Verordening tegemoetkoming raadsfracties

1. Elke fractie heeft aanspraak op een tegemoetkoming van gemeentewege in de kosten welke zij maakt voor de uitoefening van haar werkzaamheden.

2. De bestedingsdoelen, waarvoor de tegemoetkoming mag worden aangewend, zijn opleidingen, cursussen, congressen, externe fractieondersteuning en fractie-uitjes waarbij het oogmerk is om het functioneren van het fractielid of de fractie als geheel te onderhouden dan wel te verbeteren alsmede voor middelen waarbij de politieke partij of fractie verantwoording wenst af te leggen voor het door haar gevoerde bestuur in de gemeente. In geval van twijfel of een uitgave binnen de bestedingsdoelen valt, vindt op initiatief van de fractie een afstemmingsoverleg plaats met de raadsvoorzitter.

1. De in artikel 2 bedoelde tegemoetkoming bedraagt voor het zittingsjaar 2007 een bedrag van € 750,00 per fractie vermeerderd met een bedrag van € 340 per lid van de fractie.

2. De totale tegemoetkoming per fractie wordt berekend naar het aantal leden van die fractie bij de aanvang van het zittingsjaar (jaarlijks per 1 januari).

3. Het in lid 1 genoemde bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met het percentage voor materiële kosten zoals dat ook op andere posten in de gemeentebegroting wordt toegepast.

4. Elke fractie legt vóór 1 maart van een kalenderjaar verantwoording af aan het presidium over dewijze waarop zij haar fractiebudget in het voorafgaande kalenderjaar van haar zittingsperiode heeft gebruikt en wel door daartoe aan de raadsgriffie een overzicht te verstrekken van de uitgegeven bedragen en de daarbij behorende bestedingsdoelen. In het jaar waarin de zittingsperiode van de gemeenteraad verstrijkt geldt in plaats van 1 maart de datum van 1 april en legt de fractie niet alleen verantwoording af over het voorafgaande kalenderjaar maar ook over dat lopende jaar tot de datum van expiratie van die zittingsperiode.

5. In het jaar van expiratie van de zittingsperiode van de gemeenteraad betaalt de fractie deeventuele overschotten van de fractiebudgetten uit de kalenderjaren van de afgelopen zittingsperiode terug aan de gemeente door storting van dat geld in de gemeentekas en wel vóór 1 april van dat jaar. In het jaar dat de zittingsperiode expireert mag tot die expiratiedatum het fractiebudget worden aangewend voor een bedrag naar rato van het aantal dagen in die aflopende zittingsperiode.