Regeling vervallen per 01-01-2021

Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey 2017

Geldend van 20-01-2017 t/m 31-12-2020

Intitulé

Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey 2017

Het college van Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg;

Gelet op artikel 22 van de Beheersverordening begraafplaatsen Leidschendam-Voorburg 2017;

Besluit:

Vast te stellen de “Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey 2017”

Artikel 1 Aanvraag vergunning

  • 1. Een vergunning tot het hebben van een grafbedekking moet schriftelijk worden aangevraagd bij de beheerder van de begraafplaats.

  • 2. Bij de schriftelijke aanvraag voor vergunning tot het hebben van een grafbedekking behoort een werktekening te worden ingediend.

  • 3. Op de werktekening moet ten minste staan:

    • a.

      een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen van het gedenkteken;

    • b.

      de soort, kleur en bewerking van de te gebruiken materialen voor het gedenkteken;

    • c.

      hoe en waar de letters/overige tekens op het gedenkteken worden aangebracht;

    • d.

      het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken daarop;

    • e.

      het gewicht van het gedenkteken.

Artikel 2 Gedenkteken

  • 1. Voor gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt. Onder duurzame materialen worden verstaan: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, die

    • a.

      van nature of door een speciale behandeling zo weerbestendig en onderhoudsvrij mogelijk zijn;

    • b.

      niet breukgevoelig zijn.

  • 2. Het gedenkteken moet veilig en schadeloos verplaatst of afgevoerd kunnen worden. Daarom moet(en):

    • a.

      alle onderdelen van het gedenkteken stevig met elkaar verbonden zijn, zodat zij als een geheel verplaatst of afgevoerd kunnen worden;

    • b.

      de staande steen met RVS-doken op de fundering bevestigd worden. De doken moeten ten minste 12 cm lang zijn en een doorsnee hebben van 10 mm bij een staande steen tot 8 cm dik of van 12 mm bij een staande steen vanaf 8 cm dik. De afstand tussen de doken moet ten minste 6 cm zijn;

    • c.

      lijm (voor zijkanten of kleine, losse onderdelen) gebruikt worden die duurzaam houdt;

    • d.

      - op een particulier graf het gedenkteken zijn voorzien van een betonfundering;

      - op een algemeen graf het gedenkteken zijn voorzien van een losse stelstrip;

      - op een algemeen kindergraf het gedenkteken zijn voorzien van een betonfundering of een losse stelstrip.

    • e.

      De beheerder kan besluiten dat, wanneer in verband met een bijzetting een gedenkteken verwijderd moet worden, dit door een steenhouwer gedaan moet worden. De kosten hiervan komen voor rekening van de rechthebbende of de opdrachtgever voor de begrafenis.

      Glazen monumenten dienen altijd door een steenhouwer verwijderd te worden.

  • 3. Afmetingen gedenkstenen in centimeters

    Categorie

    Min. afm. L x B

    Max. afm. L x B

    Min. dikte

    Max. dikte / hoogte

    Opmerkingen

    Algemeen graf

    40 x 50

    60 x 100

    6

    10

    Maximale hoogte incl. stelstrip is 20 cm.

    Algemeen kindergraf (wordt niet meer uitgegeven)

    25 x 25

    45 x 70

    4

    25

     

    Particulier graf

     

    200 x 100

    6

    100

     

    Keldergraf

     

    240 x 120

    6

    100

     

    Particulier kindergraf 0 tot 12 jaar

     

    180 x 80

    6

    80

     

    Particulier kindergraf 0 tot 1 jaar

     

    80 x 60

    6

    60

     

    Urnenkelder standaard

    40 x 40

    40 x 40

    4

    6

     

    Urnenkelder zeskant

    als vorm deksel

    als vorm deksel

    4

    6

     

    Plaats op urnenheuvel

     

    50 x 50

    6

    50

    Geplaatst op een tegel van

    50 x 50 x 5

     

    Max. hoog

    Max. breed

    Max. diep

     

     

    Nis (Oosterbegraaf-

    plaats)

    38

    38

    34

     

     

    Nis (Noorthey)

    30

    30

    30

     

     

  • 4. In afwijking van het gestelde in het derde lid van dit artikel bedraagt de dikte van een glazen gedenkteken ten minste 19 mm. Deze gedenktekens moeten door middel van klemmen op de fundering worden bevestigd. Het glas moet tussen de klemmen verlijmd worden.

  • 5. De beheerder kan een vergunning weigeren wanneer het gedenkteken naar zijn oordeel te groot of te zwaar is om het zonder speciale voorzieningen te verplaatsen of verwijderen.

  • 6. Alle gedenktekens dienen - voor zover van toepassing - minstens 35 centimeter vanaf de rand van het aanliggende pad en voor het nummerpaaltje te zijn geplaatst.

  • 7. Een naamplaatje van de maker van het gedenkteken mag uitsluitend aan de achterzijde van het gedenkteken worden aangebracht; een dergelijk plaatje dient te zijn vervaardigd van weerbestendig materiaal en mag maximaal 5 cm² groot zijn.

  • 8. Gedurende ten hoogste een jaar na de dag van de begrafenis van de laatst overledene mag op een graf een, in overeenstemming met de beheerder te bepalen, tijdelijke grafbedekking of grafmarkering worden geplaatst. Na afloop van deze termijn dient deze tijdelijke bedekking of markering te zijn vervangen door een permanente grafbedekking, dan wel te zijn verwijderd.

    Wanneer na afloop van de hiervoor bedoelde termijn de tijdelijke bedekking of markering niet is vervangen of verwijderd zal de beheerder deze laten verwijderen zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding. De eventuele kosten voor verwijdering en afvoeren worden in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon.

  • 9. Naast de in het derde lid van dit artikel genoemde categorieën bestaat er ook de mogelijkheid om asbussen bij te zetten in een plaats in de urnenvijver (Oosterbegraafplaats) of het laten verstrooien van as in een strooi-urn. Voor beide mogelijkheden geldt dat de aanschaf hiervan via de Gemeente Leidschendam-Voorburg gaat. Een vergunningaanvraag is in dit geval dan ook niet nodig.

Artikel 3 Eenjarige beplanting en losse bloemen

  • 1. Het is toegestaan op een algemeen of particulier graf losse bloemen te leggen.

  • 2. Op een algemeen graf mag eenjarige beplanting worden aangebracht. Deze mag bij volle wasdom niet hoger zijn dan 20 cm en geen overlast veroorzaken voor andere graven of het onderhoud daarvan. De eenjarige beplanting wordt in het najaar verwijderd.

  • 3. Op een particulier graf mag eenjarige beplanting worden aangebracht. De beplanting op het graf mag bij volle wasdom niet hoger zijn dan 50 cm en moet binnen de grenzen van het graf blijven.

  • 4. Rond een urnenkelder standaard mag eenjarige beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom de heg niet raken en niet hoger zijn dan 50 cm.

  • 5. Rond een urnenkelder zeskant mag geen eenjarige beplanting worden aangebracht.

  • 6. Bij een plaats op de urnenheuvel is het aanbrengen van eenjarige beplanting niet toegestaan.

  • 7. Bij een plaats voor een strooi-urn is het aanbrengen van eenjarige beplanting niet toegestaan.

  • 8. Bij de urnenvijver is het aanbrengen van eenjarige beplanting niet toegestaan.

  • 9. Eenjarige beplanting die niet voldoet aan de in dit artikel genoemde voorwaarden zal in opdracht van de beheerder worden verwijderd en afgevoerd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding. De eventuele kosten voor verwijdering en afvoeren worden in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon.

Artikel 4 Blijvende beplanting

  • 1. Op en rond de algemene graven mag geen blijvende beplanting worden aangebracht.

  • 2. Op een particulier graf mag blijvende beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom niet hoger zijn dan 50 cm en moet binnen de grenzen van het graf blijven.

  • 3. Rond een urnenkelder standaard mag blijvende beplanting worden aangebracht. De beplanting mag bij volle wasdom de heg niet raken en niet hoger zijn dan 50 cm.

  • 4. Rond een urnenkelder zeskant mag geen blijvende beplanting worden aangebracht.

  • 5. Bij een plaats op de urnenheuvel is het aanbrengen van blijvende beplanting niet toegestaan.

  • 6. Bij een plaats voor een strooi-urn is het aanbrengen van blijvende beplanting niet toegestaan.

  • 7. Bij de urnenvijver is het aanbrengen van blijvende beplanting niet toegestaan.

  • 8. Blijvende beplanting die niet voldoet aan de in dit artikel genoemde voorwaarden zal in opdracht van de beheerder worden verwijderd en afgevoerd zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding. De eventuele kosten voor verwijdering en afvoeren worden in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon.

Artikel 5 Losse elementen

  • 1. Het is niet toegestaan tuinelementen zoals hekjes, gaasrasters, tegels en dergelijke op en rond de graven te gebruiken of te plaatsen. Dergelijke voorwerpen zullen direct door de beheerder worden verwijderd en afgevoerd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. De eventuele kosten voor verwijdering en afvoeren worden in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon.

  • 2. .

    • a.

      Het aanbrengen van grind op particuliere graven is alleen op een gesloten fundering en met omranding toegestaan. Worteldoek wordt hierbij niet als een gesloten fundering beschouwd.

    • b.

      Het aanbrengen van grind rondom een urnenkelder is alleen toegestaan op worteldoek, het grind moet worden omsloten door banden die de heg niet mogen raken.

    • c.

      Het aanbrengen van grind op algemene graven is niet toegestaan.

  • 3. De ruimte achter het graf moet leeg blijven. Er mogen daar geen voorwerpen worden neergelegd.

  • 4. Op en rond de algemene graven zijn losse voorwerpen niet toegestaan.

  • 5. Op en rond de plaatsen op de urnenheuvel zijn losse voorwerpen niet toegestaan.

  • 6. Op en rond de plaatsen voor een strooi-urn zijn losse voorwerpen niet toegestaan.

  • 7. Rond de urnenvijver zijn losse voorwerpen niet toegestaan.

  • 8. Indien, in strijd met het bepaalde in de leden 3 tot en met 7, toch (losse) voorwerpen zijn geplaatst, zullen deze in opdracht van de beheerder worden verwijderd en afgevoerd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. De eventuele kosten voor verwijdering en afvoeren worden in rekening gebracht bij de rechthebbende of contactpersoon.

Artikel 6 Losse voorwerpen in of bij een urnennis

  • 1. In een urnennis mag, naast de geplaatste urn, ten hoogste één los voorwerp geplaatst worden. De geplaatste voorwerpen, waaronder de urn, mogen niet worden vastgemaakt aan de nis. Wanneer in een urnennis meer dan één voorwerp is geplaatst zullen alle in de nis aanwezige voorwerpen in opdracht van de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd en afgevoerd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Een naambordje, geplaatst bij een urn zonder naam, wordt gezien als onderdeel van de urn.

  • 2. In een urnennis mogen geen kaarsen, waxinelichtjes of andere voorwerpen, geschikt voor het gebruik met open vuur, worden geplaatst. Wanneer dergelijke voorwerpen in een urnennis worden aangetroffen, dan zullen deze direct in opdracht van de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd en afgevoerd, zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

  • 3. Eventueel ontstane schade veroorzaakt door geplaatste voorwerpen zal worden verhaald op de contactpersoon bij de urnennis.

  • 4. Het is verboden lege nissen als opslagruimte te gebruiken.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1. Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2017. Zij kunnen worden aangehaald als “Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey 2017”.

  • 2. Op de in het eerste lid bedoelde datum vervallen de “Nadere regels grafbedekking Oosterbegraafplaats en algemene begraafplaats Noorthey 2015” zoals vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 16 december 2014.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2016.
B.J.D. Huykman , K. Tigelaar
secretaris , burgemeester