Regeling vervallen per 01-01-2012

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren

Geldend van 30-09-2010 t/m 31-12-2011

Intitulé

Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren

De raad van de gemeente Leek;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 september 2010, voorstelnummer 18;

gelet op artikel 147, eerste lid, Gemeentewet, de artikelen 12, eerste lid, onderdeel e, en 35, eerste lid, van de Wet investeren in jongeren en de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier;

overwegende dat het noodzakelijk is het verstrekken van toeslagen en het verlagen van uitkeringen van jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar bij verordening te regelen;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet investeren in jongeren en de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: Wet investeren in jongeren.

    • b.

      Bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Noordenkwartier.

    • c.

      Gehuwdennorm: de norm genoemd in artikel 28, eerste en tweede lid van de wet voor jongeren die gehuwd zijn, al dan niet een of meer te hunnen laste komende kinderen hebben en waarvan beide echtgenoten zich in de leeftijdscategorie van 21 tot en met 26 jaar bevinden.

    • d.

      Woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onder j Wet op de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of woonschip, als bedoeld in artikel 3, zesde lid Wet werk en bijstand (WWB).

    • e.

      Woonkosten:

      1°. als een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs, bedoeld in artikel 1, onder d Wet op de huurtoeslag;

      2°. als een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten en een naar omstandigheden vast te stellen bedrag voor onderhoud.

    • f.

      Verzorgingsbehoeftige: degene die is geïndiceerd voor opname in een verzorgings- of verpleeghuis; degene die zodanig ernstig is gehandicapt dat hij zonder hulp of verzorging zou zijn aangewezen op opname in een verzorgingshuis of in een andere inrichting ter verzorging of verpleging.

    • g.

      Verzorgende: medebewoner die de verzorgingsbehoeftige verzorgt.

    • h.

      Medebewoner: degene die zijn hoofdverblijf heeft in een (deel van een) woning waarin nog iemand anders zijn hoofdverblijf zonder dat er sprake is van een huwelijk of het voeren van een gezamenlijke huishouding, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad of een bloedverwant in de tweede graad als bij een van de bloedverwanten in de tweede graad sprake is van een zorgbehoefte.

    • i.

      WTOS: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Artikel 2 Toepassing en bereik

De bepalingen van deze verordening gelden alleen voor jongeren van 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen van deze verordening alleen als de gehuwden beiden 21 jaar of ouder doch jonger dan 27 jaar zijn.

Hoofdstuk 2 Criteria voor het verhogen van de norm

Artikel 3 Toeslagen

  • 1. De toeslag op de inkomensvoorziening bedoeld in artikel 30, eerste lid van de wet bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning geen medebewoner aanwezig is.

  • 2. De toeslag bedoeld in artikel 30, eerste lid van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder die met een medebewoner zijn hoofdverblijf in dezelfde woning heeft.

  • 3. Voor de toepassing van dit artikel wordt een persoon niet als medebewoner aangemerkt als deze verzorgingsbehoeftig is en de alleenstaande of alleenstaande ouder als verzorgende optreedt.

Artikel 4 Afwijkende toeslag voor alleenstaanden van 21 en 22 jaar

  • 1. De toeslag bedoeld in artikel 34 van de wet bedraagt:

    • a.

      0% van de gehuwdennorm als het een alleenstaande jongere van 21 jaar betreft.

    • b.

      5% van de gehuwdennorm als het een alleenstaande jongere van 22 jaar betreft in wiens woning geen medebewoner aanwezig is.

    • c.

      0% van de gehuwdennorm als het een alleenstaande jongere van 22 jaar betreft in wiens woning een medebewoner aanwezig is.

  • 2. Voor de toepassing van dit artikel wordt een persoon niet als medebewoner aangemerkt als deze verzorgingsbehoeftig is en de alleenstaande als verzorgende optreedt.

  • 3. Dit artikel is niet van toepassing op een jongere op wie artikel 7 van toepassing is.

Hoofdstuk 3 Criteria voor het verlagen van de norm of toeslag

Artikel 5 Verlaging gehuwden

  • a. De verlaging bedoeld in artikel 31 van de wet bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die met een of meer medebewoners hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben.

  • b. Voor de toepassing van dit artikel wordt een persoon niet als medebewoner aangemerkt als deze verzorgingsbehoeftig is en de gehuwden als verzorgenden optreden.

Artikel 6 Verlaging door woonsituatie

  • a. De verlaging bedoeld in artikel 32 van de wet bedraagt 15% van de gehuwdennorm als de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwde geen woonkosten heeft.

  • b. De onder a bedoelde verlaging vindt bij voorrang plaats op de toeslag.

Artikel 7 Verlaging bij schoolverlaters

De verlaging als bedoeld in artikel 33 van de wet wordt voor een periode van maximaal 6 maanden na het beëindigen van het onderwijs of een beroepsopleiding waarvoor aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de WTOS, vastgesteld op 25% van de gehuwdennorm.

Artikel 8 Anticumulatiebepaling

De toepassing van de artikelen 3 tot en met 7 geschiedt zodanig dat de norm voor de jongere ten minste bedraagt:

  • a.

    35% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande van 21 of 22 jaar en een alleenstaande schoolverlater.

  • b.

    45% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande.

  • c.

    65% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder.

  • d.

    75% van de gehuwdennorm voor gehuwden.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 9 Hardheidsclausule

Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 10 Inwerkingtreding en overgangsrecht

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Voor de jongere van 21 en 22 jaar die op de dag voor inwerkingtreding van deze verordening een toeslag op grond van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand ontving, blijft artikel 4 van deze verordening buiten toepassing met dien verstande dat ingeval van een wijziging in de situatie van de jongere geen recht op een hogere toeslag verleend wordt dan op grond van deze verordening verkregen kan worden. Het overgangsrecht eindigt in ieder geval wanneer de jongere zijn recht op een inkomensvoorziening ingevolge de WIJ verliest.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Toeslagenverordening Wet investeren in jongeren.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering
van de raad der gemeente Leek,
d.d. 15 september 2010.
B.C. Hoekstra, voorzitter W. Loonstra, griffier