Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake het aanvragen van subsidie ten behoeve van activiteiten die zich richten op het bevorderen van de belangstelling voor beeldende kunst en vormgeving in de gemeente Lelystad (Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021)

Geldend van 01-08-2020 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit van het college van de gemeente Lelystad houdende regels inzake het aanvragen van subsidie ten behoeve van activiteiten die zich richten op het bevorderen van de belangstelling voor beeldende kunst en vormgeving in de gemeente Lelystad (Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021)

Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021

Nummer: 202036698

Het college van de gemeente Lelystad;

gelet op:

de Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad

BESLUIT:

vast te stellen de navolgende ‘Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021’

Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    projecten, manifestaties, tentoonstellingen: voor publiek toegankelijke activiteiten op gebied van beeldende kunst en vormgeving waaraan door middel van openbare publiciteit bekendheid wordt gegeven, bijvoorbeeld via de media, affiches en programmabladen;

  • b.

    deskundig artistiek begeleider: persoon die beschikt over de voor de betreffende discipline vereiste opleiding en/of aantoonbare kwalificaties en ervaring;

  • c.

    nieuwe aanvrager: organisatie die in de afgelopen 5 jaar niet eerder een aanvraag heeft ingediend voor subsidie met betrekking tot deze regeling of voorgaande regelingen die gericht waren op beeldende kunsten en vormgeving;

  • d.

    ASVL: Algemene subsidieverordening gemeente Lelystad;

  • e.

    start van de activiteit: datum waarop de activiteit voor het publiek toegankelijk wordt gesteld;

  • f.

    organisaties: rechtspersonen met als statutaire doelstelling de uitoefening en/of bevordering van amateurkunst;

  • g.

    vrijwilligerswaardering: een waardering in natura verstrekt door de organisatie aan vrijwilligers die medewerking verlenen aan de activiteit.

Artikel 2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten waarvan de uitvoering plaatsvindt in 2021 of de daaropvolgende jaren en voor zover het past binnen het gestelde in de ASVL.

Artikel 3. Activiteiten

Deze activiteiten richten zich op het bevorderen van de belangstelling voor beeldende kunst en vormgeving in de gemeente Lelystad door:

  • a.

    projecten,

  • b.

    manifestaties;

  • c.

    tentoonstellingen.

Artikel 4. Doelen

De activiteiten genoemd onder artikel 3, dragen bij aan:

  • a.

    de vergroting van de belangstelling voor beeldende kunst en vormgeving in de gemeente Lelystad;

  • b.

    de passieve cultuurparticipatie van de inwoners en bezoekers van de gemeente Lelystad;

  • c.

    de ontwikkeling en versterking van het culturele klimaat in de gemeente Lelystad op het gebied van beeldende kunst en vormgeving.

Artikel 5. Doelgroep

Voor een aanvraag tot het verlenen van een subsidie in het kader van deze regeling komen uitsluitend organisaties in aanmerking:

  • a.

    die geen winstoogmerk hebben; en

  • b.

    waarvan uit de statuten blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd past binnen de eigen statutaire doelstellingen.

Artikel 6. Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag tot toekenning van subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, derde lid, van de ASVL, ingediend minimaal 8 weken en maximaal 26 weken voor de start van de activiteit waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. Een aanvraag kan niet eerder worden ingediend dan vanaf 1 augustus voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

Kosten die voor subsidie in aanmerking komen, dienen direct betrekking te hebben op de activiteit. Dit zijn organisatiekosten; waaronder in elk geval:

  • a.

    materiaalkosten;

  • b.

    promotiekosten;

  • c.

    huur accommodatie voor de presentatie;

  • d.

    kosten voor noodzakelijke vergunningen;

  • e.

    transportkosten voor vervoer van kunstwerken;

  • f.

    honoraria voor de aan de activiteit deelnemende kunstenaars tot een maximum van 50% van de verleende subsidie;

  • g.

    inhuur deskundig artistiek adviseur voor de activiteit voor een maximum van 30% van de verleende subsidie;

  • h.

    vrijwilligerswaarderingen tot een maximum van 5% van de verleende subsidie.

Artikel 8. Niet subsidiabele kosten

Kosten die in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    reis- en verblijfskosten;

  • b.

    cateringkosten;

  • c.

    vergoeding uren eigen inzet en eventueel personeelskosten van de aanvrager;

  • d.

    bestuurs- en administratiekosten;

  • e.

    kosten die al op andere wijze zijn of worden gesubsidieerd;

  • f.

    de aan de subsidie-aanvrager in rekening gebrachte BTW die door hem kan worden teruggevorderd of op enigerlei wijze aan hem kan worden terugbetaald of gecompenseerd.

Artikel 9. De aanvraag

In aanvulling op het gestelde in artikel 8 van de ASVL moet de aanvrager de volgende onderbouwing bij zijn aanvraag overleggen:

  • a.

    omschrijving op welke wijze de gesubsidieerde activiteit bijdraagt aan de doelen zoals omschreven in artikel 4;

  • b.

    omschrijving op welke wijze openbare bekendheid wordt gegeven aan de gesubsidieerde activiteit.

  • c.

    indien van toepassing documenten die de deskundigheid van de artistiek leider aantonen (zoals een curriculum vitae en/of overzicht van gerealiseerde projecten of tentoonstellingen);

  • d.

    indien van toepassing, contracten tussen de rechtspersoon en de artistiek leider inzake de afspraken omtrent inzet en beloning.

Artikel 10. Hoogte van de subsidie

  • 1. Het subsidiebedrag bedraagt:

    • a.

      maximaal € 25.000,- per aanvraag;

    • b.

      minimaal € 1.000,- per aanvraag;

  • 2. Het onder lid 1 opgenomen subsidiebedrag bedraagt niet meer dan 75% van de subsidiabele kosten.

  • 3. De gerealiseerde subsidiabele kosten zijn bepalend voor de vaststelling van de subsidie. De vastgestelde subsidie kan nooit hoger zijn dan de verleende subsidie.

Artikel 11: Subsidieplafond

  • 1. Het college stelt jaarlijks, voorafgaand aan het subsidiejaar, het subsidieplafond vast.

  • 2. Het subsidieplafond voor aanvragers die eerder een aanvraag hebben ingediend, is tot 1 augustus van ieder jaar 90% van het door het college vastgestelde subsidieplafond beschikbaar. Na 1 augustus is 100% van het vastgestelde plafond beschikbaar.

Artikel 12. Wijze van verdeling

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond voor de betreffende tranche is bereikt.

  • 2. Alleen volledige subsidieaanvragen worden in behandeling genomen. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 3. Indien de aanvrager met toepassing van het tweede lid van dit artikel de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, is bepalend voor het tijdstip van ontvangst, het moment waarop de aanvraag compleet is.

  • 4. Indien er op een dag meerdere aanvragen zijn ontvangen en de honorering van al die aanvragen zal leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, zal het college het beschikbare budget verdelen op basis van de volgende criteria:

  • De mate van betekenis voor:

    • a.

      de versterking van de amateurkunst in Lelystad (gericht op de toegevoegde waarde voor het bestaande aanbod);

    • b.

      het culturele klimaat in Lelystad (gericht op de toegevoegde waarde voor het culturele klimaat van Lelystad);

    • c.

      de ontmoeting in Lelystad (gericht op de binding en ontmoetingsfunctie van de activiteiten);

    • d.

      de identiteit van Lelystad (gericht op de identiteit en beeldvorming van Lelystad en het gezichtsbepalende karakter van de activiteit).

Artikel 13. Aanvullende weigerings- , intrekkings- of terugvorderingsgronden

In aanvulling op artikel 11 van de ASVL komt een aanvrager ook niet in aanmerking voor subsidie indien:

  • a.

    activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd een winstoogmerk heeft;

  • b.

    het college in het betreffende subsidiejaar voor dezelfde activiteit reeds subsidie heeft verleend aan de aanvrager;

  • c.

    de activiteit niet voornamelijk is gericht op de inwoners uit de gemeente Lelystad;

  • d.

    de gesubsidieerde activiteit niet wordt uitgevoerd in het kalenderjaar waarvoor de subsidie is verstrekt.

Artikel 14: Eindverantwoording

In aanvulling op hoofdstuk 6 van de ASVL, dient bij de eindverantwoording tevens de navolgende onderbouwing te worden overgelegd:

  • a.

    bewijs dat de activiteit plaats heeft gevonden;

  • b.

    bewijs dat voor de gesubsidieerde activiteit openbare publicitaire bekendheid is gegeven en deze voor het publiek toegankelijk is geweest.

Artikel 15: Aanvullende verplichtingen

  • 1. De subsidieontvanger verleent alle medewerking aan evaluatie en monitoring;

  • 2. De subsidieontvanger meldt onmiddellijk iedere wijziging ten opzichte van de gegevens die bij de aanvraag zijn overgelegd.

  • 3. De subsidiabele kosten dienen aantoonbaar te zijn middels facturen en bijbehorende bancaire afschrijving. In het geval van een contante betaling dient hiervan een onderbouwing te zijn in de vorm van een door beide partijen ondertekende kwitantie (voorzien van tenminste de NAW gegevens begunstigde) en een onderbouwing van de pinopname van de bankrekening van de subsidiënt.

  • 4. Bij subsidies < € 5.000,- worden op basis van artikel 12 van de ASVL doorgaans direct vastgesteld. Indien blijkt dat de subsidiabele kosten lager zijn dan begroot, dient hiervan actief melding te worden gemaakt. De subsidie wordt dan opnieuw vastgesteld.

Artikel 16. Hardheidsclausule

  • 1. Het college kan deze subsidieregeling, met uitzondering van de artikelen 1 tot en met 5 buiten toepassing laten, indien naar het oordeel van het college in bijzondere individuele gevallen de toepassing van een artikel uit deze verordening leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.

  • 2. Toepassing van het vorige lid wordt gemotiveerd in de subsidiebeschikking.

Artikel 17. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: ‘Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving 2021’.

  • 2. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2020 en is van toepassing op alle subsidieaanvragen die betrekking hebben op 2021 en de daaropvolgende jaren.

  • 3. De Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving treedt uit werking per 1 januari 2021, voor zover hierna niet van wordt afgeweken.

  • 4. Op subsidieaanvragen die zijn ingediend voor de datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling, zijn de bepalingen van de ‘Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving’ van toepassing.

  • 5. Subsidies die worden aangevraagd na de datum van inwerkingtreding van deze subsidieregeling maar betrekking hebben op de uitvoering van activiteiten die geheel plaatsvinden in 2020, worden behandeld overeenkomstig de ‘Subsidieregeling beeldende kunsten en vormgeving.’

Ondertekening

Lelystad 16 juni 2020.

Het college van de gemeente Lelystad,

de secretaris, de burgemeester,