Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.1 f APV gemeente Leeuwarden

Geldend van 08-02-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.1 f APV gemeente Leeuwarden

Besluitnummer: Z218935-2020

AP

DE BURGEMEESTER VAN LEEUWARDEN;

Overwegende,

-dat op grond van artikel 2:1f van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leeuwarden (APV) aan een persoon een bevel kan worden gegeven om zich niet op te houden op een openbare plaats in een of meer bepaalde delen van de gemeente Leeuwarden in het belang van de openbare orde;

-dat het voor de uitoefening van deze bevoegdheid voor de hiervoor genoemde gebiedsontzeggingen wenselijk is een beleidsregel vast te stellen;

BESLUIT:

- De ‘Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.1f APV gemeente Leeuwarden’ van 29 januari 2020 vast te stellen;

- te bepalen dat deze beleidsregel een dag na publicatie in werking treedt.

Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.1 f APV gemeente Leeuwarden

Artikel 1 Opleggen gebiedsontzegging

1. De gedragingen waarvoor een gebiedsontzegging kan worden opgelegd, zijn opgenomen in artikel 2.1f lid 1 APV;

2. Een gebiedsontzegging geldt voor:

- de binnenstad van de gemeente Leeuwarden; of

- het evenemententerrein indien er sprake is van het verstoren van de openbare orde bij een evenement; of

- een gebied elders in de gemeente Leeuwarden waarbinnen of in de nabijheid waarvan de overtreding heeft plaatsgevonden en dat in overleg tussen de politie en de gemeente nader wordt bepaald.

3. Tot het geven van een gebiedsontzegging voor de duur van de in artikel 2.1f lid 1 APV genoemde periodes zijn medewerkers van de politie Noord Nederland en nader bepaalde medewerkers van de dienst Stadstoezicht gemandateerd. Een en ander in overeenstemming met het ‘’Mandaatbesluit inzake de uitvoering van artikel 2:1f van de APV’’ en de daarbij behorende instructie “Gebiedsontzegging in de gemeente Leeuwarden”.

Artikel 2 Zienswijzen

De betrokkene aan wie een gebiedsontzegging wordt opgelegd wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijzen kenbaar te maken overeenkomstig artikel 4:8 en 4:11 Algemene wet bestuursrecht. Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt in het besluit tot oplegging van een gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Doorgaans zal het daarbij gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, zoals wonen, werken, het bezoek aan een huisarts, advocaat of hulpverleningsinstantie.

Artikel 3 Bekendmaken gebiedsontzegging

De gebiedsontzegging voor de duur van de in artikel 2.1f lid 2 APV genoemde perioden wordt in persoon aan de betrokkene uitgereikt. Daartoe is een formulier vastgesteld. Gebiedsontzeggingen voor de duur van twee weken of langer worden ook per (aangetekende) post toegezonden. De gedraging waarop de gebiedsontzegging is gebaseerd wordt medegedeeld, alsmede voor welk tijdvak en voor welk gebied de ontzegging geldt. Tevens wordt een kaart van het gebied bijgevoegd en/of wordt een beschrijving van het betreffende gebied gegeven. Een afschrift van het besluit wordt aan de afdeling JVZ en de Dienst Stadstoezicht van het Veiligheidsdomein van de gemeente Leeuwarden alsmede aan de politie Noord Nederland overlegd.

Artikel 4 Dossiervorming en verslaglegging

Voor het opleggen van een gebiedsontzegging voor de duur van twee tot acht weken levert de politie dan wel de Dienst Stadstoezicht een dossier aan bij de afdeling JVZ. Dit dossier dient in ieder geval te bevatten:

Een op ambtsbelofte / op ambtseed opgemaakt proces verbaal van bevindingen of een op ambtsbelofte opgemaakte bestuurlijke rapportage waarin alle relevante bij de politie en bij de Dienst Stadstoezicht bekende en geregistreerde gedragingen van de betrokkene zijn vastgelegd met als doel om een totaalbeeld van de gedragingen van betrokkene te schetsen en inzicht te geven in de wijze van de totstandkoming van de eerder opgelegde kortdurende gebiedsontzeggingen. Verder omvat of wordt toegevoegd aan de bestuurlijke rapportage dan wel het proces verbaal van bevindingen:

- het gebied waarvoor een gebiedsontzegging dient te worden opgelegd;

- afschrift(en) van de eerder opgelegde gebiedsontzeggingen.

Artikel 5 Duur van de gebiedsontzegging

In het hiernavolgende wordt de duur van de op te leggen gebiedsontzegging aangegeven.

1. Constatering van een feit als genoemd in artikel 2:1 f lid 1 APV, dat bij wet is gekwalificeerd als een overtreding:

- Bij een eerste constatering van een overtreding: een van de termijnen zoals genoemd in artikel 2:1f lid 2 APV;

- Bij een tweede constatering van een overtreding: 2 weken;

- Bij een derde constatering van een overtreding: 4 weken;

- Bij vierde constatering van een overtreding: 6 weken;

- Bij vijfde constatering van een overtreding: 8 weken.

2. Constatering van een feit als genoemd onder artikel 2:1f lid 1 APV, dat bij wet is gekwalificeerd als een misdrijf:

- Bij een eerste constatering van een misdrijf: een van de termijnen als genoemd in artikel 2:1f lid 2 APV;

- Bij een tweede constatering van een misdrijf: 4 weken;

- Bij derde constatering misdrijf: 8 weken.

Bij een combinatie van overtredingen en misdrijven geldt een optelsom van twee weken voor iedere overtreding en vier weken voor ieder misdrijf. Dit tot ten hoogste maximaal 8 weken.

Een bevel voor de duur van 2 tot maximaal 8 weken kan slechts worden gegeven als de (nieuwe) overtreding of het misdrijf binnen zes maanden na het opleggen van de eerdere gebiedsontzegging plaatsvindt.

Artikel 6 Verhouding met Gemeentewet (artikel 172a)

Indien het opleggen van een gebiedsontzegging op grond van artikel 2:1f APV niet toereikend wordt geacht, bijvoorbeeld gelet op de ernst van de ordeverstoringen die hebben plaatsgevonden, dan kan een bevel op grond van artikel 172a Gemeentewet worden gegeven. Dit kan het geval zijn indien het bijvoorbeeld noodzakelijk wordt geacht een gebiedsverbod op te leggen voor een langere duur dan 8 weken, voor meerdere tijdvakken of indien een meldplicht of groepsverbod noodzakelijk wordt geacht.

Artikel 7 Inwerkingtreding en cumulatie gebiedsontzegging

Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat het besluit aan de

betrokkene wordt bekend gemaakt. Als een gebiedsontzegging wordt bekend gemaakt terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de termijn van de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Artikel 9 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel gebiedsontzeggingen artikel 2.1f APV gemeente Leeuwarden.

Ondertekening

Leeuwarden, 29 januari 2020

De Burgemeester voornoemd,

mr. S. van Haersma Buma