Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Leeuwarden 2014

Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Intitulé

Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Leeuwarden 2014

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste adviescommissie voor de bezwaarschriften;

  • c.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • d.

    leerplichtambtenaar: ambtenaar als bedoeld in artikel 16 van de Leerplichtwet 1969 (Staatsblad 1994, 255) en die ingevolge artikel 14, lid 3, van voornoemde wet, als zijnde een bestuursorgaan de bevoegdheid uitoefent om te besluiten over aanvragen voor verlof van meer dan tien dagen per schooljaar.

Artikel 2 Inleidende bepaling commissie

  • 1.

    Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaren tegen besluiten van de raad, het college, de burgemeester en de leerplichtambtenaar.

  • 2.

    De commissie is niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

  • a.

    een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken;

  • b.

    ten aanzien van bezwaarschriften gericht tegen besluiten inzake het toekennen van uitkeringen aan ambtenaren op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling, waarvan de toekenning van een uitkering en het nemen van een besluit om uitvoeringstechnische gronden uitbesteed zijn, kan het college bepalen dat deze bezwaarschriften niet vallen onder de bevoegdheid van de commissie als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste een voorzitter en twee leden.

  • 2.

    De voorzitters en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3.

    Het college kan een aantal plaatsvervangende leden benoemen.

  • 4.

    De commissie regelt de vervanging van de voorzitters en de leden.

  • 5.

    De voorzitters en de leden van de commissie maken geen deel uit van en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur.

Artikel 4 Kamers

  • 1.

    De commissie bestaat uit drie kamers:

  • a.

    de algemene kamer;

  • b.

    de sociale zekerheidskamer;

  • c.

    de kamer voor personeelsaangelegenheden.

  • 2.

    De voorbereiding van de advisering geschiedt op de volgende wijze:

  • a.

    de algemene kamer bereidt adviezen voor over alle bezwaren die niet tot de competentie van de andere twee kamers behoren;

  • b.

    de sociale zekerheidskamer bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaren tegen besluiten op grond van de sociale zekerheid;

  • c.

    de kamer voor personeelsaangelegenheden bereidt adviezen voor met betrekking tot bezwaarschriften die zijn ingediend tegen genomen besluiten of verrichte handelingen ten aanzien van ambtenaren in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet.

  • 3.

    Het college regelt, indien noodzakelijk, de overige werkzaamheden met betrekking tot de adviestaak van de commissie en haar kamers.

  • 4.

    Elke kamer bestaat uit tenminste drie leden waarvan één lid optreedt als voorzitter.

  • 5.

    Op de werkwijze van de kamers is het bepaalde in deze verordening zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Secretaris

  • 1.

    De secretarissen van de commissie zijn door het college aangewezen ambtenaren.

  • 2.

    Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers aan van de secretaris.

  • 3.

    De secretaris kan laten onderzoeken of het bezwaar in der minne kan worden geschikt en verricht daartoe de nodige handelingen.

  • 4.

    De secretaris toetst, al dan niet in overleg met de voorzitter, voorafgaande aan de hoorzitting, de kennelijke ontvankelijkheid van het bezwaarschrift .

Artikel 6 Zittingsduur

  • 1.

    De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar.

  • 2.

    De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de raad.

  • 3.

    De voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan het college.

  • 4.

    Het lidmaatschap eindigt bij overlijden, of op de dag dat de voorzitter, lid of plaatsvervangend lid deel gaat uitmaken van het gemeentebestuur of wordt aangesteld als ambtenaar zoals bedoeld in artikel 3, lid 5, van deze verordening.

  • 5.

    De aftredende of ontslag nemende voorzitters, de leden en de plaatsvervangende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien, behoudens het bepaalde in lid 4.

Artikel 7 Ingediend bezwaarschrift

  • 1.

    Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2.

    Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

  • 3.

    Bij het bericht van ontvangst als bedoeld in artikel 6:14, van de Awb, wordt vermeld dat een commissie als bedoeld in artikel 7:13 Awb over het bezwaar zal adviseren.

Artikel 8 Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Awb worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de commissie:

  • a.

    artikel 2:1, tweede lid;

  • b.

    artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn;

  • c.

    artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

  • d.

    artikel 7:4, tweede lid;

  • e.

    artikel 7:6, vierde lid.

Artikel 9 Vooronderzoek

  • 1.

    De commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2.

    De commissie kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 10 Hoorzitting

  • 1.

    De commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2.

    De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb .

Artikel 11 Uitnodiging zitting

  • 1.

    De commissie nodigt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken voor de zitting schriftelijk uit.

  • 2.

    Binnen drie werkdagen na de uitnodiging kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan onder opgaaf van zwaarwegende redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3.

    De beslissing van de commissie op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de zitting aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4.

    De commissie is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen die genoemd zijn in het eerste tot en met het derde lid.

Artikel 12 Horen

  • 1.

    Voordat de commissie een advies uitbrengt, stelt zij belanghebbenden in de gelegenheid te worden gehoord.

  • 2.

    Het horen vindt plaats door de voorzitter en/of één of meer leden van de kamer die op grond van artikel 4 belast zijn met de behandeling.

  • 3.

    De commissie kan het horen overlaten aan de voorzitter.

  • 4.

    De commissie kan bepalen dat wordt afgezien van het horen van belanghebbenden ten aanzien van bezwaren:

  • a.

    die kennelijk niet-ontvankelijk zijn of

  • b.

    die kennelijk ongegrond zijn of

  • c.

    waaraan volledig wordt tegemoetgekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen worden geschaad of

  • d.

    de belanghebbende heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of

  • e.

    de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.

Artikel 13 Adviseren

  • 1.

    Het adviseren geschiedt namens de commissie door de voorzitter en twee leden van de kamer die op grond van artikel 4 belast is met de behandeling.

  • 2.

    In gevallen waarbij op grond van artikel 12, vierde lid, is afgezien van horen, wordt de advisering overgelaten aan de voorzitter.

Artikel 14 Niet-deelneming aan de behandeling

  • 1.

    De voorzitters en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onbevooroordeeldheid (ingevolge artikel 2:4 Awb) in het geding kan zijn. Zij nemen eveneens niet deel indien zij een persoonlijk belang hebben bij het betreffende besluit en/of het te nemen besluit. Zij laten zich zo nodig vervangen.

  • 2.

    Indien blijkt dat alle leden en plaatsvervangende leden van de commissie niet onbevooroordeeld kunnen zijn en/of blijkt dat zij allen een persoonlijk belang hebben bij een bezwaar of tegen een besluit dat direct verband houdt met dat bezwaar, zal het lid van het college dat belast is met juridische zaken het bestuursorgaan adviseren en de belanghebbende(n) vooraf horen.

Artikel 15 Openbaarheid hoorzitting

  • 1.

    De zitting van de Algemene Kamer is openbaar.

  • 2.

    De deuren kunnen worden gesloten indien de voorzitter van de Algemene Kamer of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3.

    Indien de Algemene Kamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

  • 4.

    Met betrekking tot de werkwijze van de Kamer voor Personeelsaangelegenheden en de Sociale Zekerheidskamer wordt vastgesteld dat de zittingen van deze kamers niet openbaar zijn, tenzij om openbaarheid wordt verzocht door één der betrokken partijen.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1.

    Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2.

    Het verslag betreft geen woordelijk verslag, maar houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3.

    Indien de zitting van de Algemene Kamer geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4.

    Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag kunnen worden gehecht.

  • 5.

    Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de andere commissieleden dit onderzoek houden of opdragen.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid als vermeld in het derde lid.

  • 3.

    De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist op zo'n verzoek.

  • 4.

    Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1.

    De voorzitter en leden die op grond van artikel 13 zijn belast met de behandeling beraadslagen en beslissen achter gesloten deuren over het door hen uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3.

    Indien bij een stemming de stemmen staken, beslist de stem van de voorzitter.

  • 4.

    Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt indien die minderheid dat verlangt.

  • 5.

    Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 6.

    Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de betreffende kamer ondertekend. Een advies dat is uitgebracht door de voorzitter op grond van artikel 13, tweede lid, wordt ondertekend door de voorzitter.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1.

    Het advies wordt, onder medezending van het verslag, bedoeld in artikel 17 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie en nader verslag, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen en tegelijkertijd verzonden aan belanghebbenden.

  • 2.

    Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van 12 weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb , ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt hij het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3.

    Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Artikel 20 Mandatering

De commissie kan de bevoegdheden die haar toekomen op grond van deze verordening mandateren.

Artikel 21 Reglement

De commissie kan een reglement opstellen voor de uitoefening van de bevoegdheden die haar toekomen als zijnde bestuursorgaan.

Artikel 22 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan de bestuursorganen van de gemeente verslag uit van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 23 Vervallenverklaring oude regelingen

  • 1.

    De Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Leeuwarden (Rb. 28-01-2008, kenmerk 1533) wordt vervallen verklaard, gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2.

    Op bezwaarschriften, ingediend voor de datum van inwerkingtreding van de Verordening advies-commissie bezwaarschriften Leeuwarden 2014 en die betrekking hebben op het grondgebied van de voormalige gemeente Leeuwarden en voormalige gemeente Boarnsterhim die op 1 januari 2014 nog niet zijn afgedaan, is onderhavige Verordening van toepassing.

  • 3.

    Met in achtneming van het bovenstaande wordt met ingang van 1 januari 2014 de Verordening commissie bezwaarschriften 2008 van de gemeente Boarnsterhim (Rb. 02-12-2008) vervallen verklaard, voor zover deze verordening ziet op het grondgebied van de voormalige gemeente Boarnsterhim dat met ingang van 1 januari 2014 onderdeel is gaan uitmaken van de gemeente Leeuwarden, op grond van de Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de gemeentelijke indeling in een deel van de provincie Fryslân.

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2014.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening adviescommissie bezwaarschriften gemeente Leeuwarden 2014”.