Regeling vervallen per 01-01-2013

VERORDENING op de heffing en invordering van de rioolheffing 2011

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2012

De raad van de gemeente Lelystad,

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 30 november 2010;

gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING op de heffing en invordering

van de rioolheffing 2011

(Verordening rioolheffing Lelystad 2011).

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a.

    onder afvalwater verstaan: water en stoffen die worden afgevoerd via de gemeentelijke riolering;

  • b.

    onder eigendom verstaan: een roerende of een onroerende zaak;

  • c.

    onder verbruiksperiode verstaan: de periode waarop de afrekening van het waterleidingbedrijf betrekking heeft.

Artikel 2

Belastbaar feit en belastingplicht

1.Onder de naam "rioolheffing" wordt geheven:

een heffing van de gebruiker van een eigendom dat in gebruik of bestemd is als woning van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.

  • 2.

    Met betrekking tot het recht als bedoeld in het eerste lid, wordt als gebruiker aangemerkt:

    • a.

      degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens een zakelijk of persoonlijk recht gebruikt;

    • b.

      ingeval een gedeelte van een eigendom - niet een gedeelte als bedoeld in artikel 3- ten gebruik is afgestaan: degene die dat gedeelte in gebruik heeft afgestaan.

  • 3.

    Bij de gebruikersbelasting wordt:

    • a.

      gebruik door de leden van een huishouden aangemerkt als gebruik door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden;

    • b.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven is bevoegd het recht als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • c.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die die onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd het recht als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

Artikel 3

Zelfstandige gedeelten

Indien gedeelten van een in artikel 2 bedoeld eigendom blijkens hun indeling bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, worden die rechten geheven ter zake van elk als zodanig bestemd gedeelte, met dien verstande dat indien twee of meer van die gedeelten tezamen als één geheel worden gebruikt, deze als één eigendom worden aangemerkt.

Artikel 4

Maatstaf van heffing

De heffing als bedoeld in artikel 2, eerste lid wordt geheven:

  • a.

    per eigendom, in gebruik of bestemd als woning;

  • b.

    naar het aantal kubieke meters afvalwater dat vanuit het eigendom wordt afgevoerd.

(Het aantal kubieke meters afvalwater wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat volgens de verbruiksperiode van het waterleidingsbedrijf naar het eigendom is toegevoerd).

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt voor elke volle eenheid van 1 m³ afvalwater

€ 0,50.

Artikel 6

Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7

Wijze van heffing

De rioolheffing wordt geheven bij wege van een schriftelijke, gedagtekende kennisgeving.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1. De heffing is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, wordt de heffing via een voorlopige gedagtekende schriftelijke kennisgeving verzonden.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt de heffing via een

    definitieve gedagtekende schriftelijke kennisgeving medegedeeld.

Artikel 9 Termijnen van betaling

Het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag wordt betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.

Artikel 10 Nadere regels door het college van de gemeente Lelystad

Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de rioolheffing.

Artikel 11 Vangnetregeling

In afwijking van artikel 4, wordt bij een negatieve waterverbruik of bij een niet meting het waterverbruik gesteld naar het aantal personen dat van een woning gebruik maakt. Het waterverbruik per persoon op jaarbasis wordt gesteld op 45 m³.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening rioolrechten Lelystad 2010” van 15 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening rioolheffing Lelystad 2011”.

Lelystad, 14 december 2010.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,