Regeling vervallen per 19-03-2014

Regeling vergoeding vakbondscontributie

Geldend van 21-10-2010 t/m 18-03-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Regeling vergoeding vakbondscontributie

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leek;

overwegende dat het wenselijk is;

om medewerkers van de gemeente Leek een vergoeding te verstrekken van de vakbondscontributie;

dat de medewerker instemt met een tijdelijke verlaging van de bezoldiging en/of instemt met het inleveren van verlofuren;

gelet op artikel 4a:3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregelingen/Lokale Leekster Uitwerkingsovereenkomst;

gelet op de Wet op de loonbelasting;

overwegende dat de commissie voor het Georganiseerd Overleg op 12 april 2010 met de besluitvorming heeft ingestemd;

B E S L U I T E N :

tot vaststelling van een regeling vergoeding vakbondscontributie: verstrekken van een vergoeding van de vakbondscontributie onder gelijktijdige verlaging van de bezoldigingscomponent in geld en/of het inleveren van verlofuren.

Artikel 1 Begrippen

Medewerker: de medewerk(st)er aangesteld of op arbeidsovereenkomst werkzaam op grond van hoofdstuk 2 van de CAR/LLUWO en de leden van de vrijwillige brandweer op grond van hoofdstuk 19 van de CAR/LLUWO.

Vakbondscontributie: de jaarpremie voor lidmaatschap van een vakbond

Overeenkomst: de op basis van artikel 3, lid 3 te sluiten overeenkomst.

Artikel 2 Doel van de regeling

  • 1. Het doel van deze regeling is aan de medewerker, die lid is van een vakbond en hiervoor contributie betaalt, deze contributie te vergoeden onder fiscaal voordelige voorwaarden.

  • 2. De vergoeding van de vakbondscontributie wordt door de gemeente aan de medewerker verstrekt tegen inhouding van een deel van de bezoldiging en/of door inlevering van verlofuren.

Artikel 3 Procedure

De procedure om in aanmerking te komen voor een vergoeding van de vakbondscontributie is als volgt:

  • 1.

    De medewerker vult een formulier Aanvraagformulier cafetariamodel in. De medewerker die op grond van de verstrekte gegevens in aanmerking komt voor vergoeding van de vakbondscontributie, wordt vervolgens gevraagd zijn/haar wensen ten aanzien van de wijze van compensatie kenbaar te maken.

  • 2.

    De medewerker overlegt een kopie van het lidmaatschapsbewijs (éénmalig) en/of een aantal giro- of bankafschriften waarmee de medewerker kan aantonen dat hij/zij lid is van een vakbond en wat de hoogte van de jaarlijkse contributie is.

  • 3.

    Over de exacte verlaging van het maandsalaris en/of het exacte aantal in te leveren verlofuren en de ingangsdatum wordt met elke aanvrager een afzonderlijke overeenkomst gesloten. Een exemplaar van deze regeling en een kopie van het bewijs van lidmaatschap (en de hoogte van de jaarlijkse contributie) worden aan de overeenkomst gehecht en maakt daar deel van uit.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders besluiten op van de overeenkomst tot toepassing van artikel 4a:3 van de CAR/LLUWO.

Artikel 4 Berekening en duur verlaging in geld en/of inlevering verlofuren

  • 1. Voor de berekening van de verlaging en de duur van de bezoldiging kan de medewerker kiezen tussen a., b., c. en d.

    • a.

      Het bedrag waarmee de bezoldiging verlaagd wordt, wordt als volgt berekend: het bedrag van de jaarpremie van de vakbondscontributie wordt gedeeld door maximaal 12. De verlaging van de bezoldiging vindt maximaal plaats gedurende 12 maanden vanaf de ingangsdatum, nader te bepalen in de individuele overeenkomst met de medewerker.

    • b.

      De vakantietoelage, uitgekeerd in de maand mei, wordt verlaagd met het bedrag van de jaarpremie van de vakbondscontributie.

    • c.

      Het bedrag van de jaarpremie van de vakbondscontributie wordt verlaagd met de waarde van de in te leveren verlofuren. Het aantal maximaal in te leveren verlofuren is gesteld op 72 uur voor een fulltimer. De waarde van een verlofuur is gelijk aan het uurloon overwerk van de maand januari.

    • d.

      Er kan een combinatie worden toegepast van het verlagen van de bezoldiging, het verlagen van de vakantietoelage en het inleveren van verlofuren.

Artikel 5 Gevolgen van de tijdelijke verlaging van de bezoldiging

  • 1. De verlaging van de bezoldiging werkt niet door in de waarnemingstoelage, de overwerkvergoeding, de toelage voor onregelmatige dienst, de ambtsjubileumgratificaties, de ziekte-uitkering, de overlijdensuitkering, het wachtgeld, de uitkeringsregeling ontslag en andere op zijn/haar bruto maandsalaris gebaseerde toelagen of uitkeringen.

  • 2. De verlaging werkt niet door in de vaststelling van de berekeningsgrondslag en de premiegrondslag als bedoeld in het pensioenreglement, daardoor blijven ABP-premies en aanspraken ongewijzigd. De grondslagen voor de sociale verzekeringen wijzigen wat gevolgen kan hebben voor WAO/WIA aanspraken na ziekte (uitkering vindt dan plaats op basis van verlaagde brutolonen).

  • 3. Door verlaging van de bezoldiging overeen te komen, accepteert de medewerker dat eventuele nadelen van het verlagen van zijn bezoldiging in geld voor eigen rekening en risico komen.

Artikel 6 Einde dienstverband/opzegging lidmaatschap vakbond

Bij het einde van het dienstverband van de medewerker en wanneer de medewerker het lidmaatschap van de vakbond tussentijds opzegt (binnen het jaar van uitvoering) kan de te veel uitbetaalde vergoeding worden verrekend met het laatste salaris. Eveneens zullen dan eventueel te veel afgeschreven verlofuren worden bijgeboekt op de verlofkaart en het bedrag aan te veel ingehouden bezoldiging worden verrekend met het laatste salaris.

Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden, hardheidsclausule

  • 1. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, is het college bevoegd te besluiten.

  • 2. Wanneer toepassing van deze regeling leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard kan het college van deze regeling afwijken.

Artikel 8 Citeertitel en duur

  • 1. De regeling kan worden aangehaald als regeling vergoeding vakbondscontributie.

  • 2. De regeling is van kracht zolang de belastingvrije verstrekking van een vergoeding van de vakbondscontributie op grond van de Wet op de loonbelasting mogelijk is.

Ondertekening

Leek, 29 september 2009.
Burgemeester en wethouders van Leek,
B.C. Hoekstra, burgemeester H.K. Hofman, secretaris