Regeling vervallen per 01-04-2014

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Geldend van 01-03-2012 t/m 31-03-2014

Intitulé

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;

  • b.

    het College: het College van Burgemeester en Wethouders van Leiden;

  • c.

    motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • d.

    brommobiel: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990;

  • e.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • f.

    houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een voertuig dat is ingeschreven in het -krachtens de Wegenverkeerswet 1994- aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig of brommobiel opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;

  • g.

    parkeerapparatuur: parkeermeters en individuele, in het voertuig aanwezige parkeerapparatuur inclusief mobiele telefoons, waarmee ter zake van het parkeren van een voertuig de parkeerbelasting kan worden voldaan.

  • h.

    parkeermeter: hetgeen daaronder in het spraakgebruik wordt verstaan, met inbegrip van verzamelparkeermeters en parkeerautomaten;

  • i.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • j.

    vergunninghouderplaats: een parkeerplaats die

    • 1.

      is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, of

    • 2.

      gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 met het opschrift zone, voorzover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • k.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig dan wel een brommobiel op kenteken te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur en/of vergunninghouderplaatsen;

  • l.

    bewoner: inwoner van de gemeente Leiden die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en staat ingeschreven als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie van de gemeente Leiden op het adres dat hij/zij bewoont als zelfstandige woning;

  • m.

    adres: het adres zoals dat bekend staat in de gemeentelijke basisadministratie;

  • n.

    zelfstandige woning: woning die als een onroerende zaak wordt aangemerkt in artikel 16 Wet waardering onroerende zaken, zoals geregistreerd bij de afdeling Belastingen van de gemeente, alsmede een woonboot op een daarvoor bestemde ligplaats;

  • o.

    zone: afgebakend gebied waarbinnen parkeervergunningen kunnen worden verleend indien en voor zover in dat gebied voor parkeren parkeerbelasting wordt geheven;

  • p.

    vergunninghouder: de natuurlijke of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • q.

    bewonersvergunning: een vergunning als bedoeld in art. 3, tweede lid onder a;

  • r.

    bedrijfsvergunning: een vergunning als bedoeld in art. 3, tweede lid onder b;

  • s.

    zorgvergunning: een vergunning als bedoeld in art. 3, tweede lid onder c;

  • t.

    bezoekersvergunning: een vergunning als bedoeld in art. 3, derde lid;

  • u.

    autodatevergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, vierde lid;

  • v.

    autodateplaats: een parkeerplaats uitsluitend voor auto's voorzien van een autodatevergunning die is aangeduid met bord E9, uit bijlage I van het RVV 1990 met onderbord waarop "autodate" vermeld staat;

  • w.

    klussenbus: een bedrijfswagen met een maximaal toegestaan gewicht van 3.500 kg die uitsluitend is ingericht voor het vervoer van goederen, benodigd bij verbouwingen, reparaties en lichte bouwwerkzaamheden;

  • x.

    klussenbusvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3d;

  • y.

    beroep of bedrijf: hetgeen het spraakgebruik hieronder verstaat;

  • z.

    werknemersvergunning: een vergunning bedoeld als in artikel 3.2 onder e.

AFDELING II PLAATSEN VOOR BEZOEKERS EN VERGUNNINGSHOUDERS EN VERGUNNINGEN

Artikel 2 Aanwijzen plaatsen en tijden

  • 1. Het College wijst, bij openbaar te maken besluit, terreinen en/of weggedeelten aan die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders of voor het parkeren door bezoekers. Daarbij kan zij weggedeelten aanwijzen die alleen bestemd zijn voor het parkeren van één bepaalde categorie vergunninghouders.

  • 2. Het College wijst, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen aan waarop het parkeren aan vergunninghouders en bezoekers is toegestaan.

Artikel 3 Verlenen vergunning

  • 3.1 Het College verleent op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning voor het parkeren op vergunninghouderplaatsen en parkeerapparatuur-plaatsen.

  • 3.2 Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig of brommobiel wanneer deze:

    • a.

      bewoner is van een adres in één van de zones, zolang het vastgesteld maximum aantal te verlenen vergunningen in die zone niet is overschreden en deze niet op andere wijze in parkeerruimte kan voorzien;

    • b.

      uit hoofde van een beroep of bedrijf gevestigd is in één van de zones en aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in die zone een motorvoertuig te parkeren en die niet op andere wijze in parkeerruimte kan voorzien. De hiervoor bedoelde noodzaak wordt slechts aanwezig geacht, indien: voor het vervoer van zware, kwetsbare of omvangrijke goederen, tenminste 5 keer per dag over de auto moet kunnen worden beschikt en binnen een loopafstand van 100 meter van het bedrijf redelijkerwijs geen parkeergelegenheid beschikbaar is;

    • c.

      geregistreerd staat in Leiden als zelfstandig werkende huisarts, verloskundige of zorg- of hulpverlener in dienst van een in de gemeente Leiden gevestigde zorg- of hulpverleningsinstelling. De aanvrager dient bij de aanvraag aan te tonen dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is het motorvoertuig te parkeren in één van de zones en dat er niet op andere wijze in parkeerruimte kan worden voorzien;

    • d.

      uit hoofde van een beroep of bedrijf aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is de klussenbus te parkeren indien en voor zover in dat gebied voor parkeren parkeerbelasting wordt geheven;

    • e.

      middels een werkgeversverklaring van een in Leiden gevestigde werkgever aantoont in dienst te zijn bij deze werkgever. De werkgeversverklaring mag maximaal één maand oud te zijn. Tevens dient de aanvrager een kopie inschrijving Kamer van Koophandel te overleggen, waaruit blijkt dat de werkgever in Leiden is gevestigd in het parkeerrestrictiegebied. De kopie inschrijving Kamer van Koophandel is maximaal 6 maanden oud.

  • 3.3 Op aanvraag van de bewoner die staat ingeschreven op een adres binnen één van de zones, kan per adres, ten behoeve van het parkeren van het voertuig van bezoekers een bezoekersvergunning, te noemen kraskaart, worden verleend waarmee voor een periode van maximaal 4 uur kan worden geparkeerd. Het maximum aantal uit te geven kraskaarten wordt nader door het college bepaald.

  • 3.4 Op aanvraag van een door het college goedgekeurd autodatebedrijf kan een autodatevergunning verstrekt worden waarmee het toegestaan wordt om motorvoertuigen van autodatebedrijven te parkeren op de daartoe aangewezen autodateplaatsen.

  • 3.5 Het College wijst de in het tweede en derde lid bedoelde zones aan van het op grond van artikel 2, eerste lid te nemen besluit. Bewoners-, bedrijfs-, en bezoekersvergunningen kunnen slechts worden verleend en zijn slechts van kracht binnen één van de aangewezen zones. Een autodatevergunning wordt uitsluitend verleend voor die parkeerplaatsen die daartoe aangegeven zijn door het daarbij behorende verkeersbord E9, RVV 1990, met onderbord waarop autodate vermeldt staat. Een klussenbusvergunning is geldig binnen alle aangewezen zones.

  • 3.6 Aan de vergunning kunnen door het college zowel beperkingen worden verbonden met betrekking tot de te gebruiken parkeerplaatsen als met betrekking tot de tijdstippen waarop de vergunning van kracht is.

  • 3.7 Het College kan aan de genoemde vergunningen ook andere voorschriften en beperkingen verbinden. Deze voorschriften en beperkingen mogen alleen strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare ruimte.

  • 3.8 Het College kan in de gevallen, waarin toepassing van dit artikel tot een bijzondere hardheid leidt, een vergunning ook verlenen aan eigenaren of houders van motorvoertuigen en brommobielen op kenteken die niet voldoen aan één van de in het tweede lid genoemde voorwaarden.

  • 3.9 Op aanvraag van een werknemer, die beschikt over beide verklaringen als bedoeld in artikel 3, tweede lid en onder e, kan een werknemersvergunning worden verstrekt waarmee het wordt toegestaan om het motorvoertuig van de werknemer te parkeren op de daartoe aangewezen parkeerterreinen, op de daarvoor aangegeven dagen en tijden.

Artikel 4 Aanvragen vergunning

  • 4.1. Het College kan met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden van dit artikel, per zone nadere regels vaststellen voor het aanvragen en verlenen van vergunningen.

  • 4.2. Het College stelt, bij openbaar te maken besluit, het maximaal aantal uit te geven vergunningen per zone vast.

  • 4.3. Per adres wordt één bewonersvergunning verleend, zolang het maximaal aantal te verlenen vergunningen in de betreffende zone niet is overschreden. Een tweede bewonersvergunning op één adres kan worden verleend op voorwaarde dat er in de zone geen aanvragen voor een eerste bewonersvergunning op de wachtlijst staan, als bedoeld in het vierde lid. Ingeval er een wachtlijst met aanvragen voor een eerste bewonersvergunning bestaat, wordt de aanvraag voor de tweede vergunning op een separate wachtlijst geplaatst.

  • 4.4. Het College kan, indien reeds zoveel vergunningen zijn verleend dat op grond van het beleid als bedoeld in het tweede lid van dit artikel geen vergunningen meer kunnen worden verleend, de aanvraag voor een bewonersvergunning voor onbepaalde tijd op een wachtlijst plaatsen. Wanneer de aanvraag afkomstig is van een bewoner van 65 jaar of ouder en voldaan is aan alle overige voorwaarden, wordt direct een vergunning verleend.

  • 4.5. Per adres worden maximaal drie klussenbusvergunningen verleend.

  • 4.6. Per werknemer kan maximaal één werknemersvergunning worden afgegeven welke niet overdraagbaar is.

  • 4.7. Het College geeft een beschikking af binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag voor een vergunning.

  • 4.8. Het College kan de in het zevende lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5 Geldigheidsduur en gegevens vergunning

  • 5.1. Een vergunning wordt verleend hetzij tot wederopzegging, hetzij voor bepaalde tijd.

  • 5.2. De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens:

    a. de periode waarvoor de vergunning geldt;

    b. de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het voertuig waarvoor de vergunning is verleend;

    c. de zone waarbinnen de vergunning geldig is.

Artikel 6 Intrekken of wijzigen vergunning

Het College kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • a.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • b.

    wanneer de vergunninghouder de zone, waarvoor de vergunning is verleend, verlaat of daar uit hoofde van het beroep of bedrijf niet meer gevestigd is, dan wel de beroeps- of bedrijfsuitoefening daar feitelijk beëindigt;

  • c.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in één van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • d.

    wanneer voor de betreffende zone het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • e.

    wanneer de vergunninghouder niet overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van de geldende Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen tijdig aan zijn of haar betalingsplicht ter zake van de parkeervergunning heeft voldaan;

  • f.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • g.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • h.

    om redenen van openbaar belang;

  • i.

    wanneer een werknemer niet meer in dienst is van een in Leiden gevestigde werkgever.

AFDELING III VERBODSBEPALINGEN

Artikel 7

  • 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig of brommobiel, te plaatsen of te laten staan:

    a. op een parkeerapparatuurplaats;

    b. op een vergunninghouderplaats.

  • 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij een parkeermeter te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik van die meter wordt belemmerd of verhinderd.

  • 3. Het College kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.

Artikel 8

Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan aangegeven, in werking te stellen.

AFDELING IV STRAFBEPALING

Artikel 9 Diefstal, verlies of vermissing

  • 1. In geval van diefstal, verlies of vermissing van een vergunning op kenteken kan een duplicaatvergunning worden verstrekt.

  • 2. In geval van diefstal, verlies of vermissing van een vergunning op naam wordt slechts een duplicaat verstrekt indien hiervan aangifte is gedaan bij de politie en tegen overlegging van het proces-verbaal.

  • 3. Duplicaten van een vergunning op kenteken of op naam worden hoogstens één maal per jaar verstrekt, terwijl op een duplicaat géén kentekenwijziging kan worden doorgevoerd.

  • 4. Een duplicaatvergunning wordt niet eerder afgegeven dan na voldoening van de verschuldigde legeskosten.

Artikel 10

Overtreding van het bepaalde in afdeling III van deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 11

Met de opsporing van overtredingen van deze verordening zijn, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, de door het college aangewezen ambtenaren belast.

AFDELING V OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 12

Deze verordening kan worden aangehaald als Parkeerverordening 2006.

Artikel 13

De Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (Parkeerverordening 1999) zoals deze laatstelijk gewijzigd is bij raadsbesluit van 28 september 1999, (nr. 99.0104) wordt ingetrokken op de dag waarop deze verordening in werking treedt”;

Artikelsgewijze toelichting Verordening tot wijziging van de Parkeerverordening 2006

Wijzigingen n.a.v. RV 11.0112 (introductie klussenbusvergunning) en RV 11.0133 (introductie werknemersvergunning)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden een aantal begrippen verduidelijkt, die in de verordening worden gebruikt om een klussenbusvergunning en een werknemersvergunning mogelijk te kunnen maken.

Artikel 3. Verlenen vergunning

In artikel 3 lid 2 onder d. wordt aangegeven aan wie een klussenbusvergunning verleend wordt. Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze uit hoofde van een beroep of bedrijf aantoont dat het in het belang van diens beroeps- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is de klussenbus te parkeren indien en voor zover in dat gebied voor parkeren parkeerbelasting wordt geheven.

In artikel 3, lid 2 onder e wordt aangegeven aan wie een werknemersvergunning verleend wordt. Een vergunning kan worden verleend aan de eigenaar of houder van een motorvoertuig wanneer deze middels een werkgeversverklaring, niet ouder dan één maand, van een in Leiden gevestigde werkgever aantoont in dienst te zijn bij deze werkgever.

In artikel 3 lid 5 wordt aangegeven dat een klussenbusvergunning geldig is binnen alle aangewezen zones in het parkeerrestrictiegebied.

In artikel 3, lid 9 wordt aangegeven dat aan een werknemer, zoals gedefinieerd onder artikel 3 e, een werknemersvergunning verstrekt kan worden waarmee het toegestaan wordt om het motorvoertuig van de betreffende werknemer te parkeren op de daartoe aangewezen parkeerterreinen.

Artikel 4. Aanvragen vergunning

In artikel 4 lid 5 is bepaald, dat 3 klussenbusvergunningen per adres worden uitgegeven.

In artikel 4, lid 6 is bepaald, dat per werknemer maximaal één werknemersvergunning kan worden afgegeven.

Artikel 6. Intrekken of wijzigen vergunning

Onder i wordt aangegeven dat het College de werknemersvergunning intrekken of wijzigen wanneer een werknemer niet meer in dienst is van een in Leiden gevestigde werkgever.