Regeling vervallen per 01-01-2016

Verordening inconveniententoelage

Geldend van 01-12-1995 t/m 31-12-2015

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 november 1995;

in overeenstemming met het advies van de commissie voor georganiseerd overleg;

gelet op artikel 12 van de Bezoldigingsverordening 1995;

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING inconveniëntentoelage.

Artikel 1. Algemene bepalingen.

1.Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

“ambtenaar”: de ambtenaar in de zin van artikel 1 van de Bezoldigingsverordening 1995;

“inconveniënt”: een omstandigheid, voortvloeiende uit het werk, de werkmethode en / of werkomgeving, die - afhankelijk van algemeen maatschappelijke factoren – als extra bezwarend wordt ervaren, die in redelijkheid niet vermijdbaar is en die als zodanig een extra beroep doet op de bereidheid onder een dergelijke omstandigheid te werken;

“werk”: het geheel van werkzaamheden dat door de ambtenaar is te verrichten.

  • 2.

    Niet als inconveniënt in de zin van deze verordening worden aangemerkt:

    • a.

      psychische factoren;

    • b.

      bezwaren verbonden aan het werken op afwijkende uren, op onregelmatige tijden, met gebroken diensten, gedurende een meer dan normaal aantal uren per week e.d.

  • 3.

    Aan de ambtenaren die naar het oordeel van burgemeester en wethouders hun werkzaamheden verrichten onder omstandigheden die als extra bezwarend worden ervaren kan door burgemeester en wethouders, boven het salaris, een inconveniënttoelage worden toegekend.

Artikel 2. Gezichtspunten.

De verordening kent de volgende gezichtspunten:

  • a.

    zwaar werk: alle vormen van spierbelasting als gevolg van zwaarte van de materialen, onderdelen, werktuigen, gereedschappen e.d. waarmee wordt gewerkt in samenhang met het vereiste werktempo;

  • b.

    invloed van weersgesteldheid: werken in (klimatologische ) weersomstandigheden, die bezwarend zijn bij de werkuitvoering door het onaangename karakter, zoals regen, sneeuw, mist, koude, hitte, wind, relatieve vochtigheid. Werken bij grote hitte of koude of bij sterke temperatuurswisselingen (ook tocht of in een onbehaaglijke atmosfeer;

  • c.

    werk met afkeer: werken in situaties, die stank (onaangename geur) geven of lichamelijke reacties (huidprikkelingen, irritaties) teweegbrengen, zoals rook, damp, nevel, stof, onaangename materialen;

  • d.

    werk met hinderlijk geluid, trillingen: werken in een omgeving waarbij lawaai hinderlijk is, danwel onaangenaam is in fysieke zin. Werken met hulpmiddelen / apparatuur die trillingen veroorzaken.

Artikel 3.

  • 1. De verordening kent de volgende klassen:

    • a.

      wanneer één gezichtspunt, genoemd in artikel 2, van toepassing is;

    • b.

      wanneer twee of meer gezichtspunten, genoemd in artikel 2, van toepassing zijn.

Artikel 4.

  • 1.

    De hoogte van de inconveniëntentoelage wordt bepaald aan de hand van een graderingstabel, zoals omschreven in lid 4.

  • 2.

    Als percentage geldt het percentage tijdsbesteding zoals dat uit de functiebeschrijving, die als basis dient voor de functiewaardering, blijkt.

  • 3.

    De toelage wordt afgeleid van het verschil tussen reeksnummers 16-17 van de salaristabel gemeente-ambtenaren. Hiervoor geldt het volgende schema:

categorie 1: 100% van het verschil;

categorie 2: 150% van het verschil;

categorie 3: 200% van het verschil;

4.Graderingstabel.

Klasse A

Minder dan 30%

30-60%

Meer dan 60%

----

Categorie 1

Categorie 2

Klasse B

Minder dan 30%

30-60%

Meer dan 60%

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Artikel 5.

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 1995, onder gelijktijdige intrekking van de verordening van 14 mei 1992.

Lelystad, 16 november 1995.

De secretaris, De raad van de gemeente Lelystad,