Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2020–2021 gemeente Leidschendam-Voorburg

Geldend van 12-12-2019 t/m heden

Intitulé

Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2020–2021 gemeente Leidschendam-Voorburg

Het college van burgemeester en wethouders, alsmede de burgemeester afzonderlijk, van de gemeente Leidschendam-Voorburg, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft,

Overwegende dat:

• de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de Wet) bepalingen bevat op grond waarvan een ingezetene van Nederland overeenkomstig de bepalingen van de Wet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening, te verstrekken door het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) van de gemeente tot welke hij zich wendt;

• de gemeente Den Haag in het kader van Beschermd Wonen tot 2022 als Centrumgemeente fungeert voor de Zorgregio Maatschappelijke Ondersteuning waartoe verder behoren de gemeenten Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar en Zoetermeer (hierna gezamenlijk te noemen: regiogemeenten);

• de gemeente Den Haag in het kader van Maatschappelijke Opvang tot naar verwachting 2026 als Centrumgemeente fungeert voor de Zorgregio Maatschappelijke Ondersteuning waartoe verder behoren de regiogemeenten;

• door (het college van) de gemeente Den Haag en de (colleges van de) regiogemeenten het Convenant Regionale Samenwerking Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang Regio Den Haag 2020-2021 hebben gesloten (hierna: het Convenant);

• door (het college van) de gemeente Den Haag en (de colleges van) elk der regiogemeenten is afgesproken dat de voor Leidschendam-Voorburg stemde middelen door (het college van) de gemeente Den Haag als centrumgemeente worden ingezet ter uitvoering van hetgeen over eerdergenoemde taakvelden is beschreven in het Convenant;

• het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente Den Haag, de Directeur OCW en de Directeur SZW van de gemeente Den Haag zich akkoord hebben verklaard met de mandaatverlening.

Gelet op afdeling 10.1.1 Algemene wet bestuursrecht, artikel 2.3.2 en verder van de Wet en titel 3 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

Besluit:

Vast te stellen het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2020–2021 gemeente Leidschendam-Voorburg:

Artikel 1. Mandaat en machtiging

  • 1.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur OCW van gemeente Den Haag tot het voorbereiden en uitvoeren van de navolgende bevoegdheden:

  • a.

    de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.2, 2.3.3. en 2.3.4 van de Wet indien er sprake is van een behoefte aan Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang (dit betreft o.a. het ontvangen van meldingen en het doen van onderzoek);

  • b.

    de collegebevoegdheid tot het bepalen van de toegang tot een maatwerkvoorziening ten behoeve van Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang, waaronder begrepen het nemen van beslissingen tot (her)indicatie;

  • c.

    de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.5 van de Wet ten aanzien van het beslissen op aanvragen om een maatwerkvoorziening ten behoeve van Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang, waaronder begrepen de beslissingen op aanvragen voor een persoonsgebonden budget;

  • d.

    de collegebevoegdheden in het kader van artikel 2.3.6 van de Wet ten aanzien van het beslissen op aanvragen om een maatwerkvoorziening ten behoeve van Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang;

  • e.

    de collegebevoegdheden in het kader van art. 2.3.8 tot en met 2.4.4 van de Wet voor zover er sprake is van een beslissing inzake een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget ten behoeve van Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang;

  • f.

    alle collegebevoegdheden in het kader van de Verordening Maatschappelijke ondersteuning gemeente Leidschendam-Voorburg 2016, of latere versies daarvan, en onderliggende regelingen voor zover het een maatwerkvoorziening ten behoeve van Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang betreft;

  • g.

    de bevoegdheid te besluiten tot het voorbereiden - en het uitvoeren van - een aanbesteding voor maatwerkvoorzieningen Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang en het aangaan van overeenkomsten met betrekking tot de inkoop van maatwerkvoorzieningen voor Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang;

  • h.

    de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Algemene verordening gegevensbescherming, voor zover die verzoeken betrekking hebben op Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang en de verzoeken betrekking hebben op informatie die feitelijk berust bij de gemeente Den Haag.

  • 2.

    Mandaat en machtiging te verlenen aan de directeur SZW van gemeente Den Haag ten aanzien van de navolgende bevoegdheden:

  • a.

    de bevoegdheid tot voorbereiden en het nemen van beslissingen op bezwaar voor zover die betrekking hebben op Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang;

  • b.

    de bevoegdheid tot het vertegenwoordigen van het college in bestuursrechtelijke procedures (waaronder het voeren van verweer);

  • c.

    het beslissen tot het instellen van hoger beroep tegen uitspraken van de rechtbank en het vertegenwoordigen van het college in hoger beroepsprocedures;

  • d.

    het vertegenwoordigen van de gemeente Leidschendam-Voorburg in civielrechtelijke procedures, voor zover deze betrekking hebben op Beschermd Wonen of Maatschappelijke Opvang.

Artikel 2. Volmacht en machtiging

Volmacht en machtiging te verlenen aan de burgemeester van de gemeente Den Haag om namens de gemeente Leidschendam-Voorburg de in artikel 1, lid 1 onder g van dit besluit bedoelde privaatrechtelijke rechtshandelingen voor te bereiden en te verrichten, inclusief het afhandelen van eventuele aanbestedingsrechtelijke geschillen.

Artikel 3. Ondermandaat en substitutie

  • 1.

    De krachtens dit Besluit gemandateerde of ge(vol)machtigde is toegestaan ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging te verlenen aan de direct onder hem ressorterende functionarissen binnen de gemeente tot wier reguliere werkzaamheden de uitoefening van de desbetreffende bevoegdheden behoort, mits deze derde, met de verlening van het ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging heeft ingestemd.

  • 2.

    Waar in dit Besluit wordt gesproken van mandaat, volmacht en machtiging wordt daaronder tevens begrepen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging. Waar in dit besluit gesproken wordt van mandaatgever en gemandateerde, volmachtverlener en gevolmachtigde en van machtigingverlener en gemachtigde, wordt daaronder tevens begrepen ondermandaatgever en ondergemandateerde, ondervolmachtverlener en ondergevolmachtigde en van ondermachtigingverlener en ondergemachtigde.

Artikel 4. Voorschriften en instructies

  • 1.

    De uitoefening van de bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht of machtiging geschiedt binnen de grenzen en met inachtneming van het ter zake geldende recht, specifiek met inachtneming van artikel 10:3 Algemene wet bestuursrecht, het bepaalde bij of krachtens de Wet en de bij of krachtens wettelijke regelingen door de raad en het college van de gemeente Leidschendam-Voorburg vastgestelde verordeningen, richtlijnen en beleidsregels, evenals gemaakte financiële afspraken die gelden voor de uitoefening van de desbetreffende taak.

  • 2.

    De uitoefening van de bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht of machtiging geschiedt met inachtneming van het bepaalde in het Convenant.

  • 3.

    De ge(vol)machtigde/gemandateerde neemt de algemene, dan wel specifieke instructies van de burgemeester, respectievelijk het college in acht.

  • 4.

    Het college zorgt ervoor dat de ge(vol)machtigde/gemandateerde over de informatie beschikt die noodzakelijk is voor een correcte uitoefening van de krachtens mandaat, volmacht of machtiging uitgeoefende bevoegdheden. De ge(vol)machtigde/gemandateerde zorgt ervoor dat de personen aan wie hij ondermandaat, ondervolmacht of ondermachtiging verleent eveneens kunnen beschikken over de informatie, bedoeld in de eerste volzin.

  • 5.

    Het college treedt bij voorgenomen nieuw beleid of beleidswijzigingen in overleg met de ge(vol)machtigde/gemandateerde over uitvoeringsaspecten indien dat beleid raakt aan de taken en bevoegdheden die het door de ge(vol)machtigde/gemandateerde worden uitgevoerd.

Artikel 5. Informatie- en overlegplicht

  • 1.

    De gemandateerde/ge(vol)machtigde stemt voorafgaand aan het gebruik maken van de krachtens dit besluit aan hem toekomende bevoegdheden tijdig de inhoud van de in het convenant beoogde overeenkomsten af met (het college van BenW van) de gemeente, ten einde tijdige informatievoorziening aan - en zo nodig afstemming met – met de gemeenteraad (als bedoeld in artikel 169, vierde lid, van de Gemeentewet) mogelijk te maken en een juiste aansluiting te borgen met (en consistentie ten opzichte van) overeenkomsten (en de daarin opgenomen voorwaarden) die de gemeente reeds gesloten heeft in verband met de uitvoering van taken die voortvloeien uit de Wmo 2015.

  • 2.

    De gemandateerde/ge(vol)machtigde stelt (het college van) de gemeente tijdig in kennis van krachtens te nemen of reeds genomen beslissingen waarvan moet worden aangenomen dat kennisneming door en/of overleg en afstemming met (het college van) de gemeente gewenst is. Hier is in ieder geval sprake van indien:

    • a.

      de uitoefening van de bevoegdheid voor (het college van) de gemeente - gelet op de inhoud van het desbetreffende besluit of de desbetreffende (rechts)handeling, de geadresseerde of de politieke gevoelens in de raad of de samenleving - naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen zal hebben, of als het desbetreffende besluit of de desbetreffende (rechts)handeling naar redelijke verwachting tot consequentie kan hebben dat de gemeente aansprakelijk wordt gesteld of anderszins in rechte wordt aangesproken;

    • b.

      advies nodig is van anderen dan de gemandateerde/ge(vol)machtigde of onder hem ressorterende medewerkers en het advies niet aansluit op het eigen standpunt van de gemandateerde/ge(vol)machtigde dan wel niet tot dezelfde uitkomsten leidt;

    • c.

      uitoefening van de in artikel 1, tweede lid en artikel 2 van dit Besluit bedoelde bevoegdheden, inzake het voeren van verweer in bestuursrechtelijke procedures bij de bestuursrechter, het instellen en voeren van hoger beroepsprocedures in bestuursrechtelijke geschillen en het optreden als partij in civielrechtelijke geschillen en daarin te nemen strategische (proces)beslissingen van aanmerkelijk belang.

  • 3.

    De ge(vol)machtigde/gemandateerde draagt zorg voor periodieke verslaglegging van de door hem (of onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen) krachtens mandaat, volmacht of machtiging uitgeoefende bevoegdheden. Deze verslaglegging heeft ook betrekking op de uitputting van het voor uitvoering van de gemandateerde bevoegdheden beschikbare budget.

Artikel 6. Ondertekening

1. Als een besluit wordt genomen bij of krachtens het bepaalde in artikel 1 luidt de ondertekening:

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg

namens dezen,

Functieaanduiding

Gevolgd door de handtekening en naam van de functionaris.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop het is bekendgemaakt.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als het Mandaat-, volmacht- en machtigingsbesluit Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang 2020–2021 gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • 3.

    Dit besluit geldt totdat het Convenant eindigt.

Ondertekening

Aldus besloten op 29 oktober 2019

Burgemeester en wethouders van Leidschendam-Voorburg

de secretaris, de burgemeester

A. van Mazijk, K. Tigelaar

Aldus ter zake van de volmachtverlening als omschreven in artikel 2 en verder getekend op 29 oktober 2019

De burgemeester van Leidschendam-Voorburg

K. Tigelaar