Verordening delegatiebesluit Leudal 2007

Geldend van 31-10-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening delegatiebesluit Leudal 2007

De gemeenteraad van gemeente Leudal

gelezen het voorstel van de stuurgroep herindeling d.d. 12 december 2006;

overwegende dat het gewenst is te voorzien in de vaststelling van een nieuwe verordening waarin bestuursbevoegdheden door de raad worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 156 van de Gemeentewet, de Wet openbaarheid van bestuur, de Mediawet en de Wet op de telecommunicatievoorzieningen, de Wegenverkeerswet 1994, de Wet op de Ruimtelijke Ordening, de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 1:3a van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Leudal en de Algemene wet bestuursrecht;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening : VERORDENING DELEGATIEBESLUIT 2007

Artikel 1.

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het beslissen op verzoeken om informatie als bedoeld in de Wet openbaarheid van bestuur, onder de voorwaarde dat in de eerstvolgende raadsvergadering mededeling wordt gedaan.

Artikel 2.

Het college oefent de bevoegdheid uit tot toepassing van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 3.

Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid uit tot het beslissen op aanvragen om subsidieverlening, alsmede subsidievaststelling (art. 108, lid 1 Gemeentewet), onder de voorwaarden dat:

  • a.

    de voor de subsidieaanvraag genoemde activiteiten in de gemeente gelden zijn gereserveerd;

  • b.

    de subsidies voor incidentele activiteiten maximaal € 7.500,-- bedragen;

  • c.

    subsidieaanvragen voor incidentele activiteiten hoger dan hoger dan € 7.500,--, waarvoor geen beleid is geformaliseerd, worden niet eerder afgehandeld dan nadat de raad een ontwerpbesluit is toegestuurd en hij zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college heeft kunnen brengen

Artikel 4.

Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid uit tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 Wro en tot het nemen van een projectafwijkingsbesluit als bedoeld in artikel 3.40 Wro. Burgemeester en wethouders doen mededeling aan de raad van een uit deze bevoegdheid voortvloeiend voorgenomen besluit.

Artikel 4a

  • 1. Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid uit tot het vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro bij een wijziging als bedoel in artikel 3.6 lid 1onder a Wro.

  • 2. Burgemeester en wethouders oefenen de bevoegdheid uit tot het vaststellen van een exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 Wro bij een besluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid sub a onder 3 van de Wabo indien op grond van het aanwjzingsbesluit sprake is van een categorie van gevallen waarin een verklaring van geen bedenkingen van de gementeraad niet is vereist.

Artikel 4b

  • 1. Het college oefent de bevoegdheid genoemd in artikel 4 en 4a slechts uit wanneer er na een schriftelijke mededeling aan de raad, waarin kennis wordt gegeven van een voornemen tot het nemen van een besluit, binnen 2 weken geen reacties zijn ontvangen.

  • 2. Indien er wel reacties worden ontvangen wordt, afhankelijk van de reacties, bekeken hoe de aanvraag verder zal worden afgehandeld. Van de ontvangen reacties zal in ieder geval mededeling worden gedaan aan de raad.

  • 3. Indien ten minste 5 raadsleden hierom verzoeken zal aan de raad hiertoe een voorstel worden voorgelegd in de eerst mogelijke vergadering.

Artikel 5.

Het college oefent de bevoegdheid uit tot het beslissen op planschadeverzoeken die zijn ingediend op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke ordening zoals die luidde tot 1 september 2005 en die zijn ingediend voor 1 september 2005.

Artikel 6.

  • 1.

    Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge de Mediawet en de Wet op de telecommunicatievoorzieningen tot:

    • a.

      het uitbrengen van advies aan het Commissariaat voor de media of een lokale omroepinstelling aan de wettelijke eisen voldoet;

    • b.

      het instellen van een programmaraad.

  • 2.

    Het college oefent de bevoegdheid uit tot het benoemen van de leden en de plaatsvervangende leden van de programmaraad.

Artikel 7. (vervallen)

vervallen

Artikel 8.

Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge artikel 20a Wegenverkeerswet 1994 tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kommen.

Artikel 9.

Het college oefent de bevoegdheid uit ingevolge artikel 18, eerste lid Wet vervoer gevaarlijke stoffen tot het aanwijzen van wegen of weggedeelten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Artikel 10.

Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening delegatiebesluit Leudal 2007”.

Artikel 11.

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Leudal, gehouden op 2 januari 2007.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL
De griffier, De voorzitter,
Drs. W.A.L.M. Cornelissen J.F.J. Zuidgeest