Regeling vervallen per 12-10-2022

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de vergaderingen van de raad (Reglement van Orde van de Raad van Leiderdorp 2021)

Geldend van 10-04-2021 t/m 11-10-2022

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp houdende regels omtrent de vergaderingen van de raad (Reglement van Orde van de Raad van Leiderdorp 2021)

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel van 8 februari 2021, nr. Z/21/113455/230068;

gezien het advies van het Politiek Forum van 22 maart 2021;

gelet op het bepaalde in artikel 16 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

Het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de Raad 2021 vast te stellen.

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

    • Artikel 1 Begripsomschrijvingen

    • Artikel 2 Het presidium

    • Artikel 3 De griffier

    • Artikel 4 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

    • Artikel 5 Benoeming en ontslag burgerraadsleden

    • Artikel 6 Benoeming wethouders

    • Artikel 7 Fracties

    • Artikel 8 Fractieondersteuning

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

  • Paragraaf 1 Vergadermodel Leiderdorp

    • Artikel 9 Raadsinformatieavond

    • Artikel 10 Politiek Forum

    • Artikel 11 De voorzitter van het Politiek Forum

    • Artikel 12 Raadsvergadering

    • Artikel 13 De voorzitter van de Raad

  • Paragraaf 2 Voorbereidingen

    • Artikel 14 Oproep en bekendmaking

    • Artikel 15 Aanvullende agenda; vaststellen agenda

    • Artikel 16 Ter beschikking stellen van stukken

    • Artikel 17 Openbare kennisgeving

  • Paragraaf 3 Ter vergadering Politiek Forum

    • Artikel 18 Opening vergadering Politiek Forum

  • Paragraaf 4 Ter vergadering Raad

    • Artikel 19 Opening vergadering en quorum bij de Raadsvergaderingen

    • Artikel 20 Primus bij hoofdelijke stemming

  • Paragraaf 5 Ter vergadering algemeen

    • Artikel 21 Presentielijst

    • Artikel 22 Zitplaatsen in de Raadzaal in Politiek Forum en Raad

    • Artikel 23 Inspreekrecht in Politiek Forum en Raadsvergadering

    • Artikel 24 Spreektermijnen

    • Artikel 25 Het voeren van het woord

    • Artikel 26 Persoonlijke betrokkenheid

    • Artikel 27 Voorstellen van orde

    • Artikel 28 Deelname aan de beraadslaging door anderen tijdens Politiek Forum en Raad

    • Artikel 29 Handhaving orde; schorsing

    • Artikel 30 Toehoorders en pers

    • Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

    • Artikel 32 Gebruik mobiele apparatuur

  • Paragraaf 6 Stemmingen tijdens Raadsvergaderingen

    • Artikel 33 Stemverklaring

    • Artikel 34 Beslissing

    • Artikel 35 Stemming; procedure hoofdelijke stemming

    • Artikel 36 Volgorde van stemming

    • Artikel 37 Stemming over personen

    • Artikel 38 Herstemming over personen

    • Artikel 39 Beslissing door het lot

  • Paragraaf 7 Verslaglegging; ingekomen stukken en toezeggingen en moties

    • Artikel 40 Verslag en besluitenlijst

    • Artikel 41 Ingekomen stukken

    • Artikel 42 Toezeggingen en moties

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en instrumenten van raadsleden

    • Artikel 43 Amendementen en subamendementen

    • Artikel 44 Moties

    • Artikel 45 Initiatiefvoorstellen

    • Artikel 46 Raadsvoorstel

    • Artikel 47 Interpellatie

    • Artikel 48 Schriftelijke Raadsvragen

    • Artikel 49 Actualiteitsronde

    • Artikel 50 Inlichtingen

    • Artikel 51 Technische vragen

    • Artikel 52 Enquête

    • Artikel 53 Commissies

    • Artikel 54 Instellen werkgroep

Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen van het Politiek Forum en de Raad en geheimhouding

    • Artikel 55 Algemeen

    • Artikel 56 Geheimhouding

    • Artikel 57 Verslaglegging besloten vergadering

    • Artikel 58 Opheffing geheimhouding

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

    • Artikel 59 Uitleg reglement

    • Artikel 60 Intrekking oude reglement

    • Artikel 61 Inwerkingtreding en citeertitel

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. Amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing;

  • b. Burgerraadslid: commissielid als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet;

  • c. Commissies: commissie ex artikel 82 van de Gemeentewet;

  • d. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp;

  • e. Fractieassistent: een persoon, niet zijnde een raadslid, die is aangewezen door de fractie om haar bij te staan bij het verrichten van haar werk ten behoeve van de Raad en door de Raad ingestelde voorbereidende vergaderingen en daartoe schriftelijk door een fractie is aangemeld bij de griffier;

  • f. Griffier: griffier van de Raad of diens plaatsvervanger;

  • g. Informatieavond: sessie van de Raad van Leiderdorp gericht op uitwisseling van informatie;

  • h. Initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel;

  • i. Interpellatie: het vragen van inlichtingen aan het College over een onderwerp dat niet op de agenda staat;

  • j. Motie: korte, gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • k. Politiek Forum: vergadering van commissie ingesteld door de Raad op grond van art. 82 van de Wet ter voorbereiding van de Raadsvergadering;

  • l. Presidium: het dagelijks bestuur van de Raad bestaande uit de voorzitter van de Raad, de eerste plaatsvervangend voorzitter, de fractievoorzitters of een andere vertegenwoordiger van de fractie, en de griffier;

  • m. Raad: de gemeenteraad van Leiderdorp;

  • n. (Raads)fractie: leden van de Raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij aanvang van de zitting als één Raadsfractie beschouwd;

  • o. Raadsinformatiesysteem: publicatiekanaal voor alle openbare Raadsstukken;

  • p. Subamendement: een voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement;

  • q. Voorzitter van de Raad: de burgemeester is voorzitter van de Raad zoals bedoeld in artikel 9 van de Gemeentewet;

  • r. Voorzitter Politiek Forum en andere commissies: door de Raad benoemd voorzitter of plaatsvervangend voorzitter;

  • s. Werkgroep: een door de raad – al dan niet op voorstel van het presidium – ingestelde groep bestaande uit raads- en burgerraadsleden op een specifiek beleidsterrein;

  • t. Wet: de Gemeentewet.

Artikel 2 Het presidium

  • 1. De Raad heeft een presidium.

  • 2. Het presidium bestaat uit de fractievoorzitters en de voorzitter van de Raad, de eerste plaatsvervangend voorzitter, de griffier en de gemeentesecretaris.

  • 3. Het presidium is het dagelijks bestuur van de Raad. Het presidium heeft als taken:

    • a.

      Het doen van aanbevelingen aan de Raad inzake de organisatie en het functioneren van de Raad en de Raadscommissies;

    • b.

      Het vaststellen van de lange termijn planning van de Raad, waarbij het presidium onder andere de agenda’s voor van de informatieavond, het Politiek Forum en de Raadsvergadering voorbereidt;

    • c.

      Het voorbereiden van verordeningen en andere voorstellen die betrekking hebben op de Raad;

    • d.

      Het vaststellen van het griffieplan;

    • e.

      Het vaststellen van het vergaderschema van Raad;

    • f.

      De financiën van de Raad;

    • g.

      Voorts verricht het presidium alle overige werkzaamheden die in dit reglement of in andere door de Raad vastgestelde besluiten aan hem opgedragen worden.

  • 4. Het presidium wordt voorgezeten door de eerste plaatsvervangend voorzitter van de Raad en bij diens afwezigheid door een door de aanwezige leden van het Raadspresidium aangewezen voorzitter.

  • 5. De voorzitter van het presidium pleegt overleg met het Raadspresidium, wanneer hem dit wenselijk voorkomt. Zodanig overleg vindt tevens plaats, indien ten minste twee leden van het Raadspresidium hierom verzoeken.

  • 6. Van de vergaderingen wordt een besluitenlijst opgemaakt onder zorg van de griffier.

  • 7. De vergaderingen en stukken van het presidium zijn openbaar, tenzij het presidium anders bepaalt. De agenda en besluitenlijst van het presidium zijn openbaar, tenzij het presidium anders bepaalt.

  • 8. De leden van het presidium hebben een gewogen stem, afhankelijk van de grootte van de fractie in de Raad.

  • 9. Het presidium beslist bij meerderheid van stemmen.

  • 10. Het presidium kan anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

Artikel 3 De griffier

  • 1. De griffier is aanwezig in Raadsvergaderingen, vergaderingen van het Politiek Forum en van het presidium;

  • 2. Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de plaatsvervangend griffier en bij afwezigheid van deze door een door de Raad aangewezen ambtenaar;

  • 3. De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter van het Politiek Forum of de voorzitter van de Raad aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

Artikel 4 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden

  • 1. Bij elke benoeming van nieuwe leden van de Raad stelt de Raad, op voordracht van het presidium, een commissie in bestaande uit drie leden van de Raad.

  • 2. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken, schriftelijk verslag uit aan de Raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 3. Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste Raadsvergadering in oude samenstelling na de Raadsverkiezingen.

  • 4. Na een Raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de Raad op om in de eerste vergadering van de Raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw benoemd lid van de Raad op voor de vergadering van de Raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 5 Benoeming en ontslag burgerraadsleden

  • 1. Burgerraadsleden worden op voordracht van de fracties door de Raad benoemd, uit de meerderjarige ingezetenen van de gemeente, en zijn inzetbaar voor het Politiek Forum, commissies en werkgroepen.

  • 2. De benoeming van de burgerraadsleden vindt in de regel plaats in de eerste vergadering van een nieuwe zittingsperiode van de Raad. De benoeming geschiedt voor de duur - of bij een tussentijdse benoeming voor de resterende duur – van de lopende zittingsperiode.

  • 3. In de regel vindt beëdiging van burgerraadsleden plaats in eerste Raadsvergadering van de nieuwe zittingsperiode van de Raad. Bij tussentijdse benoemingen vindt beëdiging plaats in het Politiek Forum.

  • 4. Burgerraadsleden kunnen tussentijds ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de Raad.

  • 5. Aan burgerraadsleden die een half jaar niet deelnemen aan het Politiek Forum wordt de toegang tot het besloten gedeelte van het Raadsinformatiesysteem ontzegd. In bijzondere, persoonlijke omstandigheden kan hierop een uitzondering worden gemaakt.

Artikel 6 Benoeming wethouders

  • 1. Bij de benoeming van een wethouder stelt de Raad, op voordracht van het presidium, een commissie in bestaande uit drie raadsleden.

  • 2. De commissie onderzoekt of de benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b eerste, derde en vierde lid en 41c, eerste lid van de Wet en kan van de kandidaat-wethouder een verklaring omtrent het gedrag vragen als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

  • 3. De commissie brengt vervolgens advies uit aan de Raad over de benoeming tot wethouder.

  • 4. De burgemeester geeft in overleg met de Raad voor de aanvang van iedere ambtstermijn opdracht om de kandidaat-wethouders aan een risicoanalyse integriteit te onderwerpen. De risicoanalyse is niet openbaar. Over het eindresultaat van dit onderzoek brengt de commissie openbaar verslag uit aan de Raad.

Artikel 7 Fracties

  • 1. Raadsleden die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zittingsperiode als één fractie beschouwd.

  • 2. Als boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de Raad deze aanduiding als naam. Als daar geen aanduiding was geplaatst, deelt de fractie in de eerste Raadsvergadering aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de Raad zal voeren.

  • 3. De namen van de fractievoorzitter worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter van de Raad.

  • 4. Als één of meer raadsleden van één of meer fracties als zelfstandige fractie gaan optreden of zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.

  • 5. Een nieuwe naam van een fractie voldoet aan de eisen uit artikel G 3, vierde lid van de Kieswet en wordt gebruikt met ingang van de eerstvolgende Raadsvergadering na naamswijziging.

  • 6. Fracties leggen jaarlijks een verantwoording fractiebijdragen af aan de Raad. De Raad stelt daartoe een verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning vast.

Artikel 8 Fractieondersteuning

  • 1. Iedere fractie heeft het recht om fractieassistent(en) aan te wijzen, niet zijnde een raadslid. De fractieassistent moet voldoen aan de vereisten die gelden voor het lidmaatschap van de gemeenteraad, zoals deze zijn gesteld in artikel 10 van de Gemeentewet.

  • 2. De fractieassistent tekent een verklaring omtrent geheimhouding waarin verklaard wordt dat hij/zij verplicht is tot geheimhouding indien en voor zover deze verplichting voor de raadsleden geldt en hij/zij met betrekking tot de stukken die hij/zij inziet en ten aanzien van zaken en personen dezelfde zorgvuldigheid in acht neemt als van raadsleden wordt verwacht.

  • 3. De fractieassistent heeft toegang tot het gemeentehuis, ook buiten de kantooruren en hem/haar wordt een toegangspas ter beschikking gesteld.

  • 4. De fractieassistent maakt als zodanig geen aanspraak op enigerlei vergoeding van gemeentewege. De fractieassistent ontvangt vanuit de fractie een vergoeding voor zijn/haar werkzaamheden. De maximaal te vergoeden kosten voor fractieassistentie is gelijk aan de landelijk erkende norm van de Belastingdienst voor vrijwilligers en kan door de fracties bij het indienen van de jaarlijkse fractiegelden worden gedeclareerd.

  • 5. Indien een fractieassistent ook burgerraadslid is, ontvangt het burgerraadslid, conform artikel 99 lid 1 van de wet, geen andere vergoedingen en tegemoetkomingen ten laste van de gemeente en kan er geen declaratie vanuit de fractiegelden plaatsvinden voor het fractieassistentschap.

Hoofdstuk 2 Vergaderingen

Paragraaf 1 Vergadermodel Leiderdorp

A Raadsinformatieavonden

Artikel 9 Raadsinformatieavond

  • 1. De informatieavonden hebben als doel om met burgers en/of organisaties over een actueel thema in gesprek te gaan op een moment dat dit voor de besluitvorming relevant is. Ook is de informatieavond het moment waarop presentaties worden verzorgd door het ambtelijk apparaat.

  • 2. De Raadsinformatieavond dient ter voorbereiding op het Politiek Forum en Raadsvergaderingen.

  • 3. Het presidium beslist over de vorm van de informatieavond, de agenda en het voorzitterschap.

  • 4. Elke fractie bepaalt zelf uit hoeveel personen de afvaardiging per bijeenkomst zoals genoemd in het eerste lid bestaat.

  • 5. De informatieavonden kunnen plaatsvinden in het gemeentehuis of op een externe locatie.

  • 6. De informatieavonden zijn openbaar tenzij geheimhouding geldt als bedoeld in artikel 25 van de Gemeentewet.

B Politiek Forum

Artikel 10 Politiek Forum

  • 1. Ter voorbereiding op de besluitvormende vergadering van de Raad vindt het Politiek Forum plaats.

  • 2. In het Politiek Forum hebben alle fracties twee (2) zetels.

  • 3. Wethouders en de burgemeester kunnen deelnemen aan de beraadslagingen over voorstellen die tot hun portefeuille behoren. Indien de portefeuillehouder zich wil laten vervangen door een ander lid van het college meldt hij dit vooraf bij de voorzitter van het Politiek Forum of bij de voorzitter van de Raad. Het college heeft inzage in alle relevante stukken via het Raadsinformatiesysteem.

  • 4. De Raadsfracties bepalen welke raadsleden en burgerraadsleden bij de agendapunten het woord voeren en namens de fractie, met in achtneming van het vorige lid, deel nemen aan het Politiek Forum. Burgerraadsleden krijgen presentiegeld als zij, blijkens de presentielijst, deelnemen aan en het woord voeren in een vergadering van het Politiek Forum.

  • 5. De leden van het Politiek Forum bepalen of een voorstel rijp is voor behandeling en besluitvorming in de Raad op basis van one man one vote.

Artikel 11 De voorzitter van het Politiek Forum

  • 1. De Raad kiest uit zijn midden een voorzitter en een of meer plaatsvervangend voorzitters van het Politiek Forum.

  • 2. De (plaatsvervangend) voorzitter is belast met:

    • a.

      het leiden van het Politiek Forum;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

C Raadsvergadering

Artikel 12 Raadsvergadering

  • 1. De voorzitter, de raadsleden, de griffier en de leden van het college hebben een vaste zitplaats tijdens de Raadsvergadering.

  • 2. Wethouders en de burgemeester kunnen deelnemen aan de beraadslagingen over voorstellen die tot hun portefeuille behoren. Indien de portefeuillehouder zich wil laten vervangen door een ander lid van het college meldt hij dit vooraf bij de voorzitter van het Politiek Forum of bij de voorzitter van de Raad. Het college heeft inzage in alle relevante stukken via het Raadsinformatiesysteem.

  • 3. Tijdens de Raadsvergadering vindt onder meer de besluitvorming plaats over de onderwerpen die aan de orde zijn geweest tijdens de Raadsinformatieavonden en het Politiek Forum.

Artikel 13 De voorzitter van de Raad

  • 1. De voorzitter van de Raad is de burgemeester zoals bedoeld in artikel 9 van de Gemeentewet.

  • 2. De Raad kiest uit zijn midden een plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. Indien zowel de voorzitter als plaatsvervangend voorzitter afwezig zijn dan wordt de Raad voorgezeten door de nestor van de Raad.

  • 4. De voorzitter van de Raad is onder andere belast met:

    • a.

      het leiden van de Raadsvergadering;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van dit reglement;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hem verder opdraagt.

Paragraaf 2 Voorbereidingen

Artikel 14 Oproep en bekendmaking

  • 1. De voorzitter van de Raad attendeert de leden ten minste tien dagen tevoren op de vergadering door publicatie in het Raadsinformatiesysteem, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, met vermelding van:

    • a.

      de voorlopige agenda, waarop de te behandelen onderwerpen zijn vermeld;

    • b.

      de stukken behorende bij de voorlopige agenda.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter van het bepaalde in de vorige leden afwijken.

Artikel 15 Aanvullende agenda; vaststellen agenda

  • 1. Aan de agenda opgesteld door het presidium kunnen, zo het presidium het nodig oordeelt, bij aanvullingsagenda onderwerpen worden toegevoegd. De daarbij behorende stukken worden via het Raadsinformatiesysteem openbaar gemaakt, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.

  • 2. De agenda van de Raadsvergadering wordt bij aanvang van een Raadsvergadering door de Raad vastgesteld.

Artikel 16 Ter beschikking stellen van stukken

  • 1. Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de oproep gepubliceerd in het Raadsinformatiesysteem.

  • 2. Indien omtrent stukken, als bedoeld in het eerste lid, op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden en/of de burgerraadsleden op verzoek inzage.

  • 3. Als er geen vastgesteld protocol is over beslotenheid en geheimhouding zoals bedoeld in artikel 55 lid 3, beslist het presidium namens de Raad over de wijze waarop de raadsleden en burgerraadsleden de stukken, waarop geheimhouding rust, kunnen inzien.

Artikel 17 Openbare kennisgeving

  • 1. Raadsvergaderingen worden door aankondiging in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen of in het gemeentelijk informatieblad, en op een voor afkondigingen in de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing in het Raadsinformatiesysteem van de gemeente, ter openbare kennis gebracht ter openbare kennis.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 3 Ter vergadering Politiek Forum

Artikel 18 Opening vergadering Politiek Forum

  • 1. Het Politiek Forum vergadert slechts als behalve de voorzitter van het Politiek Forum of diens plaatsvervanger, de meerderheid van de in de Raad vertegenwoordigende fracties aanwezig is.

  • 2. Indien het in lid 1 vermelde aantal fracties niet aanwezig is, belegt de voorzitter van het Politiek Forum een nieuwe vergadering, die kan worden gehouden ongeacht het aantal opgekomen leden; in deze vergadering worden geen punten behandeld die niet in de oproep voor de eerste vergadering vermeld zijn geweest.

Paragraaf 4 Ter vergadering Raad

Artikel 19 Opening vergadering en quorum bij de Raadsvergaderingen

  • 1. De voorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter, na voorlezing van de namen der afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 20 Primus bij hoofdelijke stemming

Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen, deelt de voorzitter mede bij welk lid van de Raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming. Degene die de voorzitter vervangt brengt het laatst zijn stem uit.

Paragraaf 5 Ter vergadering algemeen

Artikel 21 Presentielijst

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van Raadsvergaderingen en het Politiek Forum.

  • 2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen (burger)raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke Raadsvergadering wordt die lijst door de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 22 Zitplaatsen in de Raadzaal in Politiek Forum en Raad

  • 1. De deelnemers aan het Politiek Forum hebben geen vaste zitplaats.

  • 2. Tijdens de vergadering van de Raad hebben de leden van de Raad in de vergaderzaal een vaste zitplaats. Op verzoek van een fractie kunnen fractieleden onderling van vaste zitplaats wisselen.

  • 3. De zitplaatsen worden door de voorzitter van de Raad, na overleg met het Raadspresidium, bij het begin van de zittingsperiode, zodanig aangewezen dat de leden, die tot dezelfde Raadsfractie behoren, naast elkaar hun zitplaats hebben.

  • 4. De griffier heeft zijn zitplaats ter linkerzijde van de voorzitter.

Artikel 23 Inspreekrecht in Politiek Forum en Raadsvergadering

  • 1. Een ieder kan verzoeken om tijdens de oordeelsvormende sessie van het Politiek Forum of de besluitvormende sessie van de Raadsvergadering het woord te mogen voeren over een willekeurig onderwerp. Dit kan een geagendeerd onderwerp op de agenda zijn of een onderwerp buiten de agenda om.

  • 2. Het woord kan niet gevoerd worden:

    • a.

      over een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep op de rechter open staat of heeft opengestaan;

    • b.

      over benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      indien een klacht op grond van artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3. Elke spreker krijgt maximaal vijf minuten het woord. De voorzitter verdeelt de totale spreektijd van 30 minuten evenredig over de sprekers wanneer er meer dan zes sprekers zijn. De voorzitter kan tevens in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4. De voorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers een korte, verhelderende vraag te stellen of kort met hen in gesprek te gaan.

  • 5. In het Politiek Forum krijgt de inspreker aan het eind van de behandeling van het agendapunt of aan het eind van de behandeling van het agendapunt mededelingen en inspreekrecht, één minuut de gelegenheid te reageren op hetgeen gezegd door de leden van de vergadering.

  • 6. Degene, die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor 12.00 uur op de dag van de vergadering bij de griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 7. Betreft het een agendapunt dan stelt de voorzitter de inspreker(s) onmiddellijk voor de behandeling van het betreffende agendapunt in de gelegenheid het woord te voeren.

  • 8. Betreft het geen agendapunt dan wordt ingesproken bij het agendapunt mededelingen en inspreekrecht.

  • 9. De volgorde van insprekers is bepaald aan de hand van aanmelding bij de griffier. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, indien dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 10. De spreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

Artikel 24 Spreektermijnen

  • 1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Raad of het Politiek Forum anders beslist.

  • 2. Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 3. Raadsleden of burgerraadsleden voeren in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat tijdens een Raadsvergadering een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend ten aanzien van de beraadslaging daarover.

  • 5. Bij de bepaling hoeveel keer een raadslid of burgerraadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde en interrupties.

  • 6. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:

    • a.

      de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren;

    • b.

      hij geïnterrumpeerd wordt. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. Bij interrupties en beantwoording daarvan wordt de spreektijd stopgezet.

  • 7. Elke fractie en het college krijgen tijdens het Politiek Forum en de Raad een maximum spreektijd van zeven minuten per agendapunt. De voorzitter ziet hierop toe. De voorzitter kan, indien hij dit nodig acht, de betrokken spreker tot de orde roepen, dan wel, op verzoek van de spreker, bij voorstel van orde, een langere spreektijd toestaan.

Artikel 25 Het voeren van het woord

  • 1. Geen lid voert het woord, dan na daartoe verlof van de voorzitter gekregen te hebben.

  • 2. De voorzitter verleent de leden het woord in de volgorde, waarin zij het hebben gevraagd, met dien verstande, dat tijdens een Raadsvergadering over een initiatiefvoorstel, een interpellatie, een amendement, een subamendement of motie, allereerst de indiener of de voorsteller het woord mag voeren ter toelichting.

  • 3. De volgorde wordt verbroken, wanneer een lid het woord vraagt over een persoonlijk feit, waarvan hij de inhoud in het kort aan de voorzitter ter kennis heeft gebracht en wanneer een lid een voorstel van orde wil indienen. De voorzitter verleent aan dat lid het woord en laat het bepaalde in het vorige lid buiten toepassing. De leden kunnen hierop in korte bewoordingen reageren na daartoe van de voorzitter verlof te hebben gekregen.

Artikel 26 Persoonlijke betrokkenheid

De raads- en burgerraadsleden onthouden zich van de beoordeling van zaken, benoemingen, schorsingen en ontslagen, die hen, hun echtgenoten/levenspartner of hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad ingesloten, persoonlijk aangaan of waarbij zij als gelastigden zijn betrokken.

Artikel 27 Voorstellen van orde

  • 1. De voorzitter en ieder (burger)raadslid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3. Over een voorstel van orde beslist de Raad of het Politiek Forum terstond.

Artikel 28 Deelname aan de beraadslaging door anderen tijdens Politiek Forum en Raad

  • 1. Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de Raad besluiten dat anderen dan de in de vergadering aanwezige raadsleden, de voorzitter, de burgemeester, de wethouders of de griffier mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een lid genomen voordat met de beraadslaging over het onderwerp wordt aangevangen.

Artikel 29 Handhaving orde; schorsing

  • 1. Indien een spreker beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen gebruikt, afwijkt van het onderwerp in behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, roept de voorzitter hem tot de orde. Indien de desbetreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de behandeling van het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 2. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 30 Toehoorders en pers

  • 1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

  • 3. Indien de voorzitter dit nodig oordeelt, kan hij de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen ter handhaving van de orde op de publieke tribune.

Artikel 31 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

Artikel 32 Gebruik mobiele apparatuur

In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het hoorbaar gebruiken, alsmede het hoorbaar stand-by houden van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, niet toegestaan.

Paragraaf 6 Stemmingen tijdens Raadsvergaderingen

Artikel 33 Stemverklaring

  • 1. Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de Raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.

  • 2. Wanneer de Raad besluit een Raadsvoorstel zonder stemming aan te nemen, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten, zonder dat ze die stem daadwerkelijk uitbrengen. Hiervan wordt aantekening gemaakt in het verslag.

Artikel 34 Beslissing

  • 1. De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de Raad anders beslist.

  • 2. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

Artikel 35 Stemming; procedure hoofdelijke stemming

  • 1. De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2. Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen, kunnen de in de Raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of zich overeenkomstig artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming te hebben onthouden.

  • 3. Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt, doet de voorzitter daarvan mededeling aan de Raad.

  • 4. Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting, conform artikel 20, aangewezen raadslid en verloopt verder op alfabetische volgorde.

  • 5. Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, hun stem uit door zich 'voor' of 'tegen' te verklaren, zonder enige toevoeging.

  • 6. Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 7. De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee en doet daarbij mededeling van het genomen besluit.

Artikel 36 Volgorde van stemming

  • 1. Als op een aanhangig voorstel amendementen zijn ingediend, wordt eerst over die amendementen gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3. Als meerdere amendementen of subamendementen op eenzelfde gedeelte van een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4. Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over het voorstel gestemd en vervolgens over de motie.

Artikel 37 Stemming over personen

  • 1. Bij stemming over personen voor benoemingen of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter twee raadsleden tot stembureau.

  • 2. Aanwezige raadsleden die zich niet ingevolge artikel 28 van de wet van deelneming aan de stemming moeten onthouden, zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren.

  • 3. Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De Raad kan op voorstel van het stembureau beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Raad op voorstel van het stembureau.

  • 5. Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het derde lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn, worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 6. De inhoud van ieder stembriefje wordt door de voorzitter voorgelezen en door de overige leden van het stembureau gecontroleerd.

  • 7. Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht de leden die geen behoorlijk ingevuld stembriefje hebben ingeleverd.

  • 8. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • a.

      een blanco stembriefje;

    • b.

      een ondertekend stembriefje;

    • c.

      een stembriefje waarop meer namen zijn vermeld dan het aantal bij een stemming te kiezen personen.

  • 9. In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de Raad, op voorstel van de voorzitter.

  • 10. De griffier houdt aantekening van de uitgebrachte stemmen.

  • 11. De voorzitter van de Raad doet de vergadering mededeling van:

    • a.

      het aantal ingeleverde stembriefjes;

    • b.

      het aantal uitgebrachte geldige stemmen;

    • c.

      het aantal uitgebrachte stemmen, dat van onwaarde is;

    • d.

      het aantal geldige stemmen, dat op iedere persoon is uitgebracht;

    • e.

      de uitslag van de stemming.

  • 12. Onder zorg van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 38 Herstemming over personen

  • 1. Wanneer niemand bij de eerste stemming de volstrekte meerderheid heeft gekregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2. Wanneer ook bij de tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen de twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen verdeeld over meer dan twee personen, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming plaats heeft.

  • 3. Indien bij een tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 39 Beslissing door het lot

  • 1. Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing zal plaatsvinden, door de griffier op afzonderlijke, geheel gelijke briefjes geschreven.

  • 2. Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in de stembokaal gedaan en omgeschud.

  • 3. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Paragraaf 7 Verslaglegging; ingekomen stukken en toezeggingen en moties

Artikel 40 Verslag en besluitenlijst

  • 1. Van het Politiek Forum en de Raadsvergadering wordt een beeld/audio verslag gemaakt dat in het Raadsinformatiesysteem wordt vastgelegd.

  • 2. De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van Raadsvergaderingen.

  • 3. Uit een verslag blijkt in ieder geval:

    • a.

      een aantekening van welke raadsleden afwezig waren;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het besprokene;

    • d.

      een overzicht van de stemverhouding, met vermelding bij hoofdelijke

      stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

    • e.

      de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen.

  • 4. Het verslag en de besluitenlijst worden via het Raadsinformatiesysteem aan de leden ter beschikking gesteld en in de eerstvolgende vergadering vastgesteld.

Artikel 41 Ingekomen stukken

  • 1. Bij de Raad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt aan de leden ter beschikking gesteld in het Raadsinformatiesysteem, onder vermelding van een voorstel van de griffier omtrent behandeling van de onderscheiden ingekomen stukken.

  • 2. Voordat de lijst ingekomen stukken wordt vastgesteld, kunnen raadsleden een gemotiveerd agenderingsverzoek indienen bij het presidium om een onderwerp van de lijst ingekomen stukken te agenderen voor bespreking in het Politiek Forum.

  • 3. Na de vaststelling van de besluitenlijst stelt de Raad op voorstel van de griffier de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast.

Artikel 42 Toezeggingen en moties

  • 1. De openstaande moties en toezeggingen worden door de griffier in een overzicht gezet en deze wordt ter beschikking gesteld in het Raadsinformatiesysteem.

  • 2. Na bespreking van de overzichten in de Raadsvergadering worden de overzichten vastgesteld waarmee de voor de Raad afgedane moties en toezeggingen uit het overzicht zullen worden gehaald.

Hoofdstuk 3 Bevoegdheden en instrumenten van raadsleden

Artikel 43 Amendementen en subamendementen

  • 1. Ieder raadslid dat in de vergadering aanwezig is, kan tijdens de beraadslagingen een amendement indienen. Ook kan hij voorstellen de ontwerpbeslissing in een of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden.

  • 2. Ieder raadslid dat in de vergadering aanwezig is, kan op het amendement dat door een raadslid is ingediend, een subamendement indienen.

  • 3. Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk (digitaal) bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. De indiener van het (sub)amendement maakt melding van indiening tijdens de vergadering voordat het (sub)amendement in behandeling kan worden genomen.

  • 4. Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is te allen tijde mogelijk voordat de besluitvorming door de vergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 44 Moties

  • 1. Ieder raadslid kan ter vergadering een motie indienen.

  • 2. Elke motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk (digitaal) bij de voorzitter worden ingediend. De indiener van de motie maakt melding van indiening tijdens de vergadering voordat de motie in behandeling kan worden genomen.

  • 3. De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging daarover plaats.

  • 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda opgenomen onderwerpen zijn behandeld.

  • 5. Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de Raad is afgerond.

Artikel 45 Initiatiefvoorstellen

  • 1. Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk of digitaal in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van de Raad en het college.

  • 2. Het college kan binnen zes weken nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de Raad brengen. Wanneer het hiervan geen gebruikmaakt, deel het dit tevens binnen zes weken mede aan de Raad.

  • 3. Nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de Raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, wordt het voorstel op de agenda van de eerstvolgende Raadsvergadering geplaatst. Als de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende Raadsvergadering geplaatst.

Artikel 46 Raadsvoorstel

  • 1. Een collegevoorstel aan de Raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de Raadsvergadering, wordt niet ingetrokken zonder toestemming van de Raad.

  • 2. Als de Raad van oordeel is dat het nodig is een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug te zenden aan het college, bepaalt de Raad in overleg met het college binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 47 Interpellatie

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en de wethouders.

  • 3. Over verzoeken die ten minste 48 uur voor aanvang van een Raadsvergadering zijn ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt tijdens de eerstvolgende Raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende Raadsvergadering.

  • 4. De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de Raad hen hiertoe verlof geeft.

Artikel 48 Schriftelijke Raadsvragen

  • 1. Een raadslid kan buiten de Raadsvergadering aan de burgemeester en aan het college schriftelijke Raadsvragen stellen.

  • 2. De Raadsvragen moeten kort en duidelijk zijn geformuleerd en voorzien van een toelichting.

  • 3. De Raadsvragen worden bij de griffie ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden, de voorzitter en het college worden gebracht.

  • 4. Schriftelijke beantwoording door het college vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 28 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college de Raad gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.

  • 5. Zowel de Raadsvragen als de antwoorden van het college zijn openbaar en worden gepubliceerd in het Raadsinformatiesysteem.

  • 6. Het staat de raadsleden vrij om wanneer de schriftelijke beantwoording heeft plaatsgevonden, in de eerstvolgende Raadsvergadering nadere inlichtingen te vragen over het gegeven antwoord.

Artikel 49 Actualiteitsronde

  • 1. Tijdens de actualiteitsronde in een Raadsvergadering worden vragen gesteld met een actueel karakter welke zich lenen voor directe en korte beantwoording.

  • 2. Het raadslid dat vragen wil stellen, meldt dit -onder vermelding van de vraag- uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de vergadering via de griffie bij het college en de burgemeester.

  • 3. De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde onderwerpen tijdens de actualiteitsronde aan de orde worden gesteld alsmede de spreektijd voor de vragensteller, de overige raadsleden en het college. De actualiteitsronde duurt maximaal 30 minuten.

  • 4. Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om de actualiteitsvraag aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven. Na de beantwoording daarvan krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 5. De voorzitter kan aan andere raadsleden het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 6. Tijdens de actualiteitsronde worden geen moties ingediend en geen interrupties toegelaten.

  • 7. Indien vragen door gebrek aan tijd niet kunnen worden beantwoord, zal de beantwoording binnen een week schriftelijk plaatsvinden.

Artikel 50 Inlichtingen

  • 1. Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de wet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2. De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3. De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende vergadering gegeven.

  • 4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen worden gegeven.

Artikel 51 Technische vragen

  • 1. Op de agenda voor de Raadsvergadering en de vergadering van het Politiek Forum staan de namen van de makers van het betreffende stuk vermeld. Raads- en burgerraadsleden kunnen voor de vergadering contact met ze opnemen voor korte vragen van technische aard.

  • 2. Raads- en burgerraadsleden kunnen technische vragen ook schriftelijk indienen. De vragen kunnen onderwerpen betreffen die geagendeerd zijn op de agenda’s van Politiek Forum en Raad, of onderwerpen buiten de vergadering om.

  • 3. Als de vragen een geagendeerd onderwerp betreffen en uiterlijk op de dinsdag vóór de Raadsvergadering of de vergadering van het Politiek Forum om 12.00 uur zijn ingediend, vindt schriftelijke beantwoording plaats op de vrijdag voorafgaand aan de vergadering, tenzij het college of de burgemeester de vragensteller via de griffier gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording zal plaatsvinden.

  • 4. Raads- en burgerraadsleden die buiten de vergadering om technische vragen hebben, kunnen deze via de griffier stellen.

  • 5. Raads- en burgerraadsleden beslissen zelf of hun schriftelijke technische vragen en bijbehorende antwoorden worden gepubliceerd in het Raadsinformatiesysteem.

Artikel 52 Enquête

  • 1. Indien één of meer raadsleden de Raad willen voorstellen nader onderzoek in te stellen naar het door het college of de burgemeester gevoerde bestuur, wordt daarvoor een schriftelijk voorstel ingediend bij de voorzitter onder opgave van een omschrijving van het onderwerp van onderzoek met een toelichting.

  • 2. De voorbereiding en uitvoering van een enquêteonderzoek geschiedt met inachtneming van de artikelen 155a t/m 155f van de Gemeentewet.

Artikel 53 Commissies

  • 1. Naast het Politiek Forum heeft de Raad een Auditcommissie en een Commissie Regionale Samenwerking ingesteld.

  • 2. Voor de werkwijzen van deze commissies stelt de Raad aparte verordeningen vast.

Artikel 54 Instellen werkgroep

  • 1. De raad kan, al dan niet op voorstel van het presidium, werkgroepen instellen waarin specifieke beleidsterreinen en/of onderwerpen intensiever worden behandeld.

  • 2. De leden van een werkgroep worden vanuit de fracties via het presidium voorgedragen.

  • 3. De leden van een werkgroep kiezen uit hun midden een voorzitter.

  • 4. Een werkgroep kan worden bijgestaan door de (plaatsvervangend) griffier. De griffier heeft in de vergadering een adviserende stem.

  • 5. De vergaderingen van een werkgroep zijn openbaar, tenzij, naar het oordeel van de Raad of, in bijzondere gevallen, de leden van de werkgroep beslotenheid noodzakelijk achten.

  • 6. De raad bepaalt de termijn, waarbinnen een werkgroep haar taak moet hebben vervuld.

  • 7. Het verslag, eventueel vergezeld van een voorstel, van een werkgroep wordt uitgebracht aan het Politiek Forum alsmede aan de Raad.

  • 8. Een werkgroep is, behoudens het in dit artikel gestelde, vrij om haar werkwijze te bepalen.

Hoofdstuk 4 Besloten vergaderingen van het Politiek Forum en de Raad en geheimhouding

Artikel 55 Algemeen

  • 1. Op een besloten vergadering zijn zoveel mogelijk de bepalingen van dit reglement die gelden voor een openbare vergadering van overeenkomstige toepassing. Daarbij worden artikel 23 en 34 van de wet in acht genomen.

  • 2. Indien een voorstel tot besloten vergadering is gedaan, verzoekt de voorzitter ambtenaren, pers en publiek de zaal te verlaten met uitzondering van de leden, de griffier, het college, de voorzitter en eventueel andere door hem aan te wijzen ter zake doende ambtenaren.

  • 3. De Raad kan een protocol opstellen waarin wordt vastgelegd hoe wordt omgegaan met beslotenheid en geheimhouding van stukken. Als er geen vastgesteld protocol is zoals hiervoor genoemd, beslist het presidium namens de Raad over beslotenheid en over de wijze waarop de leden van de Raad stukken, waarop geheimhouding rust, kunnen inzien.

Artikel 56 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de Raad overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De Raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 57 Verslaglegging besloten vergadering

  • 1. De griffier draagt zorg voor het bijhouden van een presentielijst en een verslag en besluitenlijst van de vergadering.

  • 2. Van een besloten vergadering wordt geen audioverslag/videoverslag gemaakt.

  • 3. Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten Raadsvergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 4. Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten Raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de Raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.

  • 5. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

  • 6. De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden opgenomen in het periodiek overzicht geheimhouding dat halfjaarlijks door de Raad wordt vastgesteld.

Artikel 58 Opheffing geheimhouding

Indien de Raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 59 Uitleg reglement

  • 1. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de Raad op voorstel van de voorzitter.

  • 2. In spoedeisende gevallen kan de voorzitter beslissen over de toepassing van het reglement.

Artikel 60 Intrekking oude reglement

Het Reglement van orde voor de vergaderingen van de Raad en het Politiek Forum van de gemeente Leiderdorp 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 61 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Dit reglement treedt in werking op de dag na bekendmaking.

  • 2. Dit reglement wordt aangehaald als: "Reglement van Orde van de Raad van Leiderdorp 2021".

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van

de raad van Leiderdorp op 29 maart 2021,

de griffier,

de heer B.A.M. Rijsbergen

de voorzitter,

mevrouw L.M. Driessen-Jansen