Procedureregeling functiebeschrijving en –waardering (aansluiting bij HR21)

Geldend van 01-11-2017 t/m heden

Intitulé

Procedureregeling functiebeschrijving en –waardering (aansluiting bij HR21)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden

  • -

    Overwegende dat in het kader van aansluiting bij het sectorale functiewaarderingssysteem HR 21 het wenselijk is om een procedureregeling vast te stellen

  • -

    Gelet op de instemming van het Gemeenschappelijk Georganiseerd Overleg van 17 september 2014

b e s l u i t

vast te stellen

Procedureregeling functiebeschrijving en –waardering (aansluiting bij HR21)

Artikel 1 Definities

a.

bevoegd gezag:

het college van burgemeester en wethouders, de raad, of het dagelijks bestuur van Servicepunt71;

b.

bestuurder:

de bestuurder in de zin van de Wet op de ondernemingsraden (WOR);

c.

competentieprofiel:

een beschrijving van gedrag, houding en vaardigheden welke nodig zijn om de functie uit te oefenen;

d.

conversietabel:

de door het bevoegd gezag vastgestelde tabel, waarmee op basis van de aan de normbeschrijving toegekende punten de schaalindeling is bepaald;

e.

coördinatiemodule:

een in HR21 vastgestelde module voor tijdelijke coördinerende taken, die in individuele gevallen aan een resultaatbeschrijving kan worden gekoppeld;

f.

directie:

de algemeen directeur/gemeentesecretaris of de directeur SP71;

g.

extern deskundige:

een door de systeemhouder (VNG) erkend deskundige inzake de ontwikkeling, toepassing en werking van HR21;

h.

functie:

het samenstel van feitelijke taken en/of werkzaamheden dat de functiehouder op basis van een vastgestelde functiebeschrijving dient uit te voeren;

i.

functiebeschrijving:

de normbeschrijving, eventueel aangevuld met de

resultaatbeschrijving en/of competentieprofiel. De

functiebeschrijving is de basis voor de beoordeling van de medewerker;

j.

functieboek:

de bundeling van alle in de organisatie voorkomende

functiebeschrijvingen die logisch voortvloeien uit de

organisatiestructuur en verdeling van taken;

k.

functiehouder:

- de ambtenaar in de zin van de CAR/UWO of

- de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht, als bedoeld in artikel 2:5 van de CAR/UWO, is aangegaan;

l.

functionele schaal:

de uitkomst van de puntentoekenning aan de

normbeschrijving in vergelijking tot de conversietabel;

m.

gecertificeerd gebruiker:

de volgens de normering van de extern deskundige

opgeleide lokale gebruiker die geautoriseerd is om te werken met HR21;

n.

indelingscommissie:

een commissie, samengesteld uit een gecertificeerd

gebruiker, een HRM-adviseur en een leidinggevende;

o.

lokale normbeschrijving:

de volgens het format van HR21 lokaal gewijzigde of

toegevoegde normbeschrijving, die is voorzien van een vast puntenaantal;

p.

ormbeschrijving:

de beschrijving zoals opgenomen in het normbestand van HR21, die is voorzien van een vast punten aantal;

q.

resultaatbeschrijving:

de beschrijving van concrete resultaatafspraken (passend binnen de normfunctie);

r.

plaatsingscommissie:

een commissie die is ingesteld om bij interne

organisatiewijzigingen gegevens te verzamelen omtrent plaatsbaarheid van ambtenaren in de nieuwe organisatie en op basis daarvan een plaatsingsadvies voorlegt aan het bevoegd gezag;

s.

toetsingscommissie:

een commissie die het resultaat van de indelingscommissie toetst en die is samengesteld uit een vertegenwoordiger van de werknemers (lid OR),

een vertegenwoordiger van de werkgever (lid management aangesloten klantorganisaties, niet zijnde de eigen organisatie) en een HR21 gecertificeerd HR adviseur, niet zijnde de gecertificeerd gebruiker die deel uitmaakte van de indelingscommissie van wie de toetsingscommissie een voorliggend resultaat toetst.

Artikel 2 Vaste functiebeschrijvingen

  • 1.

    De aansluiting bij HR21 vindt niet eerder plaats, dan nadat de bestaande functiebeschrijvingen- en waarderingen zijn geactualiseerd.

  • 2.

    De indelingscommissie koppelt bestaande taken en/of functie aan een normbeschrijving uit HR21.

  • 3.

    Indien de indelingscommissie constateert dat de bestaande taken en/of functie niet aan een normbeschrijving uit HR21 kunnen worden gekoppeld, en deze constatering wordt onderschreven door de overige gecertifieerde gebruikers, wordt een lokale normbeschrijving opgesteld door de gecertificeerde gebruikers in opdracht van het bevoegd gezag. Deze deskundigen dragen dan zorg voor een passende lokale normbeschrijving inclusief bijbehorend aantal punten aan de hand van de HR21 systematiek.

  • 4.

    De puntentoekenning aan de lokale normbeschrijving wordt, bij een verdeeld advies, aan de externe deskundige ter advisering voorgelegd.

  • 5.

    De door de indelingscommissie geselecteerde normbeschrijvingen en, indien aanwezig, de lokale normbeschrijvingen worden (eventueel aangevuld met een resultaatbeschrijving en competentieprofielen) als functiebeschrijvingen in een functieboek gemotiveerd ter advisering aan het bevoegd gezag voorgelegd.

  • 6.

    Het concept functieboek, inclusief indelingsmotiveringen en functiematrix, wordt ter toetsing voorgelegd aan de toetsingscommissie die het bevoegd gezag ter zake adviseert.

  • 7.

    Het bevoegd gezag stelt de lokale normbeschrijving vast.

  • 8.

    De directie neemt een voorgenomen besluit tot vaststelling van het functieboek.

  • 9.

    De WOR-bestuurder stelt de OR in de gelegenheid advies uit te brengen over de voorgenomen vaststelling van het functieboek.

  • 10.

    Met inachtneming van het bepaalde in lid 6, 7 en 8, stelt het bevoegd gezag de functieboek vast.

Artikel 3 Vaststelling conversietabel en omzetting en omzetting naar de functionele schalen

  • 1.

    Het bevoegd gezag legt op basis van de vastgestelde gemeentelijke salarisstructuur (zoals opgenomen in bijlage II en IIa van de CAR/UWO), de conversietabel ter instemming voor aan de Commissie voor Georganiseerd Overleg1.

  • 2.

    Na instemming van het GO stelt het bevoegd gezag de conversietabel vast.

  • 3.

    De vastgestelde normbeschrijving met het daaraan gekoppelde puntenstelsel wordt door middel van toepassing van de vastgestelde conversietabel omgezet naar de aan de functie vastgestelde functionele schaal.

Artikel 4 Bekendmaking HR21 functiebeschrijving en waardering aan functiehouder

  • 1.

    Indien de nieuwe functiebeschrijvingen het gevolg zijn van een organisatorische wijziging, in combinatie met de aansluiting bij HR21, adviseert de plaatsingscommissie het bevoegd gezag over de toewijzing van de functie aan de nieuwe functiehouder.

  • 2.

    Het bevoegd gezag maakt schriftelijk aan de functiehouder bekend welke functiebeschrijving zij voornemens is aan de functiehouder toe te kennen.

  • 3.

    In het voornemen zijn tevens de voor de functiehouder van toepassing zijnde gevolgen opgenomen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging.

  • 4.

    De functiehouder wordt in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze over de aan hem toe te kennen functie kenbaar te maken. De termijn voor het indienen van de zienswijze bedraagt drie weken. De zienswijze wordt schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt aan het bevoegd gezag.

  • 5.

    De plaatsingscommissie (of bij afwezigheid van een plaatsingscommissie: de indelingscommissie), adviseert het bevoegd gezag onder de ingediende zienswijze.

  • 6.

    Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in lid 4, maakt het bevoegd gezag, indien van toepassing, na te zijn ingegaan op de ingediende zienswijze, het definitief besluit aan de functiehouder bekend. In dit besluit zijn de gevolgen voor de inschaling, het salaris en/of de bezoldiging opgenomen. Dit besluit dient uiterlijk binnen 10 weken na het voornemen zoals bedoeld in lid 2 aan de functiehouder schriftelijk en gemotiveerd bekend te worden gemaakt.

Artikel 5

  • 1.

    Tegen het besluit als bedoeld in artikel 4 lid 5, kan binnen zes weken na verzending van het besluit schriftelijk en gemotiveerd bezwaar worden aangetekend bij het college.

  • 2.

    Voor wat betreft de behandeling van het ingediende bezwaar wordt verwezen naar de 1 Indien de tussen de OR en het GO een convenant is vastgesteld, waarbij deze bevoegdheid is overgedragen aan de OR, zal het bevoegd gezag na instemming van de OR de conversietabel vaststellen.

    Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Conform de Algemene wet bestuursrecht, schorst het bezwaar niet de werking van het besluit waartegen het is gericht, tenzij bij of krachtens wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Artikel 6 Overgangs- en slotbepalingen

  • 1.

    Het bevoegd gezag kan nadere regels stellen omtrent hetgeen in deze procedure-regeling is neergelegd voor zover aard en strekking van deze regeling zich daartegen niet verzet. Indien en voor zover bij nadere regels van deze regeling wordt afgeweken, dient hierover voorafgaand instemming te worden gevraagd aan de ondernemingsraad. Het bepaalde in artikel 27 lid 2 t/m 7 WOR is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet beslist het bevoegd gezag.

  • 3.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 november 2017.