Regeling vervallen per 05-12-2020

Verordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2011

Geldend van 31-03-2011 t/m 04-12-2020

De raad van de gemeente Lelystad;

gelezen het voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 1 maart 2011;

gelet op artikel 108, artikel 147, eerste lid, en artikel 154, eerste lid, van de Gemeentewet;

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

VERORDENING op het innemen van ligplaats

en het gebruik van de Bataviahaven 2011.

Artikel 1 begripsomschrijvingen

a.Schip

Elk vaartuig met inbegrip van een vaartuig zonder waterverplaatsing en een watervliegtuig, gebruikt of geschikt om te worden gebruikt als een middel van vervoer te water; onder vaartuig wordt mede verstaan drijvende werktuigen, zoals kranen, baggermolens, pontons of materieel van soortgelijke aard, alsmede glijboten en ponten;

b.Passagiersvaartuig

Elk schip, dat door de eigenaar bestemd is om meer dan twaalf passagiers te vervoeren, dan wel een schip, dat meer dan twaalf passagiers vervoert, veerboten daaronder begrepen;

c.Charterschip

Een passagiersvaartuig dat daadwerkelijk en aantoonbaar wordt gebruikt ten behoeve van de beroepsmatige chartervaart en waarvan de gezagvoerder/eigenaar/reder als charterondernemer staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, dat is te boekgesteld overeenkomstig artikel 785 van boek 8 Burgerlijk Wetboek en waarvoor een document van toelating en/of een Certificaat van Onderzoek krachtens artikel 5, eerste lid, van de Binnenvaartwet of Certificaat van deugdelijkheid krachtens artikel 3, eerste lid van de Schepenwet is afgegeven en waarvan de gezagvoerder/eigenaar/reder heeft voldaan aan de verplichting als bedoeld in artikel 36 lid 2 van de Binnenvaartwet;

d.Pleziervaartuig

Een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor niet-bedrijfsmatige, sportieve of recreatieve doeleinden. Onder niet-bedrijfsmatig wordt tevens verstaan het al dan niet structureel tegen betaling of enige andere tegenprestatie vervoeren van 12 of minder passagiers;

e.Charterjacht

Een pleziervaartuig dat gebruikt wordt door een natuurlijke persoon die niet de eigenaar van dat jacht is, maar dat tegen betaling in gebruik heeft van een derde, terwijl de gebruiker zelf optreedt als gezagvoerder op dat jacht en de derde van die verhuur zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt, een en ander blijkend uit een inschrijving bij de Kamer van Koophandel en het feit dat het jacht daadwerkelijk en aantoonbaar voor dat doel wordt gebruikt;

f.Passanten

Belastingplichtigen voor ligplaatsen waarvoor geen abonnement is afgegeven ten behoeve van het schip waarmee ligplaats wordt ingenomen en die geen deelnemer aan een evenement zijn of dat evenement op een of andere wijze met een schip faciliteren;

g.Gekoppeld samenstel

Een samenstel van langszijde van elkaar vastgemaakte schepen, waarvan er geen is geplaatst vóór het motorschip dat dient voor het voortbewegen en het sturen van het samenstel;

h.Haven

Het water, gelegen in de gemeente Lelystad tussen het Schoonzicht en de wegen, de steigers en de kunstwerken, welke vanaf het Schoonzicht in zuid-westelijke richting zijn aangebracht, welke samen een dam vormen, met inbegrip van die dam, een strook water in het Oostvaardersdiep ter breedte van 20 meter ten noordwesten van die dam en de bij, op of aan die dam aangebrachte werken en voorzieningen, alsmede de monding van die haven met inbegrip van de in die monding aangebrachte remmingwerken, lichtopstanden, boeien en andere kunstwerken en voorzieningen, de naast en in die haven gelegen pontons en de daarin en daarop aangebrachte voorzieningen, een en ander met inbegrip van het appartement dat plaatselijk bekend is onder het adres Schoonzicht 404 met de daarbij behorende inventaris en aanhorigheden (havenkantoor met bijbehorende sanitaire voorzieningen), een en ander zoals is vastgelegd op de bij deze verordening behorende en daarvan onderdeel uitmakende kaart met het nummer SW-907262-AL-4 (bijlage 1 bij deze verordening).

i.Havenmeester

De door het college van de gemeente Lelystad als zodanig aangewezen functionaris, zijn vervanger, alsmede bij zijn afwezigheid de opsporingsambtenaren als bedoeld in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering;

j.Gezagvoerder

Degene die het gezag voert over een schip en bij het ontbreken daarvan de rechthebbende op het schip;

k.Openbaar water

Alle wateren die al dan niet met enige beperking voor het publiek bevaarbaar of toegankelijk zijn.

l.B.P.R.

Binnenvaart Politie Reglement (Stb. 1983, 682, laatstelijk gewijzigd in 2009, staatsblad 2009, nr. 164 op 18 maart 2009.) of zoals dit reglement laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

m.Wrak

Vaartuig, overblijfselen van een vaartuig en alle andere voorwerpen in de haven, dat of die is of zijn gestrand, gezonken of aan de grond geraakt, of vastgeraakt op of in de waterkering of andere waterstaatswerken.

n.Vaste gebruiker

De natuurlijke persoon of rechtspersoon die al dan niet tegen betaling op structurele wijze een of meer schepen ter beschikking stelt aan derden en die daartoe een ontheffing als bedoeld in artikel 5 van deze verordening heeft verkregen en tevens een overeenkomst heeft gesloten met de havenmeester voor het gebruik van een of meer ligplaatsen in de haven.

Artikel 2 mandaat

Het college van de gemeente Lelystad kan de uitvoering van de bepalingen van deze verordening bij mandaat opdragen aan de havenmeester. Het college van de gemeente Lelystad kan daarbij bepaalde bevoegdheden uitzonderen, dan wel aan het mandaat voorwaarden verbinden.

Artikel 3 ligplaatsen

  • 1. Als ligplaats voor schepen zijn bestemd de door de havenmeester als zodanig aangewezen plaatsen in het water of op de wal.

  • 2. Het is verboden in de havenkom ten anker te gaan.

  • 3. Voor zover hierin niet door het B.P.R. wordt voorzien, is het verboden meerboeien en tonnen in het openbaar water, alsmede tekens, lantaarnpalen, bomen, railingen of soortgelijke objecten op of langs de openbare weg of in of nabij de haven voor een ander doel te gebruiken dan waarvoor deze zijn bestemd.

  • 4. Het is verboden ligplaats in te nemen en ingenomen te houden indien het daarvoor verschuldigde liggeld niet is voldaan.

  • 5. Het is verboden ligplaats in te nemen en ingenomen te houden indien de havenmeester de ligplaats heeft opgevorderd ten behoeve van een evenement. Dit verbod vangt aan op het moment dat de havenmeester dit aan de gezagvoerder te kennen heeft gegeven en eindigt op het moment dat de havenmeester de betreffende ligplaats(en) weer vrij geeft.

Artikel 4 het innemen van een ligplaats

  • 1. Het is verboden met een schip op zodanige wijze te varen of ligplaats in te nemen dat de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden of de veiligheid op het water zonder noodzaak in gevaar wordt gebracht of schade kan worden veroorzaakt.

  • 2. Het is verboden zich op of in de haven zodanig te gedragen dat daardoor hinder of last kan worden veroorzaakt.

  • 3. Het is verboden ligplaats in te nemen buiten de in artikel 3 lid 1 aangegeven ligplaatsen en op ligplaatsen waarvoor een tijdelijk verbod geldt dan wel gereserveerde ligplaatsen. Ligplaatsen met een tijdelijk verbod of een reservering worden aangeduid met een door de havenmeester te bepalen teken.

  • 4. Het is passanten met pleziervaartuigen verboden om langer dan zeven maal vierentwintig uren achtereen ligplaats in de haven in te nemen, met dien verstande dat na het verlaten van de ligplaats ten minste vierentwintig uren moeten zijn verstreken alvorens de passant wederom wordt toegelaten om ligplaats in te nemen.

  • 5. Het bepaalde in het vierde lid vindt geen toepassing voor zover het schepen betreft die toebehoren aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon die geacht wordt een vaste gebruiker te zijn in de zin van artikel 1 onder n, een en ander met dien verstande dat bij evenementen de door deze schepen ingenomen ligplaatsen op eerste aanzegging van de havenmeester leeg dienen te worden opgeleverd tot aan het moment dat de havenmeester deze weer beschikbaar stelt.

  • 6. Het bepaalde in het vierde lid vindt eveneens geen toepassing indien als gevolg van de weersomstandigheden het uitvaren nautisch niet verantwoord is, zulks ter beoordeling van de havenmeester.

  • 7. Het college van de gemeente Lelystad kunnen van het in de leden 3 en 4 bepaalde ontheffing verlenen.

Artikel 5

  • 1. Het is verboden ligplaats in te nemen met een schip

    • a.

      dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd voor het uitoefenen van een bedrijf of het al dan niet bedrijfsmatig aanbieden van goederen en/of diensten, een en ander met uitzondering van de gebruikelijke diensten van passagiersvaartuigen en charterschepen, het faciliteren van nautisch onderwijs en het op grond van een overeenkomst met de havenexploitant meren van schepen in de hoedanigheid van vaste gebruiker als bedoeld in artikel 4 lid 5 van deze verordening.

    • b.

      met het voornemen daaraan werkzaamheden te verrichten of te doen verrichten welke ten doel hebben het schip daarna te gebruiken of te doen gebruiken als, dan wel te bestemmen tot een schip als bedoeld onder a.

    • c.

      dat in zodanige staat van onderhoud verkeert dat het uiterlijk aanzien van de haven daardoor wordt aangetast, een en ander ter beoordeling van de havenmeester.

  • 2. Het college van de gemeente Lelystad kan van het in lid 1 bepaalde ontheffing verlenen. Aan deze ontheffing kan het college van de gemeente Lelystad voorwaarden verbinden.

  • 3. Het verbod uit het eerste lid is niet van toepassing op schepen die deelnemen aan een meerdaags evenement in de haven of die een dergelijk evenement op één of andere wijze faciliteren.

Artikel 6

Het is in andere gevallen dan in of krachtens het B.P.R. is voorzien verboden met een schip te varen in de nabijheid van wedstrijden, waterfeesten, demonstraties of andere evenementen, tenzij dat varen daarvan onderdeel uitmaakt of dat varen ten doel heeft het evenement of daartoe behorende activiteiten te faciliteren.

Artikel 7

De gezagvoerder is verplicht zodanige maatregelen te treffen dat zijn schip niet onbestuurd in openbaar vaarwater kan terechtkomen.

Artikel 8

  • 1. De gezagvoerder is verplicht de aanwijzingen van de havenmeester, te geven in het belang van de vrijheid van het scheepvaartverkeer, de veiligheid van de opvarenden, de veiligheid te water en alle overige aanwijzingen in verband met de goede orde stipt en onverwijld op te volgen.

  • 2. De gezagvoerder is verplicht op eerste aanvraag van de havenmeester aan hem de scheepspapieren – waaronder certificaten of bewijzen van toelating – en/of de ladingdocumenten te overhandigen. Bij ontstentenis van één of meer van deze documenten dient de gezagvoerder op eerste aanvraag alle relevante informatie betreffende de afmetingen van het schip en/of de lading ervan aan de havenmeester te verschaffen, dan wel op eerste aanzegging van de havenmeester de haven terstond te verlaten.

Artikel 9 varen in en nabij de haven

  • 1. Het is verboden de haven in te varen met een schip dat een grotere diepgang heeft dan 3 meter en een grotere lengte dan 70 meter, of met een schip als bedoeld in de Woonschepenverordening Lelystad 2010 of zoals deze verordening laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Schepen met een lengte groter dan 70 meter dienen af te meren aan de buitenzijde van de buitenste havendam.

  • 2. Het is verboden, met een schip dat ingevolge het B.P.R. een of meer blauwe kegels of blauwe lichten moet voeren, in de haven te varen of daarin ligplaats in te nemen. Het met een dergelijk schip innemen van ligplaats aan de buitenste havendam is eveneens verboden.

  • 3. Het verbod van lid 2 is tevens van toepassing op schepen die ingevolge artikel 3.35 B.P.R. verplicht zijn tot het voeren van drie zwarte bollen of groene lichten.

Artikel 10

  • 1. Het is verboden met een schip dat langer is dan 15 meter de haven in of uit te varen, anders dan met gestreken zeilen.

  • 2. Het is verboden in de haven te varen met een grotere snelheid dan 5 km per uur.

Artikel 11

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester in de haven te varen met een gekoppeld samenstel.

Artikel 12

De gezagvoerder van een schip, waarvan de lading naar het oordeel van de havenmeester nadelig is voor de openbare gezondheid, gevaar oplevert voor de openbare veiligheid of overlast van ernstige aard veroorzaakt, is verplicht op eerste aanzegging van de havenmeester de haven met zijn schip terstond te verlaten.

Artikel 13 laden, lossen en overslaan

  • 1. Onverminderd het overigens in deze verordening bepaalde is het verboden zonder vergunning van het college van de gemeente Lelystad voorwerpen of goederen van welke aard ook, te laden te lossen over te slaan of op te slaan. Deze bepaling laat onverlet het innemen van voorraden zoals dat gebruikelijk is voor charterschepen, passagiersvaartuigen, pleziervaartuigen en passanten.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergunning wordt aangevraagd bij de havenmeester op een door het college van de gemeente Lelystad vastgesteld formulier.

Artikel 14

  • 1. De gezagvoerder is verplicht ervoor zorg te dragen dat, nadat zijn schip is geladen, gelost of indien daaruit goederen zijn overgeslagen, de kade te reinigen, zulks ten genoegen van de havenmeester.

  • 2. Het is verboden goederen op zodanige wijze te lossen, te laden of over te slaan dat daardoor goederen in het water komen.

  • 3. De gezagvoerder is verplicht, in het water gekomen goederen te verwijderen, zulks ten genoegen van de havenmeester.

Artikel 15

  • 1. Onverminderd het bepaalde in de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren of zoals de wetten laatstelijk zijn vervangen of gewijzigd is het verboden afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in welke vorm of hoedanigheid dan ook in het water te brengen.

  • 2. Indien ondanks het verbod in het eerste lid niettemin dergelijke stoffen in het water zijn gekomen, dient de gezagvoerder terstond de havenmeester te informeren.

Artikel 16 overige verboden gedragingen

  • 1. Het is verboden, zonder voorafgaande toestemming van de havenmeester in het water te dreggen, daarin naar voorwerpen te zoeken of daaruit voorwerpen te halen.

  • 2. Het is verboden te zwemmen in de wateren die behoren tot de haven of zich daarin als zwemmer of bader op te houden

Artikel 17

Het is verboden in de haven een schip of een wrak te slopen.

Artikel 18

Het is verboden in de haven een schip temeren met het voornemen dat uit de vaart te nemen (opleggen).

Artikel 19

  • 1. Het is verboden zonder toestemming van de gezagvoerder een schip te betreden, daarop voorwerpen te plaatsen, het schip te verhalen, los te maken of anderszins daarop of daaraan handelingen te verrichten of te doen verrichten.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing indien deze handelingen worden verricht door of op aanwijzing van de havenmeester of indien opvarenden van een ander schip worden in- of uitgescheept.

Artikel 20 laten werken van motoren

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester de voortstuwer van een afgemeerd schip of de krachtbron van een generator te laten draaien anders dan ter voorbereiding van het vertrek en op een zodanige wijze dat daardoor geen schade aan de haven of overlast voor derden ontstaat.

Artikel 21 het aanbrengen van voorzieningen

Het is verboden zonder toestemming van de havenmeester:

  • a.

    palen, balken, getimmerten of andere voorwerpen in het water te plaatsen of geplaatst te hebben;

  • b.

    in, onder of over openbaar water kabels, kettingen, touwen of draden, voor zover niet dienende tot het meren of slepen van voertuigen, te leggen of te hebben;

  • c.

    openbaar water op enigerlei wijze te overdekken dan wel daarop of daarboven een werkplaats of een bergplaats te hebben.

Artikel 22 bewaren en verhalen

De havenmeester is bevoegd, niet of niet voldoende bemand zijnde schepen, onbeheerd drijvende balken, palen of andere voorwerpen te weren, te verhalen of in bewaring te nemen voor rekening en risico van de gezagvoerder of de rechthebbende op deze voorwerpen.

Artikel 23 gedoogplicht

1.Een aan een aanlegplaats gemeerd schip moet gedogen, dat een ander schip langszijde komt of langszijde daarvan vastmaakt en daarover contact met de wal heeft anders dan om goederen te laden of te lossen.

2 Indien meer schepen op één aanlegplaats zijn afgemeerd, dienen zij te gedogen dat een tussenliggend schip eerder vertrekt dan de andere schepen. Voor zover en zoveel als dat noodzakelijk is dienen zij aan dit vroegere vertrek hun medewerking te verlenen.

Artikel 24 strafbepalingen

  • 1. Overtreding van een bij of krachtens deze verordening gegeven voorschrift, niet-nakoming van een ingevolge deze verordening opgelegde verplichting of niet-naleving van één of meer voorschriften aan een ontheffing of vergunning verbonden, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Overtreding van enige bepaling van deze verordening of een krachtens deze verordening gegeven voorschrift kan voorts worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 25

Met de zorg voor de naleving en de handhaving van deze verordening zijn mede belast de door het college van de gemeente Lelystad aan te wijzen ambtenaren, ieder voor zoveel het taken betreft die aan hun toezicht zijn toevertrouwd.

Artikel 26 overgangsrecht

  • 1. Aanvragen om een ligplaats, een ontheffing of een vergunning die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening worden behandeld volgens de regels van deze Verordening.

  • 2. Ontheffingen of vergunningen die op grond van de Verordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2001 zijn verleend worden geacht op grond van deze verordening te zijn uitgegeven.

Artikel 27 slotbepaling

  • 1.

    De Verordening op het innemen van ligplaats en het gebruik van de Bataviahaven 2001 wordt ingetrokken met ingang van de dag dat deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Havenverordening Bataviahaven Lelystad 2011.

Lelystad, 22 maart 2011.

De raad van de gemeente Lelystad,

de griffier, de voorzitter,

Bijlage 1 zoals bedoeld in artikel 1 onder h