Regeling vervallen per 01-01-2010

Subsidieverordening Welzijn Gemeente Roggel en Neer

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Subsidieverordening Welzijn Gemeente Roggel en Neer

HOOFDSTUK 1 ALGEMENEBEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

.

  • a.

    het gemeentebestuur: het gemeentebestuur van Roggel en Neer.

  • b.

    de raad: de gemeenteraad van Roggel en Neer.

  • c.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders van Roggel en Neer.

  • d.

    commissie Inwonerszaken: een door de gemeenteraad op grond van artikel 82 van de Gemeentewet ingestelde commissie, welke gevraagd en ongevraagd adviseert omtrent voorstellen aan gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders.

  • e.

    subsidievoorwaarden: eisen die in de subsidieverordening zijn genoemd en waaraan een vereniging/instelling dient te voldoen om in aanmerking te komen voor een subsidie.

  • f.

    nadere subsidievoorwaarden: nadere eisen, welke in de beschikking tot subsidieverlening en –vaststelling worden gesteld, om voor een subsidie in aanmerking te komen.

  • g.

    subsidiegrondslagen: bepalingen die aangeven op welke wijze de berekening van het subsidie plaatsvindt.

  • h.

    activiteit: de activiteit die door de vereniging /instelling zal worden uitgevoerd en die door het gemeentebestuur kan worden gesubsidieerd.

  • i.

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten.

  • j.

    waarderingssubsidie: het subsidie waarmee het gemeentebestuur aangeeft bepaalde activiteiten van belang te vinden, zonder deze naar aard of inhoud te beïnvloeden en het al dan niet voortzetten ervan van subsidiëring afhankelijk te maken.

  • k.

    investeringssubsidie: subsidie in de kosten van aankoop, stichting, uitbreiding of verbouwing van een accommodatie en de inrichting ervan.

  • l.

    subsidie in de exploitatielasten: een subsidie ter bekostiging van een deel van de vooraf goedgekeurde uitgaven van een vereniging/instelling. Dit kan zijn in de vorm van een bedrag per lid of deelnemer, een bepaald percentage van alle exploitatielasten, een percentage in bepaalde kostensoorten of een vast bedrag ter dekking van een kostensoort.

  • m.

    subsidie in het exploitatietekort: een subsidie in het exploitatietekort van de vereniging/instelling, na verrekening van de lasten en baten, al dan niet gezamenlijk met andere gemeenten. Het subsidie kan ook worden verleend als een vooraf bepaald vast bedrag in het exploitatie tekort, een zogenaamd taakstellend budget.

  • n.

    incidenteel subsidie: het subsidie dat de gemeente toekent voor de uitvoering van activiteiten op terrein van het welzijnswerk, die het karakter hebben van een eenmalig evenement, van een nieuwe opzet of werkwijze, dan wel niet voorzien zijn ten tijde van de vaststelling van de gemeentelijke begroting;

  • o.

    vereniging/instelling: een rechtspersoon, als bedoeld in boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, die zich blijkens zijn doelstelling en werkwijze tot doel stelt het zonder winstoogmerk ten behoeve van de inwoners van de gemeente Roggel en Neer vervullen van één of meer activiteiten, waarop deze verordening van toepassing is.

  • p.

    leden uit de gemeente Roggel en Neer.

    • ·

      inwoners uit de gemeente Roggel en Neer;

    • ·

      voormalige inwoners die door omstandigheden zich buiten de gemeente Roggel en Neer hebben moeten vestigen en welke lid van de plaatselijke vereniging blijven;

    • ·

      nieuwe leden niet zijnde inwoners uit de gemeente Roggel en Neer welke gedurende minimaal 3 jaren lid zijn van een plaatselijke vereniging.

  • q.

    kadervorming: de in verenigingsverband pedagogische, technische en geprogrammeerde vorming en vervolmaking van kaderleden (leider / leidster / bestuursleden), met het oog op de begeleiding van jongeren op hun weg naar volwassenheid.

  • r.

    subsidiebeschikking: een beschikking als bedoeld in artikel 4.29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

  • s.

    subsidievaststelling: een beschikking als bedoeld in artikel 4.42 van de Awb.

  • t.

    subsidieperiode: het in de subsidiebeschikking overeengekomen tijdvak waarvoor het subsidie is verstrekt.

  • u.

    subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie krachtens een bepaald wettelijk voorschrift, zoals een verordening of op basis van een incidenteel besluit.

  • v.

    categorie: een verzameling van gesubsidieerde verenigingen / instellingen, waarbij de samenstelling is gebaseerd op de subsidiegrondslagen en de aard van de activiteiten zoals omschreven in hoofdstuk 2 van deze verordening.

Artikel 2 Reikwijdte

  • 1. Deze verordening is van toepassing op alle aanvragen voor een subsidie op het beleidsterrein welzijn aan verenigingen/instellingen die activiteiten ontwikkelen welke naar het oordeel van het gemeentebestuur in voldoende mate in het algemeen gemeentelijk belang worden geacht.

  • 2. De raad kan bepalen dat deze verordening tevens in andere gevallen van subsidiëring dan het beleidsterrein welzijn, geheel of gedeeltelijk van toepassing is.

Artikel 3 Bevoegdheden college van Burgemeester en wethouders

  • 1. Het college kan besluiten om één of meer artikelen uit deze verordening niet toe te passen. Indien het hiertoe besluit, maakt het dit binnen vier weken kenbaar aan de gesubsidieerde instelling/vereniging en stelt het hiervan de commissie Inwonerszaken in kennis.

  • 2. Het college is bevoegd om bij de indiening van een subsidieaanvraag nadere gegevens op te vragen.

  • 3. Het college is bevoegd om bij de beschikking tot verlening van een subsidie nadere verplichtingen te stellen.

  • 4. Het college is bevoegd om over te gaan tot een lagere subsidie-verstrekking c.q. –verrekening, in die gevallen waarin verenigingen / instellingen geen gebruik willen maken van de voor hen beschikbare gemeentelijke accommodaties.

  • 5. Het college is bevoegd op grond van deze verordening incidentele subsidies te verstrekken tot een maximum bedrag van 2.500,00 per aanvraag. Het verstrekken van incidentele subsidies wordt kenbaar gemaakt aan de commissie Inwonerszaken.

  • 6. Het college is bevoegd op grond van deze verordening investeringssubsidies te verstrekken tot een maximum bedrag van € 25.000,00 per aanvraag, mits financiële dekking aanwezig.

    Het voornemen tot verstrekking van incidentele subsidies wordt vóór toekenning kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad.

Artikel 4 Subsidieaanvraag

  • 1.

    • a.

      voorafgaand aan het boekjaar dan wel voorafgaand aan het eerste jaar van de subsidieperiode ingediend te worden bij het college van Burgemeester en wethouders. Een aanvraag tot subsidieverlening dient schriftelijk vóór 1 mei

    • b.

      De beschikking op de subsidie aanvraag wordt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode genomen.

  • 2. Bij de indiening van de in het eerste lid bedoelde aanvraag dienen in ieder geval overlegd te worden:

    • a.

      een programma van activiteiten voor de subsidieperiode waarop de aanvraag betrekking heeft, waarin in ieder geval tot uiting komt de aard, omvang en intensiteit van de geplande activiteiten, de doelgroepen waarop de activiteiten worden gericht en het verwachte aantal deelnemers/gebruikers;

    • b.

      een begroting voor de subsidieperiode waarvoor subsidie wordt aangevraagd, alsmede een toelichting op deze begroting;

    • c.

      een overzicht van de te heffen contributies en bijdragen en/of van de te hanteren tarieven;

    • d.

      een jaarrekening en jaarverslag over het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan;

    • e.

      de balans per 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan;

    • f.

      een ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode, gesorteerd op naam met vermelding van naam, adres, woonplaats, geboortedatum en het jaar waarin men lid is geworden van de vereniging.

  • 3. Bij een eerste subsidieaanvraag legt de vereniging/instelling tevens over:

    • a.

      de oprichtings- of verenigings/stichtingsakte;

    • b.

      een exemplaar van de statuten;

    • c.

      een exemplaar van het huishoudelijk reglement;

    • d.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • e.

      een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 4. Jaarlijks voor 1 mei dienen de gesubsidieerden de jaarstukken, zoals deze zijn goedgekeurd door de ledenvergadering of het bestuur, bij het college van burgemeester en wethouders in. In de beschikking tot subsidieverlening wordt aangegeven aan welke eisen de jaarstukken dienen te voldoen.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. Er wordt per werksoort gesubsidieerde verenigingen/instellingen, zoals omschreven in hoofdstuk 2, door de raad een subsidieplafond vastgesteld. Daarnaast wordt een subsidieplafond bepaald voor incidentele subsidies.

  • 2. De hoogte van het subsidieplafond wordt voor de gehele subsidieperiode, jaarlijks aan te passen met de index, per categorie gesubsidieerden door de raad vastgesteld bij gelegenheid van de behandeling van de gemeentebegroting betrekking hebbende op het eerste jaar van de subsidieperiode.

  • 3. Een subsidie kan worden geweigerd indien met de verstrekking hiervan het subsidieplafond van de betreffende categorie wordt overschreden.

  • 4. De raad kan tussentijds besluiten om het subsidieplafond te verhogen.

  • 5. De raad kan besluiten om het beschikbare subsidiebudget naar evenredigheid te verdelen over meerdere verenigingen.

Artikel 6 Batig liquidatie saldo

  • 1. De instelling die op basis van deze verordening enig subsidie heeft genoten, doet van een voorgenomen ontbinding, opheffing of liquidatie onverwijld melding te doen aan het college.

  • 2. Indien subsidiëring door de gemeente heeft geleid tot het verwerven van roerende en/of onroerende eigendommen of anderszins tot een financiële reserve, kan het college, op basis van het gestelde in artikel 4:57 van de Awb, bij ontbinding, opheffing of liquidatie over een voorliggend tijdvlak subsidiebedragen en voorschotten onmiddellijk terugvorderen.

Artikel 7 Voorwaarden betreffende de instelling/vereniging

  • 1. Een vereniging/instelling die voor een subsidie in aanmerking wenst te komen, moet naast het voldoen aan het gestelde in artikel 4 lid 3 de administratie zodanig bijhouden, dat zij altijd een getrouw en inzichtelijk beeld geeft van de ondernomen activiteiten en de financiële positie van de instelling.

  • 2. De rechtspersoon is gehouden de activiteiten (prestaties) te leveren zoals deze opgenomen zijn in de subsidiebeschikking en – voor zover van toepassing – in de uitwerkingsovereenkomst.

  • 3. Het gemeentebestuur kan aan een beschikking tot subsidieverlening voorschriften (voorwaarden) verbinden.

  • 4. De voorwaarden kunnen ondermeer verplichtingen bevatten met betrekking tot:

    • a.

      de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend;

    • b.

      de administratie van aan de activiteiten verbonden uitgaven en inkomsten;

    • c.

      de voor het vaststellen van de subsidie te verstrekken gegevens en bescheiden;

    • d.

      het beperken of wegnemen van de nadelige gevolgen van de subsidie voor een derde;

    • e.

      de verwezenlijking van het doel van de subsidie, met dien verstande, dat voor zover de subsidie op een wettelijk voorschrift berust hierin bij of krachtens wettelijk voorschrift moet zijn voorzien.

  • 5. Een instelling/vereniging is verplicht haar roerende en onroerende goederen tenminste tegen vervangingswaarde te verzekeren en verzekerd te houden tegen schade van brand, storm en inbraak. Zij dient voorts een verzekering aan te gaan tot dekking van schade, voortvloeiende uit de wettelijke- en contractuele aansprakelijkheid van het bestuur, de beroepskrachten en vrijwilligers.

  • 6. De voorschriften kunnen na de subsidieverlening worden uitgewerkt in een contract voor zover de beschikking tot subsidieverlening dit vermeldt.

Artikel 8 Subsidieverlening en subsidievaststelling van de waarde-ringssubsidies en de subsidies in de exploitatielasten

  • 1. Subsidieverlening geschiedt door het college van Burgemeester en wethouders, met een maximum van de in de goedgekeurde gemeentebegroting opgenomen gelden.

  • 2. Een gesubsidieerde instelling ontvangt een beschikking omtrent de subsidieverlening.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening is tevens de beschikking tot de subsidievaststelling.

  • 4. De beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling wordt afgegeven voor de gehele subsidieperiode.

  • 5. De beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 6. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het subsidiebedrag, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Indien de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling het bedrag van subsidie niet vermeldt, wordt het bedrag waarop het subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld aangegeven.

  • 7. Het subsidie kan achteraf lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling verbonden verplich-tingen;

    • c.

      de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt.

Artikel 9 Subsidieverlening en subsidievaststelling van de subsidies in het exploitatietekort

  • 1. Subsidieverlening geschiedt door het college van Burgemeester en wethouders, met een maximum van de in de goedgekeurde gemeentebegroting opgenomen gelden.

  • 2. De beschikking tot subsidieverlening wordt afgegeven voor de gehele subsidieperiode.

  • 3. De beschikking tot subsidieverlening bevat een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend.

  • 4. De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het subsidiebedrag, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald. Indien de beschikking tot subsidieverlening het bedrag van subsidie niet vermeldt, wordt het bedrag waarop het subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld aangegeven.

  • 5. Subsidievaststelling geschiedt door het college van Burgemeester en wethouders.

  • 6. De beschikking tot subsidievaststelling wordt per jaar afgegeven, op basis van de door de vereniging/instelling vóór 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar in te dienen subsidiebescheiden.

  • 7. Vaststelling van het subsidie kan geschieden voor een lager bedrag dan de verlening van het subsidie indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      de aanvrager heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidieverlening verbonden verplichtingen;

    • c.

      de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt;

    • d.

      de aanvraag tot vaststelling van de subsidie niet of niet tijdig is ingediend.

Artikel 10 Aanvraag, verlening en vaststelling van een incidenteel subsidie

  • 1. Een incidenteel subsidie kan worden aangevraagd voor een éénmalige activiteit of evenement.

  • 2. Een aanvraag om een incidenteel subsidie moet ten minste tien weken voor de aanvang van de activiteit of de uitvoering van het evenement schriftelijk worden ingediend bij het college van Burgemeester en wethouders.

  • 3. De aanvraag omvat in ieder geval een omschrijving van de activiteit/evenement en een raming van de kosten. Het college kan zonodig nadere gegevens vragen ter beoordeling van de aanvraag.

  • 4. Besluitvorming over de aanvraag tot een bijdrage van € 2.500,00 geschiedt door het college van Burgemeester en wethouders binnen zs weken na ontvangst van het subsidieverzoek, onder omschrijving van het subsidiebedrag, de subsidievoorwaarden, de betalingswijze en de verantwoording achteraf.

  • 5. De commissie Inwonerszaken wordt op de hoogte gesteld van het collegebesluit.

Artikel 11 Aanvraag, verlening en vaststelling van een investerings-subsidie

  • 1.

    • a.

      Een aanvraag tot subsidieverlening dient schriftelijk vóór 1 mei voorafgaand aan het investeringsjaar ingediend te worden bij het college van Burgemeester en wethouders.

    • b.

      De beschikking op de subsidie aanvraag wordt uiterlijk op 31 december van het jaar voorafgaand aan de investering genomen.

  • 2. Daar waar van toepassing zal de vaststelling van aard en noodzaak van het gevraagde plaatsvinden op basis van de bepalingen in het (sport)accommodatiebeleid c.q. NOC*NSF-richtlijnen. Daar waar geen NOC*NSF-richtlijnen van toepassing zijn, dient de opzet van de onroerende zaak op een niveau te zijn, dat in het algemeen maatschappelijk verkeer als sober doch adequaat wordt beschouwd, dit ter beoordeling van de subsidiegever. Toegankelijkheid en gebruik dienen voor een breed publiek, waaronder gehandicapten, geschikt te zijn.

  • 3. Bij de aanvraag dienen de volgende gegevens te worden overlegd:

    • a.

      een omschrijving van de noodzaak om tot stichting of aankoop van de accommodatie over te gaan, tevens inhoudende een opgave van het te verwachten gebruik van de accommodatie;

    • b.

      een bestek met bouwkundige tekeningen, voorzien van een gespecificeerde kostenraming van de te stichten accommodatie ofwel een opgave van de geschatte aankoopkosten met daarbij behorende bewijsstukken en een taxatierapport van een beëdigd makelaar / taxateur;

    • c.

      een financieringsplan, vergezeld van een exploitatiebegroting waarin de netto-lasten van de stichtingskosten zijn verwerkt.

  • 4. Beoordeling van de noodzaak om tot stichting of aankoop over te gaan is aan de subsidiegever.

  • 5. De kosten voor commerciële bouw (zoals bar, keuken en sponsorruimten) zijn niet subsidiabel.

  • 6. De waarde van de zelfwerkzaamheid van leden en vrijwilligers is niet subsidiabel. Wel wordt geacht dat er (tot verantwoorde hoogte) sprake is van zelfwerkzaamheden door de aanvrager.

  • 7. De subsidieverlening geschiedt door burgemeester en wethouders, indien het een bedrag tot € 25.000,00 betreft (mits financiële dekking aanwezig).

  • 8. De subsidieverlening geschiedt door de gemeenteraad, indien het een bedrag van € 25.000,00 of meer betreft.

  • 9. De hoogte van het subsidie wordt vastgesteld op maximaal 25% van de subsidiabel te achten kosten.

  • .10 Aan de toekenning van een investeringssubsidie voor een accommodatie zijn in ieder geval de volgende voorwaarden verbonden:

    • a.

      de accommodatie mag zonder de toestemming van het college niet worden vervreemd, verhuurd, met hypotheek of ander zakelijk recht bezwaard;

    • b.

      de instelling is verplicht er zorg voor te dragen dat een verzekering tegen brand- en stormschade op basis van herbouwwaarde van de accommodatie is afgesloten.

  • 1.1 Subsidievaststelling geschiedt na het gereedkomen van de accommodatie of de aankoop daarvan op basis van een gespecifi-ceerde opgave van de werkelijke uitgaven en inkomsten, voorzien van rekeningen van en betalingsbewijzen aan bij de Kamer van Koophandel ingeschreven bedrijven.

  • 12. Burgemeester en wethouders c.q. de gemeenteraad kunnen in individuele gevallen van een of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 12 Beleidsregels

  • 1. De gemeenteraad kan voor bepaalde beleidssectoren beleidsregels c.q. nadere regelen vaststellen, op basis waarvan de aangewezen instellingen worden gesubsidieerd.

  • 2. In een dergelijke regeling wordt aangegeven welke artikelen van deze verordening niet van toepassing zijn, alsmede welk bestuursorgaan bevoegd is de krachtens die regeling beschikbaar te stellen subsidies te verlenen.

  • 3. Indien het college van Burgemeester en wethouders het bevoegd bestuursorgaan is, geschiedt subsidieverlening niet dan nadat de commissie Inwonerszaken positief heeft geadviseerd, tenzij de beleidsregel anders bepaalt.

Artikel 13 Weigeringsgronden

  • 1. Het gemeentebestuur weigert een subsidie die op wettelijk voorschrift berust of een incidentele subsidie wegens het ontbreken van voor verstrekking beschikbare gelden, indien het subsidieplafond bij verstrekking zou worden overschreden.

  • 2. Het gemeentebestuur weigert een subsidie indien de activiteiten niet zijn gericht op de gemeente of aanwijsbaar ten goede komen aan de ingezetenen van de gemeente.

  • 3. Het gemeentebestuur kan een subsidie weigeren indien gegronde vrees bestaat dat:

    • a.

      de activiteiten niet of niet geheel zullen plaatsvinden;

    • b.

      de aanvrager in strijd met de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorschriften zal handelen;

    • c.

      de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van het subsidie van belang zijn.

  • 4. Het gemeentebestuur kan een subsidie voorts weigeren indien de aanvrager:

    • a.

      in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag zou hebben geleid;

    • b.

      failliet is of in surséance van betaling verkeert, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank heeft ingediend.

Artikel 14 Intrekking en wijziging

  • 1. Het gemeentebestuur kan, zolang het subsidie niet is vastgesteld, een beschikking tot subsidieverlening ondermeer intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen indien:

    • a.

      de activiteit waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden;

    • b.

      de subsidie ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • c.

      indien door de gemeenteraad onvoldoende gelden ter beschikking worden gesteld c.q. het subsidieplafond wordt overschreden.

  • 2. Het gemeentebestuur kan een beschikking tot subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen:

    • a.

      op grond van feiten en omstandigheden waarvan het bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan het subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening had kunnen worden vastgesteld;

    • b.

      indien de subsidie ontvanger heeft gehandeld in strijd met de aan de subsidievaststelling verbonden voorschriften;

    • c.

      met toepassing van het bepaalde in artikel 16, lid 5 en 7.

  • 3. De subsidievaststelling kan vijf jaar na bekendmaking niet meer worden gewijzigd of ingetrokken.

Artikel 15 Betaling en terugvordering

  • 1. In de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling is aangegeven op welke wijze het subsidie wordt betaald.

  • 2. De verplichting tot betaling van de subsidie of een voorschot wordt opgeschort indien het gemeentebestuur het voornemen bekend heeft gemaakt de subsidieverlening of –vaststelling ten nadele van de subsidie ontvanger in te trekken of te wijzigen.

  • 3. Een onverschuldigd betaald subsidiebedrag of voorschot kan worden teruggevorderd tot vijf jaar na de subsidievaststelling, de intrekking of wijziging daarvan.

HOOFDSTUK 2DE SUBSIDIEGRONDSLAGEN EN SPECIFIEKE VOORWAARDEN

Artikel 16 Algemeen

  • 1. Waarderingssubsidies, subsidies in de exploitatielasten en subsidies in het exploitatie tekort worden verleend voor meerdere jaren, overeenkomstig de subsidieperiode die door de gemeenteraad wordt vastgesteld.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt voor het eerste jaar van een subsidieperiode berekend en is een vastbedrag voor de gehele, behoudens de toe te passen indexering.Bij samenloop van loon- en prijsindexatie zal het gemiddelde van beide indexaties over het volledige subsidiebedrag toegepast worden.

  • 3. Bij de bepaling van het aantal jeugdleden geldt de ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode.

  • 4. Tot jeugdlid wordt gerekend alle leden uit de gemeente Roggel en Neer die op 1 januari van het jaar waarin de subsidieperiode start de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebben.

  • 5. Tussentijdse aanpassing van het subsidiebedrag vindt slechts plaats als de instelling hierom verzoekt dan wel het gemeentebestuur het bedrag aanpast als de afwijking tussen berekend subsidie voor het eerste jaar van de subsidieperiode en enig ander jaar van deze periode groter is dan het bepaalde onder lid 7.

  • 6. Aanpassing van het subsidiebedrag gaat in het jaar volgend op het jaar waarop de afwijking betrekking heeft.

  • 7. Tussentijdse aanpassing van het subsidie kan plaatsvinden als de afwijking:

    • -

      Bij een subsidie tot en met € 1.135,00 meer dan 25% is en minimaal € 230,00 bedraagt;

    • -

      Bij een subsidie van € 1.135,00 tot en met € 3.405,00 meer dan 20% is;

    • -

      Bij een subsidie van € 3.405,00 tot en met € 6.810,00 meer dan 15% is;

    • -

      € 22.690,00 meer dan 10% is; Bij een subsidie van € 6.810,00 tot en met

    • -

      Bij een subsidie van meer dan € 22.690,00 meer dan 5% is.

Artikel 17 Waarderingssubsidies

  • 1. Begripsomschrijving

    De verenigingen/instellingen die op grond van dit artikel in aanmerking kunnen worden gebracht voor een subsidie zijn hiervan niet afhankelijk. Het gemeentebestuur wil met deze bijdrage waardering uitdrukken voor het feit dat zij de activiteiten voor de inwoners uit de gemeente Roggel en Neer aanbieden en daarvan een stimulans laten uitgaan dit te blijven ondernemen.

  • 2. Vrouwenorganisaties

    • 1.

      Vrouwenorganisaties ontvangen per organisatie een vaste bijdrage van € 510,00 per jaar voor activiteiten gericht op de educatieve-, sociale-, sportieve-, emancipatoische- en creatieve ontplooiing van de vrouw.

    • 2.

      Deze organisaties dienen aangesloten te zijn bij een overkoepelende organisatie.

  • 3. Kerkbesturen

    Kerkbesturen ontvangen per parochie een vaste bijdrag van € 510,00 per jaar.

  • 4. Verkeersbrigadiers

    Per ouderraad van een school waar verkeersbrigadiers actief zijn voor de schoolkinderen kan een bedrag van maximaal € 1.834,00 per jaar beschikbaar worden gesteld als vergoeding voor de brigadiers.

  • 5. Toneelverenigingen

    Toneelverenigingen ontvangen een bijdrage van € 255,00 per jaar.

  • 6. Carnavalsverenigingen

    Voor iedere kern van de gemeente wordt verstrekt voor carnaval:

    • -

      Een vaste bijdrage van € 247,00 voor een jeugdcarnavalsvereniging;

    • -

      Een vaste bijdrage van € 227,00 voor iedere carnavalsvereniging voor volwassenen;

    • -

      Een vaste bijdrage van € 497,00 voor de vereniging(en) die de optocht organiseren.

  • 7. Dameszangkoor Heibloem

    Deze vereniging ontvangt een waarderingssubsidie van € 103,00 per jaar.

Artikel 18 Subsidies in de exploitatielasten

  • 1. Begripsomschrijving

    De verenigingen/instellingen die op grond van dit artikel in aanmerking kunnen worden gebracht voor een subsidie zijn geheel of gedeeltelijk afhankelijk van een gemeentelijke bijdrage om het voortbestaan van de organisatie en/of het uitvoeren van bepaalde activiteiten te kunnen waarborgen. Per categorie wordt de wijze van subsidiëring in een deel van de exploitatielasten beschreven.

  • .2 Seniorenorganisaties

    Organisaties die voor senioren recreatieve-, educatieve-, sportieve-, sociaal-culturele en bewegingsactiviteiten organiseren ontvangen een bijdrage van € 5,00 voor iedere inwoner vanaf 60 jaar woonachtig in de dorpskern alwaar die organisatie haar werkterrein heeft. Per dorpskern kan maximaal 1 seniorenorganisatie die deze activiteiten aanbiedt in aanmerking worden gebracht voor de gemeentelijke bijdrage voornoemd.

  • 3. Muziekkorpsen

    • a.

      De vereniging dient aangesloten te zijn bij een landelijke en/of provinciale overkoepelende bond.

    • b.

      Op verzoek van het college van Burgemeester en wethouders dienen de op grond van dit artikel gesubsidiëerde verenigingen ten minste 2 maal per jaar gratis medewerking verlenen aan openbare festiviteiten en/of uitvoeringen.

    • c.

      Muziekkorpsen dienen in hun subsidieaanvraag in de ledenlijst aan te geven welke leden een instrument bespelen en welke leden een uniform dragen. De ledenlijst vermeldt daarnaast:

      • -

        naam met voorletter (s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

    • d.

      Iedere harmonie, fanfare, tamboerkorps ontvangt voor geünifor-meerde en voor instrument bespelende leden een bedrag conform de vigerende SONMO-adviezen.

    • e.

      Aanvullend ontvangt ieder muziekkorps een bedrag per contribuerend en actief jeugdlid, waarbij de volgende onderverdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

  • 4. Schutterijen / drumbands

    • a.

      De vereniging dient aangesloten te zijn bij een landelijke en/of provinciale overkoepelende bond.

    • b.

      Op verzoek van het college van Burgemeester en wethouders dienen de op grond van dit artikel gesubsidieerde verenigingen ten minste 2 maal per jaar gratis medewerking verlenen aan openbare festiviteiten en/of uitvoeringen.

    • c.

      Schutterijen / drumbands dienen in hun subsidieaanvraag in de ledenlijst aan te geven welke leden een instrument bespelen en welke leden een uniform dragen. De ledenlijst vermeldt daarnaast:

      • -

        naam met voorletter (s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

    • d.

      Iedere schutterij / drumband ontvangt voor geüniformeerde en voor instrument bespelende leden een bedrag conform de vigerende SONMO-adviezen. Schutterijen ontvangen verder een bedrag van  109,00 per buks met een maximum van 2 buksen per schutterij.

    • e.

      Aanvullend ontvangt iedere schutterij een bedrag per contribuerend en actief jeugdlid, waarbij de volgende onderverdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

  • 5. Zangverenigingen

    • a.

      Zangverenigingen dienen om voor subsidie in aanmerking te komen aangesloten te zijn bij een overkoepelende muziekorganisatie.

    • b.

      Zangverenigingen ontvangen een bedrag van 30,00 per lid.

    • c.

      Aanvullend ontvangt een koor een bedrag per contribuerend en actief jeugdlid, waarbij de volgende verdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

  • 6. Lokale sportverenigingen

    • a.

      Sportverenigingen die gevestigd zijn in de gemeente Roggel en Neer en hun leden in de gelegenheid stellen gereglementeerde wedstrijdsport en/of recreatiesport te bedrijven kunnen in aanmerking worden gebracht voor een subsidie.

    • b.

      Sportverenigingen die voor subsidie in aanmerking wensen te komen dienen aangesloten te zijn bij een overkoepelende sportbond.

    • c.

      Sportverenigingen in onze gemeente ontvangen een subsidie per contribuerend jeugdlid tot en met 17 jaar dat de sport actief beoefend, waarbij de volgende onderverdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

    • d.

      De ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaande aan de subsidieperiode is bepalend voor de vaststelling van het jeugdleden subsidie. De ledenlijst vermeldt:

      • -

        naam met voorletter(s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

  • 7. Regionale sportverenigingen

    • a.

      Regionale sportverenigingen die gevestigd zijn in aangrenzende gemeenten, waarvan inwoners uit Roggel en Neer contribuerend lid zijn, actief deelnemen aan de activiteiten en die een tak van sport beoefenen welke in Roggel en Neer niet aangeboden wordt, kunnen een subsidie ontvangen van € 17,00 per jeugdlid tot en met 17 jaar.

    • b.

      Regionale sportverenigingen die voor subsidie in aanmerking wensen te komen dienen aangesloten te zijn bij een overkoepelende sportbond.

    • c.

      De ledenlijst per 1 januari van het jaar voorafgaande aan de subsidieperiode is bepalend voor de vaststelling van het jeugdleden subsidie. De ledenlijst vermeldt:

      • -

        naam met voorletter(s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

  • 8. Culturele-, maatschappelijke en educatieve organisaties

    • a.

      Tot deze categorie subsidies worden gerekend de subsidies voor culturele maatschappelijke- en educatieve organisaties voor zover zij niet worden gerekend tot een andere categorie van instellingen in deze verordening.

    • b.

      De volgende verenigingen/instellingen ontvangen een vaste bijdrage:

      • -

        Dorpsraad € 1.000,00

      • -

        EHBO-vereniging € 2.038,00

      • -

        Heemkundevereniging € 1.783,00

      • -

        Woontussenvoorziening € 2.038,00 per complex

      • -

        Jozefhuis € 7.897,00

      • -

        Oranjecomité kern Roggel en kern Neer € 765,00

      • -

        Oranjecomité kern Heibloem € 510,00

    • c.

      De volgende instellingen worden gesubsidieerd op basis van regionale afspraken en naar rato van het aantal inwoners:

      • -

        Stichting Welzijn Leudal- en Thornerkwartier

      • -

        Bureau Slachtofferhulp

      • -

        Bureau Halt

      • -

        Stichting Gehandicaptenbelangen Leudal

    • d.

      De vereniging Seniorenkoor Herfstklanken ontvangt een bijdrage van € 7,50 per lid uit onze gemeente.

  • 9. Jeugdorganisaties

    • a.

      Jeugdorganisaties die wekelijks recreatieve- ontspannende, educatieve en sociaal-culturele activiteiten organiseren voor hun contribuerende leden kunnen in aanmerking komen voor een subsidie per jeugdlid dat actief deelneemt aan de activiteiten.

    • b.

      De ledenlijst per 1 januari voorafgaande aan het eerste jaar van de budgetperiode is bepalend voor de subsidie vaststelling. Deze lijst vermeldt:

      • -

        naam met voorletter(s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

    • c.

      De organisaties die wekelijks activiteiten organiseren, ontvangen een subsidie per contribuerend en actief jeugdlid, waarbij de volgende onderverdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

    • d.

      De kindervakantiewerk organisaties (1 per dorpskern) kunnen in aanmerking worden gebracht voor een subsidie voor de deelnemers aan de jaarlijkse kindervakantiewerk week. De grondslag voor de berekening van het subsidie is als volgt:

      • -

        0-100 deelnemers € 12,00

      • -

        101-200 deelnemers € 7,50

      • -

        meer dan 200 deelnemers € 5,00

  • 10. Overige.

    • a.

      De verenigingen/instellingen die op grond van het bepaalde in artikel 17 in aanmerking komen voor een waarderingssubsidie, die wekelijks, dan wel meerdere malen per jaar recreatieve, ontspannende, educatieve en sociaalculturele activiteiten organiseren voor hun contribuerende jeugdleden, kunnen in aanmerking komen voor een subsidie per jeugdlid dat actief deelneemt aan de activiteiten.

    • b.

      De ledenlijst per 1 januari voorafgaande aan het eerste jaar van de budgetperiode is bepalend voor de subsidie vaststelling. Deze lijst vermeldt:

      • -

        naam met voorletter(s);

      • -

        adres (straat, postcode en plaats); en

      • -

        geboortedatum.

    • c.

      De organisaties die wekelijks dan wel meerdere malen per jaar activiteiten organiseren, ontvangen een subsidie per contribuerend en actief jeugdlid, waarbij de volgende onderverdeling is gemaakt:

      • -

        Voor de eerste 25 jeugdleden € 62,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor de volgende 25 jeugdleden € 50,00 per jeugdlid;

      • -

        Voor elk lid boven de 50 jeugdleden € 37,00 per jeugdlid.

Artikel 19 Subsidies in het exploitatietekort

  • 1. 1.Begripsomschrijving

    De verenigingen/instellingen die op grond van dit artikel in aanmerking worden gebracht voor een subsidie zijn hiervan afhankelijk om het voortbestaan van de organisatie en het uitvoeren van de activiteiten te kunnen waarborgen. De gemeente dekt het vooraf goedgekeurde exploitatietekort, na verrekening van de lasten en baten, al dan niet gezamenlijk met andere gemeenten, af. Het subsidie kan ook worden verleend als een vooraf bepaald vast bedrag in het exploitatietekort, een zogenaamd taakstellend budget. Per categorie of organisatie wordt de wijze van subsidiëring beschreven.

  • 2. Bibliotheken Roggel/Heibloem en Neer.

    • a.

      Op basis van regionale afspraken worden de bibliotheken in het Leudal- en Thornerkwartier c.q. de Stichting openbaar bibliotheekwerk Leudal- en Thornerkwartier met ingang van 1 januari 2002 gesubsidieerd op basis van inwoneraantal. Daarnaast ontvangt het bibliotheekbestuur ten behoeve van de bibliotheken in onze gemeente een subsidie ter voorziening in de huisvestingskosten, behoudens groot onderhoud en renovatie.

    • b.

      een exploitatieoverschot of -tekort in enig jaar, onverminderd het bepaalde in artikel 16, lid 5 en 7, wordt respectievelijk gestort in of bestreden uit een algemene reserve;

    • c.

      het college van Burgemeester en wethouders kan in de subsidiebeschikking nadere voorwaarden opnemen, waaronder in ieder geval:

      • -

        de formatieomvang per bibliotheek gedurende de subsidieperiode;

      • -

        de openstellingsuren per week; en

      • -

        het maximum van de algemene reserve.

  • 3. Gemeenschapshuizen

    • a.

      De subsidie is een taakstellend budget, ter hoogte van maximaal het exploitatietekort, ten behoeve van het exploiteren van een gemeenschapsaccommodatie, alwaar specifiek het verenigingsleven haar activiteiten kan ontplooien en in algemene zin de maatschappelijke gemeenschapsactiviteiten kunnen plaatsvinden. Het subsidie wordt voorafgaand aan de subsidieperiode bepaald op basis van de meest recente jaarrekening, jaarlijks aan te passen met de gemiddelde prijs- en loonindexering.

    • b.

      De gemeenteraad stelt aan de subsidieverlening de volgende voorwaarden:

      • -

        [vervallen]

      • -

        De drie gemeenschapshuizen hanteren voor vergelijkbare diensten uniforme tarieven, vooraf goed te keuren door het college.

      • -

        De tarieven van de gemeenschapshuizen zijn, voor zover van toepassing, inclusief b.t.w.

      • -

        Voor alle gemeenschapshuizen dient sprake te zijn van één opslagregeling (model Roggel).

      • -

        Alle gemeenschapshuizen bieden vaste huurders de mogelijkheid van sleutelbeheer.

      • -

        Er worden voor huurders geen kortingsregels toegepast.

      • -

        De drie gemeenschapshuizen hanteren (voor zover mogelijk) uniforme statuten en huisregels.

      • -

        De gemeente voert met de drie gemeenschapshuisbesturen jaarlijks minimaal één afstemmingsoverleg.

  • 4. Peuterspeelzalen Roggel/Heibloem en Neer

    • a.

      De peuterspeelzalen wordt een subsidie toegekend van 50% in de door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurde exploitatielasten. Het subsidie wordt voorafgaand aan de subsidieperiode bepaald op basis van de meest recente jaarrekening, jaarlijks aan te passen met de gemiddelde prijs- en loonindexering, ten behoeve van het gedurende een gedeelte van de dag uitvoeren en begeleiden van activiteiten ter bevordering van de sociale-, creatieve-, educatieve-, motorische ontwikkeling van de kinderen uit de gemeente Roggel en Neer in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Geconstateerde beperkingen in de ontwikkeling van het kind dienen aan de ouders/verzorgers te worden gemeld;

    • b.

      een exploitatieoverschot of -tekort in enig jaar, onverminderd het bepaalde in artikel 16, lid 5 en 7, wordt respectievelijk gestort in of bestreden uit een algemene reserve;

    • c.

      het college van Burgemeester en wethouders kan in de subsidiebeschikking nadere voorwaarden opnemen. Onder andere ten aanzien van openstelling, minimum en maximum aantal te plaatsen kinderen per groep, de formatieomvang de ouderbijdrage, klachtenregistratie en het aantal individuele oudercontacten i.v.m. de signalerende functie inzake de ontwikkeling van het kind.

  • 5. Stichting Kreato

    • a.

      Deze stichting kan een subsidie worden toegekend in de vorm van een taakstellend budget, jaarlijks aan te passen met de prijs- en loonindexering ten behoeve van het verzorgen van muzieklessen aan inwoners tot en met 17 jaar uit de gemeente Roggel en Neer.

      Uitgangspunt is het feit dat wij voor de nabije toekomst diensten willen (blijven) afnemen van de stichting Kreato en het in dit kader voorziene convenant voor subsidiëring van Kreatogedurende de kalenderjaren 2004 en 2005.

    • b.

      De gemeente subsidieert cursussen voor 60% van de integrale kostprijs. Het cursistenaandeel kan daardoor vastgesteld kan worden op 40%;

    • c.

      Subsidiabele cursussen zijn AMV, HaFaBra en toets- en snaarinstrumenten. Iedere cursist mag maximaal één gesubsidieerde cursus per jaar volgen; Bij (dreigende) budgetoverschrijding dienen wachtlijsten te worden gehanteerd, waarbij eerste prioriteit AMV, vervolgens HaFaBra en uiteindelijk toets- en snaarinstrumenten krijgt;

    • d.

      Maximale duur van de gesubsidieerde cursussen per cursist is zes jaren;

    • e.

      Maximale opleiding per cursist zijn 2 jaar AMV en de diploma’s A en B van de differentiatieopleidingen;

    • f.

      Kreato dient elk jaar cursistenlijsten over te leggen, waarop aangegeven is de gevolgde opleiding, de gevolgde opleidingsduur en de behaalde diploma’s.

    • g.

      het college van Burgemeester en wethouders kan nadere voorwaarden in de subsidiebeschikking opnemen.

  • 6. Stichting Welzijn Leudal- en Thornerkwartier

    • a.

      Deze stichting wordt t.b.v. ouderenwerk, algemene hulpdiensten en vrijwilligerswerk een meerjaren subsidiebudget verleend in de vorm van een bedrag per inwoner, waarbij de indexering in het budget is verwerkt, ten behoeve van het bevorderen van het welzijn, de maatschappelijke integratie en de zelfstandigheid van de ouderen in de gemeente Roggel en Neer;

    • b.

      het daartoe door de stichting uit te voeren takenpakket wordt in samenspraak met de gemeenten in het Leudal- en Thornerkwartier vastgesteld en maakt als bijlage onderdeel uit van de subsidiebeschikking;

    • c.

      een exploitatieoverschot of -tekort in enig jaar, onverminderd het bepaalde in artikel 16, lid 5 en 7, wordt respectievelijk gestort in of bestreden uit een algemene reserve;

    • d.

      het college van burgemeester en wethouders kan, in samenspraak met de regiogemeenten, nadere voorwaarden in de subsidie-beschikking opnemen.

  • 7. Stichting Algemeen Maatschappelijk Werk Midden-Limburg (AWM-ML)

    • a.

      Deze stichting wordt een meerjaren subsidiebudget verleend in de kosten van personeel, huisvesting en organisatie. De berekening van het budget is op basis van de kostenverdeling zoals tussen de samenwerkende Midden-Limburgse gemeenten overeengekomen wordt;

    • b.

      De stichting AMW-ML verplicht zich tot het voorzien in de functie algemeen maatschappelijk werk ten behoeve van de gemeente Roggel en Neer, zijnde een 1e lijns a-specifieke hulp- en dienstverlening ten behoeve van de inwoners van de gemeente Roggel en Neer middels uitvoering van de volgende vier kerntaken:

      • -

        psycho sociale hulpverlening;

      • -

        concrete en informatieve hulpverlening;

      • -

        onderzoek en rapportage;

      • -

        signalering, belangenbehartiging en preventie;

    • c.

      De te leveren diensten/activiteiten en resultaten/prestaties worden vastgelegd in de als bijlage bij de subsidiebeschikking behorende budgetafspraken;

    • d.

      het college van Burgemeester en wethouders kan, in samenspraak met de regiogemeenten, nadere voorwaarden in de subsidie-beschikking opnemen.

Artikel 20 Subsidies in de kosten voor accommodatieonderhoud

  • 1. Begripsomschrijving.

    Door toename van eisen op grond van wetgeving waaraan (verenigings)ac-commodaties dienen te voldoen, de daartoe vaak benodigde specialistische vakkennis en in combinatie met een te constateren afnemende bereidheid van verenigingsleden om kaderfuncties in te nemen, bestaat voor verenigingen de mogelijkheid om onderhoudswerkzaamheden te laten plaatsvinden conform het bepaalde in het sportaccommodatiebeleid van onze gemeente, als door de gemeenteraad vastgesteld op 27 april 1999.

    Op basis van een door de gemeenteraad vast te stellen meerjaren-onderhoudsrapportage kunnen gemiddelde accommodatiekosten subsidiabel gesteld worden, met dien verstande dat kosten in verband met renovatie volledig voor rekening van de gemeente komen.

  • 2. Voorwaarden.

    Als voorwaarde voor deze subsidievorm geldt een eigendomsoverdracht van de accommodatie aan de gemeente Roggel en Neer. De vereniging kan vervolgens de accommodatie huren van de gemeente, waarbij een huurprijs wordt gehanteerd van 50% in de gemiddelde accommodatie-kosten voor de lange termijn. De rechten en plichten van huurder en verhuurder worden contractueel vastgelegd.

  • 3. Gebruiksvergunning.

    Verenigingen en niet commerciële instellingen in de gemeente Roggel en Neer kunnen een beroep doen op een financiële bijdrage ter hoogte van 50% van de hoogte van de verschuldigde legeskosten t.b.v. de, waar van toepassing, wettelijk vereiste gebruiksvergunning.

Artikel 21 Subsidies bij jubilea en bijzondere prestaties

  • 1. Jubilea

    • a.

      Bij gelegenheid van de officiële viering van decenniajubilea kan aan de desbetreffende instelling een éénmalige subsidie worden toegekend van € 1,00 per bestaansjaar, met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 250,00;

    • b.

      Bij gelegenheid van de officiële viering van een 25-jarig jubileum of een veelvoud daarvan, kan aan de desbetreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 1,50 per bestaansjaar, met een minimum van € 50,00 en een maximum van € 250,00;

    • c.

      Bij gelegenheid van de officiële viering van een elfjarig jubileum of eenveelvoud daarvan van een carnavalsvereniging, kan aan de desbetreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 1,50 per bestaansjaar, met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 150,00.

  • 2. Amateurkunst

    • a.

      Bij gelegenheid van het behalen van een eerste prijs op een Limburgs, landelijk of federatief bondsconcours kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 70,00.

    • b.

      Bij gelegenheid van het behalen van een eerste prijs op een Limburgs, landelijk of federatief bondsconcours, waarna promotie kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 100,00.

    • c.

      Bij het behalen van een kampioenswimpel kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 140,00.

  • 3. Sport

    • a.

      Bij het behalen van een landelijk erkend kampioenschap in verenigings-, club- team- of competitieverband kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 35,00;

    • b.

      Bij het behalen van een landelijk erkend kampioenschap in verenigings-, club-team- of competitieverband, waarna promotie kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 50,00;

    • c.

      Bij het behalen van een landelijk kampioenschap kan aan de betreffende instelling een éénmalig subsidie worden toegekend van € 100,00.

  • 4. Amateurkunst en sport

    Amateurkunstverenigingen kunnen in aanmerking komen voor maximaal 1 prestatiesubsidie per jaar. Sportvereniging kunnen in aanmerking komen voor maximaal 2 prestatiesubsidies per jaar (1 maal senioren en 1 maal junioren).

  • 5. Subsidie in natura

    Burgemeester en wethouders kunnen aan plaatselijke instellingen in het kader van de organisatie van een provinciaal, nationaal of internationaal erkende wedstrijden en kampioenschappen bekers of eremetalen beschikbaar stellen tot een maximum van € 50,00.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 22 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen in individuele gevallen van één of meer verplichtingen van deze verordening ontheffing verlenen.

Artikel 23 Onvoorzien

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders, nadat de commissie Inwonerszaken is gehoord.

Artikel 24 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005 en geldt vanaf het subsidiejaar 2005;

  • 2. Met ingang van die datum vervalt de subsidieverordening Welzijn c.a. 1999, welke is vastgesteld bij raadsbesluit van 27 april 1999 en laatstelijk is gewijzigd bij raadsbesluit van 10 december 2002.

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Welzijn Gemeente Roggel en Neer”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 mei 2004.
De Raad voornoemd,
de voorzitter, de griffier,