Regeling vervallen per 01-07-2010

Beleidsnota huisvesting seizoensarbeiders

Geldend van 23-08-2007 t/m 30-06-2010

Intitulé

Beleidsnota huisvesting seizoensarbeiders

1. Inleiding

Al sedert een behoorlijk aantal jaren verblijven in onze regio in toenemende mate buitenlandse werknemers. Dezen vinden voornamelijk seizoensgebonden emplooi in de agrarische sector. Inmiddels is duidelijk geworden dat deze tendens structureel van aard is, en in de komende jaren nog in omvang zal toenemen. Gelijkoplopend met de behoefte aan tijdelijk aan de seizoenen gebonden personeel, neemt de behoefte aan huisvestingsmogelijkheden toe. De gemeente draagt verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de bruikbaarheid en veiligheid van de huisvestingsomstandigheden, alsook voor het bewaken van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Dit maakt het noodzakelijk om ten aanzien van deze problematiek beleid te voeren. Dit beleid was reeds van toepassing in de voormalige gemeenten Haelen, Heythuysen Hunsel en Roggel en Neer. Vanwege de herindeling is dit beleid opnieuw vastgesteld in de gemeente Leudal.

2. Doelstelling

Het doel van het te voeren beleid is het bieden van een kader waarbinnen is aangegeven op welke wijze de gemeente meewerkt aan het realiseren van huisvestingsmogelijkheden voor seizoenarbeiders, en in welke omvang en vorm deze huisvesting wordt toegelaten. Het beleid dient te waarborgen dat de leefomstandigheden voor gebruikers van de huisvesting van een acceptabel niveau zijn, hun veiligheid voldoende is gewaarborgd en de gekozen huisvestingsvorm niet ten koste gaat van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.

3. Uitgangspunten

  • A.

    Het beleidskader van de provincie zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Limburg in hun vergadering van 25 januari 2005 geldt als startpunt voor nieuw te formuleren beleid. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de door Gedeputeerde Staten gemaakte keuzes waar het gaat om structurele oplossingen, niet aansluit op de intussen ontstane praktijk.

  • B.

    Dit heeft geleid tot de keuze dat het thans geldende gemeentelijke beleidskader waarmee huisvesting op tijdelijke basis wordt gefaciliteerd en in banen geleid, ook als uitgangspunt wordt genomen voor het beleid voor het faciliteren van permanente huisvestingsmogelijkheden voor seizoenarbeiders. Daarbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het voorkomen van het ontstaan van onomkeerbare ongewenste situaties.

4. Hoofdlijnen van beleid

  • A.

    Het beleid gaat uit van een voorkeur voor huisvesting bij de agrarische bedrijven zelf.

  • B.

    De gemeente werkt niet mee aan het ontwikkelen van (grootschalige) logiesaccommodaties als agromotels.

  • C.

    Gewaakt moet worden voor het ontstaan van moeilijk beheersbare situaties. Het aantal te huisvesten personen wordt aan een maximum gebonden. Bij het bestaan van de noodzaak voor meer logies moet gebruik gemaakt worden van de reguliere mogelijkheden, als campings, reguliere woningen, pensions en hotels.

  • D.

    De huisvesting moet voldoen aan de geldende eisen van veiligheid, hygiëne en bruikbaarheid.

  • E.

    Omtrent toelaatbaarheid, aard en omvang van logiesvoorzieningen worden regels gesteld. Hiertoe wordt het bestemmingsplan Buitengebied gewijzigd. Vooruitlopend op deze herziening wordt de vrijstellingsmogelijkheid voor (tijdelijke) bouwwerken van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gehanteerd om het verlenen van bouwvergunningen mogelijk te maken.

5. Uitvoering.

A. Huisvesting op het agrarische bedrijf.

  • 1.

    Het is toegestaan om binnen de bestaande bedrijfsgebouwen logiesaccommodatie te realiseren bestemd voor de huisvesting van seizoenarbeiders

  • 2.

    Het is toegestaan om binnen het agrarisch bouwblok woonunits of stacaravans te plaatsen, bestemd voor de huisvesting van seizoenarbeiders.

voorwaarden:

  • a.

    De logiesverblijven, woonunits of stacaravans, alsmede het plaatsen, c.q bouwen daarvan, is onderworpen aan alle regels welke zijn gesteld ten aanzien van het bouwen, en aan de regels van het bestemmingsplan.

  • b.

    De logiesverblijven, woonunits of stacaravans mogen slechts in gebruik zijn voor het bieden van huisvesting in de periode tussen 15 maart en 31 oktober. Het college van burgemeester en wethouders kunnen na een schriftelijk verzoek daartoe vrijstelling verlenen voor dit gebruik buiten deze periode. In totaal mogen de logiesvoorzieningen echter maximaal 37 weken per kalenderjaar voor dit doel worden gebruikt. Een verzoek om vrijstelling moet minimaal 12 weken voorafgaand aan de gewenste periode door het college zijn ontvangen.

  • c.

    Op een agrarisch bedrijf mag aan maximaal 30 personen gelijktijdig logies worden geboden. De omvang van de gerealiseerde voorzieningen mag niet op meer dan dit aantal zijn afgestemd. Dit betekent dat niet meer dan 180m2 aan gebruiksoppervlakte logiesvoorziening aanwezig mag zijn. Minimaal moet 6 m2 aan gebruiksoppervlakte per gebruiker beschikbaar zijn.

  • d.

    Het bieden van huisvesting moet betrekking hebben op personen die op het bedrijf zelf werkzaam zijn.

  • e.

    Het plaatsen van woonunits en stacaravans moet op een naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders verantwoorde wijze, landschappelijk worden ingepast.

B. Huisvesting op recreatieve voorzieningen (campings, bungalowparken, groepsaccommodaties)

Ten aanzien van het gebruik van recreatieve voorzieningen wordt geen onderscheid gemaakt tussen het bieden van logies voor recreatief gebruik, en tussen het bieden van logies aan seizoenarbeiders. Teneinde de recreatieve verblijfscapaciteit te waarborgen wordt het aantal beschikbare plaatsen dat wordt ingezet voor het bieden van logies aan seizoenarbeiders alsmede het aantal personen, gebonden aan een maximum.

voorwaarden:

  • a.

    Het is toegestaan kampeermiddelen ((sta)caravans of bungalows) op (kleinschalige) campings in te zetten voor de huisvesting van seizoenarbeiders.

  • b.

    De periode waarin dit is toegestaan is gelijk aan de periode dat de camping open mag zijn in een jaar.

  • c.

    Op een kleinschalige camping mag aan maximaal 60 seizoenarbeiders huisvesting worden geboden.

  • d.

    Op een reguliere camping mogen maximaal 30 kampeermiddelen worden ingezet voor het bieden van huisvesting aan seizoenarbeiders, met een maximum van 120 personen.

  • e.

    Met betrekking tot groepsaccommodaties geldt ten aanzien van het maximaal aantal te huisvesten personen, het maximum aantal dat toelaatbaar is voor het reguliere recreatieve gebruik.

C. Huisvesting in reguliere woningen.

Gebruik van reguliere woningen voor het bieden van huisvesting aan seizoenarbeiders is te allen tijden mogelijk.

D. Gebruiksvergunning.

Wanneer aan meer dan 5 personen bedrijfsmatig nachtverblijf wordt verschaft dient voor dit gebruik overeenkomstig het bepaalde in de bouwverordening, door burgemeester en wethouders een gebruiksvergunning te zijn verleend.