Regeling vervallen per 27-11-2019

Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en fractieondersteuning 2011 gemeente Leiderdorp

Geldend van 17-03-2011 t/m 26-11-2019

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en de fractieondersteuning 2011 gemeente Leiderdorp

Registratienr.: 2010I02044

De raad van de gemeente Leiderdorp;

gelezen het voorstel;

gezien het advies van het presidium van 25 januari en de commissie Bestuur en Maatschappij van 17 januari en 28 februari 2011;

gelet op het bepaalde in artikel 33 van de Gemeentewet;

besluit:

Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en de fractieondersteuning 2011 gemeente Leiderdorp

Hoofdstuk 1 Ambtelijke bijstand en informatie

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • a.

    Deze verordening geldt voor alle leden van de raad en is ook van toepassing op burgerraadsleden;

  • b.

    Wet: de Gemeentewet;

  • c.

    Raadslid: een lid van de raad van Leiderdorp;

  • d.

    Burgerraadslid: is lid van een politieke partij die de raadsleden van die partij ondersteunt bij hun werkzaamheden onder andere door deelname aan commissievergaderingen;

  • e.

    Ambtenaar: ambtenaar, aangesteld door Burgemeester en wethouders;

  • f.

    Griffier: de griffier als bedoeld in artikel 100 van de Wet;

  • g.

    Plaatsvervangend griffier: een door de raad benoemde ambtenaar van de griffie;

  • h.

    Raadsfractie:leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard;

  • i.

    Fractie: het geheel van leden van de raadsfractie alsmede de burgerraadsleden van die partij;

  • j.

    Secretaris:de secretaris als bedoeld in artikel 100 van de Wet;

  • k.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiderdorp;

  • l.

    Bijstand: het ambtelijk verstrekken, respectievelijk, verlenen van informatie, advies of ondersteuning;

  • m.

    Presidium: het dagelijks bestuur van de raad, bestaande uit de voorzitter van de raad, de eerst plaatsvervangend voorzitter, de fractievoorzitters of hun plaatsvervangers alsmede de griffier;

  • n.

    Kascommissie: een afvaardiging door en uit het presidium benoemd die de afrekeningen van de raadsfracties beoordeelt en hierover via het presidium aan de raad rapporteert.

  • o.

    Waar in dit reglement “hij “ staat kan ook “zij” worden gelezen.

Artikel 2

  • 1.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om:

    • a

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b

      inzage in of afschrift van een document als bedoeld in artikel 1 onder a van de Wet Openbaarheid van Bestuur.

  • 2.

    Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek tot bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of bij het verlenen van andere (ambtelijke) bijstand.

  • 3.

    Een raadslid geeft bij een verzoek om bijstand zo concreet mogelijk aan welke bijstand (vorm, inhoud en termijn) hij wenst.

  • 4.

    De informatie, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b wordt door de griffier, een medewerker van de griffie of op verzoek van de griffier gegeven.

  • 5.

    De bijstand, bedoeld in het tweede lid, wordt verleend door de griffier of een griffiemedewerker. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een griffiemedewerker kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

  • 6.

    De betrokken ambtenaar die de bijstand, als bedoeld in het vierde lid, verleent, werkt onder de inhoudelijke verantwoordelijkheid van de griffier en rapporteert derhalve ook rechtstreeks aan de griffier.

Artikel 3

  • 1.

    De bijstand, als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, wordt verleend aan het raadslid tenzij:

    • a

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b

      dit het belang van de gemeente kan schaden.

    • c

      het raadslid in het betreffende kalenderjaar reeds volledig gebruik heeft gemaakt van het hem op grond van artikel 6, eerste lid, beschikbaar gestelde aantal uren ambtelijke bijstand.

  • 2.

    De griffier beoordeelt, na overleg met de secretaris, of de bijstand op grond van het tweede lid geweigerd wordt en doet daarvan gemotiveerd mededeling aan het raadslid en aan het presidium.

Artikel 4

Indien het raadslid, wiens verzoek om bijstand is afgewezen dit verzoekt, legt de griffier de zaak voor aan het presidium, die hierover zo spoedig mogelijk een beslissing neemt.

Artikel 5

  • 1.

    Indien een raadslid niet tevreden is over de verleende bijstand, treedt hij in eerste instantie in overleg met de ambtenaar. Indien dit overleg niet tot overeenstemming leidt doet hij hiervan mededeling aan de griffier. De griffier overlegt hierover zo nodig met de secretaris

  • 2.

    Indien het overleg tussen de griffier en het raadslid niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester in zijn hoedanigheid van voorzitter van de raad. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de vraag of de verleende bijstand adequaat is geweest.

  • 3.

    Indien de burgemeester beslist dat de verleende bijstand niet adequaat is geweest, dan geeft hij aan op welke wijze, zo nodig, alsnog adequate bijstand kan worden verleend.

Artikel 6

  • 1.

    Elk raadslid heeft per kalenderjaar recht op 60 uur ambtelijke bijstand.

  • 2.

    De griffier houdt in een register bij hoeveel verzoeken om ambtelijke bijstand een raadslid per jaar doet, waarin per verzoek om bijstand wordt opgenomen:

    • a

      welk raadslid om bijstand heeft verzocht;

    • b

      over welk onderwerp om bijstand is verzocht;

    • c

      welke ambtenaar/ambtenaren heeft/hebben de bijstand verleend;

    • d

      hoeveel tijd het verlenen van de bijstand heeft gekost;

    • e

      de reden waarom een verzoek is geweigerd.

Artikel 7

  • 1.

    Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om bijstandof de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

  • 2.

    Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijke bijstandof de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 3.

    Een ambtenaar kan niet worden benadeeld in zijn positie in de organisatie bij de uitvoering van een verzoek om ambtelijke bijstand van de raad of een individueel raadslid.

Artikel 8

  • 1.

    Wanneer een ambtenaar naar zijn gevoel in een loyaliteitsconflict komt, dan meldt hij dat bij de griffier. Deze treedt vervolgens in overleg met de secretaris. Indien middels dit overleg niet gekomen kan worden tot een oplossing, wendt de ambtenaar zich tot de vertrouwenspersoon.

Hoofdstuk 2 Fractieondersteuning

Artikel 9 Recht op financiële vergoeding

  • 1.

    De raadfracties ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2.

    Deze bijdrage bestaat uit een vast deel van € 2.500,00 voor elke raadsfractie. Daarnaast ontvangt elke raadsfractie een bedrag van € 250,00 per raadszetel. Deze bedragen gelden voor zover de raad bij de begrotingsbehandeling niet anders besluit.

Artikel 10 Besteding financiële vergoeding

  • 1.

    Raadsfracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken waarbij de door de raad vastgestelde fractiegeldentabel van toepassing is;

  • 2.

    De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie waarbij de door de raad vastgestelde fractiegeldentabel van toepassing is;

    • c

      giften;

    • d

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden (burgerraadsleden in deze verordening) toekomen;

    • e

      opleidingen voor raads- en burgerraadsleden voor zover deze inhoudelijk gerelateerd zijn aan de politieke uitgangspunten van de deelnemers.

Artikel 11 Voorschot bijdrage fractieondersteuning

  • 1.

    De raadsfracties ontvangen per kalenderjaar de bijdrage voor fractieondersteuning in de vorm van een voorschot op dat kalenderjaar. Het voorschot wordt zo spoedig mogelijk na indiening van de verantwoording over het voorgaande jaar, zoals opgenomen in artikel 13, verstrekt.

  • 2.

    Het voorschot wordt verrekend met het eventueel teveel ontvangen voorschot van het voorgaande jaar.

  • 3.

    Er mogen geen gelden worden meegenomen naar volgende jaren.

Artikel 12 Gevolgen splitsen raadsfractie

  • 1.

    Bij afsplitsing van een raadsfractie wordt het op grond van art. 11, eerste lid, vastgestelde voorschot voor de oorspronkelijke raadsfractie verdeeld over de betrokken raadsfracties naar evenredigheid van het aantal bij de afsplitsing betrokken leden.

  • 2.

    Bij afsplitsing van een raadsfractie wordt het aan de oorspronkelijke raadsfractie verstrekte voorschot verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het eerste lid.

  • 3.

    Met ingang van het eerstvolgende kalenderjaar volgend op de afsplitsing hebben alle raadsfracties recht op de bijdrage voor de fractieondersteuning zoals bepaald in artikel 9.

Artikel 13 Verantwoording en controle

  • 1.

    Elke raadsfractie legt, binnen één maand na het einde van een kalenderjaar, verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag met bijbehorende bonnen en gepubliceerde advertenties aan de griffier.

  • 2.

    Controle van het verslag vindt jaarlijks plaats door de kascommissie die advies uitbrengt aan de raad.

  • 3.

    Eenmaal per raadsperiode neemt de accountant de controle van het verslag mee bij de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 4.

    De raad stelt na ontvangst van het advies van de kascommissie en/of de accountant de bedragen vast van de uitgaven van de verschillende raadsfracties.

  • 5.

    De raad stelt, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten vast.

Artikel 14 Verstrekken voorschot in verkiezingsjaar

In een verkiezingsjaar wordt in afwijking van het bepaalde in artikel 11:

  • 1.

    In een verkiezingsjaar wordt een voorschot gegeven t/m de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden aan de “oude” fractie.

  • 2.

    De “nieuwe fracties” ontvangen een voorschot vanaf de maand na de verkiezingen voor de overige maanden van het jaar.

  • 3.

    Binnen één maand na de verkiezingen vindt volledige afrekening plaats met de “oude fracties”.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 15 Toepassing reglement

In de gevallen, waarin deze verordening niet voorziet of wanneer een artikel voor verschillende uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist de raad op advies van de kascommissie.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en de fractieondersteuning 2011 gemeente Leiderdorp”

Artikel 17 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in de rubriek Gemeente-aan-Huis van het Leiderdorps Weekblad van 16 maart 2011.

  • 2.

    Met ingang van de in het eerste lid genoemde datum wordt de Verordening op de ambtelijke bijstand van de raad en de fractieondersteuning 2008 ingetrokken.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van
de raad van Leiderdorp op 14 maart 2011,
de voorzitter, M. Zonnevylle
de griffier, mw. J.C. Zantingh