Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent het verbeteren van de financiële positie van culturele instellingen, die als gevolg van de coronamaatregelen in hun voortbestaan worden bedreigd (Tijdelijke regeling Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade (oftewel Tijdelijke regeling CCC))

Geldend van 29-08-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent het verbeteren van de financiële positie van culturele instellingen, die als gevolg van de coronamaatregelen in hun voortbestaan worden bedreigd (Tijdelijke regeling Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade (oftewel Tijdelijke regeling CCC))

Het college van burgemeester en wethouders van Leiden,

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Tijdelijke regeling Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade voor de periode van 12 maart – 1 januari 2021, onder het voorbehoud van het verkrijgen rijkscompensatie coronaschade cultuursector in het Gemeentefonds gedurende voornoemde periode.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvullende bijdrage: Financiële ondersteuning in de vorm van subsidie; huurkwijtschelding, of een combinatie van beide.

  • b.

    ASV: de Algemene Subsidieverordening gemeente Leiden 2012;

  • c.

    College: het college van burgemeester en wethouders van Leiden;

  • d.

    Compensatiebudget Cultuur en Corona: het bedrag dat de gemeente Leiden in het Gemeentefonds gestort krijgt om de door de cultuurinstellingen geleden schade te kunnen compenseren;

  • e.

    Coronamaatregelen: maatregelen van het kabinet gericht op het maximaal onder controle houden van het coronavirus (COVID-19);

  • f.

    C5: de vijf grote Leidse culturele instellingen, zoals genoemd in de Cultuurnota 2020: BplusC, Leidse Schouwburg / Stadsgehoorzaal, Theater Ins Blau, Gebr. De Nobel en Museum De Lakenhal;

  • g.

    Fasering: de indeling in perioden, aansluitend bij de voor veel landelijke steunmaatregelen geldende fases, tenzij hier op landelijk niveau van wordt afgeweken

    • -

      Fase 1 - 12 maart 2020 tot en met 31 mei;

    • -

      Fase 2 - 1 juni 2020 tot en met 31 augustus 2020;

    • -

      Fase 3 - 1 september 2020 tot en met 31 december 2020;

  • h.

    Matching: aanvullende gemeentelijke coronaschade steun, als cofinanciering van de in het kader van deze regeling relevante bijdragen vanuit de rijkscultuurfondsen, zoals beschreven in de Regeling aanvullende ondersteuning culturele en creatieve sector COVID-19 van het ministerie van OCW (gepubliceerd op 11 juni 2020 in de Staatscourant);

  • i.

    Overige compensatiemaatregelen: generieke maatregelen en (coulance)regelingen van andere overheden dan het Rijk waarvan kunst- en cultuurinstellingen gebruik kunnen maken, die als doel hebben de financiële ondersteuning in verband met gederfde inkomsten als gevolg van de uitbraak van COVID-19 en de maatregelen ter bestrijding ervan;

  • j.

    Rijksmaatregelen: maatregelen van het Rijk om de financiële gevolgen van de coronacrisis deels te compenseren. Dat zijn generieke economische maatregelen waar ook de cultuursector gebruik van kan maken, alsmede specifieke maatregelen voor de cultuursector (additioneel noodpakket voor de cultuursector van het ministerie van OCW, die deels door rijkscultuurfondsen worden uitgevoerd);

  • k.

    Netto verlies: het saldo van:

    • -

      de gemiste inkomsten als gevolg van de coronamaatregelen;

    • -

      de extra inkomsten als gevolg van de generieke en specifieke compensatieregelingen van het Rijk (exclusief gemeentelijke matching), alsmede van door andere overheden getroffen (coulance)regelingen;

    • -

      de lagere uitgaven als gevolg van de coronamaatregelen;

    • -

      de extra kosten als gevolg van de coronamaatregelen;

    • -

      de extra bijdragen van derden (b.v. steunfonds).

Artikel 1.2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening

De ASV is van toepassing, voor zover daar in deze regeling niet van wordt afgeweken, en met uitzondering van het in deze regeling bepaalde over de kwijtschelding van huur .

Artikel 1.3 Doel regeling

Deze regeling beoogt de financiële positie van Leidse cultuurinstellingen te verbeteren die als gevolg van de coronamaatregelen in hun voortbestaan worden bedreigd . Door - in aanvulling op de reguliere jaarsubsidie - het verstrekken van een (gedeeltelijke) kwijtschelding van de huur en/of door het verlenen van een aanvullende subsidie.

Hoofdstuk 2 Aanvullende ondersteuning

Artikel 2.1 Looptijd van de regeling

De tijdelijke regeling Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade omvat de periode 12 maart tot en met 31 december 2020.

Artikel 2.2 Relevante culturele instellingen

Het college kan aanvullende ondersteuning verlenen aan de volgende te onderscheiden cultuurinstellingen:

  • i.

    de C5 zoals benoemd onder artikel 1.1 onder f;

  • ii.

    cultuurinstellingen die de afgelopen drie jaar op jaarbasis minimaal € 75.000,= gemeentelijke subsidie hebben ontvangen.

Artikel 2.3 Criteria

Om in aanmerking te komen voor aanvullende ondersteuning dient er sprake te zijn van minimaal € 10.000,= netto verlies ten gevolge van de coronamaatregelen in de periode van 12 maart 2020 tot 1 januari 2021.

Artikel 2.4 Hoogte aanvullende ondersteuning

Het maximaal aan te vragen bedrag voor aanvullende ondersteuning is het netto verlies als gevolg van de coronamaatregelen.

Artikel 2.5 Maximaal toe te kennen aanvullende ondersteuning

  • 2.5.1 Het beschikbare Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade bestaat uit de compensatie van het rijk voor cultuur in het Gemeentefonds en vormt het maximaal beschikbare bedrag voor uitvoering van deze regeling.

  • 2.5.2 Indien dit budget ontoereikend is om alle aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen te honoreren, worden alle te verlenen subsidies naar rato met een gelijk percentage verlaagd totdat het budget toereikend is.

  • 2.5.3 Toekenning per fase

    De aanvragen zullen steeds per fase - zoals in artikel 1.1 onder g genoemd - ingediend en toegekend worden. Waar mogelijk zullen fasen gecombineerd worden, afhankelijk van de fasen waarvoor het rijk compensatie in het Gemeentefonds stort.

Hoofdstuk 3 De aanvrager en aanvraag

Artikel 3.1 Aanvullende ondersteuning kan uitsluitend worden aangevraagd door de instellingen als bedoeld in artikel 2.2.

Artikel 3.2 Aanvraagtermijn

  • 3.2.1. Een aanvraag voor aanvullende ondersteuning fase 1 (12 maart tot en met 31 mei) dient uiterlijk 1 augustus 2020 ingediend te zijn bij het college.

  • 3.2.2. De termijnen voor de volgende twee fasen zullen aan de cultuurinstellingen per fase bekend gemaakt worden.

Artikel 3.3 Vereisten aanvraag

  • 3.3.1. Een aanvraag moet voldoen aan de vereisten uit de ASV en gebruik maken van het speciaal voor de Compensatie Cultuur en Corona ontwikkeld format.

  • 3.3.2. Indien een aanvraag niet volledig is, wordt de aanvrager een termijn gegund van vijf werkdagen om de aanvraag aan te vullen.

Artikel 3.4 Vorm aanvullende bijdrage

De aanvrager dient in de aanvraag aan te geven welke vorm van ondersteuning gevraagd wordt::

  • a.

    een aanvullende subsidie;

  • b.

    verrekening met de aan de gemeente verschuldigde huur;

  • c.

    een combinatie van beide.

Hoofdstuk 4 Weigering aanvullende bijdrage

Artikel 4.1 Weigeringsgronden

Het college kan geheel of gedeeltelijk aanvullende bijdrage weigeren als:

  • a.

    de instelling onvoldoende gebruik heeft gemaakt van de Rijksmaatregelen;

  • b.

    de instelling geen of onvoldoende beroep gedaan heeft op de middelen die zij kan ontvangen van een gelieerd steunfonds;

  • c.

    er in de aanvraag geen of onvoldoende reële onderbouwing is gegeven van het verlies;

  • d.

    het Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade, zoals opgenomen in de begroting van de gemeente Leiden, ontoereikend is.

Hoofdstuk 5 Bevoorschotting, verantwoording en vaststelling

Artikel 5.1 Het college bevoorschot de aanvullende subsidie in zijn geheel.

De uitbetaling vindt plaats op het moment van de verlening van de subsidie. Hierin wordt de eventuele huurkwijtschelding verrekend. Het bedrag wordt definitief vastgesteld na verantwoording.

Artikel 5.2

  • 5.2.1. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat een zichtbare verantwoording (per fase als bedoeld in artikel 1.1 onder f) van deze aanvullende ondersteuningsregeling in de jaarrekening 2020 bij de verantwoording van de reguliere jaarsubsidie.

  • 5.2.2. Gezien de onzekere en wisselende omstandigheden ten gevolge van. de Coronacrisis, kunnen de financiële gegevens op basis waarvan deze ondersteuning aangevraagd wordt nog sterk wijzigen in de periode 12 maart tot 1 januari 2021. Indien het uiteindelijke netto verlies lager is dan het verlies waarop de subsidieverlening is gebaseerd, zal de definitieve bijdrage lager vastgesteld worden.

Hoofdstuk 6 | Slotbepalingen

Artikel 6.1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van de aanvrager, leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 6.2 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na zijn bekendmaking.

Artikel 6.3 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling Compensatiebudget Cultuur en Coronaschade (oftewel Tijdelijke regeling CCC)

Ondertekening