Regeling vervallen per 23-10-2008

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen voorschriften grafbedekkingen 1994

Geldend van 15-12-1994 t/m 22-10-2008

Intitulé

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen voorschriften grafbedekkingen 1994

Nadere regels voor grafbedekkingen op de gemeentelijke begraafplaatsen te Leeuwarden (B en W - 8 november 1994).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a.

grafbedekking:

gedenkteken en/of winterharde grafbeplanting;

b.

gedenkteken:

voorwerp op een graf voor het aanbrengen van opschriften en/of figuren;

c.

beheerder:

de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding of degene die hem vervangt.

Artikel 2 Aanvraag vergunning

  • l. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafbedekking behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 2. Op deze werktekening dienen ten minste voor te komen:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

    • b.

      de soort, kleur en bewerkingen van de te gebruiken materia len;

    • c.

      vermelding of het opschrift verheven, verdiept of van metaal of ander materiaal is;

    • d.

      de soort van het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop.

  • 3. Vergunningen als bedoeld in het eerste lid worden verleend voor de tijd waarvoor het recht op het graf is verkregen.

  • 4. Het plaatsen van een gedenkteken zonder vergunning is niet toegestaan.

Artikel 3 Beslissing

De beslissing op de aanvraag wordt door Burgemeester en Wethouders schriftelijk meegedeeld.

Artikel 4 Gedenktekens/algemene bepalingen

  • 1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt, zoals natuursteen, niet-corroderend metaal, keramiek of verduurzaamde houtsoorten.

  • 2. Van metalen gedenktekens moeten de holle ruimten opgevuld worden.

  • 3. Voor de fundering dient een betonnen (gewapende) fundering te worden gebruikt met dezelfde lengte en breedte als het monument en met een dikte van minimaal 0,05 m.

  • 4. Indien het gedenkteken bestaat uit meerdere onderdelen moeten deze onderdelen deugdelijk aan elkaar verbonden zijn.

  • 5. Met het oog op een deugdelijke constructie kunnen nadere eisen worden gesteld.

Artikel 5 Gedenktekens op eigen graven

  • 1. Een gedenkteken mag maximaal 1.00 m hoog, 2.00 lang en 0.80 m breed zijn.

  • 2. Staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 0.08 m dik te zijn.

  • 3. Liggende zerken dienen minimaal 0.06 m dik te zijn.

  • 4. Grafranden dienen minimaal 0.06 m hoog en 0.12 m breed te zijn. Binnen de grafrand moet op de betonnen plaat een vulling van natuursteenplaten of breuksteenplaten worden gemetseld. De ruimte binnen de grafrand mag geheel of gedeeltelijk worden opgevuld met teelaarde.

Artikel 6 Gedenktekens op eigen kindergraven

  • 1. Een gedenkteken mag maximaal 0.85 m hoog, 1.20 m lang en 0.65 m breed zijn.

  • 2. Staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 0.04 m dik te zijn.

  • 3. Liggende zerken dienen minimaal 0.06 m dik te zijn.

  • 4. Grafranden dienen minimaal 0.06 m hoog en 0.12 m breed te zijn. Binnen de grafrand moet op de betonnen plaat een vulling van natuursteenplaten of breuksteenplaten worden gemetseld. De ruimte binnen de grafrand mag geheel of gedeeltelijk worden opgevuld net teelaarde.

Artikel 7 Gedenktekens op eigen urnengraven

  • 1. Een gedenkteken mag maximaal 0.75 m hoog, 0.50 m lang en 0.50 m breed zijn.

  • 2. Staande stenen (letterplaten) dienen minimaal 0.06 m dik te zijn.

  • 3. Liggende zerken dienen minimaal 0.06 m dik te zijn.

Artikel 8 Plaatsing grafbedékking en kelders

  • l. Een liggende zerk of grafrand met letterplaat dient zodanig te worden aangebracht, dat de hoofdeinden van alle liggende zerken en randen in één horizontale lijn liggen.

  • 2. Een staande steen, houten kruis of ander teken dient aan het hoofdeinde van het graf te worden opgericht en wel zodanig, dat alle graftekens op een grafregel in één verticaal vlak staan.

  • 3. Het (her)plaatsen en opknappen van gedenktekens en het plaatsen, openen en. sluiten van kelders geschiedt uitsluitend op werkdagen tussen 8.00 en 15.30 uur en na toestemming van de beheerder. Slechts met toestemming van de beheerder kan van deze tijd worden afgeweken.

  • 4. Afval, ontstaan bij werkzaamheden, behoort te worden afgevoerd.

Artikel 9 Losse bloemen en planten

Op een graf kunnen potplanten en bloemen in vazen worden geplaatst. Het is toegestaan op een graf losse bloemen te leggen. Op een graf mogen eenjarige gewassen worden geplaatst.

Artikel 10 Winterharde gewassen

De winterharde gewassen die op de graven worden geplant, mogen bij volle wasdom niet hoger zijn dan 0.60 m en mogen de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door besnoeiing binnen de oppervlakte worden gehouden.

Artikel 11 Reclame op graven

Op een grafbedekking mag geen firmanaam of enig ander reclameteken worden aangebracht.

Artikel 12 Slotbepaling

  • l. Deze nadere regels treden in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2. Zij kunnen worden aangehaald als: "Voorschriften grafbedekkingen 1994".

    De bekendmaking van deze voorschriften heeft plaatsgevonden op 14 december 1994