Beleidsregel sanctiestrategie markten gemeente Leeuwarden

SANCTIESTRATEGIE MARKTEN GEMEENTE LEEUWARDEN

1. Inleiding

Voor het gebruik van de markt geldt een aantal spelregels, vervat in de Marktverordening Gemeente Leeuwarden 2003 (hierna: de Verordening) en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (hierna: het Besluit). Deze spelregels zorgen voor het behoud van de orde op de markt, waardoor de marktondernemer onder optimale omstandigheden zaken kan doen.

Het college van burgemeester & wethouders heeft moeten vaststellen dat de voorschriften van de Verordening en het Besluit soms worden overtreden. Om dit in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen en om te bevorderen dat gelijke overtredingen gelijk worden behandeld heeft het college besloten een sanctiebeleid op te stellen. Dat sanctiebeleid wordt hieronder beschreven . Het college zal het periodiek evalueren en onder de aandacht brengen van de marktondernemers.

2. Algemeen

De bevoegdheid om sancties op te leggen bij overtreding van Verordening of Besluit ontleent het college aan artikel 15 van de Marktverordening, de artikelen 22, 23 en 24 van het Besluit alsmede op artikel 125 van de Gemeentewet. Op grond van deze bepalingen is het college bevoegd de marktvergunning te schorsen voor ten hoogste vier marktdagen of deze zelfs in te trekken, al dan niet voorwaardelijk. Hieronder wordt uitgewerkt hoe het college van deze bevoegdheid gebruik gaat maken. Bijzondere omstandigheden kunnen voor het college overigens aanleiding zijn om van de onderstaande beleidslijn af te wijken.

De marktmeesters leggen alle constateringen/waarschuwingen/brieven, gedaan in het kader van de uitvoering van deze beleidsregel, vast.

De marktkoopman die een overtreding heeft begaan ten gevolge waarvan hij een mondelinge waarschuwing heeft gekregen, of dat de werking van zijn vergunning is geschorst, of dat zijn vergunning is ingetrokken, krijgt:

indien nog mogelijk, dezelfde dag nog door de marktmeester een schriftelijke bevestiging daarvan uitgereikt, vooruitlopend op

het definitieve schriftelijke bericht over de getroffen sanctie/ maatregel, dat de betreffende marktkoopman binnen een week na de gedane waarschuwing wordt toegezonden .

Voor het college tot schorsing of intrekking overgaat, krijgt de overtreder de gelegenheid zijn mening te geven over het voornemen van het college. De overtreder ontvangt dan daarover een brief van het college. In die brief vermeldt het college dat de overtreder de keuze heeft schriftelijk of mondeling op het voornemen te reageren en binnen welke termijn. Alleen in bijzondere gevallen legt het college een schorsing voorwaardelijk op en/of is deze schorsing van kortere duur.

Indien een schorsing wordt opgelegd zal er – in principe - tussen de datum van het schorsingbesluit en de datum van inwerkingtreding ervan een periode van veertien dagen zijn, zodat de overtreder zijn bedrijfsvoering aan kan passen aan deze schorsing. De schorsing geldt voor de standplaats en markt waar de overtreding plaatsgevonden heeft. Een koopman kan meerdere standplaatsen innemen op verschillende markten.

3.1 Lichte overtredingen

Overtredingen door vergunninghouders

Bij een eerste constatering van een lichte overtreding krijgt de overtreder een mondelinge waarschuwing van de marktmeester.

Indien binnen 6 maanden na de eerste/mondelinge waarschuwing de marktmeester een tweede lichte overtreding constateert dan krijgt de marktvergunninghouder een brief waarin het voornemen tot schorsing van de vergunning voor 2 marktdagen wordt kenbaar gemaakt, naar aanleiding waarvan binnen een kort tijdsbestek een zienswijze kan worden ingediend, waarna de sanctie (schriftelijk) wordt opgelegd, tenzij de ingediende zienswijze aanleiding geeft om daar alsnog van af te zien.

Bij een derde lichte overtreding binnen 6 maanden na de eerste, mondelinge, waarschuwing, volgt een onvoorwaardelijke schorsing van de marktvergunning voor de duur van in principe 3 of 4 marktdagen.

Als een marktvergunninghouder binnen een periode van 24 maanden viermaal een lichte overtreding begaat dan wordt de betreffende marktvergunning ingetrokken.

Overtredingen door meelopers en standwerkers

Bij een eerste constatering van een lichte overtreding krijgt de overtreder een mondelinge waarschuwing van de marktmeester.

Indien binnen 6 maanden na de eerste/mondelinge waarschuwing de marktmeester een tweede lichte overtreding constateert dan kan de marktmeester een standwerker of meeloper schorsen voor maximaal twee maanden, gelegen binnen een periode van één jaar na de bekendmaking van het besluit tot schorsing.

Bij een derde lichte overtreding binnen 6 maanden na de eerste, mondelinge, waarschuwing, volgt een schorsing door de marktmeester voor de duur van maximaal 4 maanden.

Als een meeloper/standwerker binnen een periode van 24 maanden viermaal een lichte overtreding begaat dan wordt de overtreder definitief geschorst.

Bovengenoemde beleidslijn wordt in principe gevolgd bij de overtredingen die in de bijlage zijn aangemerkt als lichte overtreding.

3.2 Middelzware overtredingen

Sommige overtredingen zijn ernstiger van aard, omdat zij de verdeling van de schaarse marktplaatsen onmiddellijk doorkruisen, zorgen voor onrust op de markt en/of het imago van de markt nadrukkelijker schaden dan wel de veiligheid in het geding brengen. Dit heeft gevolgen voor de procedure en/of het gewicht van de sanctie. Het gaat daarbij om de overtredingen die in de bijlage zijn aangemerkt als middelzware overtredingen, zoals het niet persoonlijk innemen van de standplaats, het afstaan of in gebruik geven van de standplaats en ook het verzuimen van afmelding bij afwezigheid.

Bij deze overtredingen volgt de eerste keer een mondelinge waarschuwing door de marktmeester. Indien binnen 6 maanden na de datum van de eerste overtreding nogmaals één van deze overtredingen plaatsvindt dan volgt een schorsing van vier marktdagen.

Bij een derde middelzware overtreding binnen een periode van 24 maanden volgt intrekking van de marktvergunning.

3.2 Zware overtredingen

Overtredingen die vallen onder:

• -

  wangedrag (waaronder bedreigen en bedreigend intimideren van de marktmeester);

• -

  bedrog;

• -

  handelingen die het ordelijk verloop op de markt in ernstige mate verstoren (alle art. Verordening) en

• -

  voorschriften met betrekking tot het hinderen van de vrije doorgang voor hulpdiensten worden aangemerkt als zware overtredingen.

In deze gevallen volgt geen mondelinge waarschuwing, maar wordt de marktvergunning direct geschorst voor vier marktdagen bij vergunninghouders en worden meelopers/standwerkers geschorst voor vier maanden. In uitzonderlijke gevallen zal de reactie op overtredingen van deze aard geen schorsing zijn, maar zal – in het geval van vergunninghouders - , de betreffende marktvergunning worden ingetrokken. Standwerkers en meelopers worden in een dergelijk geval definitief geschorst.

Indien binnen een periode van 24 maanden na de overtreding waartegen de hierboven bedoelde schorsing is opgelegd, de betreffende marktkoopman/ standwerker/meeloper nogmaals een zware overtreding begaat dan zal de marktvergunning worden ingetrokken/wordt de standwerker/meeloper definitief geschorst.

Als de indruk bestaat dat naast het laakbare gedrag ook (een vermoeden van) een strafbaar feit bestaat, dan zal de gemeente de politie hiervan in kennis stellen en/of aangifte doen.

4.Geen standplaats innemen

De Verordening verplicht vaste standplaatshouders hun standplaats tenminste veertig keer per jaar op de markt in te nemen. Dit voor-schrift geldt voor (elk van) de aan de vaste standplaatshouder per marktdag toegewezen standplaats(en). Als de vaste standplaatshouder aan deze verplichting niet voldoet, overtreedt hij artikel 9 van het Besluit. De aard van deze overtreding brengt mee, dat een sanctie als schorsing wellicht niet het beoogde effect sorteert. Op deze overtreding volgt daarom geen schorsing, maar een voorwaardelijke intrekking van de marktvergunning (met een proeftijd van een jaar) voor de marktdag van overtreding.

Als de overtreder zich in de proeftijd opnieuw niet aan de regels houdt trekt de marktbeheerder, namens het college, de marktvergunning voor die bewuste marktdag of –dagen definitief in.

5.Rechtsbescherming

Tegen een waarschuwing, voornemen tot schorsing of intrekking van de marktvergunning, kan geen bezwaarschrift worden ingediend. Tegen de daadwerkelijk opgelegde schorsing of intrekking uiteraard wel. Maakt men van deze bevoegdheid gebruik, dan vormt dat voor het college geen reden om de werking van de opgelegde sanctie op te schorten. Het college voert het besluit dus meteen uit, tenzij een verzoek om een Voorlopige Voorziening door de President van de rechtbank is toegewezen.

Deze beleidsregel is

vastgesteld bij besluit van het college van 19 augustus 2008,

gepubliceerd op 15 oktober 2009

Bijlage: