Regeling vervallen per 01-08-2010

Verordening inzake het verlenen van subsidie voor het geven van godsdienstonderwijs aan scholen voor openbaar onderwijs en algemeen vormend onderwijs in de gemeente Leerdam

Geldend van 01-01-2002 t/m 31-07-2010

Intitulé

Verordening inzake het verlenen van subsidie voor het geven van godsdienstonderwijs aan scholen voor openbaar onderwijs en algemeen vormend onderwijs in de gemeente Leerdam

De raad der gemeente Leerdam;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 april 1986, no. V.1986-128;

Vast te stellen de volgende

VERORDENING INZAKE HET VERLENEN VAN SUBSIDIE VOOR HET GEVEN VAN GODSDIENSTONDERWIJS AAN SCHOLEN VOOR OPENBAAR BASISONDERWIJS EN ALGEMEEN VORMEND ONDERWIJS IN DE GEMEENTE LEERDAM.

Artikel 1.

Aan kerkelijke gemeenten, plaatselijke kerken of rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens hun statuten het geven van godsdienstonderwijs ten doel stellen alsmede aan leraren daartoe aangewezen door volledige rechtsbevoegdheid bezittende organisaties op geestelijke grondslag, die zich belasten met het geven van godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs in schoolverband, wordt op hun verzoek een tegemoetkoming uit de gemeentekas verleend in de kosten voortvloeiende uit het doen geven van bedoeld onderwijs in deze gemeente, voorzover dit onderwijs niet wordt gegeven door aan deze scholen verbonden (groeps)leerkrachten.

Artikel 2.

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder godsdienstonderwijs verstaan het onderricht in bijbelkennis, godsdienstleer en –geschiedenis en cultuurgeschiedenis van het christendom.

Artikel 3.

Het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt in schoolgebouwen gegeven aan de daarvoor in aanmerking komende groepen c.q. klassen, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders, voorzover de ouders, voogden of verzorgers daartegen geen bezwaar hebben.

Artikel 4.

De schooltijden gedurende welke het onderwijs wordt gegeven als bedoeld in artikel 3 worden opgenomen in het schoolwerkplan c.q. het lesrooster van de school.

Artikel 5.

De verantwoordelijkheid voor de inhoud van het godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs berust bij de instantie, die dit onderricht doet geven.

Artikel 6.

De voor het geven van godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk onderwijs aangewezen leerkrachten onthouden zich van het voeren van propaganda, hetzij voor het bijzonder onderwijs, hetzij anderszins.

Artikel 7.

  • 1.

    De in artikel 1 bedoelde tegemoetkoming bedraagt € 385,71 per jaar per wekelijks klokuur.

  • 2.

    Bij het berekenen van de tegemoetkoming zullen slechts in aanmerking worden genomen lessen, die regelmatig worden bezocht door ten minste 15 leerlingen.

  • 3.

    Een leerling mag voor de berekening van de tegemoetkoming slechts eenmaal worden meegerekend.

Artikel 8.

Voor het verkrijgen van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkoming zendt de in artikel 1 bedoelde instantie binnen 30 dagen na afloop van het cursusjaar bij burgemeester en wethouders een opgave in, vermeldende voor elke school afzonderlijk over het afgelopen schooljaar:

  • a.

    de naam van de leerkracht(en) die met het geven van godsdienstonderwijs c.q. levensbeschouwelijk vormingsonderwijs belast waren;

  • b.

    de lesuren die worden gegeven;

  • c.

    de dagen en uren, gedurende welke deze lesuren worden gegeven;

  • d.

    de groepen c.q. klassen;

  • e.

    de aantallen leerlingen, die iedere les hebben bijgewoond.

Deze opgave wordt, vóór de inzending, door de directeur van de betreffende onderwijsinstelling gewaarmerkt.

Voor de toepassing van deze verordening is het cursusjaar gelijk aan het werkelijke schooljaar.

Artikel 9.

De leerkrachten gedragen zich naar de aanwijzingen door de directeur van de school te geven.

Artikel 10.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders.

Artikel 11.

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening subsidiëring godsdienstonderwijs”.

Artikel 12.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1986.

Met ingang van deze datum vervallen de verordeningen zoals die gelden in de voormalige gemeenten Kedichem en Leerdam.

Nota Bene:

Deze verordening is nadien niet meer gewijzigd, met dien verstande dat bij raadsbesluit van 8 november 2001 in verband met de invoering van de Euro per 1 januari 2002 het in de verordening genoemde bedrag van fl. 850,-- (artikel 7, lid 1) is gewijzigd, dan omgerekend in € 385,71.

Bron: Verzamelbesluit aanpassing euro 2001.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 22 mei 1986.
De secretaris, De voorzitter,