Regeling vervallen per 01-01-2020

Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten dienstreizen

Geldend van 07-07-2016 t/m 31-12-2019

Intitulé

Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten dienstreizen

Collegebesluit

Nummer: 100011152

Het college van de gemeente Lelystad,

B E S L U I T:

De onderstaande regeling vast te stellen:

Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten dienstreizen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • CAR

    Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten

  • UWO

    Uitwerkingsovereenkomst

  • Ambtenaar

    De ambtenaar in de zin van de CAR en de werknemer met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan

  • Reisbesluit binnenland

    Reisbesluit binnenland zoals vastgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)

  • Reisregeling binnenland

    Reisregeling binnenland zoals vastgesteld door het ministerie van BZK

  • Dienstreis

    Zoals gedefinieerd in artikel 2 onder e van het Reisbesluit binnenland

  • Plaats tewerkstelling

    Het gebouw, gebouwencomplex waar of van waaruit de ambtenaar naar het oordeel van het bevoegde gezag gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht

  • Standplaats

    De gemeente of het met name genoemde gedeelte van de gemeente waar de ambtenaar gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht

  • Verblijfkosten

    De vergoeding wegens verblijfkosten voor ieder vol etmaal ingevolge artikel 13 van het Reisbesluit binnenland en artikel 5 van de Reisregeling binnenland

  • Privé-vervoermiddel

    Een eigen motorvoertuig, zijnde een motor of auto.

Artikel 2 Begin en einde van de dienstreizen

Lid 1

Voor de vergoeding van reis- en verblijfskosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.

Lid 2

In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de ambtenaar of een andere plaats als beginpunt respectievelijk eindpunt van de dienstreis worden aangemerkt, tenzij op de heen- of terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.

Artikel 3 Vergoeding van reiskosten van openbaar vervoer

Lid 1

Voor dienstreizen wordt gebruik gemaakt van het openbaar vervoer, inclusief NS Zonetaxi. De vergoeding is gebaseerd op openbaar vervoer tweede klas. De bewijsstukken moeten bij de declaratie worden gevoegd.

Lid 2

Indien betrokkene voor de dienstreis gebruik maakt van een niet door de gemeente verstrekt abonnement, dan wel kortingskaart, worden aan hem de werkelijk voor zijn rekening blijvende kosten vergoed.

Artikel 4 Vergoeding van reiskosten bij gebruik privé-vervoermiddel indien openbaar vervoer niet gewenst is

Lid 1

Indien in afwijking van artikel 3, lid 1 voor de dienstreis gebruikt gemaakt wordt van een privé-vervoermiddel geldt een kilometervergoeding van € 0,28 netto per afgelegde kilometer.

Lid 2

Indien met een privé-vervoermiddel wordt gereisd en een medewerker in aanmerking wil komen voor vergoeding van tijdens de diensttijd geleden schade, geldt als aanvullende als bedoeld in artikel 15:1:24 van de CAR-UWO dat voor het voertuig een all-risk verzekering, inclusief inzittende verzekering dient te zijn afgesloten. Het eigen risico bij eventuele schade aan het voertuig en letsel bij inzittenen komt volledig oor rekening van de ambtenaar. Het vooraf toestemming verlenen door het bevoegde gezag komt te vervallen.

Lid 3

Parkeer- veer- en tolgelden voortvloeiende uit het gebruik van het privé-vervoermiddel op grond van lid 1 en 2 van dit artikel worden vergoed onder overlegging van bewijsstukken.

Artikel 5 Vergoeding van reiskosten bij frequent gebruik privé-vervoermiddel

Lid 1

De ambtenaar die een functie vervult op grond waarvan hij volgens zijn afdelingshoofd in het belang van de dienst frequent gebruik dient te maken van een privé-vervoermiddel, ontvangt per gereden kilometer een vergoeding van € 0,28 netto per afgelegde kilometer.

Lid 2

Artikel 15:1:23 lid 2 van de CAR-UWO is onverkort van toepassing. Als aanvullend voorwaarde geldt dat voor het voertuig een all-risk verzekering, inclusief inzittende verzekering dient te zijn afgesloten.

Artikel 6 Parkeervergunning en ontheffing

Lid 1

De ambtenaar die volgens zijn afdelingshoofd regelmatig werkzaamheden moet uitvoeren buiten zijn plaats van tewerkstelling en hiervoor zijn eigen vervoermiddel dient te gebruiken kan in aanmerking komen voor een parkeervergunning of een ontheffing op grond van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens.

Lid 2

Ten aanzien van het gestelde in lid 1 geldt dat de directie beslist bij de verstrekking van een parkeervergunning aan afdelingshoofden.

Artikel 7 Dienstfiets

De ambtenaar die ten behoeve van dienstreizen binnen de standplaats gebruik maakt van een fiets wordt geacht gebruik te maken van een door de gemeente ter beschikking te stellen dienstfiets. Indien gebruik gemaakt wordt van de eigen fiets wordt daarvoor geen vergoeding toegekend.

Artikel 8 Vergoeding verblijfkosten

De verblijfskosten worden vergoed op grond van artikel 13 van het Reisbesluit binnenland en artikel 5 van de Reisregeling binnenland.

Artikel 9 Reisdeclaraties

Lid 1

Het declareren van de reis- en verblijfkosten gebeurt op een door het college van de Gemeente Lelystad voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.

Lid 2

Declaraties moeten binnen één maand na de maand waarop de declaratie betrekking heeft worden ingediend bij de administratie.

Artikel 10 Hardheidsclausule

In situaties waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet kan het college van de Gemeente Lelystad nadere regels stellen.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt inwerking met ingang van 22 juni 2016 onder gelijktijdige intrekking van de Regeling vergoeding dienstreizen en verblijfkosten, vastgesteld op 1 juli 2008.

Lelystad, 21 juni 2016.

Het college van de gemeente Lelystad

de gemeentesecretaris, de burgemeester,