Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de regeling reiskosten

Geldend van 24-08-2018 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2018

Intitulé

Regeling reiskosten

Het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp

Gelet op artikel 3:21 en artikel 3:22 van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO);

met instemming van de commissie voor Georganiseerd Overleg op 8 januari 2018

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende

REGELING REISKOSTEN

Artikel 1 Begripsbepaling

  • a. ambtenaar de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onder a van de CAR;

  • b. bevoegd gezag het college van Burgemeester en Wethouders van Leiderdorp, of de werkgeverscommissie van de Raad;

  • c. woon- werkverkeer het reizen tussen het woonadres en de standplaats;

  • d. dienstreis een reis die de ambtenaar maakt in het belang van de dienst;

  • e. standplaats de gemeente of het met name genoemde gedeelte van de gemeente, waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht (artikel 15:1:17 CAR-UWO);

  • f. reisafstand de afstand van het woonadres tot de standplaats;

  • g. reisdagen het gemiddeld aantal dagen per week waarop woon-werkverkeer van toepassing is, waarbij maximaal 1 thuiswerkdag gemiddeld ook als reisdag wordt aangemerkt.

  • h. Reisregeling binnenland de door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde Reisregeling binnenland;

  • i. Reisbesluit binnenland het door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgestelde Reisbesluit binnenland;

  • j. de werkgever de gemeente Leiderdorp.

I. TEGEMOETKOMING REISKOSTEN WOON- WERKVERKEER

Artikel 2 Tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer voor niet-verhuisplichtige ambtenaren die reizen met eigen vervoer

  • 1. Voor de niet-verhuisplichtige ambtenaar, die meer dan 10 km van het werk woont is een vergoeding voor reiskosten voor het woon- werkverkeer van toepassing.

  • 2. De tegemoetkoming wordt per maand aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 3. De tegemoetkoming wordt naar rato van het aantal reisdagen per week toegekend.

  • 4. Bij langdurige afwezigheid, dat wil zeggen langer dan zes weken aaneengesloten, wordt de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer stopgezet per de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van afwezigheid. De vergoeding wordt weer gestart vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de ambtenaar zijn (re-integratie)werkzaamheden heeft hervat.

  • 5. Indien de ambtenaar op eigen verzoek geen of minder reisafstand aflegt, wordt de tegemoetkoming direct bij aanvang van de periode van niet reizen stopgezet of naar rato uitbetaald. Per de eerste van de maand volgende op het intrekken van dit verzoek wordt de tegemoetkoming weer (volledig) uitbetaald.

  • 6. De ambtenaar ontvangt per maand een tegemoetkoming op basis van de onderstaande tabel op basis van 5 reisdagen per week:

    Afstand enkele reis

    tegemoetkoming

    10 tot 15 km

    € 65, - per maand

    15 tot 20 km

    € 97, - per maand

    ≥ 20 km

    € 130, - per maand

    Indien minder dan 5 werkdagen wordt gereisd, worden de in bovenstaande tabel genoemde bedragen naar rato uitgekeerd.

  • 7. De enkele reisafstand wordt berekend op basis van de heenreis volgens de routeplanner van Routenet.nl (snelste route met de auto) op basis van de postcode en het huisnummer van het woonadres van de ambtenaar naar de postcode en het huisnummer van de standplaats.

  • 8. De bedragen behorend bij de in artikel 3 genoemde tabel, worden niet geïndexeerd.

Artikel 3 Tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer voor niet-verhuisplichtigen diereizen met openbaar vervoer

  • 1. De niet-verhuisplichtige ambtenaar, die meer dan 10 km van het werk woont, ontvangt een vergoeding voor de gemaakte reiskosten woon-werkverkeer. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld overeenkomstig de kosten van het openbaar vervoer 2e klasse.

  • 2. De vergoeding wordt uitsluitend op basis van de overgelegde vervoersbewijzen achteraf betaalbaar gesteld.

  • 3. Alleen de daadwerkelijke dagelijkse reiskosten van het rechtstreekse traject woonadres – standplaats en terug komen voor vergoeding in aanmerking.

  • 4. Bij langdurige afwezigheid, dat wil zeggen langer dan zes weken aaneengesloten, wordt de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer stopgezet per de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van afwezigheid. De vergoeding wordt weer gestart vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin de ambtenaar zijn (re-integratie) werkzaam-heden heeft hervat.

  • 5. Indien de ambtenaar op eigen verzoek geen of minder reisafstand aflegt, wordt de tegemoetkoming direct bij aanvang van de periode van niet reizen stopgezet of naar rato uitbetaald. Per de eerste van de maand volgend op het intrekken van dit verzoek wordt de tegemoetkoming weer (volledig)uitbetaald.

II. REIS- EN VERBLIJFSKOSTEN BIJ DIENSTREIZEN

Artikel 4 Vergoeding reis- en verblijfskosten bij dienstreizen

  • 1. De ambtenaar heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfskosten voor het reizen in het belang van de dienst.

  • 2. De vergoeding voor reiskosten als bedoeld in het eerste lid wordt vastgesteld overeenkomstig de Reisregeling binnenland en het Reisbesluit binnenland, met uitzondering van de reiskosten bij gebruik van het openbaar vervoer.

  • 3. De vergoeding voor de reiskosten bij gebruik van het openbaar vervoer is, overeenkomstig artikel 3:21 van de CAR, gebaseerd op het reizen 2e klasse tarief.

III. SLOTBEPALING

Artikel 5 Automatische aanpassingen

Wijzigingen in de CAR/UWO en/of de belastingwetgeving die van invloed zijn op deze regeling zullen zo spoedig mogelijk worden verwerkt in deze regeling.

Artikel 6 Correcte gegevens

  • 1. De ambtenaar is gehouden de juiste gegevens met betrekking tot het woon- werkverkeer te verstrekken en actueel te houden.

  • 2. Het bevoegd gezag behoudt zich het recht voor om te veel betaalde reiskosten op basis van onjuist verstrekte gegevens terug te vorderen over het lopende kalenderjaar.

Artikel 7 Onvoorziene gevallen

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet naar billijkheid voorziet, treft het bevoegd gezag een bijzondere regeling.

Artikel 8 Overgangsmaatregel

De tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer wordt met ingang van 1 januari 2018 uitbetaald op grond van de geactualiseerde woon- werkverkeergegevens. Een verschil in de tegemoetkoming ten opzichte van 2017 zal niet worden teruggevorderd of nabetaald.

Artikel 9 Inwerkingtreding

De wijzigingen in deze regeling treden in werking op de dag na bekendmaking en werken terug tot en met 1 januari 2018.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Leiderdorp,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Algemeen

De vergoedingen die in het kader van deze regeling worden uitgekeerd zijn in beginsel bruto uitkeringen. Doordat de Wet op de loonbelasting 1964 gerichte vrijstellingen kent, geldt dat de werkgever een deel van de of de gehele vergoeding onbelast aan de ambtenaar mag uitbetalen. Voor 2018 geldt in ieder geval een gerichte vrijstelling voor zakelijke reizen, waaronder woon-werkverkeer, tot een bedrag van € 0,19 per kilometer dan wel de werkelijke kosten van openbaar vervoer.

Artikel 1

  • Voor het begrippenkader wordt daar waar mogelijk verwezen naar de definities zoals die in de bestaande regelgeving van de CAR/UWO, het Handboek Loonheffingen van de Belastingdienst en in de Reisregeling en het Reisbesluit Binnenland worden gehanteerd.

  • Indien een ambtenaar een dag per week thuiswerkt, wordt deze thuiswerkdag ook als reisdag aangemerkt.

  • Indien een ambtenaar met bijv. een fulltime aanstelling zijn werkweek indeelt in 4 dagen x 9 uur per dag, is het aantal reisdagen vier.

  • Een arbeidspatroon waarbij de ene week 5 dagen wordt gewerkt en de andere week 4 dagen is gemiddeld 4,5 reisdagen per week.

Artikel 2 en artikel 3

De tegemoetkoming reiskosten woon- werkverkeer worden per maand uitbetaald. Als de ambtenaar gedurende een aangesloten periode van langer dan zes weken niet reist wordt, de uitbetaling van de tegemoetkoming reiskosten aansluitend aan deze zes weken stopgezet Zodra en voor zover de ambtenaar weer gaat reizen zal de uitbetaling van de tegemoetkoming reiskosten weer worden hervat.

Indien het niet reizen van de ambtenaar het gevolg is van een eigen verzoek –anders dan vakantieverlof- van de ambtenaar (bijvoorbeeld onbetaald verlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof etc.) wordt de termijn van 6 weken niet in acht genomen.

artikel 3 lid 2

De daadwerkelijke reiskosten kunnen fiscaal gezien blijken uit bijvoorbeeld de uitdraai van een (persoonlijke) OV-chipkaart. De factuur van een jaar- of maandabonnement is fiscaal gezien geen bewijs van de daadwerkelijke kosten. In dit geval dient naast de factuur ook een uitdraai van een persoonlijke OV-chipkaart te worden overlegd. De reiskosten dienen in het jaar waarin ze zijn gemaakt te worden overgelegd, met uitzondering van de reiskosten over de maand december, deze dienen in januari van het volgende jaar te worden overgelegd.

Het bevoegd gezag stelt de kosten per reisbeweging vast op grond van de informatie van de vervoerder.

Artikel 3 lid 3

Niet rechtstreekse verbinding gelden als niet declarabel woon- werkverkeer, omdat de administratieve controle op de omrijkilometers niet- of onvoldoende uitvoerbaar is. Het fiscaal belang ligt hieraan ten grondslag.

Artikel 6

De werkgever wordt door de belastingdienst gecontroleerd op de juiste uitbetaling van de reiskosten. De ambtenaar is daarom verplicht de gegevens correct aan te leveren en up-to-date te houden.