Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent klachten (Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen gemeente Lelystad 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad houdende regels omtrent klachten (Klachtenregeling ongewenste omgangsvormen gemeente Lelystad 2020)

Omgangsvormen – klachtenregeling ongewenste omgangsvormen

KLACHTENREGELING ONGEWENSTE OMGANGSVORMEN GEMEENTE LELYSTAD 2020

Het doel van deze regeling is een zorgvuldige behandeling van klachten van een ieder die werkzaam is bij de gemeente Lelystad en die binnen de arbeidssfeer geconfronteerd wordt met ongewenste omgangsvormen. Deze klachtenregeling vormt een geheel met de Regeling omgangsvormen gemeente Lelystad 2020.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Begrip

Omschrijving

Bevoegde functionaris

De algemeen directeur van de gemeente Lelystad die namens de overheidswerkgever bevoegd is tot afdoening van een klacht met betrekking tot ongewenst gedrag.

Klachtencommissie

De Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (LKOG), tot wie de persoon die geconfronteerd is met ongewenste omgangsvormen zich kan wenden met een klacht.

De klachtencommissie onderzoekt deze klacht en brengt advies uit aan de overheidswerkgever omtrent te nemen maatregelen.

Overheidswerkgever

De gemeente Lelystad die zich heeft aangesloten bij de klachtencommissie en deze regeling van toepassing heeft verklaard op de behandeling van klachten op het gebied van ongewenst gedrag.

Ongewenste omgangsvormen

Gedrag dat valt binnen de begrippen discriminatie, intimidatie, seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en treiteren zoals bedoeld in artikel 1, derde lid, sub e. van de Arbeidsomstandighedenwet, alsmede discriminatie zoals bedoeld in de Algemene wet gelijke behandeling; in deze regeling wordt voor ongewenste omgangsvormen ook de term ongewenst gedrag gebruikt.

Discriminatie

  • Het maken van onderscheid tussen personen op grond van ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid, leeftijd, handicap of chronische aandoening, politieke gezindheid, arbeidsrelatie (part- of fulltime), burgerlijke staat of welke grond dan ook (directe discriminatie).

  • Het opleggen van eisen of beperkingen aan personen of een groep mensen, met als gevolg dat deze personen of de groep daardoor onevenredig benadeeld of uitgesloten worden, zonder dat die eisen of beperkingen objectief gerechtvaardigd zijn (indirecte discriminatie).

  • Het (mondeling of bij geschrift) beledigen van en het aanzetten tot haat, discriminatie, intimidatie of geweld tegen personen wegens de bij a. genoemde discriminatiegronden.

Intimidatie

Iemands gedrag op ongepaste wijze beïnvloeden, mondeling of schriftelijk bijvoorbeeld door hem angst aan te jagen door agressief of intimiderend taalgebruik en/of door te dreigen met negatieve gevolgen (bijvoorbeeld vanuit een hiërarchische relatie, of andere machtspositie).

Seksuele intimidatie

Enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie, waarvan degene die er zich schuldig aan maakt, weet of zou moeten weten dat het afbreuk doet aan de waardigheid van vrouwen of mannen op het werk, of dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

Agressie en geweld

Voorvallen waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastiggevallen, bedreigd of aangevallen onder omstandigheden die rechtstreeks verband houden met het verrichten van arbeid.

Pesten en treiteren

Alle vormen van intimiderend gedrag met een structureel karakter, van een of meerdere werknemers (collega’s, leidinggevenden) gericht tegen een werknemer of groep werknemers die zich niet kan of kunnen verdedigen tegen dit gedrag. Een belangrijk element aangaande pesten op het werk is de herhaling van die gedraging in de tijd (Memorie van Toelichting Arbowet).

Klacht

Een door de klager ondertekend en van naam- en adresgegevens voorzien geschrift waarin het jegens hem ongewenste gedrag waarop de klacht betrekking heeft is omschreven.

Klager

Een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de overheidswerkgever en een klacht over ongewenst gedrag indient.

Aangeklaagde

Een persoon, niet zijnde een politieke ambtsdrager van de gemeente, die werkzaam is of werkzaam is geweest in de organisatie van de overheid en over wiens gedrag een klacht wordt ingediend.

Informant

Degene die informatie verstrekt aan de klachtencommissie.

Interne vertrouwenspersoon

De door de algemeen directeur benoemde functionarissen, tot wie de persoon die geconfronteerd is met ongewenste omgangsvormen zich kan wenden voor advies, ondersteuning en begeleiding.

(actuele contactgegevens staan op de website van P&O).

Externe vertrouwenspersoon

De door de algemeen directeur gecontracteerde externe deskundige op het gebied van ongewenste omgangsvormen, tot wie de persoon die geconfronteerd is met ongewenste omgangsvormen zich kan wenden voor advies, ondersteuning en begeleiding

(actuele contactgegevens staan op de website van P&O).

Artikel 2. Indienen van een klacht omtrent ongewenste omgangsvormen

  • 1. Een klacht omtrent ongewenste omgangsvormen wordt ingediend bij de algemeen directeur

  • 2. Is de algemeen directeur betrokken bij de klacht, dan moet de klacht rechtstreeks bij de klachtencommissie worden ingediend.

  • 3. De klager en de aangeklaagde worden in beginsel buiten elkaars aanwezigheid gehoord. De algemeen directeur stelt klager en aangeklaagde in de gelegenheid van elkaars zienswijze kennis te nemen en daarop te reageren. De algemeen directeur kan zich laten bijstaan door een medewerker binnen de gemeentelijke organisatie. Deze medewerker heeft een geheimhoudingsplicht.

  • 4. De klager en aangeklaagde kunnen zich, op eigen kosten, laten bijstaan door een (raads)persoon. Dat kan een vertrouwenspersoon zijn, zijnde een interne of externe vertrouwenspersoon. Hieraan zijn geen kosten verbonden.

    Getuigen en andere betrokkenen en deskundigen kunnen worden geraadpleegd.

  • 5. Van het horen kan worden afgezien indien de klacht ongegrond is. Hiervan zal de klager schriftelijk op de hoogte worden gesteld.

  • 6. Het horen is niet openbaar.

  • 7. Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 8. Het horen vindt zoveel als mogelijk plaats op een voor partijen goed bereikbare locatie die voldoende rust en discretie biedt aan alle betrokkenen.

  • 9. De algemeen directeur zendt tijdig voorafgaand aan het horen aan de aangeklaagde – en voor zover nodig aan klager en informant – een afschrift van de klacht en van andere stukken de op de klacht betrekking hebben.

  • 10. De algemeen directeur is bevoegd om getuigen, andere betrokkenen en deskundigen schriftelijke of mondeling te raadplegen.

  • 11. De algemeen directeur neemt binnen twee weken na ontvangst van de klacht een besluit over de te nemen maatregelen. Deze termijn kan ondersteund met argumenten eenmaal verlengd worden met twee weken.

  • 12. Na behandeling in de interne procedure heeft de klager de mogelijkheid de klacht bij de klachtencommissie in te dienen als hij van mening is dat de overheidswerkgever de klacht onzorgvuldig of onjuist heeft afgehandeld.

Artikel 3. Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voorde Decentrale Overheid (VNG)

  • 1. De gemeente Lelystad is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid (College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten).

  • 2. De door de VNG vastgestelde “Klachtenregeling Ongewenst Gedrag voor de Decentrale Overheid” plus toelichting maakt onlosmakelijk deel uit van deze “Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen Gemeente Lelystad 2020” en kan worden geraadpleegd via de website van de VNG.

  • 3. De klachtencommissie heeft tot taak een klacht te onderzoeken en daarover advies uit te brengen aan het bevoegd gezag.

Artikel 4. Overige bepalingen

  • 1. De overheidswerkgever ziet er op toe dat de medewerker niet wordt benadeeld in zijn positie in de organisatie door het indienen van een klacht.

  • 2. Als een klacht als bedoeld in deze regeling zich richt op de algemeen directeur is het college van burgemeester en wethouders bevoegd de klacht af te handelen.

  • 3. Als een klacht als bedoeld in deze regeling zich richt op een medewerker van de griffie is de griffier bevoegd de klacht af te handelen.

  • 4. Als een klacht als bedoeld in deze regeling zich richt op de griffier is de werkgeverscommissie bevoegd de klacht af te handelen.

Artikel 5. Slotbepaling

Deze regeling kan worden aangehaald als “Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen Gemeente Lelystad 2020” en treedt in werking op 1 januari 2020 dan wel op de dag van inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren indien deze Wet op een latere datum in werking treedt, onder gelijktijdige intrekking van de op 12 juni 2017 vastgestelde “Klachtenregeling Ongewenste Omgangsvormen Gemeente Lelystad”.

Ondertekening

Datum besluit: 12 november 2019