoeken en het deelnemen aan gewenste activiteiten.

  • 2. Met het oog op de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan regionale recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten kan een individuele voorziening worden getroffen ten aanzien van het vervoer naar de gewenste bestemmingen.

  • 3. Voor zover de belanghebbende gebruik kan maken van een of meer aanwezige en bruikbare (vrijwilligers)organisaties of van een aanwezige en bruikbare scootmobielpool en/of rolstoelpool of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van belanghebbende kan leiden tot het te bereiken resultaat worden deze mogelijkheden eerst beoordeeld.

  • 4. Voor zover de in het vorige lid genoemde mogelijkheden beschikbaar en bruikbaar zijn, worden ten aanzien van die onderdelen geen individuele voorzieningen verstrekt.

Hoofdstuk 6. Wijze van verstrekking, eigen bijdrage en eigen aandeel

Paragraaf 1. Verstrekking van voorzieningen

Artikel 16. Mogelijke verstrekkingwijzen

De te treffen voorzieningen kunnen worden verstrekt als:

  • 1.

    voorziening in natura;

  • 2.

    persoonsgebonden budget;

  • 3.

    financiële tegemoetkoming.

Artikel 17. Inhoud beschikking

  • 1. Bij het treffen van een voorziening wordt in de beschikking vastgelegd:

    • a.

      welke de te treffen voorziening is;

    • b.

      voor welk te bereiken resultaat de voorziening wordt verstrekt;

    • c.

      op welke wijze, als bedoeld in artikel 16, de voorziening wordt verstrekt;

    • d.

      wat de duur is van de verstrekking;

    • e.

      of er sprake is van een overeenkomst waarin deze verstrekking is geregeld.

  • 2. Als er sprake is van een te betalen eigen bijdrage of eigen aandeel wordt dit in de beschikking opgenomen.

Paragraaf 2. Verstrekking als persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming

Artikel 18. Overwegende bezwaren

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek vast in welke overige situaties sprake is van overwegende bezwaren zodat er geen persoonsgebonden budget verstrekt wordt.

Artikel 19. Regels rondom persoonsgebonden budget en financiële tegemoetkoming

Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek vast:

  • a.

    de wijze waarop de omvang van het persoonsgebonden budget of de financiële tegemoetkoming wordt vastgesteld;

  • b.

    welke regels gelden ten aanzien van besteding en verantwoording van het persoonsgebonden budget en de financiële tegemoetkoming;

  • c.

    welke voorzieningen als financiële tegemoetkoming worden verstrekt.

Paragraaf 3. Eigen bijdrage en eigen aandeel

Artikel 20. Eigen bijdrage en eigen aandeel

  • 1. Bij het verstrekken van een individuele voorziening is een eigen bijdrage of een eigen aandeel verschuldigd ten aanzien van de volgende resultaten:

    • a.

      een schoon en leefbaar huis;

    • b.

      wonen in een geschikt huis;

    • c.

      beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften;

    • d.

      beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;

    • e.

      het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren;

    • f.

      zich verplaatsen in, om en nabij de woning voor zover het geen rolstoel betreft;

    • g.

      zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel;

    • h.

      de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten.

  • 2. Het college legt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek de omvang van de eigen bijdrage en het eigen aandeel vast.

Hoofdstuk 7. Procedurele bepalingen rond onderzoek, advies en besluitvorming, intrekking en terugvordering

Artikel 21. Beslistermijn

De termijn waarbinnen een besluit genomen moet worden, bedraagt maximaal acht weken, met uitzondering van een voorziening waarvoor bouwkundige offertes moeten worden opgevraagd, dan bedraagt de termijn maximaal twaalf weken.

Artikel 22. Beperkingen

Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover:

  • a.

    de te verstrekken voorziening als de goedkoopst-compenserende voorziening aan te merken is;

  • b.

    de aanvraag geen betrekking heeft op kosten die de belanghebbende voorafgaand aan het moment van aanvragen of het moment van beschikken heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of deze voorziening noodzakelijk was en als goedkoopst-compenserende aan te merken valt;

  • c.

    een voorziening als die waarop de aanvraag betrekking heeft niet reeds eerder in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling is verstrekt en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan belanghebbende zijn toe te rekenen, of tenzij belanghebbende geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;

  • d.

    de belanghebbende verantwoord en veilig kan omgaan met de te verstrekken voorziening;

  • e.

    er aan de zijde van belanghebbende sprake is van aantoonbare meerkosten in vergelijking met de situatie voorafgaand aan het optreden van de beperkingen waarvoor de voorziening wordt aangevraagd.

Artikel 23. Onderzoek en advisering

  • 1. Het college is bevoegd om, voor zover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van de aanvraag, belanghebbende of bij gebruikelijke zorg diens relevante huisgenoten:

    • a.

      op te roepen in persoon te verschijnen op een door het college te bepalen plaats en tijdstip en hem te bevragen;

    • b.

      op een door het college te bepalen plaats en tijdstip door een of meer daartoe aangewezen deskundigen te doen bevragen en/of onderzoeken.

  • 2. Belanghebbende is verplicht aan het college of de door hem aangewezen adviesinstantie die gegevens te verschaffen of te doen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 3. Om de verkrijging van individuele voorzieningen samenhangend af te stemmen op de situatie van de belanghebbende verricht het college onderzoek naar:

    • a.

      de beperkingen die de belanghebbende in zijn functioneren ondervindt als gevolg van ziekte of gebrek;

    • b.

      de woning en de woonomgeving van de belanghebbende;

    • c.

      het psychisch en sociaal functioneren van de belanghebbende;

    • d.

      de sociale omstandigheden van de belanghebbende en zijn/haar sociale netwerk;

    • e.

      de mogelijkheden van belanghebbende om, eventueel zelf (financieel) in maatregelen te voorzien.

  • 4. Het college kan een door hem daartoe aangewezen adviesinstantie om advies vragen indien:

    • a.

      het handelt om een aanvraag waarvoor medische gegevens nodig zijn;

    • b.

      er sprake is van twijfel over de toekenning van een individuele voorziening dan wel het soort individuele voorziening(en);

    • c.

      de gevraagde individuele voorziening om medische redenen wordt afgewezen;

    • d.

      het college dat overigens gewenst vindt.

Artikel 24. Wijziging situatie

Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.

Artikel 25. Intrekking

  • 1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze verordening, geheel of gedeeltelijk intrekken indien:

    • a.

      niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld bij of krachtens deze verordening;

    • b.

      beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren en dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.

  • 2. Een besluit tot verlening van een financiële tegemoetkoming of een persoonsgebonden budget kan worden ingetrokken indien blijkt dat de tegemoetkoming of het budget binnen zes maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van het resultaat waarvoor de verlening heeft plaatsgevonden.

Artikel 26. Terugvordering

  • 1. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken, kan op basis daarvan een reeds uitbetaalde financiële tegemoetkoming of persoonsgebonden budget worden teruggevorderd.

  • 2. Ingeval het recht op een in eigendom verstrekte voorziening is ingetrokken, kan deze voorziening worden teruggevorderd.

  • 3. Ingeval het recht op een in bruikleen verstrekte voorziening is ingetrokken, kan deze voorziening worden teruggehaald.

Hoofdstuk 8. Slotbepalingen

Artikel 27. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 28. Indexering

Het college kan jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening en het op deze verordening berustende Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek geldende bedragen verhogen of verlagen, zoals bepaald in artikel 4.5, lid 1 van het Besluit maatschappelijke ondersteuning.

Artikel 29. Nadere uitwerking

Deze verordening wordt door het college uitgewerkt in het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Leek waarin ondermeer de hoogte van de bedragen, eigen bijdrage/aandeel, verstrekking en verantwoording van een Persoonsgebonden budget en dergelijke worden vastgelegd.

Artikel 30. Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang 1 januari 2014.

  • 2. Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de verordening wordt de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning 2011 die op 31 maart 2011 in werking trad, ingetrokken.

Artikel 31. Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als Verordening maatschappelijke ondersteuning 2014.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 4 december 2013.
B.C. Hoekstra, voorzitter, mevrouw F.M. Koop-Bouwman, plv. griffier