Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990

Artikel 2 Vaststelling en rapportage van beleid

• 2.1. Jaarlijks stelt de Raad het verbeterprogramma vast: het programma bevat in ieder geval het verbeterbudget, de deelbudgetten en de streefsubsidies. In het programma kan de Raad prioriteitsgebieden en voorkeurcategorieën aanwijzen.

• 2.2. Burgemeester en Wethouders doen een voorstel tot een besluit als bedoeld in dit artikel slechts nadat hierover overleg is gepleegd met de toegelaten instellingen en het woonconsumentenoverleg.

• 2.3. Het vastgestelde beleid wordt schriftelijk op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

• 2.4. Jaarlijks brengen Burgemeester en Wethouders verslag uit van het in het voorgaande jaar gevoerde subsidiebeleid.

Artikel 3 Subsidietoekenning

• 3.1. Burgemeester en Wethouders kennen de bijdrage uit 's Rijks kas toe onder gelijke voorwaarden en bepalingen als genoemd in de rijksregeling, met inachtneming van het door de Raad vastgestelde beleid.

• 3.2. Burgemeester en Wethouders kennen de bijdrage slechts toe voor zover er op grond van artikel 2.1. voldoende budget beschikbaar is.

Artikel 4 Indiening aanvraag

• 4.1 De aanvraag om toekenning voor een bijdrage wordt op een door Burgemeester en Wethouders beschikbaar te stellen formulier ingediend met overlegging van door Burgemeester en Wethouders nader aan te geven stukken.

• 4.2 Aanvragen van particuliere verhuurders voor een bijdrage worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

• 4.3 Burgemeester en Wethouders verklaren de indiener van een aanvraag welke niet aan de krachtens lid 1 gestelde voorwaarden voldoet niet-ontvankelijk.

• 4.4 De aanvraag dient uiterlijk op een door Burgemeester en Wethouders nader te bepalen datum te worden ingediend.

• 4.5 De aanvrager ontvangt uiterlijk binnen twee maanden bericht of hij al dan niet voor subsidie in aanmerking komt.

Artikel 6 Subsidie-terugvordering1)

• 6.1 Ingeval het verlenen van financiële steun betrekking heeft op particuliere huurwoningen zijn de volgende aanvullende voorschriften van toepassing:

  • a.

    de woning (bij meerdere woningen wordt voor woning gelezen: woningen) zal niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders worden gesloopt, anders worden gebruikt dan als huurwoning of in haar geheel in kamers worden verhuurd;

  • b.

    de woning zal niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders worden gesplitst in appartementsrechten als bedoeld in artikel 875a van het Burgerlijk Wetboek;

  • c.

    de huurprijs van de woning zal na het treffen van de voorzieningen niet dan na toestemming van Burgemeester en Wethouders verhoogd worden, anders dan met de jaarlijkse trendmatige huurverhoging of, indien van toepassing, de jaarlijkse huurharmoni-satie;

  • d.

    de woning zal naar genoegen van Burgemeester en Wethouders worden onderhouden;

  • e.
    • 1.

      bij overtreding van het bepaalde in sub a, b en c alsmede van de voorwaarden als bedoeld in sub d zullen Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn, in het geval er een bijdrage ineens is toegekend, de verleende geldelijke steun terug te vorderen, met dien verstande dat in het eerste jaar na de uitbetaling van de geldelijke steun 50% van de verleende geldelijke steun teruggevorderd zal worden; daarna wordt een jaarlijkse vermindering volgens onderstaande tabel toegepast:

      	Terugvordering in procenten
      in het eerste jaar	50
      in het tweede jaar	45
      in het derde jaar	40
      in het vierde jaar	35
      in het vijfde jaar	30
      in het zesde jaar	25
      in het zevende jaar	20
      in het achtste jaar	15
      in het negende jaar	10
      in het tiende jaar	5

    • 2.

      ingeval er geldelijke steun is verleend in de vorm van jaarlijkse bijdragen, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd de jaarlijkse bijdrage stop te zetten, terwijl bijdragen die de gemeente ten onrechte heeft uitbetaald zullen worden teruggevorderd;

    • 3.

      ingeval er geldelijke steun is verleend in de vorm van in een bijdrage ineens omgezette jaarlijkse bijdragen, zullen Burgemeester en Wethouders bevoegd zijn de verleende geldelijke steun terug te vorderen; het terug te vorderen bedrag zal daarbij worden vastgesteld op een bedrag gelijk aan de contante waarde van de door de gemeente te derven jaarlijkse bijdragen. Dit bedrag zal worden berekend door het bedrag van de bijdrage ineens te verminderen met de contante waarde van de door het rijk aan de gemeente toegekende c.q. uit te betalen jaarlijkse bijdragen, waarbij de door het rijk gehanteerde rekenrente in acht zal worden genomen.

      Bij het vervreemden van de woning of bezwaren met een genotsrecht dient door middel van een derdenbeding ook van de rechtsverkrijger te worden geëist en in verband daarmee in de akte van overdracht c.q. vestiging van het zakelijk recht de bereidverklaring tot terugbetaling van geldelijke steun woordelijk te worden opgenomen, alsmede op gelijke wijze als hiervoren bepaald van de eigenaar bij wijze van derdenbeding zal worden bedongen dat ook deze de verplichting om dit door te geven zal opleggen aan diens rechtsopvolgers, zulks op verbeurte van een direct opeisbare boete aan de gemeente ter grootte van de verleende geldelijke steun.

Artikel 7 Vaststelling uitvoeringsregels

• 7.1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere regels vast te stellen ter uitvoering van deze verordening.

• 7.2. Deze nadere regels worden na vaststelling schriftelijk op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt.

• 7.3. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen ontheffing te verlenen van de uitvoeringsregels genoemd in lid 1 van dit artikel.

Artikel 8 Raam- en projectovereenkomsten

• 8.1. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ter uitvoering van het vastgestelde beleid en verbeterprogramma raamovereenkomsten of verbeterovereenkomsten met verhuurder en huurder te sluiten.

• 8.2. Burgemeester en Wethouders stellen de Raadscommissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting in kennis van de inhoud van de in lid 1 genoemde overeenkomsten.

Artikel 10 Naam en inwerkingtreding

• 10.1 Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990".

• 10.2 Zij treedt in werking op de dag na vaststelling in de Gemeenteraad.

  Aanvragen om steun, ingediend in 1990 voorafgaand aan het van kracht worden van deze verordening, zullen worden afgehandeld overeenkomstig de bepalingen van deze verordening.

  Aanvragen om steun, ingediend in 1990, voorafgaand aan het van kracht worden van de wijziging van de Verordening geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen Leeuwarden 1990, zullen worden afgehandeld overeenkomstig deze wijziging van de verordening.