Regeling vervallen per 04-03-2010

Regeling budgetbeheer Leudal 2007

Geldend van 19-11-2009 t/m 03-03-2010 met terugwerkende kracht vanaf 14-02-2007

Intitulé

Regeling budgetbeheer Leudal 2007

Artikel 1 Begrippen en definities

Binnen de Regeling Budgetbeheer gemeente Leudal 2007 gelden de volgende begrippen en definities:

  • a.

    Programmabegroting: Beleidsbegroting, opgebouwd uit programma’s. Vastgesteld door de raad.

  • b.

    Productenraming: Beheersing- en uitvoeringsdocument ter uitvoering van de programmabegroting. Samengesteld op basis van de gemeentelijke uitvoerende activiteiten per afdeling. Vastgesteld door het college.

  • c.

    Budget: De taakstelling op basis van de programmabegroting en/of de productenraming en de daaraan ten grondslag liggende afdelingsplanning, tot uitdrukking komend in een bedrag verbonden aan een kostenplaats, product of project. De in de productenraming omschreven prestaties, kengetallen, kostendekkingspercentages en nadere voorschriften maken als specificaties onderdeel uit van de taakstelling.

  • d.

    Hoofdbudgethouder: De gemeentesecretaris, c.q. de directie, die binnen het budget verantwoordelijk is voor de uitvoering van de hem/hen door burgemeester en wethouders opgedragen taakstelling.

  • e.

    Budgethouder: Het afdelingshoofd of de projectleider die binnen het budget verantwoordelijk is voor de uitvoering van de hem door de hoofdbudgethouder(s) opgedragen taakstelling.

  • f.

    Budgetbeheerder: De ambtelijke medewerker die binnen het budget verantwoordelijk is voor de uitvoering van de hem door het afdelingshoofd of de projectleider opgedragen taakstelling.

  • g.

    Verplichting: Opdrachtverstrekking aan leveranciers, (intern of extern), op basis van een opdrachtdocument.

Artikel 2 Aanwijzing met toekenning van budgetten

De raad draagt door het vaststellen van de programmabegroting burgemeester en wethouders op deze tot uitvoering te brengen

Artikel 3

Burgemeester en wethouders wijzen bij de vaststelling van de productenraming op advies van de hoofdbudgethouder(s) de budgethouders aan.

Artikel 4 De aanwijzing van budgethouders

  • 1. De directie is hoofdbudgethouder en daarmee eindverantwoordelijk.

  • 2. De hoofdbudgethouder(s) kan de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van de toegekende budgetten mandateren aan onder hem / hen functionerende afdelingshoofden.

  • 3. Bij nader gedefinieerde projecten worden projectleiders aangewezen als budgethouder.

  • 4. De budgethouder is verantwoordelijk voor de hem toegewezen budgetten.

  • 5. De budgethouder kan het budgethouderschap ondermandateren aan onder zijn verantwoordelijkheid werkende ambtenaren, budgetbeheerders.

  • 6. De ambtenaar aan wie het budgethouderschap is gemandateerd oefent zijn bevoegdheid uit onder de verantwoordelijkheid van de budgethouder.

Artikel 5 Informatie

  • 1. De budgethouder informeert de afdeling Planning en Control, de controller Financieel, over de door hem aangewezen budgetbeheerders.

  • 2. De budgethouder informeert de afdeling Middelen, team Financiën, over de door hem aangewezen budgetbeheerders

Artikel 6 De budgethouder

  • 1. De budgethouder is verantwoordelijk voor de taakstelling én de beheersing van de aan hem toegewezen budgetten.

  • 2. Indien de budgethouder het budgethouderschap aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkende ambtenaar heeft gemandateerd, bepaalt hij, met behulp van binnen de organisatie vastgestelde formats, hoe, waarover en wanneer de mandataris hem informeert met betrekking tot de uitvoering van de onder deze regeling aan de mandataris opgedragen taken.

Artikel 7 De budgetbeheerder

  • 1. De budgetbeheerder ondersteunt de budgethouder voor wat betreft het beheer van het budget.

  • 2. Onder beheer als bedoeld in het vorige lid wordt verstaan:

    • a.

      het bewaken van de uitgaven binnen het kader van de verplichtingen zoals die door de budgethouder zijn aangegaan

    • b.

      het bewaken van de inkomsten binnen het kader van de rechten, zoals deze door de budgethouder zijn aangegeven.

Artikel 8 Plaats in de organisatie.

  • 1. De directie is als hoofdbudgethouder eindverantwoordelijk voor de besteding van het budget en de aan het budget verbonden werkzaamheden en in die zin verantwoording schuldig aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2. De budgethouder is voor besteding van het budget direct verantwoording verschuldigd aan de directie.

  • 3. De budgetbeheerder is voor besteding van het budget direct verantwoording verschuldigd aan de budgethouder.

  • 4. De functie van hoofdbudgethouder, respectievelijk budgethouder of budgetbeheerder is onverenigbaar met de functie van betalingsfiatteur, de functie van kassier, de registrerende functie en de interne controlefunctie.

Artikel 9 De toekenning van een budget.

  • 1. Budgetten worden toegekend voor de duur van het begrotingsjaar.

  • 2. Projectbudgetten, ( inclusief investeringsbudgetten) kunnen meer dan één begrotingsjaar beslaan.

  • 3. Rapporteren over het budget vindt plaats in het kader van de planning- en controlcyclus

  • 4. Voor specifieke budgetten kunnen andere rapportagemomenten gelden. Dit wordt aangegeven bij de aanwijzing van deze budgetten.

Artikel 10 Vervangingsregelingen

De algemene vervangingsregeling is van toepassing. In het mandaatbesluit dat van overeenkomstige toepassing is op deze regeling staat een bepaling dat de vervanger met betrekking tot het mandaat in de plaats van de te vervangen persoon treedt.

Artikel 11 Slotbepalingen:

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen instructies geven met betrekking tot de aanwijzing van budgethouders, het toekennen van budgetten en de wijze waarop uitvoering dient te worden gegeven aan deze regeling

  • 2. Deze regeling treedt in werking op 14-2-2007.