Regeling vervallen per 01-01-2018

Mandaatstatuut 2017

Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2017

Intitulé

Mandaatstatuut 2017

Het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester van de gemeente Leeuwarden, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gelet op de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht en het Organisatiebesluit Leeuwarden 2014;

gelet op de artikelen 59a van de Gemeentewet, de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n :

I.de uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in het bij dit besluit behorend overzicht met inbegrip van de ondertekening van stukken, op te dragen aan de Algemeen Directeur, de Directeur II en de Strategisch Managers I, II en III voor zover niet uitgezonderd en onder de voorwaarden zoals vermeld in het overzicht;

II. ten aanzien van de uitoefening van de onder punt I van dit besluit bedoelde mandaten de volgende algemene bepalingen vast te stellen:

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • 1.

    bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, ieder voor zover zijn bevoegdheden betreft;

  • 2.

    de gemandateerde functionarissen: de Algemeen Directeur, de Directeur II en de Strategisch managers I, II, III.

  • 3.

    de wet: de Algemene wet bestuursrecht, hierna genoemd: Awb;

  • 4.

    Organisatiebesluit: Organisatiebesluit Leeuwarden 2014

  • 5.

    mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • 6.

    volmacht: de bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen;

  • 7.

    machtiging: de bevoegdheid tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn;

  • 8.

    het overzicht: het overzicht met de (onder)gemandateerde bevoegdheden als bedoeld in artikel 6 van dit mandaatstatuut; 9. Generieke functie: de functie van de functionaris zoals die is toebedeeld in het door de gemeente Leeuwarden gehanteerde functiewaarderingssysteem HR 21; 10. Werknaam: de meer herkenbare functienaam van de functionaris zoals die in het dagelijks verkeer wordt gebruikt en is weergegeven in het organigram van de Gemeente Leeuwarden.

Artikel 2: Verlenen van ondermandaat

  • 1.

    Het verlenen van ondermandaat door de gemandateerde functionarissen, is toegestaan aan de onder de verantwoordelijkheid van deze functionarissen werkzame medewerkers, voor zover genoemd en onder de voorwaarden zoals vermeld in het overzicht;

  • 2.

    Het verlenen van ondermandaat door de gemandateerde functionarissen is toegestaan aan niet onder de verantwoordelijkheid van deze functionarissen werkzame personen, voor zover genoemd en onder de voorwaarden zoals vermeld in het overzicht;

  • 3.

    Elke wijziging in de verlening van (onder)mandaat, (onder)volmacht of (onder)machtiging ter zake van de uitoefening van bevoegdheden die in het bij dit statuut behorende overzicht zijn opgenomen:

  • is te herleiden tot een besluit voorzien van datum en ondertekening;

  • dient ter kennis te worden gebracht van het bestuursorgaan

  • door middel van toezending van het besluit aan de sector Juridische- en Veiligheidszaken.

  • 4.

    4.Een schriftelijk verleend mandaat, volmacht dan wel machtiging wordt bekendgemaakt.

Artikel 3: Vervanging bij afwezigheid

  • 1. In geval van afwezigheid van functionarissen aan wie bij of krachtens dit statuut bevoegdheden zijn opgedragen, worden de betreffende bevoegdheden uitgeoefend overeenkomstig de regeling als weergegeven in de artikelen 2, tweede lid, 4, tweede lid, 5, tweede lid, en 6, tweede lid, van het Organisatiebesluit. Voor zover het Organisatiebesluit geen regeling geeft vindt vervanging volgens het principe van “horizontale vervanging” plaats.

  • 2. De Algemeen Directeur kan met in achtneming van het Organisatiebesluit voor elke Directeur II een plaatsvervanger aanwijzen, die in geval van afwezigheid van die Directeur II en de aan een van de hiervoor genoemde functionarissen opgedragen bevoegdheden uitoefent.

Artikel 4: Uitzonderingen

  • 1. In de volgende gevallen worden de (onder)gemandateerde dan wel (onder)gevolmachtigde of (onder)gemachtigde bevoegdheden eerst aan het bestuursorgaan of aan een lid van dat bestuursorgaan ter beoordeling voorgelegd:

    • a.

      indien het voornemen bestaat tot aanvulling of afwijking van het tot dan gevoerde beleid of tot vaststelling van nieuw beleid;

    • b.

      indien het te nemen besluit zich niet verdraagt met wettelijke voorschriften of bestaand beleid;

    • c.

      indien uit het te nemen besluit financiële consequenties zullen voortvloeien, die niet in de begroting zijn voorzien;

    • d.

      indien de schijn van vooringenomenheid kan worden gewekt, in het geval het besluit genomen zou worden door een (onder-)gemandateerde of ( onder) gevolmachtigde;

  • 2. Brieven en andere documenten gericht aan de Kroon, ministers, staatssecretarissen, Nationale ombudsman, Raad van State, Commissaris der Koningin, Provinciale Staten of Gedeputeerde Staten, worden ondertekend door het bestuursorgaan, behoudens zaken met een routinematig karakter.

Artikel 5: Vermelding bestuursorgaan

In geval van de uitoefening van:

  • -

    mandaat of ondermandaat,

  • -

    volmacht of ondervolmacht

  • -

    of machtiging of ondermachtiging

worden de documenten als volgt ondertekend:

“burgemeester en wethouders van Leeuwarden,

namens dezen:

(persoonlijke ondertekening)

naam en functie van de (onder)gemandateerde”,

respectievelijk:

“De burgemeester van Leeuwarden,

namens deze:

(persoonlijke ondertekening)

naam en functie van de (onder)gemandateerde”.

Bij de ondertekening wordt in beginsel niet de generieke functie, zoals die is weergegeven in de in artikel 6 bedoelde overzicht, van de (onder)gemandateerde vermeld. In plaats daarvan worden documenten ondertekend met de meer herkenbare werknaam van de desbetreffende (onder)gemandateerde.

Artikel 6: Vastleggen (onder)mandaat

  • 1.

    De verlening van (onder)mandaat, (onder)machtiging of (onder)volmacht aan functionarissen, betrekking hebbende op de uitoefening van bevoegdheden van het bestuursorgaan, wordt vastgelegd:

    • -

      in het overzicht;

    • -

      in een separaat door de gemandateerde functionarissen als genoemd onder I genomen besluit als het individuele gevallen betreft waarin aan een specifieke persoon en functie binnen een dienst c.q. sector bepaalde bevoegdheden worden verleend. Een en ander met inachtneming van artikel 2 lid 3.

  • De functionarissen oefenen de aan hen verleende bevoegdheid uit voor zover dit betreft het organisatieonderdeel waar zij hun functie uitoefenen.

In het overzicht dan wel separaat besluit is opgenomen:

  • a.

    de (wettelijke) grondslag;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de bevoegdheden die worden opgedragen;

  • c.

    het oorspronkelijk bevoegde bestuursorgaan;

  • d.

    de ‘laagste’ (onder)gemandateerde functionaris (vermeld onder de generieke functienaam).

  • 2.

    Onder de uitvoering van de (onder)gemandateerde genoemde bevoegdheden wordt tevens verstaan:

  • a.

    het verrichten van alle benodigde voorbereidingshandelingen;

  • b.

    het verrichten van alle benodigde handelingen na het nemen van het besluit;

  • c.

    het voeren van correspondentie;

  • d.

    het verstrekken van informatie;

  • 3.

    Voor de onder lid 2 genoemde bevoegdheden geldt dat het ondermandaat zich uitstrekt tot op medewerkersniveau voor zover het betreft feitelijke handelingen zonder rechtsgevolg en /of zonder verandering in de rechtspositie van een of meer anderen in verhouding tot het bestuursorgaan.

Artikel 7. Vertegenwoordiging gemeente in procedures

Bij de vertegenwoordiging van de gemeente of een van haar bestuursorganen bij de behandeling van bezwaarschriften, administratieve, beroeps- en gerechtelijke procedures, bij (hoger) beroep, bij de behandeling van (aanvragen voor) voorlopige voorzieningen en bij schorsingsverzoeken, wordt vooraf de reikwijdte van de machtiging bepaald om, indien noodzakelijk, tijdens een zitting proceshandelingen te verrichten, inclusief het nemen van besluiten en/of het sluiten van compromissen ter zitting. De reikwijdte van de vertegenwoordiging wordt tijdig bepaald na overleg tussen de vertegenwoordiger en de portefeuillehouder c.q. de leidinggevende van de vertegenwoordiger.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit statuut en het hierbij gevoegde mandaatoverzicht treden in werking op 1 januari 2017;

Het Mandaatstatuut van 12 juli 2016 en de daarbij gevoegde mandaatoverzichten, met uitzondering van het mandaatoverzicht PO&O, van de gemeente Leeuwarden vervallen per 1 januari 2017.

Artikel 9. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: “Mandaatstatuut 2017”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 13 december 2016
Burgemeester en wethouders voornoemd,
burgemeester,
secretaris.
De burgemeester van Leeuwarden,

Mandaatoverzicht totaal

Mandaatoverzicht totaal