Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden Leudal 2009

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden Leudal 2009

Gezien het voorstel van het college;

Gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b van de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van marktgelden Leudal 2009

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam "marktgelden" wordt, overeenkomstig de bepalingen van deze verordening, een recht geheven voor het innemen van een standplaats op het ingevolge de Marktverordening aangewezen ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel.

Artikel 2 Belastingplicht

De rechten, als bedoeld in artikel 1 van deze verordening, worden geheven van degene, die een standplaats of standwerkerplaats inneemt of van degene aan wie een standplaats of standwerkerplaats is toegewezen.

Artikel 3 Heffingsgrondslag

  • 1. Het marktgeld wordt geheven naar het aantal strekkende meters per marktdag in gebruik genomen grond van een standplaats of standwerkerplaats. Dit bedrag wordt verhoogd indien gebruik wordt gemaakt van de elektriciteitsvoorziening.

  • 2. Een gedeelte van een strekkende meter grond wordt voor een hele strekkende meter gerekend.

Artikel 4 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    markt: een door het college ingestelde warenmarkt;

  • b.

    standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

  • c.

    vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • d.

    dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel ingenomen;

  • e.

    standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • f.

    standwerkerplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • g.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • h.

    dagdeel: periode van maximaal 5 aaneengesloten uren;

  • i.

    klein verbruik: gebruik van elektriciteit voor verlichting en kassa;

  • j.

    groot verbruik: gebruik van elektriciteit anders dan verlichting en kassa (bakken, braden etc.)

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot het recht dat per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Ontstaan belastingschuld naar tijdsgelang

  • 1. Het recht voor een vaste plaats, is verschuldigd bij het begin van het kwartaal of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht.

  • 2. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal aanvangt, is het recht verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigd recht als er in dat kwartaal, na aanvang van de belastingplicht nog volle weken overblijven.

  • 3. Indien de belastingplicht in de loop van het kwartaal eindigt, wordt ontheffing verleend voor zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat kwartaal verschuldigd recht, als er in dat kwartaal, na het einde van de belastingplicht nog volle weken overblijven.

  • 4. Geen aanspraak kan worden gemaakt op ontheffing indien deze minder dan € 5,00 zou bedragen.

  • 5. In alle overige gevallen is het marktgeld verschuldigd bij aanvang van de belastingplicht.

Artikel 7 Tarief

Het marktgeld bedraagt:

  • a.

    Voor een vaste standplaats € 0,80 per strekkende meter frontbreedte of gedeelte hiervan in gebruik genomen grond per dag.

  • b.

    Voor een dagplaats € 0,55 per strekkende meter frontbreedte of gedeelte hiervan in gebruik genomen grond per dag met een minimum van € 5,30.

  • c.

    Voor een standwerkerplaats € 0,55 per strekkende meter frontbreedte of gedeelte hiervan in gebruik genomen grond per dag met een minimum van € 5,30.

  • d.

    Indien gebruik wordt gemaakt van de elektriciteitsvoorziening worden de onder a,b en c vermelde tarieven als volgt verhoogd:

    • 1.

      Voor dagplaats en standwerkerplaats:

      • Klein verbruik: € 2,10 per dagdeel

      • Groot verbruik: € 5,30 per dagdeel

    • 2.

      Voor vaste standplaatsen:

      • Klein verbruik: € 106,- per jaar

      • Groot verbruik: € 267,00 per jaar.

  • e.

    Voor een vaste standplaats wordt per jaar, per markt een promotiebijdrage van € 25,50 in rekening gebracht.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of ander schriftuur waarop het te vorderen bedrag is vermeld.

Artikel 9 Termijn van betaling

  • 1. Het marktgeld moet worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving, nota of andere schriftuur.

  • 2. Indien het marktgeld voor een vaste plaats niet binnen dertig dagen na dagtekening van de kennisgeving, nota of ander schriftuur is betaald, dient het marktgeld bij de aanvang van het kwartaal aan de marktmeester te worden voldaan alvorens de standplaats wordt ingenomen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgelden.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2010;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010;

  • 3.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening marktgelden Leudal 2009".

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal d.d. 6 oktober 2009.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen, A.H.M. Verhoeven MPM