Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2006

Geldend van 30-12-2005 t/m 31-12-2006

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2006

De raad van de Gemeente Leidschendam-Voorburg;

gelezen het desbetreffende voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van precariobelasting 2006.

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1. Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00:00 uur, of een gedeelte daarvan;

    • b.

      week: een periode van zeven, achtereenvolgende dagen;

    • c.

      maand: een kalendermaand;

    • d.

      jaar: een kalenderjaar;

    • e.

      vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;

    • f.

      sleuflengte: dat deel van de openbare gemeentegrond dat aaneengesloten wordt ingenomen door kabel(s) en/of leiding(en) ten behoeve van één en dezelfde nutsvoorziening. Er is sprake van een sleuf als één of meerdere kabel(s) en/of leiding(en) voor dezelfde nutsvoorziening direct naast elkaar liggen zonder dat kabel(s) of leiding(en) voor andere nutsvoorzieningen ertussen liggen. Indien tussen de kabel(s) en/of leiding(en) voor een bepaalde nutsvoorziening andere kabel(s) en/of leiding(en) voor een andere nutsvoorziening liggen, is er sprake van meerdere sleuven;

  • 2. Voor de toepassing van de tarieventabel worden gedeelten van de in de tabel genoemde tijds- en andere eenheden voor een geheel gerekend, met dien verstande dat indien het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar en het hebben van voorwerpen aanvangt in de loop van het tijdvak, het recht zoveel twaalfden van het over een jaar te betalen bedrag beloopt als er na het aanvangstijdstip nog volle maanden van het belastingtijdvak resteren.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, bedoeld of genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Precariobelasting wordt geheven van degene die het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemd gemeentegrond heeft danwel van degene ten behoeve van wie dat voorwerp of die voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond aanwezig zijn.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, degene aan wie de vergunning is verleend of diens rechtsopvolger aangemerkt als degene bedoeld in het eerste lid, tenzij blijkt dat hij niet het voorwerp of de

    voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    voorwerpen, indien de gemeente ter zake van het gebruik van de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond waarop het voorwerp of de voorwerpen zich bevinden een recht heft op grond van artikel 229, eerste lid, onderdeel a, van de Gemeentewet, dan wel een privaatrechtelijke vergoeding is overeengekomen.

  • b.

    Voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzonderingvan voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;

  • c.

    voorwerpen welke uitsluitend in een algemeen belang voorzien of welke uitsluitend worden gebezigd voor weldadige doeleinden;

  • d.

    voor het hebben van bloem- of plantenbakken en dergelijke voorwerpen of bloemversieringen kleiner dan 1m² ;

  • e.

    zonneschermen, markiezen, luifels, vlaggen of andere voorwerpen van overeenkomstige aard, tenzij het voorwerpen betreffen die een bedrijfsmatig dan wel een commercieel doel dienen;

  • f.

    rijwielrekken;

  • g.

    voorwerpen die tijdelijk en zonder commercieel oogmerk aanwezig zijn in het kader van activiteiten die een cultureel, sociaal of een voor de gemeente promotioneel karakter hebben. Hieronder zijn niet begrepen rommelmarkten, vlooienmarkten of andere markten die worden gehouden op de daartoe bij besluit van Burgemeester en Wethouders aangewezen evenemententerreinen of terreinen die voor het evenement worden afgebakend, door middel van hekken, linten of andere soortgelijke materialen.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De precariobelasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. Vóór het einde van het tijdvak kan een voorlopige aanslag worden opgelegd.

Artikel 6 Berekening van de precariobelasting

  • 1. Voor de berekening van de precariobelasting wordt met betrekking tot een in de tarieventabel genoemde lengte- of oppervlaktemaat een gedeelte daarvan als een volle eenheid aangemerkt.

  • 2. Indien een tarief per oppervlakte is vastgesteld, wordt de precariobelasting berekend naar de oppervlakte van de horizontale projectie van de voorwerpen, tenzij anders is bepaald.

  • 3. De oppervlakte van andere dan rechthoekige voorwerpen wordt gesteld op het product van de twee aangrenzende zijden van een om het voorwerp geplaatste denkbeeldige rechthoek.

  • 4. Indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp, of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, wordt voor de berekening van de precariobelasting aangesloten bij de geldigheidsduur van die vergunning, tenzij blijkt dat het belastbaar feit zich gedurende een kortere periode heeft voorgedaan. In dat geval bestaat aanspraak op ontheffing, waarbij het vijfde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp tarieven voor verschillende tijdseenheden zijn opgenomen, wordt de precariobelasting berekend op de voor de belastingplichtige meest voordelige wijze.

  • 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1 wordt voor de berekening van de precariobelasting:

    • a.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een weektarief, maar geen dagtarief is opgenomen, een gedeelte van een week gelijkgesteld met een week;

    • b.

      Indien in de tarieventabel voor een voorwerp wel een maandtarief, maar geen dag- of weektarief is opgenomen, een gedeelte van een maand gelijk gesteld met een maand.

  • 7. Indien in de tarieventabel voor een voorwerp een dagtarief, weektarief of maandtarief is opgenomen en het belastingtijdvak een langere periode dan een dag, onderscheidenlijk een week of een maand omvat, gelden deze tarieven per dag, onderscheidenlijk week, of maand van het belastingtijdvak.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaaroverschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.

  • 2. In andere dan de in het eerste lid bedoelde gevallen, is het belastingtijdvak de aaneengesloten periode gedurende welke het belastbaar feit feit zich voordoet of heeft voorgedaan.

Artikel 8 Wijze van heffing

De precariobelasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. In de gevallen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, is de precariobelasting verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. In de de gevallen bedoeld in artikel 7, tweede lid, is de precariobelasting verschuldigd bij het einde van het belastingtijdvak.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de naar jaartarieven geheven precariobelasting voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde precariobelasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 10,00.

  • 5. Belastingbedragen van minder dan € 10,00 worden niet geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

De aanslagen moeten worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vemeld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de precariobelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de precariobelasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De Verordening precariobelasting 2005, vastgesteld bij raadsbesluit van 2 november 2004 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening precariobelasting 2006’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg van 9 november 2005

de griffier
de voorzitter

Tarieventabel behorende bij de verordening precariobelasting 2006

Nr.

Omschrijving

Eenheid

Tarief

Tijdsduur

1.

Voor het hebben van een installatie voor de levering van benzine

of andere motorbrandstoffen, olie, lucht of water:

a. afgeleverde hoeveelheid motorbrandstof

per 100 l

0,65

b. vast aftappunt (met toebehoren) voor motorbrandstof

per stuk

132,10

per jaar

c. aftappunt (met toebehoren) voor lucht of water

per stuk

27,35

per jaar

2.

a. Voor het hebben van een vulpunt, al dan niet behorende

bij een installatie voor de levering van benzine of andere

motorbrandstoffen, olie, lucht of water

per stuk

16,35

per jaar

b. Voor het hebben van een tank, al dan niet behorende bij

een installatie voor de levering van benzine of andere

motorbrandstoffen, olie, lucht of water

per 500 l

11,35

per jaar

3.

Leidingen, kabels en buizen per km sleuflengte

563,50

per jaar

4.

Het innemen van een vaste standplaats

per m²

6,40

76,80

per maand

per jaar

5.

Het gebruik van grond als terras voor cafés, restaurants,

lunchrooms, en dergelijke inrichtingen, anders dan voor

Per m2

6,10

per mnd

incidenteel gebruik

per m²

73,20

per jaar

6.

a. Het machinaal lozen van water uit bouwputten op de

Riolering van de gemeente

32,05

per dag

b. Het machinaal lozen van water op de riolering van de

gemeente, anders dan het genoemde onder a. en

voorzover het geen vaste aansluitingen zijn waarvoor

rioolrechten moeten worden betaald

6,60

per dag

7.

Zonneschermen, markiezen, luifels, vlaggen of voorwerpen

per m²

0,53

per dag

van overeenkomstige aard op of boven de gemeentegrond die

per m²

1,85

per week

een bedrijfsmatig dan wel commercieel doel dienen

per m²

6,10

per maand

per m²

73,20

per jaar

8.

Het gebruik overeenkomstig artikel 2, op andere wijze dan

hiervoor is bedoeld, dan wel het hebben van andere voorwerpen

per m²

0,53

per dag

dan hiervoor zijn genoemd, onder, op of boven gemeentegrond

per m²

1,85

per week

voorzover daarvoor niet ingevolge een andere verordening

per m²

6,10

per maand

rechten zijn verschuldigd

per m²

73,20

per jaar