Regeling vervallen per 19-05-2010

Verordening op de rekenkamer gemeente Leeuwarden

Geldend van 18-05-2005 t/m 18-05-2010

Intitulé

Verordening op de rekenkamer gemeente Leeuwarden

De Raad van de gemeente Leeuwarden, gelezen het voorstel van de begeleidingscommissie van de rekenkamer

b e s l u i t

gelet op de artikelen 81p en 84 van de Gemeentewet,

vast te stellen de Verordening op de Rekenkamer gemeente Leeuwarden 2005.

Verordening op de rekenkamer

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    de rekenkamer: de rekenkamercommissie van de gemeente Leeuwarden.

  • b.

    leden: de leden van de rekenkamer zijnde geen lid van de raad.

  • c.

    tussenrapportage: rapportage uit te brengen door de rekenkamer halverwege het onderzoek.

  • d.

    voorlopig onderzoeksrapport: het rapport van de rekenkamer dat betrokkenen om commentaar wordt verzonden.

  • e.

    eindrapportage en aanbevelingen: eindverslag van het onderzoek , vergezeld van uitgebrachte reacties van de betrokkenen van het onderzoek en de door de rekenkamer aan de raad voorgestelde aanbevelingen.

  • f.

    verslag: het jaarlijks verslag van de rekenkamer uit te brengen voor 1 maart van elk jaar.

Artikel 1.2 Taak

  • 1. De rekenkamer heeft als taak het uitvoeren van onderzoek naar de doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van het gemeentelijk beleid en beheer.

    In dit verband wordt verstaan onder:

    • a.

      doeltreffendheid: de mate waarin met de geleverde prestaties de gestelde doelen of beoogde maatschappelijke effecten worden bereikt;

    • b.

      doelmatigheid: het streven met een zo gering mogelijke inzet van middelen een bepaald resultaat te bereiken dan wel met een bepaalde inzet van middelen een optimaal resultaat te bereiken;

    • c.

      rechtmatigheid: het voldoen aan wettelijke kaders en regelgeving.

  • 2. de rekenkamer brengt van ieder onderzoek een eindrapportage met aanbevelingen uit aan de raad .

  • 3. de rekenkamer brengt elk jaar voor 1 maart een verslag uit aan de raad over haar werkzaamheden over het voorgaande jaar.

HOOFDSTUK 2 Samenstelling, benoeming, ontslag en voorzitterschap

Artikel 2.1 Samenstelling en benoeming

  • 1. De rekenkamer bestaat uit drie leden te weten: een voorzitter en twee leden. Tevens kent de rekenkamer de mogelijkheid van het benoemen van een tweetal plaatsvervangende leden.

  • 2. De voorzitter, de leden en de plaatvervangende leden worden door de raad benoemd.

  • 3. De plaatsvervangende leden hebben dezelfde rechten en plichten als de leden indien zij in plaats treden van een lid dat verhinderd is.

  • 4. Niet benoembaar tot voorzitter of lid van de rekenkamer is:

    • a.

      een lid van het college van burgemeester of wethouders;

    • b.

      een lid van de gemeenteraad;

    • c.

      een bestuurder of persoon in dienst van de gemeente , een gemeenschappelijke regeling en instelling of organisatie, die afhankelijk is van subsidie van de gemeente Leeuwarden.

  • 5. De leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De zittingsduur kan maximaal 2 keer worden verlengd.

Artikel 2.2 Ontslag

  • 1. De leden van de rekenkamer worden door de raad ontslagen.

    • a.

      Het lidmaatschap wordt beëindigd:

    • b.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamer;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van lid van de rekenkamer te vervullen.

Artikel 2.3 Voorzitterschap rekenkamer

  • 1. Eén van de leden wordt door de raad benoemd in de functie van voorzitter van de rekenkamer.

  • 2. De voorzitter is stemhebbend lid van de rekenkamer. Bij staking der stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 3. De rekenkamer benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter, die de voorzitter bij afwezigheid vervangt.

  • 4. De voorzitter van de rekenkamer regelt de volgorde waarin de plaatsvervangende leden worden geroepen om op te treden .

HOOFDSTUK 3. Taak van de voorzitter

Artikel 3.

  • 1. De voorzitter draagt, in overleg met de secretaris, zorg voor het bijeenroepen van de

    vergaderingen van de rekenkamer.

  • 2. Hij leidt de vergaderingen, bewaakt de uitgangspunten, treedt op als woordvoerder namens de rekenkamer en bevordert een zorgvuldige besluitvorming.

  • 3. De voorzitter voert regelmatig overleg met de secretaris bedoeld in artikel 4 over de voortgang van de onderzoeken van de rekenkamer.

HOOFDSTUK 4. Secretaris

Artikel 4. secretaris rekenkamer

  • 1. De rekenkamer wordt bijgestaan door een secretaris die belast is met de dagelijkse uitvoering van de activiteiten van de rekenkamer.

  • 2. De secretaris draagt zorg voor de goede organisatie en voortgang van activiteiten, die door en namens de rekenkamer worden uitgevoerd. De secretaris kan zelf een bijdrage leveren aan het doen van onderzoek en ziet toe op de procesgang en voortgang van het onderzoek . De secretaris legt verantwoording voor zijn werkzaamheden af aan de rekenkamer.

  • 3. De secretaris draagt tevens zorg voor agendaplanning, verslaglegging en dossiervorming en de overige administratieve ondersteuning van de rekenkamer.

  • 4. De secretaris is het eerste aanspreekpunt voor de rekenkamer en zorgt voor de directe, ambtelijke ondersteuning van de voorzitter.

  • 5. De secretaris vormt de verbindende schakel tussen de rekenkamer, de eventueel extern in te huren onderzoeker(s), de secretariële ondersteuning van de rekenkamer en de ambtelijke organisatie.

  • 6. De secretaris wordt op voordracht van de Rekenkamer door de raad benoemd en ontslagen ; hij wordt formatief en hiërarchisch ondergebracht bij de raadsgriffie. De secretaris kan in opdracht van de raadsgriffier en na overleg met de voorzitter van de rekenkamer ook andere (beleids)taken uitvoeren.

HOOFDSTUK 5 Selectie onderwerpen, budget, werkwijze en bevoegdheden

Artikel 5.1. Selectie onderwerpen

  • 1. Onderzoeksvragen worden aangedragen door de leden van de rekenkamer. Tevens verzoekt de rekenkamer jaarlijks de gemeenteraad en inwoners van de gemeente Leeuwarden onderwerpen voor onderzoek aan te dragen.

  • 2. Indien meerdere onderwerpen voor onderzoek in aanmerking komen maakt de rekenkamer daaruit een beargumenteerde keuze; ter bepaling van haar keuze kan de rekenkamer een vooronderzoek laten verrichten.

  • 3. De rekenkamer stelt jaarlijks zelfstandig, met in achtneming van lid 1 en 2 van dit artikel, een onderzoeksplan vast en brengt dit ter kennis van de raad

  • 4. De rekenkamer bericht de raad en burgers binnen zes weken in hoeverre aan het verzoek genoemd lid 2 wordt voldaan.

Artikel 5.2. Budget

  • 1. De rekenkamer is bevoegd binnen het bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden kosten gebracht van de kosten van:

    • a.

      de vergoedingen van de leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de rekenkamer nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3. De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 5.3. Werkwijze

  • 1. De wijze van werken van de rekenkamer wordt vastgelegd in een door de rekenkamer op te zetten onderzoeksprotocol; het protocol wordt ter kennis gebracht aan de raad;

  • 2. De rekenkamer stelt voor ieder te onderzoeken onderwerp een onderzoeksopzet vast en formuleert de onderzoeksvragen;

  • 3. De voorzitter van de rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de organisatie en uitvoering van het onderzoek;

  • 4. Voor de onderzoeksopzet, formulering van de onderzoeksvragen en probleemstellingen en de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, gebruik maken van de hulp van (een) externe onderzoeker(s).

Artikel 5.4. Bevoegdheden

  • 1. De rekenkamer is bevoegd om in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken personen op te roepen teneinde door of namens de rekenkamer te worden gehoord. Raadsleden, collegeleden en personen in dienst van de gemeente zijn verplicht aan een oproep gehoor te geven en naar vermogen de gevraagde inlichtingen te verstrekken.

  • 2. Het in de artikelen 183 en 184 van de Gemeentewet ten aanzien van de bevoegdheden van de rekenkamer bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de rekenkamer.

  • 3. De secretaris en de door de rekenkamer ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid om alle informatie te verzamelen die de rekenkamer in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamer.

  • 4. De vergaderingen van de rekenkamer ,alsmede de bijeenkomsten waarin personen namens de rekenkamer worden gehoord, zijn niet openbaar, tenzij de rekenkamer, met inachtneming van het belang van de te horen personen, anders beslist.

HOOFDSTUK 6 Rapportage

Artikel 6.1. Rapportage

  • 1. Indien het verloop van het onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan de rekenkamer besluiten de raad door middel van een tussenrapportage te informeren betreffende de vorderingen van het onderzoek.

  • 2. Na voltooiing van het onderzoek brengt de rekenkamer een voorlopige rapportage uit, waarin de bevindingen, zijn opgenomen.

  • 3. De rekenkamer stelt betrokkenen in de gelegenheid om binnen een aangegeven termijn, maximaal 6 weken hun reacties op het voorlopige onderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. De rekenkamer bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 4. De rekenkamer verwerkt, als daar naar haar mening aanleiding toe is, de uitgebrachte reacties in haar eindrapportage en brengt die rapportage, vergezeld van de uitgebrachte reacties, uit aan de raad. De eindrapportage van de rekenkamer is openbaar, met inachtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid, van de Gemeentewet. Minderheidsstandpunten van de rekenkamer kunnen daarbij worden weergegeven.

  • 5. Elk verslag van de rekenkamer bevat een verantwoording over de wijze waarop de rekenkamer het onderzoek heeft verricht en waarop zij van haar bevoegdheden gebruik heeft gemaakt

  • 6. De raad bespreekt de eindrapportage en de reacties, besluit over de eindrapportage en aanbevelingen en bepaalt wat de voortgang daarbij zal zijn.

  • 7. De van de rekenkamer uitgaande stukken worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

HOOFDSTUK 7 Slotbepalingen

Artikel 7.1. Vergoeding

  • 1. De leden ontvangen een vergoeding en onkostenvergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer.

  • 2. De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamer.

  • 3. Ten aanzien van de vergoedingen van de leden is van toepassing de Verordening die op grond van artikel 96 Gemeentewet is vastgesteld.

Artikel 7.2. Beslissing in geval van onduidelijkheid verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist:

  • A.

    voor zover het betreft de werkwijze van de rekenkamer de voorzitter;

  • B.

    voor zover het betreft de bevoegdheden van de rekenkamer:

    • 1.

      de raad op voorstel van het presidium;

    • 2.

      in naar het oordeel van de rekenkamer spoedeisende gevallen: de rekenkamer, waarbij de genomen beslissing als voorlopige voorziening wordt aangemerkt. De voorlopige voorziening wordt in de eerstvolgende raadsvergadering ter bekrachtiging aan de raad voorgelegd.

Artikel 7.3. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: "Verordening rekenkamer gemeente Leeuwarden 2005”

Artikel 7.4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 18 mei 2005.