Percentageverordening Kunst in de openbare ruimte

Geldend van 11-01-2014 t/m heden

Intitulé

Percentageverordening Kunst in de openbare ruimte

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerken:

  • 1. gebouwen die in opdracht van de gemeente wor­den gebouwd of verbouwd en/of waarin de gemeente participeert in de stichtingskos­ten;

  • 2. bouwobjecten bij weg- en waterbouwpro­jec­ten zoals bruggen, slui­zen, viaducten en ri­oolwa­terzuiveringsin­stallaties, alsmede de herinrichting van (delen van) de openbare ruimte en recreatie­projec­ten voor zover die objecten in op­dracht van de gemeente worden uitge­voerd;

  • b.

    kunstopdracht: een aan één of meerdere kunstenaars verstrekte opdracht tot het ontwerpen en/of (doen) uitvoeren en leveren van een kunsttoepassing van tijdelijke of permanente aard, in de openbare ruimte.

  • c.

    de bouwsom: de totale kosten van aanbesteding voor gebou­wen en bouwobjecten. Hieronder val­len ook de onderaannemingen, zoals schilder­werk, techni­sche installaties, alles exclu­­­sief BTW;

  • d.

    de begeleidings- commissie: per kunsttoepassing wordt voor advisering aan het college een begeleidingscommissie samengesteld. Het college regelt de samenstelling van deze commissie. In deze commissie hebben ten minste zitting:

  • - een onafhankelijk inhoudelijk deskundige;

  • - een vertegenwoordiger van de gemeentelijke dienst die

    verantwoordelijk is voor de locatie waar de kunsttoepassing wordt gerealiseerd;

  • - de ambtenaar van het Team Cultuur die belast is met de begeleiding van de realisatie van de kunsttoepassing/kunstwerk;

  • - een vertegenwoordiging van de omwonenden van de locatie waar de kunsttoepassing wordt uitgevoerd. 

  • e.

    de kunsttoepassing:

    - toepassing van kunst in brede zin in de openbare ruimte van tijdelijke of permanente aard;

  • - inschakelen van kunstenaars bij de vormgeving van bouwwerken zelf, dan wel de omgeving daarvan.

  • f.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de

  • gemeente Leeuwarden;

Artikel 2

  • 1.

    Bij de totstandkoming van bouwwerken wordt een percentage van de bouwsom besteed aan het verlenen van kunstopdrachten.

  • 2.

    Indien de verordening van toepassing is op bouwwerken die een onderdeel vormen van een stadsuitbreidings- en/of stadsvernieuwingsplan dan wordt het percentage van de bouwsom zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel niet voor elk bouwwerk afzonderlijk bepaald, doch is het totaal van de voor deze afzonderlijke bouwwerken begrote bouwsommen de basis voor de berekening van het voor kunsttoepassingen beschikbare bedrag.

  • 3.

    Het bepaalde in het eerste lid is alleen van toepassing op bouwwerken, die uit de algemene middelen worden bekostigd en voorts op bouwwerken die uit specifieke middelen worden bekostigd, voor zover dit formeel mogelijk is.

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken met een tijdelijke bestemming of van een beperkte levensduur.

Artikel 3

Het bepaalde in artikel 2, eerste lid, vindt geen toepassing bij:

  • a.

    aankopen van bestaande bouwwerken;

  • b.

    bouwwerken bedoeld als in artikel 1, indien naar het oordeel van het college, gehoord de raadscommissie Welzijn, deze bouwwerken zich niet lenen voor toepassing van deze verordening.

Artikel 4

1. De hoogte van de percentages van de bouwsom van de in artikel 1 omschreven bouwwerken op grond waarvan middelen voor de in artikel 1 omschreven kunsttoepassingen worden besteed zijn als volgt vastgesteld:

  • a.

    bij een bouwsom tot € 45.000,--: 2 %; 

  • b.

    bij een bouwsom van € 45.000,-- tot € 455.000,--: 1,5 % met dien verstande dat minimaal een bedrag van € 1000,-- wordt besteed; 

  • c.

    bij een bouwsom van € 455.000,-- en meer: 1 %, met dien verstande dat minimaal een bedrag van € 7.000,-- wordt besteed.

2. De op grond van het eerste lid berekende bedragen dienen expliciet in de begroting van het bouwwerk te worden opgeno­men. Zij dienen te worden besteed voor het laten ontwerpen en uitvoeren van kunsttoepassingen, inclusief de kosten voor fundatie, trans­port, plaatsing, advies en begeleiding.

Artikel 5

  • 1.

    Het college is bevoegd om deze verordening uit te voeren.

  • 2.

    De begeleidingscommissie adviseert per kunstopdracht met betrek­king tot de volgende onderwerpen:

    • a.

      de wijze van besteding van het vastgestelde budget voor een kunsttoepassing en/of kunstopdracht.

    • b.

      de wijze van toepassing en integratie van kunst ten behoeve van het desbetreffende gebouw of bouwob­ject;

    • c.

      de formulering van de opdracht;

    • d.

      de verstrekking van de definitieve opdracht aan een bepaalde kunstenaar.

  • 3.

    De adviezen van de begeleidingscommissie aan het college zijn openbaar.

Artikel 6

Deze verordening is van overeenkomstige toepassing op bouwwerken, die in opdracht van instellingen en organisaties worden ge­bouwd, waarvan de huisvestingskosten voor tenminste 50% door de gemeen­te worden bekostigd, mits de overige investeerders bereid zijn eveneens hun aandeel in de kosten tengevolge van deze verordening te dragen.

Artikel 7

Jaarlijks wordt aan de raad een overzicht verstrekt van de gebruikmaking van deze verordening.

Artikel 8

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Percentageverordening kunst in de openbare ruimte gemeente Leeuwarden 2014”.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie onder gelijktijdige vervallenverklaring van de verordening van 26 juli 2007.