Regeling vervallen per 01-01-2016

Bezoldigingsverordening

Geldend van 17-02-2015 t/m 31-12-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2015

Intitulé

Bezoldigingsverordening

Bezoldigingsverordening

Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarden 2015

Inhoudsopgave

  • Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

    • Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Hoofdstuk 2 Salaris

    • Artikel 2 Recht op salaris

    • Artikel 3 Gebroken tijdvakken

    • Artikel 4 Onvolledige betrekking

    • Artikel 5 Salarisbedragen

    • Artikel 6 Salarisbedragen

    • Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

    • Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

    • Artikel 9 De tijd die niet meetelt voor de vaststelling van de periodieke verhoging

    • Artikel 10 Geen periodieke verhoging

    • Artikel 11 Ziekte en periodieke salarisverhoging

    • Artikel 12 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

  • Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

    • Artikel 13 Gratificatie

    • Artikel 14 tm 18 Vervallen

    • Artikel 19 Waarnemingstoelage

    • Artikel 19a Waarnemingstoelage

    • Artikel 20 Overwerkvergoeding

    • Artikel 21 Toelage onregelmatige dienst

    • Artikel 22 Afbouwtoelage

    • Artikel 23 Refertetijdvak toelagen

  • Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

    • Artikel 24 Onvoorziene gevallen

    • Artikel 25 Slotbepaling

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    ambtenaar:

    • 1

      de ambtenaar in de zin van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

    • 2

      de werknemer als bedoeld in artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • b

    salaris: het salaris, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • c

    uurloon: het uurloon, als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • d

    schaal: de schaal, als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, opgenomen in bijlage II of IIa van die regeling;

  • e

    maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • f

    bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • g

    betrekking: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • h

    volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden;

  • i

    overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder l, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden.

  • j

    beoordelingssysteem:

    het beoordelingssysteem zoals vervat in artikel 5 tot en met 10 en bijlage 1 van de HR gesprekscyclus 2015.

Hoofdstuk 2 Salaris

Artikel 2 Recht op salaris

Lid 1

Het recht op salaris vangt aan met ingang van de dag waarop de aanstelling van de ambtenaar ingaat. Indien in het aanstellingsbesluit geen datum van ingang is vermeld, vangt het recht op salaris aan met ingang van de dag waarop de ambtenaar feitelijk in dienst is getreden.

Lid 2

Het recht op salaris eindigt, in geval van ontslag, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.

Artikel 3 Gebroken tijdvakken

Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.

Artikel 4 Onvolledige betrekking

Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.

Artikel 5 Salarisbedragen

De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden of, indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage.

Artikel 6 Salarisbedragen

Lid 1

De toepassing van bijlage II dan wel bijlage IIa van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden vindt plaats conform hetgeen is bepaald in artikel 3:1, derde t/m vijfde lid, van Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Leeuwarden.

Lid 2

Burgemeester en wethouders bepalen met inachtneming van de resultaten van een functiewaarderingsonderzoek de voor de ambtenaar geldende salarisschaal, tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet.

Lid 3

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen met betrekking tot de uitvoering van een functiewaarderingsonderzoek en de daarbij te hanteren methode.

Lid 4

Voor de uitoefening van de bevoegdheid van burgemeester en wethouders zoals omschreven in lid 2 en 3 geldt dat indeling als regel plaatsvindt in de salarisschaal die op grond van functiewaardering bij de functie hoort, zijnde de functieschaal. Hiervan kan in de volgende gevallen gemotiveerd naar de ambtenaar worden afgeweken:

  • a

    indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders de ambtenaar nog niet of niet volledig aan alle functie-eisen voldoet, vindt indeling in de naast lagere salarisschaal dan de functieschaal plaats, zijnde de aanloopschaal. De duur van deze indeling is als regel 1 jaar met een mogelijkheid van verlenging met maximaal 1 jaar;

  • b

    indien de ambtenaar op grond van het functieniveau in aanmerking komt voor indeling in een hogere salarisschaal, maar naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet voldoet aan de eis van een normaal goede functievervulling, blijft indeling in de aanloopschaal gehandhaafd totdat aan de eis wordt voldaan;

Lid 5

Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.

Artikel 7 Periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert, blijkend uit een waardering score C, conform het beoordelingssysteem vervat in de regeling HR-cyclus 2015 en artikel 6 lid 1, wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal verhoogd tot het naast hogere bedrag.

Lid 2

De periodieke verhogingen worden toegekend aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van 1 april na het jaar waarin de ambtenaar is aangesteld.

Lid 3

In geval van overgang naar een functie, gerangschikt in dezelfde schaal, wordt voor de vaststelling van de periodieke verhoging in de nieuwe functie mede rekening gehouden met de in de verlaten functie verworven periodieke verhoging.

Artikel 8 Extra periodieke verhoging van het salaris

Lid 1

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, wordt een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, toegekend op grond van uitstekende vervulling van de betrekking, blijkend uit toekenning van een score D van het beoordelingssysteem.

Lid 2

Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal heeft bereikt, wordt een extra salarisverhoging toegekend op grond van uitstekende vervulling van de betrekking. Deze salarisverhoging is gelijk aan het verschil tussen de een na laatste trede van de functieschaal en het maximum van die schaal.

Lid 3

De in lid 2 genoemde extra periodiek wordt gekapitaliseerd over een jaar en in één keer bruto uitgekeerd.

Artikel 9 De tijd die niet meetelt voor de vaststelling van de periodieke verhoging

Lid 1

Voor de vaststelling van de periodieke verhoging telt niet mee:

  • A

    de tijd, doorgebracht met verlof zonder recht op bezoldiging, indien het verlof is verleend uitsluitend in het belang van de ambtenaar, dan wel is verleend onder voorwaarde, dat bedoelde tijd niet zal meetellen voor de vaststelling van de periodieke verhoging;

  • B

    de tijd, doorgebracht met verlof zonder recht op bezoldiging, voor zover deze een tijdvak van een jaar te boven gaat;

  • C

    de tijd gedurende welke de ambtenaar in de uitoefening van zijn ambt is geschorst:

    • a

      bij wijze van disciplinaire straf;

    • b

      op grond van het feit dat een strafrechtelijke vervolging wegens misdrijf tegen hem is ingesteld, of hem door het daartoe bevoegde gezag het voornemen tot bestraffing met onvoorwaardelijk ontslag te kennen gegeven, of hem van de oplegging van deze straf mededeling is gedaan, dan wel dat tegen hem volgens de ter zake geldende bepalingen van het Wetboek van Strafvordering een bevel tot inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis wordt ten uitvoer gelegd;

    • c

      omdat het belang van de dienst de schorsing vorderde, tenzij het tot schorsen bevoegde gezag het tegendeel bepaalt.

Lid 2

Indien vaststaat dat een schorsing als bedoeld in het vorige lid onder C sub b, niet door het ten uitvoer leggen van een straf is gevolgd noch zal worden gevolgd, telt de tijd van deze schorsing alsnog mee voor de vaststelling van de periodieke verhoging.

Lid 3

In afwijking van het eerste lid onder B, kan, indien in het algemeen belang verlof zonder recht op bezoldiging wordt genoten voor een tijdvak van langer dan een jaar, dit tijdvak volledig in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de periodieke verhoging.

Artikel 10 Geen periodieke verhoging

Lid 1

Indien een ambtenaar onvoldoende functioneert(score A of B uit het beoordelingssysteem), wordt de in artikel 7 bedoelde salarisverhoging achterwege gelaten.

Lid 2

De bepalingen uit de regeling HR-cyclus zijn van toepassing aangaande de formele gang van zaken bij het niet toekennen van een periodieke verhoging op grond van onvoldoende functioneren.

Artikel 11 Ziekte en periodieke salarisverhoging

Een verhindering wegens ziekte als bedoeld in hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden zal niet van invloed zijn op het tijdstip van toekenning van periodieke salarisverhogingen mits er voldaan wordt aan de voorwaarde van voldoende functioneren dan wel dat er gelegenheid is geweest dit voldoende functioneren te kunnen constateren.

Artikel 12 Salaris bij bevordering naar hogere schaal

Lid 1

Wanneer de ambtenaar wordt bevorderd naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:

  • a

    voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder a, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris dat de ambtenaar in de oude schaal zou hebben genoten;

  • b

    voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal.

Lid 2

Wanneer de ambtenaar nog niet voldoet aan de functie-eisen en competenties die gesteld worden aan de functie kan bepaald worden dat de indeling in het naasthogere bedrag van de functieschaal achterwege blijft, zulks ter beoordeling van de leidinggevende en met in achtneming van de systematiek zoals genoemd in de regeling HR-cyclus.

Hoofdstuk 3 Instrumenten van flexibele beloning

Artikel 13 Gratificatie

Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden worden toegekend.

Artikel 14 tm 18 Vervallen

Artikel 14 t/m 18 zijn komen te vervallen

Artikel 19 Waarnemingstoelage

Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden.

Artikel 19a Waarnemingstoelage

De ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een maximumsalaris hoger dan dat van schaal 6 heeft aanspraak op een vergoeding als bedoeld in artikel 3:1:2 lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling indien de waarneming in een aaneengesloten tijdvak van zes weken anders dan als gevolg van vakantie van de ambtenaar, wiens betrekking wordt waargenomen ten minste twintig volle werkdagen heeft geduurd in welk geval hem de vergoeding over de dagen waarop hij, anders dan als gevolg van eerder genoemde vakantie, reeds waargenomen heeft, alsnog wordt uitbetaald.

Artikel 20 Overwerkvergoeding

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11, wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden.

Artikel 21 Toelage onregelmatige dienst

Lid 1

Aan de ambtenaar voor wie een salarisschaal geldt met een lager maximumsalaris dan dat van schaal 11 en voor wie de werktijden zijn vastgesteld conform in artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, wordt een toelage toegekend op grond van artikel 3:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden.

Lid 2

De toelage als bedoeld in het eerste lid bedraagt per gewerkt uur een percentage van het voor de ambtenaar geldende salaris per uur en wel:

  • a

    20% voor de uren op maandag tot en met vrijdag tussen 6.00 en 8.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur;

  • b

    40% voor de uren op zaterdag tussen 6.00 en 22.00 uur;

  • c

    40% voor de uren op maandag tot en met zaterdag tussen 0.00 en 6.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur;

  • d

    65% voor de uren op zondag en op de feestdagen genoemd in artikel 4:5, derde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, met dien verstande dat genoemde percentages worden berekend over ten hoogste het salaris per uur, dat is afgeleid van het salaris horende bij schaal 6.

Lid 3

Voor de in het vorige lid onder a genoemde morgen- en avonduren wordt de toelage slechts toegekend, indien de arbeid is aangevangen vóór 7 uur, respectievelijk is beëindigd na 19 uur.

Lid 4

Indien Burgemeester en wethouders van oordeel zijn dat ten aanzien van bepaalde ambtenaren of groepen van ambtenaren bij de vaststelling van de bezoldiging, bij de vaststelling van de duur der wekelijkse werktijd of bij de regeling van de overige rechtspositie reeds rekening is gehouden met de verplichting om ingevolge de vastgestelde werktijdregeling arbeid te verrichten anders dan tussen 8 en 18 uur op maandag tot en met vrijdag, kunnen zij besluiten deze ambtenaren of groepen van ambtenaren niet in aanmerking te doen komen voor de toelage, dan wel slechts in aanmerking te doen komen voor een toelage tot een lager bedrag dan bij toepassing van het eerste t/m derde lid het geval zou zijn.

Lid 5

In bijzondere gevallen kan een regeling worden getroffen die het bepaalde in de vorige leden aanvult of daarvan afwijkt.

Artikel 22 Afbouwtoelage

Lid 1

Aan de ambtenaar wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage, als bedoeld in artikel 21, een blijvende verlaging ondergaat, wordt door burgemeester en wethouders een aflopende toelage toegekend, indien:

  • a

    die blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van het salaris, en

  • b

    de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikel 21 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan, gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Lid 2

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikel 21 – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikel 21 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.

Lid 3

De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende tenminste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikel 21 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid

Lid 4

Voor de toepassing van de voorgaande leden wordt onder wezenlijke onderbreking verstaan een onderbreking van langer dan twee maanden.

Lid 5

Burgemeester en wethouders stellen voor de uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

Artikel 23 Refertetijdvak toelagen

Voor de toepassing van het bepaalde in de voorafgaande artikelen van hoofdstuk 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden worden de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3 Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leeuwarden, de overgangstoelage onregelmatige dienst, alsmede de prestatiebeloning slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden of in de dertien kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week is toegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van de ambtenaar per maand of per week wordt uitbetaald.

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Artikel 24 Onvoorziene gevallen

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, treffen burgemeester en wethouders een bijzondere regeling.

Artikel 25 Slotbepaling

Lid 1

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 en kan worden aangehaald als de “Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarden 2015”.

Lid 2

De “Bezoldigingsverordening gemeente Leeuwarden, zoals vastgesteld op 1 april 2002 en zoals sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken per 1 januari 2015.