Regeling vervallen per 05-10-2018

Reglement Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden

Geldend van 12-05-2012 t/m 04-10-2018

Intitulé

Reglement Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden

Reglement Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

Artikel 1 Taakomschrijving commissie

  • 1.

    De commissie adviseert burgemeester en wethouders op het gebied van het ruimtelijk erfgoed (historische stedenbouwkunde, cultuurlandschap, historische bouwkunst, historische tuin- en landschapsarchitectuur en archeologie).

  • 2.

    De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op hun verzoek of uit eigen beweging inhoudelijk te adviseren over:

    • a.

      wenselijke aandacht voor bepaalde thema’s, categorieën of gebieden (in de vorm van cultuurhistorische inventarisaties) als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen;

    • b.

      ontwikkelingen in het erfgoedbeleid.

  • 3.

    De commissie heeft tot taak burgemeester en wethouders op hun verzoek inhoudelijk te adviseren over:

    • a.

      thematische of categoriale cultuurhistorische inventarisaties;

    • b.

      gebiedsgerichte cultuurhistorische kennis- en waardekaarten (bv. ten behoeve van instrumenten van ruimtelijke ordening of ruimtelijke ontwikkelingen);

    • c.

      andere zaken waarover burgemeester en wethouders het advies van de commissie vragen.

  • 4.

    De commissie heeft verder tot taak burgemeester en wethouders op hun verzoek of op verzoek van derden belanghebbenden te adviseren over de monumentale dan wel archeologische waarde van een object of terrein (al dan niet naar aanleiding van artikel 3.2 uit de Monumentenverordening 2008; het aanwijzen van een gemeentelijk beschermd monument).

Artikel 2 De adviezen

  • 1.

    De adviezen van de commissie zijn gemotiveerd. Bij het uitbrengen van haar adviezen laat de commissie zich uitsluitend leiden door overwegingen van esthetisch, wetenschappelijk of cultuurhistorisch belang.

  • 2.

    De adviezen over zaken zoals genoemd in artikel 1.3., onder a en b bestaan (met inachtneming van artikel 2.1.) uit een weging van de aan de commissie voorgelegde inventarisaties, kennis- en waardekaarten en andere documenten. In het advies wordt in ieder geval ingegaan op eventuele in het adviesverzoek van burgemeester en wethouders gestelde vragen.

  • 3.

    De adviezen zoals genoemd in artikel 1.4. bestaan (met inachtneming van artikel 2.1.) uit een door de commissie geformuleerde waardestelling, naar aanleiding van de aan de commissie voorgelegde concept redengevende omschrijving. Deze waardestelling leidt tot een plaatsingsadvies dan wel een advies tot het niet aanwijzen als gemeentelijk beschermd monument.

Artikel 3 Aantal leden, expertise en onafhankelijkheid

  • 1.

    De commissie bestaat uit ten minste uit drie en ten hoogste vijf leden.

  • 2.

    De commissie is geheel onafhankelijk ten opzichte van gemeentebestuur of ambtelijke organisatie en er bestaat geen (schijn van) binding of relatie op basis waarvan de adviezen kunnen worden beïnvloed.

  • 3.

    In de commissie zijn de volgende expertises vertegenwoordigd: locale geschiedenis, architectuurhistorie, historische tuin- en landschapsarchitectuur, historische stedenbouw en archeologie.

Artikel 4 Benoemingen leden, voorzitter, plaatsvervangend voorzitter en secretaris

  • 1.

    De leden (verwijderen: en adviseurs) worden door burgemeester en wethouders benoemd. Burgemeester en wethouders wijzen één van de leden als voorzitter aan.

  • 2.

    De leden (verwijderen: en adviseurs) worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaar en zijn slechts eenmaal herbenoembaar.

  • 3.

    De commissie benoemt uit haar midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders dragen aan een ambtenaar van de gemeente het secretariaat van de commissie op.

Toelichting op de wijziging: De term adviseurs wordt geschrapt omdat de commissie geen adviseurs kent, maar alleen leden die door het College worden benoemd. De term adviseurs is per abuis overgebleven vanuit eerdere varianten. Het betreft dus een technische wijziging.

Artikel 5 Geldelijke vergoeding voorzitter en leden

  • 1.

    De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen een vergoeding per vergadering conform de maximumvergoeding zoals vermeld in de jaarlijkse circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de (onkosten)vergoeding commissieleden;

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen op verzoek een vergoeding voor de ten behoeve van het bijwonen van een vergadering van de commissie gemaakte reiskosten toekennen zoals deze binnen de gemeente gebruikelijk is. Deze reiskostenvergoeding kan slechts worden toegekend aan die leden die buiten een straal van 10 km van Leiden woonachtig zijn.

Artikel 6 Vergadering, openbaar, kennisgeving

  • 1.

    De commissie vergadert in de regel eens per twee maanden.

  • 2.

    De commissie komt bijeen indien dit naar het oordeel van de voorzitter in verband met de te behandelen zaken noodzakelijk is of op verzoek van burgemeester en wethouders.

3.De oproeping voor de vergadering geschiedt door of namens de voorzitter. De oproepingsbrief wordt als regel ten minste 10 dagen vóór de te houden vergadering aan de leden toegezonden en vermeldt de onderwerpen waarover zal worden beraadslaagd. In spoedeisende situaties kan van deze termijn worden afgeweken.

  • 4.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 5.

    Op voorstel van de voorzitter of burgemeester en wethouders kan de commissie besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.

  • 6.

    Belanghebbenden in relatie tot objecten of zaken zoals genoemd in artikel 1.4 worden door de secretaris van de vergadering in kennis gesteld.

  • 7.

    De agenda van de vergaderingen wordt gepubliceerd in de Stadskrant.

Artikel 7 Geldigheid adviezen en termijn van advisering

1..De commissie mag slechts (advies)besluiten nemen indien tenminste drie leden aanwezig

zijn.

  • 2.

    Indien minder dan drie leden aanwezig zijn dan kan de aanvullende advisering schriftelijk plaatsvinden. Hiervan wordt melding gemaakt in het vastgestelde advies.

  • 3.

    Adviezen van de commissie zoals genoemd in artikel 1.4. worden schriftelijk uitgebracht binnen de termijn zoals gesteld in de Monumentenverordening. Adviezen zoals genoemd in artikel 1.3., onder a en b worden uitgebracht binnen de termijn zoals vermeld in de adviesvraag van burgemeester en wethouders aan de commissie. Indien naar het oordeel van de commissie een afgewogen advies binnen de gestelde termijn niet mogelijk is, brengt de commissie dit ter kennis aan het college. In overleg wordt – indien mogelijk - een nieuwe termijn gesteld.

Artikel 8 Stemming

  • 1.

    Alle besluiten worden genomen met meerderheid van stemmen. Bij staking van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

  • 2.

    De minderheid kan vorderen dat haar mening in het advies wordt opgenomen.

  • 3.

    Geen lid mag deelnemen aan de beraadslaging over en de vaststelling van een advies, waarbij hij als belanghebbende is betrokken.

  • 4.

    De vastgestelde adviezen worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 9 Verslag en jaarverslag

  • 1.

    De commissie brengt van iedere vergadering schriftelijk verslag uit aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De commissie doet jaarlijks voor het einde van de maand mei aan burgemeester en wethouders verslag van de gedurende het afgelopen jaar verrichte werkzaamheden.

Artikel 10 Onvoorzien

In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, alsmede bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders, de commissie gehoord.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking daarvan.

  • 2.

    Dit reglement kan worden aangehaald als reglement Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden.

    Begrippen

     

    Burgemeester en wethouders = Het college van Burgemeester en wethouders van de

    gemeente Leiden

    De commissie = de Adviescommissie Cultuurhistorie Leiden

    De Monumentenverordening = de Monumentenverordening voor de gemeente Leiden 2008, of opvolgende verordeningen die voor deze verordening in de plaats komen.

    Ruimtelijk erfgoed = historische stedenbouwkunde, cultuurlandschap, historische bouwkunst, historische tuin- en landschapsarchitectuur en archeologie (zie artikel 1.1)

    Direct belanghebbenden= eigenaren en overige belanghebbenden in het kader van een aanvraag tot gemeentelijk monument

    Derden belanghebbenden = belanghebbenden zoals erfgoedorganisaties en wijkverenigingen in relatie tot een adviesverzoek aan de commissie (1.4)