Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent vakantie

Geldend van 26-07-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-01-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent vakantie

Het college van burgemeester en wethouders der gemeente Leiderdorp;

gelet op Hoofdstuk 6 en artikel 2:1B van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten (CAR/UWO)

Met instemming van het Gemeenschappelijk Georganiseerd Overleg op 25 september 2017, 13 september 2018 en 30 april 2019

b e s l u i t :

vast te stellen de

VAKANTIEREGELING LEIDERDORP

I BEGRIPPEN

Begripsomschrijving

Artikel 1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Ambtenaar: hij die door of vanwege de gemeente is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • 2.

    Medewerker: ambtenaar in de zin van de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst (UWO);

  • 3.

    Werkgever: de gemeente Leiderdorp;

  • 4.

    Diensttijd: het aantal jaren dat in dienst van de overheid is doorgebracht op grond van een aanstelling of een arbeidsovereenkomst als genoemd in hoofdstuk 2 van de CAR/UWO;

Plaatselijke feestdagen

Artikel 2

De gemeente Leiderdorp heeft de volgende dagen aangewezen als plaatselijke feestdagen:

  • Goede Vrijdag;

  • 5 mei- Bevrijdingsdag;

  • 3 oktober- Leidens Ontzet;

Op deze dagen wordt geen arbeid verricht. Als de dienst vereist dat de medewerker op een van deze dagen moet werken, wordt op een andere dag verlof verleend.

II VAKANTIEVERLOF

Recht op vakantieverlof

Artikel 3

  • 1. Het recht op vakantieverlof van de medewerker wordt bepaald op grond van de regels in hoofdstuk 6 van de CAR/UWO.

  • 2. Iedere medewerker heeft recht op ten minste 144 uur vakantieverlof per jaar met behoud van bezoldiging. Voor een medewerker met een deeltijdbetrekking wordt het van 144 uur naar evenredigheid berekend.

  • 3. Wanneer iemand in de loop van een kalenderjaar in dienst treedt of ontslagen wordt, heeft hij recht op 144 uur maal 1/12 maal het aantal volle maanden dat hij in een kalenderjaar zijn betrekking vervult, wordt de duur van het vakantieverlof naar evenredigheid verminderd. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan (gedeeltelijk) betaald of onbetaald verlof, schorsing of non-activiteit.

  • 4. Opbouw van vakantieverlof tijdens ziekte vindt plaats conform het gestelde in artikel 6:2:3 CAR/UWO.

Vermeerdering aantal uren vakantieverlof in verband met leeftijd of diensttijd

Artikel 4

  • 1. De duur van het vakantieverlof dat is vastgesteld op grond van artikel 3 wordt vermeerderd met leeftijdsverlofuren. Het aantal leeftijdsverlofuren wordt bepaald op grond van de diensttijd, de bereikte leeftijd en de datum van indiensttreding van de medewerker, volgens onderstaande tabel:

Leeftijd, diensttijd

Voor 23 juni 1998

Na 23 juni 1998

18 jaar op jonger

21,6

21,6

19 jaar

14,4

14,4

20 jaar

7,2

7,2

21 tot 30 jaar

 

 

30 jaar

7,2

 

35 jaar, 15 jaar diensttijd

14,4

 

40 jaar

21,6

7,2

45 jaar, 25 jaar diensttijd

28,8

14,4

50 jaar

36

21,6

55 jaar, 35 jaar diensttijd

43,2

28,8

  • 2. De duur van het vakantieverlof op grond van lid 1 vermeerderd met leeftijdsverlofuren bedraagt nimmer meer dan 144 + 43,2 = 187,2 uur bij een 36-urige werkweek.

Vermeerdering aantal uren vakantieverlof in verband met onregelmatigheid of beschikbaarheidsdiensten

Artikel 5

  • 1. In aanvulling op artikel 6:2:1, vierde lid, CAR/UWO wordt aan de medewerker 14,4 uur extra verlof toegekend, indien de medewerker volgens een gerealiseerd rooster op meer dan 60 dagen per kalenderjaar feitelijk beschikbaarheidsdiensten verricht, als bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid onder c CAR/UWO of feitelijk op voor meer dan 240 uur per kalenderjaar op onregelmatige uren werkzaamheden verricht en declareert;

  • 2. Het verrichten van beschikbaarheidsdiensten moet schriftelijk aan de ambtenaar zijn opgedragen;

  • 3. Het verlof genoemd onder het eerste lid van dit artikel, wordt aan het eind van het kalenderjaar toegekend;

  • 4. Bij uitdiensttreding of bij het niet door eigen schuld of toedoen in het lopende kalenderjaar beëindigen van het verrichten van beschikbaarheidsdiensten of het werken op onregelmatige uren, wordt het verlof naar rato berekend;

  • 5. Het gemiddeld aantal uitbetaalde beschikbaarheidsdiensten of onregelmatige uren bij arbeidsongeschiktheid tellen niet mee voor de opbouw van het verlof genoemd onder het eerste lid van dit artikel;

  • 6. Per jaar wordt maximaal 14,4 uur toegekend en vindt geen cumulatie plaats bij het verrichten van beschikbaarheidsdiensten en het werken op onregelmatige uren;

  • 7. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar die is aangewezen om beschikbaarheidsdiensten en werkzaamheden op onregelmatige uren te verrichten voor het samenwerkingsverband Bevolkingszorg Regio Leiden in het kader van de Wet veiligheidsregio op grond van artikel 15:1:11, tweede lid CAR/UWO.

  • 8. Medewerkers die voor de ingangsdatum van dit artikel op grond van artikel 3.4 van de regeling Beloningsbeleid recht hebben op het verlof uit lid 1 van dit artikel behouden hun rechten op basis van dat artikel.

Kopen en verkopen van uren vakantieverlof

Artikel 6

Jaarlijks kan de medewerker op grond van artikel 3:29 CAR/UWO vakantie-uren kopen of op grond van artikel 3:36 vakantie-uren verkopen.

Verlenen en opnemen van verlof

Artikel 7

  • 1. De werkgever beslist over het verlenen van het vakantieverlof. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de medewerker. De werkgever kan een medewerker verplichten vakantieverlof op te nemen.

  • 2. De medewerker moet vakantieverlof opnemen conform het feitelijk aantal uren dat hij op een dag werkt.

  • Voorbeeld: een medewerker werkt volgens afspraak op maandag en dinsdag en woensdag 9 uren en op donderdag en vrijdag 4,5 uur, zodat hij donderdag- en vrijdagmiddag vrij is. Als hij op maandag vakantieverlof opneemt, moet hij 9 uur opnemen. Bij het opnemen van een vrije dag op donderdag 4,5 uur.

  • 3. Het vakantieverlof kan worden opgesplitst. Een medewerker moet wel in de gelegenheid worden gesteld ten minste 10 werkdagen aaneensluitend vakantieverlof te genieten.

  • 4. De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld vakantieverlof op te nemen op officiële feestdagen, die met zijn geloof of culturele achtergrond samenhangen, niet zijnde de christelijke feestdagen.

  • 5. De medewerker moet vakantieverlof kunnen opnemen ter gelegenheid van zijn verhuizing en van overlijden van of huwelijk of geregistreerd partnerschap van nabije familie.

Verlof tbv jeugd- en jongerenactiviteiten en het werken met mensen met een beperking

Artikel 8

  • 1. Aan de medewerker kan , mits het belang van de dienst zich hiertegen niet verzet, een buitengewoon verlof van korte duur met behoud van bezoldiging worden verleend voor;

    • a.

      het leiden of volgen van een cursus gericht op vrijwilligers die actief zijn in het jeugd- of jongerenwerk en het werken met mensen met een beperking;

    • b.

      het leiden van een jeugdkamp of kindervakantie-activiteit als hoofdleider (leider-coördinator);

    • c.

      het assisteren van de hoofdleider van een kamp of vakantie-activiteit op basis van één vrijwillig medewerkende op elke vijftien deelnemers, en één vrijwillig medewerkende op elke drie deelnemers wanneer het een kampvakantie-activiteit betreft voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

    Voor de onder "c" bedoelde gevallen kan alleen buitengewoon verlof worden verleend indien de aanwezigheid voor het welslagen van de activiteit dringend gewenst is en geen andere persoon beschikbaar is.

  • 2. Het buitengewoon verlof bedraagt voor de in het vorige lid bedoelde gevallen telkens ten hoogste vijf dagen, met dien verstande dat per kalenderjaar in totaal niet meer dan tien dagen kunnen worden toegekend.

  • 3. Een cursus als bedoeld in het eerste lid onder "a" moet uitgaan van een landelijke of een provinciale organisatie voor jeugd- en jongerenwerk en/of erkende zorginstelling of van een landelijke of provinciale jeugdafdeling van een sportorganisatie, dan wel door één van deze organisaties worden aanbevolen als belangrijk voor de vorming van de vrijwilligers. De cursus moet tenminste drie achtereenvolgende dagen duren.

  • 4. Een kamp of vakantie-activiteit bedoeld in het eerste lid, onder "b" of "c" moet uitgaan van een landelijk werkende organisatie dan wel van een plaatselijk, regionaal of provinciaal werkende organisatie, of worden georganiseerd door een instelling die geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de omschreven doelgroep werkzaam is. Een kamp of vakantie-activiteit met minder dan tien deelnemers valt niet onder deze regeling.

    Onder kampen wordt ook verstaan plaatselijke vakantieactiviteiten die tenminste 5 achtereenvolgende dagen duren.

  • 5. De medewerker die in aanmerking wenst te komen voor buitengewoon verlof als genoemd voor activiteiten als bedoeld in het derde lid dient gedurende het jaar dat vooraf gaat aan de activiteit waarvoor verlof wordt aangevraagd minimaal een keer per maand als -activitei-tenleider vrijwilligerswerk te hebben verricht.

  • 6. De aanvragen om bedoeld verlof moeten worden ingediend door:

    • een landelijke organisatie, als het landelijk georganiseerd jeugdwerk betreft;

    • een erkende plaatselijke jeugd- of jongerenraad en bij gebreken daarvan door een provinciale jeugdraad, als het niet-landelijk georganiseerd jeugdwerk betreft;

  • Onder erkend wordt verstaan een in samenwerking met de gemeentelijke of provinciale overheid ingestelde jeugd- of jongerenraad.

  • 7. Het in dit artikel genoemde verlof is niet van toepassing op personen die werkzaam zijn in het onderwijs.

Intrekken vakantie

Artikel 9

  • 1. Verleend vakantieverlof kan worden ingetrokken wanneer dringende redenen van dienstbelang dat noodzakelijk maken. Wanneer de medewerker hierdoor op een dag slechts gedeeltelijk vakantieverlof heeft kunnen genieten worden deze uren als niet verleend beschouwd.

  • 2. Wanneer een medewerker als gevolg van het intrekken van het vakantieverlof schade lijdt, wordt deze aan hem vergoed. Te denken valt hierbij aan de annuleringskosten van een vakantie.

Niet opgenomen uren vakantieverlof aan het eind van het dienstverband

Artikel 10

  • 1. Vaststelling uurloon wettelijke vakantie-uren:

    Wettelijke vakantie-uren die de ambtenaar vanwege bedrijfsbelangen of medische redenen voor de datum van ontslag niet heeft kunnen opnemen worden overeenkomstig artikel 6:2:3, lid 5 CAR/UWO uitbetaald met in achtneming van:

    • het gebruikelijke bruto salaris;

    • de toegekende salaristoelage(n) en

    • het IKB.

  • 2. Vaststellen uurloon bovenwettelijke vakantie-uren:

    Bovenwettelijke vakantie-uren die de ambtenaar vanwege bedrijfsbelangen of medische redenen voor de datum van ontslag niet heeft kunnen opnemen worden overeenkomstig artikel 6:2:3, lid 5 CAR/UWO tegen het uurloon, zoals omschreven in artikel 1:1, onder o CAR/UWO uitbetaald.

  • 3. Teveel opgenomen verlof bij ontslag

    Bij beëindiging van het dienstverband worden, indien de ambtenaar meer vaknatie-uren heeft genoten dan waarop hij op grond van artikel 6:2:1 CAR/UWO tot de datum ontslag recht heeft, verrekend met het uit te betalen salaris, toelage(n) en opgebouwd recht aan IKB. Slechts als verrekening niet mogelijk is, dient de ambtenaar de teveel genoten vakantie-uren terug te betalen.

III BUITENGEWOON EN BIJZONDER VERLOF

Buitengewoonverlof

Artikel 11

Buitengewoonverlof is verlof zoals dat staat genoemd in de CAR/UWO of in de Wet arbeid en zorg en is integraal van toepassing. Het betreft:

  • -

    Calamiteitenverlof

  • -

    Kort zorgverlof

  • -

    Verlof voor uitoefening van het actief kiesrecht

  • -

    verlof als kaderlid van de vakbond

  • -

    zwangerschapsverlof

  • -

    bevallingsverlof

  • -

    ouderschapsverlof

Verplichte verlofdagen

Artikel 12

  • 1. De werkgever kan in overleg met de ondernemingsraad maximaal 4 verplichte verlofdagen aanwijzen per kalenderjaar.

  • 2. Het voor deze verleende verlof wordt in mindering gebracht op het vakantieverlof.

Afspraken over verlof, werktijden en saldo uren

Artikel 13

  • 1. Een medewerker maakt een afspraak voor een bezoek aan medici en/of voor een poliklinische behandeling (tandarts, huisarts, specialist etc.) zoveel mogelijk op een roostervrije dag of aan het begin/einde van de dag. Het maximale aantal uren dat een medewerker kan schrijven als ‘doktersbezoek’ bedraagt twee uur per afspraak.

  • 2. Beleidsmedewerkers, beheersmedewerkers en leidinggevenden zijn verantwoordelijk voor het gehele beleidsproces. Het bijwonen van Commissie en Raadsvergaderingen is onderdeel van de functie. De tijdsbesteding die hiermee samenhangt, wordt beschouwd als reguliere werkuren. Deze uren komen niet in aanmerking voor een overwerkvergoeding of onregelmatigheidstoeslag.

  • 3. Op 5 december en op 31 december wordt bij een fulltime dienstverband één verlof-uur toegekend (tussen 16.00 en 17.00 uur).

  • 4. Per dagdeel dat een cursus etc. duurt, incl. reistijd kan maximaal 4,5 uur tijd geschreven worden. Valt een dagdeel buiten de reguliere werktijd, zoals vastgesteld in het werkrooster, dan kan de medewerker na overleg met de leidinggevende saldo uren opbouwen.

  • 5. Wanneer medewerkers in het kader van hun functie werkzaamheden verrichten buiten hun formele arbeidsduur dan is er in principe sprake van saldo uren. De feitelijke arbeidsduur per week wordt dan langer dan de formele arbeidsduur.

    Saldo uren worden zo spoedig mogelijk opgenomen. Worden ze niet opgenomen binnen het lopende jaar, dan komen ze te vervallen, tenzij de medewerker hierover afspraken met zijn leidinggevende kan maken.

  • 6. Wanneer het aantal saldo uren meer dan 36 uur bedraagt (naar rato), dan treedt de medewerker in overleg met zijn leidinggevende, om afspraken te maken over werkzaamheden en/of het opnemen van saldo uren. Wanneer de medewerker niet tijdig in overleg treedt met zijn leidinggevende dan kunnen saldo uren komen te vervallen.

Inwerkingtreding

Artikel 14

  • 1. In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.

  • 2. Deze ‘Vakantieregeling Leiderdorp’ treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2019.

  • 3. Met ingang van de datum waarop deze regeling in werking treedt, vervallen alle eerdere verlofregelingen.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders

van Leiderdorp op 9 juli.2019,

de burgemeester,

de secretaris,

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting op de verlofregeling

Artikel 5 Vermeerdering aantal uren vakantieverlof in verband met onregelmatigheid of beschikbaarheidsdiensten

Lid 1

Artikel 6:2:1, lid 4 van de CAR/UWO bepaalt dat indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt de ambtenaar recht heeft 14,4 uur extra verlof op jaarbasis (uitgaande van een aanstelling van 36 uur per week). Artikel 2:1B van de CAR/UWO geeft aan dat indien op tenminste 60 dagen in een kalenderjaar beschikbaarheidsdiensten worden gedraaid hier een schriftelijke aanwijzing voor nodig is. Met dit laatste geeft de CAR/UWO een richting aan met wat wordt bedoeld met regelmatig en/of belangrijke mate.

Voor de berekening van het aantal uren onregelmatige dienst is ook het uitgangspunt ‘belangrijke mate’ uit artikel 6:2:1, lid 4 van de CAR/UWO genomen. Een halve dag, ofwel 4 uur, kan als belangrijke mate worden beschouwd. 60 dagen x 4 uur = 240 uur op jaarbasis.

Lid 3

Pas aan het eind van het jaar kan uit overzichten worden vastgesteld in hoeverre de betrokken medewerker voor de 14,4 uur in aanmerking komt.

Lid 5

In geval van ziekte wordt een gemiddeld aantal uren aan onregelmatige dienst aan de medewerker uitbetaald. Dit zijn geen feitelijk gewerkte uren, dan wel gedeclareerde uren en tellen om die reden niet mee voor het toekennen voor het extra verlof.

Lid 6

Slechts een keer per jaar kan maximaal 14,4 uur aan extra verlof worden toegekend. Indien de medewerker zowel beschikbaarheidsdiensten als onregelmatige diensten draait, wordt slechts een keer maximaal 14,4 uur toegekend. Het optellen van uren uit de verschillende diensten is niet toegestaan.