Deelverordening Subsidieregeling Activiteiten Integratie (Leiden in Kleur)

1.1 In deze deelverordening wordt de subsidiëring aan burgers, bedrijven en (vrijwilligers)organisaties, die ter bevordering van integratie van verschillende bevolkingsgroepen activiteiten organiseren, geregeld.

1.2 In deze deelverordening wordt verstaan onder:

Integratie: het resultaat van emancipatie, ontmoeting en participatie.

Participatie: actief burgerschap; actieve deelname aan de Leidse samenleving op school, op de werkvloer, in de woonomgeving en in de stad.

Emancipatie:verkrijgen van een gelijkwaardige positie in de samenleving, ongeacht sekse, etniciteit, leeftijd, seksuele oriëntatie, religieuze overtuiging, sociaal-economische achtergrond of burgerlijke staat.

Ontmoeting:kennis maken met elkaar en elkaars cultuur; in gesprek gaan met de ander.

Organisatie:stichtingen, verenigingen, instellingen en andersoortige organisaties die in Leiden gevestigd zijn, dan wel het merendeel van haar activiteiten daar organiseren.

College:het College van Burgemeester en Wethouders van Leiden.

1.3 De bepalingen in de Algemene Subsidieverordening zijn, voor zover in deze deelverordening niet anders bepaald, op de subsidies in het kader van Activiteiten Integratie (Leiden in Kleur) van toepassing.

3.1 Activiteiten die niet in Leiden plaatsvinden, komen niet voor subsidiëring in het kader van de deelverordening in aanmerking.

3.2 Bij het inhoudelijk beoordelen van de activiteiten in het kader van integratie hebben de volgende aandachtsgebieden de voorkeur van de gemeente Leiden:

• a.

  ontmoeting tussen allochtonen en autochtonen;

• b.

  ontmoeting tussen allochtone en autochtone religieuze gemeenschappen;

• c.

  bevordering van participatie in de Leidse samenleving;

• d.

  doorbreken van isolement van groepen;

• e.

  cultuurparticipatie en kunstprojecten;

• f.

  wijk- of buurtgerichte activiteiten;

• g.

  vrijwilligerswerk;

• h.

  sociale cohesie;

• i.

  taboe-doorbreking.

3.3 Activiteiten waarbij in de uitvoering sprake is van samenwerking tussen autochtonen en allochtonen, genieten de voorkeur.

3.4 Voor toetsing van activiteiten met een emancipatorisch karakter wordt gebruik gemaakt van de deelverordening ‘Activiteiten Emancipatiewerk’. Voor toetsing van activiteiten onder de thema’s participatie of ontmoeting wordt gebruik gemaakt van de in artikel 1.2 vastgestelde definiëring.

4.1 De gemeente Leiden subsidieert het tekort van een activiteit. Dit tekort bestaat uit de subsidiabele uitgaven minus de direct aan de activiteit verbonden inkomsten.

4.2 Subsidiabele uitgaven zijn de te maken kosten voor het organiseren van activiteiten in het kader van integratie.

4.3 Aangeschafte materialen kunnen slechts voor subsidie in aanmerking komen indien deze specifiek voor de betreffende activiteit als onder 4.2 genoemd, zijn bestemd.

4.4 Uitgaven die niet voor vergoeding in aanmerking komen, zijn:

• a)

  Consumpties;

• b)

  Dagjes uit, excursies en weekendjes weg waarvan de bijdrage aan integratie niet (voldoende) kan worden aangetoond;

• c)

  Activiteiten of onderdelen van activiteiten die al subsidie hebben ontvangen op basis van een andere gemeentelijke regeling;

• d)

  Aanschaf van duurzame producten, als computers, kopieerapparaten, faxen, inventaris.

5.1 Voor het subsidiëren van activiteiten in het kader van integratie, waaronder begrepen de in deze deelverordening genoemde subsidies, is een jaarlijks door de Raad vast te stellen, via het subsidieoverzicht bekend te maken, subsidiebedrag beschikbaar.

5.2 Indien het subsidieplafond in enig jaar is bereikt, worden de daarna in dat jaar ingediende aanvragen afgewezen.

6.1 Subsidies kunnen gedurende het lopende jaar worden aangevraagd. Gezien het karakter van deze deelverordening, dient de aanvraag maximaal drie maanden voor de uitvoeringsdatum van de activiteit te zijn ingediend. Hiervoor dient het formulier ‘Projectvoorstellen’, beschikbaar op de website www.leideninkleur.nl van de gemeente Leiden, te worden ingevuld. Een begroting maakt onderdeel uit van de aanvraag. Het formulier is ook op te vragen bij de gemeente Leiden.

6.2 Bij de subsidieaanvraag moet worden aangegeven onder welke van de thema’s participatie, ontmoeting of emancipatie de activiteit aangevraagd wordt. De aanvraag wordt daarop beoordeeld.

6.3 De organisatiekosten mogen niet meer bedragen dan 25% van het toegekende bedragvoor het organiseren van activiteiten.

6.4 Huurkosten voor accommodatie voor een activiteit kunnen als direct subsidiabele post worden opgenomen. Ook organisaties die een eigen pand hebben, waarvoor ze van de gemeente huisvestingssubsidie krijgen, kunnen per activiteit accommodatiekosten voor vergoeding opvoeren. In die gevallen waarin een organisatie vanuit andere gemeentelijke middelen huisvestingssubsidie ontvangt, worden accommodatiekosten vergoed tot het maximum van de verschuldigde huur van het pand op jaarbasis minus de ontvangen huisvestingssubsidie.’

8.1 Na afloop van de activiteit dienen de organisatoren van de activiteit verantwoording af te leggen over de besteding van de subsidie. Hiervoor dient, uiterlijk twee maanden na afloop van de activiteit, een kort inhoudelijk verslag ingeleverd te worden. In dit verslag wordt het aantal (autochtone en allochtone) deelnemers, de bijdrage aan integratie en de sfeer beschreven.

8.2 Bij het inhoudelijke verslag moet het formulier ‘Financiële verantwoording subsidie Leiden in Kleur’ worden ingevuld en meegestuurd. Op dit formulier zijn de categorieën inkomsten en uitgaven vermeld op basis waarvan het College de hoogte van de subsidie vaststelt. Het formulier is beschikbaar op de website www.leideninkleur.nl en verkrijgbaar bij de gemeente Leiden.

8.3 De rekeningen en/of kwitanties waaruit duidelijk blijkt wanneer, aan wie en voor welke dienst of product betaald is dienen beschikbaar te zijn voor inzage door het College tot zij tot vaststelling van de subsidie is overgegaan.

8.4 Op basis van artikel 7 en de in dit artikel genoemde bepalingen zal het College binnen drie maanden na ontvangst van het verslag tot vaststelling van de subsidie overgaan.

8.5 Indien de activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd geen doorgang vindt, dan wel indien verzoeken om aanvullende informatie door de aanvrager van de subsidie niet beantwoord worden, wordt de aanvraag ambtshalve op nihil vastgesteld.

9.1 Indien blijkt dat bij twee of meer aanvragen voor subsidie voor een activiteit voor een belangrijk deel dezelfde deelnemers zijn betrokken en de activiteiten in hoge mate met elkaar overeenkomen, kan het College, op basis van de uitgangspunten van de integratienota ‘Leiden in kleur: visie op integratie’, bepalen dat de betreffende aanvragers gezamenlijk slechts éénmaal gebruik maken van de in de deelverordening genoemde subsidiemogelijkheden.

9.2 Indien binnen vijf jaar (art. 4.57 Awb) na vaststelling van de subsidie blijkt dat deze onterecht is verleend, kan het College het betreffende subsidiebedrag terugvorderen.

9.3 Het College kan een of meer bepalingen van deze deelverordening, waarin voorwaarden en / of verplichtingen aan aanvragers worden opgelegd, in incidentele gevallen, niet van toepassing verklaren. Indien het College van deze bevoegdheid gebruik maakt, doet zij hiervan schriftelijk mededeling aan de betreffende aanvrager.