Regeling vervallen per 13-09-2016

Subsidieregeling duurzame energievoorzieningen klimaatplan 2010-2013

Geldend van 25-11-2011 t/m 12-09-2016

Intitulé

Subsidieregeling duurzame energievoorzieningen klimaatplan 2010-2013

De raad van de gemeente Leidschendam-Voorburg,

gezien het voorstel van het college van 30 november 2010 (nr. 515447)

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht,

besluit:

vast te stellen de volgende “Subsidieregeling duurzame energievoorzieningen klimaatplan 2010-2013”:

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • b.

    Schone energie: energie opgewekt uit schone energiebronnen zoals zon, water, wind en warmte afkomstig uit de warmte van lucht en/of (bodem)water.

  • c.

    DE-voorziening: een duurzame energievoorziening: een duurzame energie-installatie of een energiebesparende maatregel.

  • d.

    Duurzame energie-installatie: een installatie of een voorziening/apparaat die zijn energie opwekt uit een schone energiebron of duurzaam gebruik van energie bevorderd: PV-cellen, zonneboiler, microwarmtekrachtkoppeling of warmtepomp.

  • e.

    Energiebesparende Maatregel: een verandering/aanpassing aan een woning of complex die het energieverbruik reduceert. Hieronder wordt in deze regeling verstaan het aanbrengen van: HR++ glas, energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen, vloer-, bodem-, (spouw) muur-, gevel- of dakisolatie of een sedumdak.

  • f.

    PV-cellen: een installatie in de vorm van zonnepanelen voor het opwekken van elektriciteit, afkomstig uit een schone energiebron en die nagelvast is bevestigd op of aan de woning en/of bijgebouw.

  • g.

    Zonneboiler: Een installatie voor het verwarmen van tapwater, waarvoor de opgewekte energie afkomstig is van een schone energiebron en die nagelvast is bevestigd op, aan of in de woning en/of bijgebouw.

  • h.

    HR++ glas: glas met een hoog rendement, volgens een isolatiewaarde (U-waarde). Het is dubbelglas met in de spouw een edelgas en een coating. Onder HR++ glas wordt niet verstaan de overige glassoorten zoals: enkel glas, voorzetraam, gewoon dubbel (HR) glas, HR+ glas én het bijbehorende frame/kozijn. Op de factuur moet duidelijk het aantal m2 van het nieuw geplaatste HR++ vermeldt staan.

  • i.

    Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd woongezicht of vergelijkbare woningen: speciaal energiezuinig glas voor monumenten of woningen in beschermd dorpsgezicht of woningen die vergelijkbaar zijn met monumenten of woningen in beschermd dorpsgezicht.

  • j.

    Vloerisolatie: door een specialist aangebracht materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de vloer van een woning of appartementencomplex.

  • k.

    Bodemisolatie: door een specialist aangebracht materiaal op de bodem ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de vloer van een woning of appartementencomplex.

  • l.

    Muur- of gevelisolatie: door een specialist aangebracht isolatiemateriaal aan buitenkant of binnenkant van de muur ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de buitenmuur van een woning of appartementencomplex.

  • m.

    Spouwmuurisolatie: door een specialist in de gevelspouw aangebracht materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van de buitenmuur van een woning of appartementencomplex.

  • n.

    Dakisolatie: door een specialist aangebracht materiaal ter verhoging van de warmte-isolatiewaarde van het dak van een woning of appartementencomplex.

  • o.

    Sedumdaken: een extensief vegetatie dak, voor voorwaarden zie tabel 1.

  • p.

    Woning: een, volgens het bestemmingsplan vastgesteld, voor bewoning bestemd gebouw, dat opgeleverd is en bewoond wordt door een burger. De woning moet kadastraal bekend zijn bij de gemeente Leidschendam-Voorburg.

  • q.

    Bijgebouw:dakkapel, serre, garage verbonden aan de bestaande woning.

  • r.

    Appartementencomplex: een verzameling van meerdere bij elkaar behorende woningen.

  • s.

    VVE: vereniging waarvan een woning- of appartementeigenaar van rechtswege lid is. De Vereniging van Eigenaren is verantwoordelijk voor en heeft zeggenschap over (gemeenschappelijke delen van) het gebouw en de bijbehorende grond.

  • t.

    Particulier verhuurder: de natuurlijke persoon die één of meer woningen voor permanente bewoning verhuurt.

  • u.

    Legitimatiebewijs: een geldig legitimatiebewijs, zoals rijbewijs, paspoort of ID-kaart, van de aanvrager die de subsidieaanvraag indient.

  • v.

    Offerte: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde offerte, die een duidelijke beschrijving geeft van het type DE-voorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • w.

    Factuur: een kopie van een door een erkend installatie- of aannemersbedrijf opgestelde rekening van de DE-voorziening waarvoor subsidie wordt aangevraagd, voorzien van het bedrag en het type DE-voorzieningen en een datum waarop de DE-voorziening is geplaatst. In de factuur moet een specifiek onderscheid zijn gemaakt tussen de verschillende kostenposten. Bij géén of onvoldoende onderscheid tussen kozijnen en HR++ glas wordt uitgegaan van € 85,-- per m2 voor HR++ glas [berekend]. Indien op de factuur onvoldoende gespecificeerd kan worden wat dakisolatie apart kost, wordt uitgegaan van € 60,- per m2 dakisolatie.

  • x.

    Betalingsbewijs: een kopie van een bankafschrift dat aantoont dat de betaling is overgemaakt aan het bedrijf dat de DE-voorziening geïnstalleerd heeft. Dit bankafschrift moet voorzien zijn van de originele datum, naam en/of nummer van de aanvrager. De overige gegevens die niet van belang zijn voor de behandeling van deze aanvraag kunnen onzichtbaar gemaakt worden. Bij contante betaling geldt als betalingsbewijs een kopie van de bon, mits deze bon is voorzien van een stempel van het bedrijf.

  • y.

    Warmtepomp: een systeem dat een woning voorziet van verwarming, warm water en sommige systemen ook koeling. Bodemwater of buitenlucht zorgt voor de verwarming of juist koeling.

  • z.

    Microwarmtekrachtkoppeling (micowkk): een nieuw type cv-ketel die naast warmte ook electriciteit opwekt.

  • aa.

    CV-ketel:een installatie dat een woning voorziet van verwarming en warm water.

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Het college verdeelt het maximale subsidiebedrag genoemd in het eerste lid op volgorde van binnenkomst van de volledige aanvragen. Indien op de dag dat het subsidieplafond wordt bereikt meerdere aanvragen zijn binnengekomen, dan wordt door een notaris geloot om de aanvragen van die dag in volgorde van afhandeling te zetten.

  • 3. Het college maakt de wijze van verdeling van de beschikbare bedragen van tevoren bekend bij de bekendmaking van de subsidieplafonds.

Artikel 3 Aanvrager voor subsidie

Het college kan subsidie verstrekken voor de aanschaf en installatie van een of meer DE-voorzieningen aan:

  • a.

    een particuliere eigenaar van een woning, waaronder ook begrepen de individuele woningeigenaar binnen een VVE voor het deel dat niet gezamenlijk is en waarvan hij volgens de splitsingsakte eigenaar is;

  • b.

    een Vereniging van Eigenaren (VVE), of diegene die gemachtigd is namens de VVE; of

  • c.

    een particuliere verhuurder van meergezinswoningen, niet zijnde een woningcorporatie of zorginstelling.

Artikel 4 Subsidiebedrag

De subsidie bedraagt 25% van de totale kosten voor de installatie en uitvoering van één of meer DE-voorzieningen, tot een maximum van € 2500,- per woning of appartement.

Artikel 5 Algemene voorwaarden

  • 1. Subsidie als bedoeld in artikel 3 wordt slechts verstrekt indien de voorziening een van de volgende DE-voorzieningen betreft en als deze voorziening voldoet aan de voorwaarden genoemd in tabel 1.

    • a.

      PV-cellen;

    • b.

      HR++ glas;

    • c.

      Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen;

    • d.

      Vloerisolatie;

    • e.

      Bodemisolatie;

    • f.

      Spouwmuurisolatie;

    • g.

      Muur- of gevelisolatie;

    • h.

      Dakisolatie;

    • i.

      Sedumdaken;

    • j.

      Zonneboiler, warmtepomp en micro-warmtekrachtkoppeling (WKK).

    • k.

      CV-ketel, alleen in combinatie met een zonneboiler.

  • 2. Subsidie voor een voorziening die niet voldoet aan de oppervlakte voorwaarden van tabel 1 kan niettemin worden verstrekt, indien deze subsidie tegelijkertijd wordt aangevraagd met subsidie voor een voorziening in dezelfde woning die wel voldoet aan de voorwaarden van tabel 1.

  • 3. Subsidie wordt voorts slechts verstrekt indien:

    • a.

      de voorziening nog niet is geplaatst op het moment dat de aanvraag voor subsidieverlening wordt gedaan;

    • b.

      de voorziening in bestaande bouw wordt geplaatst; deze voorwaarde is niet van toepassing als het een voorziening betreft die in of op een nieuwbouw bijgebouw geplaatst is; deze voorwaarde is eveneens niet van toepassing als het PV-panelen of een sedumdak betreft.

    • c.

      de voorziening leidt tot een vermindering van het energieverbruik én tot een verbetering van de bestaande woning of appartementencomplex;

    • d.

      het totaal geïnvesteerde bedrag, waarvoor de aanvrager subsidie aanvraagt, minimaal het bedrag van € 1000,- is;

    • e.

      de voorziening wordt geleverd en geplaatst door een daartoe gespecialiseerd bedrijf; Voor PV-cellen wordt aan deze voorwaarde ook voldaan, indien de aanvrager de installatie zelf aanlegt, mits de aansluiting van de PV-cellen op het elektriciteitsnet van de woning of het appartement uitgevoerd en gecontroleerd wordt door een daartoe gespecialiseerd bedrijf.

    • f.

      de aanleg of installatie van de voorziening uitgevoerd is conform de, op het moment van aanleg, geldende (bouw)regelgeving, geldende normen, beleid of overige wet- en regelgeving;

    • g.

      voor de voorziening niet eerder gemeentelijke subsidie is verstrekt;

    • h.

      het subsidieplafond nog niet bereikt is.

Artikel 6 Bijzondere voorwaarden

  • 1. Woningeigenaren met woningen met bouwjaar vóór 1995 kunnen subsidie aanvragen voor alle duurzame energievoorzieningen. Woningeigenaren met woningen met bouwjaar na 1995 kunnen alleen subsidie aanvragen voor zonnepanelen en sedumdaken. Woningen van na 1995 worden verondersteld al goed geïsoleerd te zijn.

  • 2. Subsidie wordt slechts verstrekt indien voor de gevraagde voorziening geen andere subsidie door een ander bestuursorgaan is verstrekt.

Artikel 7 Aanvraag subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag voor subsidieverlening wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidieverlening voor DE-voorzieningen.

  • 2. Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

    • a.

      een offerte óf beschrijving van de DE-voorziening van een daartoe gespecialiseerd bedrijf;

    • b.

      indien de aanvrager een individuele woningeigenaar is binnen een VVE voor een deel dat niet gezamenlijk is: een kopie van de splitsingsakte en een verslag van de ledenvergadering waaruit blijkt dat de VVE goedkeuring verleend aan de voorgenomen installatie van de DE-voorziening.

  • 3. Indien de aanvraag is ingediend door een VVE bevat de aanvraag ook:

    • a.

      een kopie van de splitsingsakte; en

    • b.

      een kopie van bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 4. Indien de aanvraag is ingediend door een particuliere verhuurder van meergezinswoningen bevat de aanvraag ook een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 8 Behandeling aanvraag en beslistermijn subsidieverlening

  • 1. Een aanvraag voor subsidieverlening wordt pas in behandeling genomen als deze aan alle gestelde vereisten voldoet.

  • 2. Volledige aanvragen worden in volgorde van binnenkomst geregistreerd en in behandeling genomen.

  • 3. Het college bevestigt direct schriftelijk de ontvangst van de aanvraag.

  • 4. Indien een aanvraag niet voldoet aan alle gestelde vereisten, wordt de aanvrager binnen drie weken na ontvangst van de aanvraag in de gelegenheid gesteld om zijn aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen. Indien de gevraagde gegevens en bescheiden voldoende zijn om de aanvraag te beoordelen, wordt de aanvraag alsnog als een volledige aanvraag aangemerkt en als zodanig geregistreerd. Het college stelt de aanvrager daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. Als datum van registratie geldt de datum waarop het college de aanvullende gegevens en bescheiden heeft ontvangen.

  • 5. Indien de aanvraag niet binnen de door het college gestelde termijn als bedoeld in het vierde lid wordt aangevuld, besluit het college de aanvraag niet verder te behandelen, tenzij de aanvrager een gemotiveerd verzoek om verlenging van de gestelde termijn heeft gedaan. Indien het college het verzoek om verlenging toewijst, geeft het college aan de aanvrager een laatste nieuwe termijn om de aanvraag aan te vullen.

  • 6. Het college beslist binnen acht weken op een volledige aanvraag. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste vier weken verdagen.

Artikel 9 Aanvraag subsidievaststelling

  • 1. Binnen een termijn van 32 weken na de subsidieverlening dient de aanvrager een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2. Een aanvraag voor subsidievaststelling wordt schriftelijk ingediend bij het college met behulp van een door het college vastgesteld aanvraagformulier subsidievaststelling voor DE-voorzieningen.

  • 3. Het aanvraagformulier wordt ondertekend en gaat vergezeld van:

    • a.

      een kopie van een gespecificeerde factuur; en

    • b.

      een kopie van het betalingsbewijs.

  • 4. Indien voor de aanleg en installatie van een DE-voorziening een omgevingsvergunning (voorheen: bouw- of monumentenvergunning) is vereist, dient de aanvrager, in afwijking van het eerste lid, binnen een termijn van 32 weken na de verlening van de omgevingsvergunning een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

Artikel 10 Beslistermijn subsidievaststelling en uitbetaling

  • 1. Het college beslist binnen acht weken op een aanvraag om subsidievaststelling. Het college kan deze termijn eenmaal met ten hoogste twee weken verdagen.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen vier weken na subsidievaststelling uitbetaald door overmaking van het bedrag op het bankrekeningnummer van de aanvrager. Als bankrekeningnummer van een VVE of van een verhuurder van meergezinswoningen wordt aangemerkt het bankrekeningnummer zoals dat is geregistreerd bij de Kamer van Koophandel.

Artikel 11 Weigeringsgronden

De subsidie wordt geweigerd, indien:

  • a.

    De aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 en 6;

  • b.

    een eventuele benodigde omgevingsvergunning (bouw- of monumentenvergunning) is geweigerd;

  • c.

    een bewoner/eigenaar van een woning of appartementencomplex een subsidie aanvraagt die door de gemeente Leidschendam-Voorburg al verstrekt is aan een andere partij (vooral in geval van een VVE);

  • d.

    en voor zover het maximum van € 2500,- per woning of appartement bij verlening wordt overschreden, in het geval dat de gemeente voor die woning of het appartement al eerder een subsidie voor een of meer DE-voorzieningen heeft verstrekt;

  • e.

    het subsidieplafond bij verlening wordt overschreden;

  • f.

    er gegronde vrees bestaat dat de aanvrager de voorgenomen voorziening niet, of niet naar behoren heeft gerealiseerd.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, de NPR 3577 richtlijn opgenomen in de tabel behorende bij artikel 5, eerste lid, artikel 5, derde lid onder d (bedrag), en artikel 9, eerste en vierde lid (termijn), van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager leidt tot onbillijkheid van overwegende aard. Het van toepassing verklaren van dit artikel wordt gemotiveerd in het besluit.

Artikel 13 Intrekkings- en overgangsbepaling

  • 1. De Subsidieregeling duurzame energievoorzieningen klimaatplan 2010-2013, vastgesteld bij raadsbesluit van 23-6-2010, wordt ingetrokken.

  • 2. Aanvragen om subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4 van de regeling bedoeld in het eerste lid kunnen worden ingediend tot 15 april 2011 en zullen volgens die regeling worden afgedaan.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking de dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling duurzame energievoorzieningen’.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de
gemeente Leidschendam-Voorburg van 1 februari 2011
de griffier, de voorzitter,
mr. G.A. van Egmond, drs. J.W. van der Sluijs

Bijlage

Tabel 1: Samenvatting Duurzame Energievoorzieningen inclusief voorwaarden

Duurzame energievoorzieningen

Voorwaarden

PV-cellen

Minimaal oppervlak 2 m2

HR++ glas

Minimaal oppervlak 5 m2

U-waarde (warmtegeleiding) ten hoogste 1,6 W/m2 K

Plaatsing conform NPR 3577

Woningen van vóór 1995

Minimaal type HR++ glas

Energiezuinig glas voor monumenten/beschermd dorpsgezicht of vergelijkbare woningen

Minimaal oppervlak 5 m2

Woningen van voor 1995

U-waarde (warmtegeleiding) minder dan 3,5 W/m2 K

Vloerisolatie

Minimaal oppervlak 10 m2

Woningen van vóór 1995

Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 2,5 m2K/W

Bodemisolatie

Minimaal oppervlak 20 m2

Woningen van vóór 1995

Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 1,1 m2K/W

Spouwmuurisolatie

Minimaal oppervlak 10 m2

Woningen van vóór 1995

Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 1,1 m2K/W

Muur-of gevelisolatie

Minimaal oppervlak 10 m2

Woningen van vóór 1995

Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 2,5 m2 K/W

Dakisolatie

Minimaal oppervlak 35 m2

Woningen van vóór 1995

Totale RC-waarde na aanbrengen isolatie groter of gelijk aan 2,5 m2 K/W

Sedumdaken

Minimaal oppervlak 6 m2

Minimaal de volgende lagen:

·Gifstoffenvrije laag dakbedekking;

·Wortelwerende laag;

· Drainagelaag;

· Filtervlies;

·Substraatlaag en

·Vegetatielaag (zoals grassen, vetplanten, mossen en kruiden).

Het dak moet de warmte-isolatiewaarde van een woning of appartementencomplex verhogen. De helling van het dak is niet meer dan 45°. Bij een hellingshoek tussen de 35° en 45° moeten maatregelen getroffen zijn tegen het wegglijden en uitdrogen van de groene daklaag.

Zonneboiler, warmtepomp, microwkk

Geen

CV ketel

Alleen in combinatie met een zonneboiler