Regeling vervallen per 01-01-2019

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Leudal

Geldend van 01-01-2015 t/m 31-12-2018

Intitulé

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Leudal

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel van het college d.d. 11 november 2014 nummer 558.

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b en artikel 36 van de Participatiewet;

besluit vast te stellen:

de Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Leudal.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      arbeidsverplichting: de verplichting als bedoeld in artikel 9 eerste lid, sub a Participatiewet, dan wel een verplichting die strekt tot arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 55 Participatiewet, dan wel verplichtingen die de uitkeringsgerechtigde op grond van de uitkering die hij ontvangt heeft, voor zover die verplichtingen strekken tot arbeidsinschakeling en/of re-integratie;

    • b.

      bijstandsnorm: de bijstandsnorm bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de Wet;

    • c.

      college: het college van burgemeester en wethouders;

    • d.

      inkomen: het inkomen bedoeld in artikel 32 van de wet. Een bijstandsuitkering wordt in afwijking van artikel 32 van de wet voor de beoordeling van het recht op de individuele inkomenstoeslag als inkomen gezien;

    • e.

      peildatum: de datum waartegen het persoonlijk participatiebudget wordt aangevraagd;

    • f.

      referteperiode: een periode van twaalf maanden voorafgaand aan de peildatum;

    • g.

      SVB: Sociale verzekeringsbank;

    • h.

      UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen;

    • i.

      wet : Participatiewet;

    • j.

      Wsf 2000 Wet studiefinanciering.

  • 2. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Voorwaarden

Onverminderd het bepaalde in artikel 36 van de wet komt in aanmerking voor de Individuele inkomenstoeslag de belanghebbende(n) die voldoet aan de voorwaarden van de Participatiewet en:

  • 1.

    gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op een inkomen uit (deeltijd)arbeid dat gemiddeld niet hoger is dan 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm. Hierbij wordt de toepasselijke bijstandsnorm voor alleenstaande ouders verhoogd met een bedrag gelijk aan 20% van de echtparennorm.

  • 2.

    gedurende de referteperiode aangewezen is geweest op inkomen uit uitkering dat gemiddeld niet hoger is dan 120 % van de toepasselijke bijstandsnorm en vrijgesteld is van de arbeidsverplichting (artikel 9 lid 1 sub a Participatiewet). Hierbij wordt de toepasselijke bijstandsnorm voor alleenstaande ouders verhoogd met een bedrag gelijk aan 20% van de echtparennorm.

  • 3.

    geen in aanmerking te nemen vermogen heeft als bedoeld in artikel 34 van de wet.

  • 4.

    Indien in het geval van gehuwden slechts één partner voldoet aan de voorwaarden, komt hem het recht toe van een alleenstaande of een alleenstaande ouder.

Artikel 3 Uitsluitingsgronden

Geen recht op een individuele inkomenstoeslag heeft de belanghebbende die gedurende de referteperiode:

  • 1.

    arbeidsverplichtingen opgelegd heeft gekregen vanuit enige sociale wet of regelgeving en niet in deeltijd werkt;

  • 2.

    een opleiding volgt als bedoeld in de Wsf 2000 dan wel ander door het Rijk bekostigd onderwijs heeft gevolgd of volgt;

  • 3.

    de belanghebbende aan wie tijdens de referteperiode als gevolg van het niet of onvoldoende nakomen van de arbeidsverplichting een afstemming is opgelegd door het UWV, de Svb of het College;

  • 4.

    De belanghebbende die tijdens de referteperiode in onvoldoende mate getracht heeft om zijn uitzicht op inkomensverbetering te verbeteren, dan wel verwijtbaar heeft nagelaten om factoren die dit uitzicht op inkomensverbetering belemmeren op te lossen. Hieronder wordt mede verstaan het door eigen toedoen vroegtijdig beëindigen van een schuldhulpverleningstraject, door onvoldoende medewerking aan dat traject of door het opnieuw aangaan van schulden.

Artikel 4 Hoogte van de toeslag

  • 1. De Individuele inkomenstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      Voor gehuwden gezamenlijk € 550;

    • b.

      Voor een alleenstaande ouder € 550;

    • c.

      Voor een alleenstaande € 400;

  • 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

Artikel 5 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of waarbij de toepassing tot onrechtvaardige gevolgen zou leiden beslist het college.

Artikel 6 Inwerkingtreding en intrekken oude regeling

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Leudal.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Verordening individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Leudal”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 december 2014.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier,De voorzitter,
drs. W.A.L.M. CornelissenA.H.M. Verhoeven MPM